Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning(en) gelegen aan de [adres 2] en/of aangrenzende woningen en/of de in deze woningen aanwezige goederen
en/of,
- levensgevaar en/of gevaar voor lichamelijk letsel voor een ander, te weten buurtbewoners en/of omwonenden, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen te duchten was, immers heeft hij, verdachte, aldaar opzettelijk een vuurpijl met een aansteker aangestoken en/of vervolgens deze brandende vuurpijl door de brievenbus van de (huur)woning gegooid en/of deze brandende vuurpijl in de (huur)woning gelegd, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met deze vuurpijl;
de (huur)woning, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
3.De bewezenverklaring
of omstreeks1 januari 2024 te [plaats] opzettelijk brand heeft gesticht in de (huur)woning van [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] , gelegen aan de [adres 2] te [plaats] , terwijl daarvan
- gemeen gevaar voor goederen, te weten de woning(en) gelegen aan de [adres 2] en/of aangrenzende woningen en/of de in deze woningen aanwezige goederen
en
/of,
- levensgevaar en
/ofgevaar voor lichamelijk letsel voor een ander, te weten buurtbewoners en/of omwonenden, in elk geval levensgevaar voor een ander of anderen te duchten was, immers heeft hij, verdachte, aldaar opzettelijk een vuurpijl met een aansteker aangestoken en
/ofvervolgens deze brandende vuurpijl door de brievenbus van de (huur)woning gegooid
en/of deze brandende vuurpijl in de (huur)woning gelegd, in elk geval opzettelijk (open) vuur in aanraking gebracht met deze vuurpijl;
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een taakstraf, te weten een werkstraf van
120 (honderdtwintig) uren,met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende jeugddetentie zal worden toegepast voor de duur van 60 (zestig) dagen;
- veroordeelt verdachte in verband met het ten laste gelegde feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [benadeelde] van € 5.000,- (vijfduizend euro) aan materiële schade en € 900,- (negenhonderd euro) aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;