1.De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
zij op of omstreeks 21 januari 2024 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een iPhone XS Max en/of
- een Zavetti Canada jas (donkerblauw/zwart) en/of
- een Rabobank pinpas en/of
- een oplader van de telefoon en/of
- een JBL speaker flip 6 en/of
- een zilverkleurige ring en/of
- een goudkleurige ring en/of
- een goudkleurige ketting,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk
te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of bedreiging met geweld bestond(en) uit
- die [slachtoffer] een of meerdere malen te duwen en/of
- die [slachtoffer] een kopstoot te geven en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans in/op/tegen het lichaam te slaan, te stompen en/of te stoten en/of
- die [slachtoffer] een knie(tje) in de richting van het hoofd te geven en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen (met volle kracht) met een riem, althans een voorwerp te slaan tegen zijn lichaam;
2.
zij op of omstreeks 21 januari 2024 te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s)
voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen door
- die [slachtoffer] een kopstoot heeft geven en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen (met gebalde vuist) in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans in/op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of gestoten en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen (met volle kracht) met een riem, althans een voorwerp tegen zijn lichaam heeft/hebben geslagen en/of
- die [slachtoffer] een knie(tje) in de richting van het hoofd heeft geven en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen op/tegen de rug en/of de zij en/of de benen, althans op/tegen het lichaam, heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of gestampt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op of omstreeks 21 januari te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer] een kopstoot te geven en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen (met gebalde vuist) in/op/tegen het gezicht/hoofd, althans in/op/tegen het lichaam te slaan, te stompen en/of te stoten en/of
- die [slachtoffer] een knie(tje) in de richting van het hoofd te geven en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen (met volle kracht) met een riem, althans een voorwerp te slaan tegen zijn lichaam en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere malen op/tegen de rug en/of de zij en/of de benen, althans op/tegen het lichaam, te trappen, te schoppen en/of te stampen.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan feit 1 en feit 2 primair. Er is sprake van meerdaadse samenloop.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder feit 1 en feit 2 primair tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen, waarbij er sprake is van eendaadse samenloop.
Beoordeling door de rechtbank
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering. Daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] , p. 13-15;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 39-41;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 2 juli 2024.