ECLI:NL:RBGEL:2024:4536

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 juli 2024
Publicatiedatum
16 juli 2024
Zaaknummer
C/05/415372 / FA RK 23-509
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptie van een meerderjarige en wijziging geslachtsnaam in een dubbele naam onder bijzondere omstandigheden

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 16 juli 2024 een beschikking gegeven over de adoptie van een meerderjarige, [meerderjarige], door haar stiefvader. De rechtbank heeft vastgesteld dat er zeer bijzondere omstandigheden zijn die een inbreuk op het bestaande gezinsleven rechtvaardigen, ondanks het feit dat [meerderjarige] op het moment van indiening van het verzoek 24 jaar oud was en daarmee niet voldeed aan het minderjarigheidsvereiste van artikel 1:228 lid 1 onder a BW. De stiefvader heeft [meerderjarige] sinds haar jeugd verzorgd en opgevoed, en er is een sterke emotionele band tussen hen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de trauma's die [meerderjarige] heeft opgelopen door haar biologische vader, wat haar ontwikkeling heeft beïnvloed. De rechtbank oordeelt dat de weigering van adoptie een ongeoorloofde inmenging zou zijn in het gezinsleven van [meerderjarige] en haar stiefvader, en heeft het verzoek tot adoptie toegewezen. Tevens is de wijziging van de geslachtsnaam van [meerderjarige] naar een gecombineerde achternaam goedgekeurd, in overeenstemming met de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam, die op 1 januari 2024 in werking is getreden. De rechtbank heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand gelast om de adoptie en de geslachtsnaamwijziging te registreren.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK GELDERLAND
Familie- en jeugdrecht
Zittingsplaats Arnhem
Zaakgegevens: C/05/415372 / FA RK 23-509
Datum uitspraak: 16 juli 2024
beschikking adoptie
op het verzoek van
[naam stiefvader](hierna: verzoeker/ de stiefvader),
wonende te [woonplaats] ,
advocaat mr. A.M. Engelen te Velp (gemeente Land van Cuijk).
De rechtbank merkt als belanghebbenden aan
[naam moeder](hierna: de moeder),
wonende te [woonplaats] ,
[naam meerderjarige](hierna: [meerderjarige] ),
wonende te [woonplaats] ,
[naam biologische vader](hierna: de biologische vader),
wonende te [land] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift ingekomen bij de griffie op 15 februari 2023;
- het F9-formulier van mr. Engelen van 3 maart 2023;
- het F4-formulier van mr. Engelen van 19 februari 2024;
- het e-mailbericht van mr. Engelen van 23 februari 2024;
- het F6-formulier van mr. Engelen van 27 maart 2024;
- het e-mailbericht van mr. Engelen van 29 maart 2024;
- het F9-formulier van mr. Engelen van 17 mei 2024 met bijlage;
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 mei 2024;
- het F9-formulier van mr. Engelen van 7 juni 2024 met producties.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van 17 mei 2024 zijn gehoord:
- de stiefvader, bijgestaan door mr. Engelen;
- [meerderjarige] ;
- de moeder.
1.3.
Hoewel de biologische vader op de juiste manier is opgeroepen, is hij niet verschenen.
1.4.
Omdat het verzoek naar het oordeel van de rechtbank aanvankelijk onvoldoende
onderbouwd was, heeft de rechtbank de advocaat van de stiefvader na de mondelinge
behandeling in de gelegenheid gesteld om zijn verzoek nader met stukken te onderbouwen.
Hiertoe heeft de advocaat van de stiefvader stukken ingebracht op 7 juni 2024. Dit betreft
kopieën van door de vader ondertekende documenten, alsmede stukken die zien op de
behandeling van [meerderjarige] bij de psycholoog.

2.De feiten

2.1.
[meerderjarige] is op [geboortedatum] 1999 te [plaats] in [land] geboren uit de affaire tussen de moeder en de biologische vader.
2.2.
De moeder en de biologische vader hebben nooit samengeleefd en er is geen sprake geweest van een relatie tussen moeder en de biologische vader.
2.3.
Sinds 2006 heeft de moeder een relatie met de stiefvader. In maart 2007 is de moeder samen met [meerderjarige] naar Nederland gekomen en zijn zij bij stiefvader gaan wonen.
2.4.
Op 19 december 2008 zijn de moeder en de stiefvader met elkaar gehuwd.

3.Het verzoek

3.1.
De stiefvader verzoekt de rechtbank om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, te bepalen dat:
  • de adoptie door stiefvader van [meerderjarige] wordt uitgesproken;
  • de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente [plaats] een latere vermelding van de adoptie aan de daarvoor in aanmerking komende akte zal toevoegen;
  • ten bepalen c.q. verstaan dat de geslachtsnaam van [meerderjarige] wordt gewijzigd van “ [naam biologische vader] ” in primair “ [gecombineerde achternaam] ” en subsidiair in “ [naam stiefvader] ”, alsook deze vermelding te laten toevoegen aan de daarvoor in aanmerking komende akte’
  • dan wel enige andere beslissing te nemen die de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren.
3.2.
De stiefvader stelt dat [meerderjarige] erg graag door hem wil worden geadopteerd. [meerderjarige] is van mening dat het voor haar ontwikkeling op alle vlakken van wezenlijk belang is dat zij niet alleen gevoelsmatig, maar ook formeel de dochter is van de stiefvader. Als bijzondere omstandigheid wordt aangevoerd dat [meerderjarige] door toedoen van haar biologische vader getraumatiseerd is geraakt en dit trauma heeft een rol gespeeld in haar verdere leven. Als adoptie niet wordt toegestaan, dan zou dat haar verdere ontwikkeling naar volwassenheid en de vorming van haar identiteit bedreigen. [meerderjarige] heeft er een zwaarwegend belang bij dat er een familierechtelijke betrekking komt met stiefvader. Het zal haar rust geven en haar helpen zich veilig te voelen en de mogelijkheid te kunnen bieden om met meer afstand naar het verleden te kijken.

4.De standpunten van belanghebbenden

4.1.
[meerderjarige] geeft aan dat de stiefvader de enige vader is geweest in haar leven. Sinds zij klein is, heeft zij zich ook altijd een ‘ [naam stiefvader] ’ gevoeld en ook zo voorgesteld. Pas op latere leeftijd, toen zij de naam moest gebruiken die op haar paspoort stond, werd zij zich er van bewust dat zij geen ‘ [naam stiefvader] ’ was. In haar tienerjaren is er een identiteitscrisis ontstaan en deze heeft voortgeduurd tot haar volwassenheid. [meerderjarige] is er toen ook achter gekomen dat zij hechtingsproblemen had en is hiervoor behandeld bij een psycholoog. Dit heeft haar ook doen ontdekken dat haar problemen zijn ontstaan in de kinderjaren in de periode dat ze bij een vriendin van de vader heeft gewoond.
4.2.
De moeder geeft aan dat [meerderjarige] haar stiefvader altijd papa heeft genoemd. Dit had een grote impact op de emoties van de moeder en zij was heel blij dat de stiefvader door [meerderjarige] werd geaccepteerd en dat hij als een echte vader voor haar voelde.

5.De beoordeling

Juridisch kader adoptie

5.1.
Ingevolge artikel 1:228, eerste lid aanhef en onder a BW kan een verzoek tot adoptie alleen worden uitgesproken indien het kind op de dag van indiening van het verzoek tot adoptie minderjarig is. De rechtbank stelt vast dat in de onderhavige zaak niet aan deze voorwaarde is voldaan, nu [meerderjarige] ten tijde van de indiening van het verzoekschrift 24 jaar oud is. Hieruit volgt dat adoptie van [meerderjarige] op grond van nationale regelgeving in beginsel niet mogelijk is.
5.2.
Volgens vaste jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens is het recht op adoptie niet één van de door het EVRM beschermde rechten. Dat een feitelijk gezinsverband niet wordt omgezet in een juridisch gezinsverband is op zichzelf dus niet in strijd met artikel 8 EVRM. Het enkele feit dat adoptie niet mogelijk is wanneer niet wordt voldaan aan de in de nationale wetgeving vastgestelde voorwaarden, kan daarom in beginsel niet worden aangemerkt als een ongeoorloofde inbreuk op het recht op family life.
Ook de Hoge Raad heeft beslist dat aan artikel 8 EVRM weliswaar het recht op bescherming van family life tussen de ouders en een door hen geadopteerd kind kan worden ontleend, maar niet het recht om een kind te adopteren zonder dat wordt voldaan aan de eisen voor adoptie volgens de nationale wet.
5.3.
Het weigeren van een adoptie kan echter onder
zeer bijzondere omstandighedenzo’n inbreuk maken op het bestaande gezinsleven, dat toch voorbij kan worden gegaan aan het minderjarigheidsvereiste van artikel 1:228 lid 1 onder a BW. Het gaat dan om uitzonderlijke gevallen, waarin de weigering van de adoptie vanwege enkel de meerderjarigheid bij de indiening van het verzoek een ongeoorloofde inbreuk op het door artikel 8 EVRM beschermde gezins- en familieleven met zich mee zou brengen.
Inhoudelijke beoordeling
5.4.
De rechtbank volgt de stiefvader in zijn standpunt dat er sprake is van een uitzonderlijke situatie. Daartoe overweegt de rechtbank als volgt.
5.5.
Uit de inhoud van de overgelegde stukken en het besprokene tijdens de mondelinge behandeling is de rechtbank gebleken dat de stiefvader gedurende een lange periode de verzorging en opvoeding van [meerderjarige] op zich heeft genomen. De moeder heeft sinds 2006 een affectieve relatie met de stiefvader en zij is in maart 2007 samen met [meerderjarige] naar Nederland gekomen en bij de stiefvader gaan wonen. Vanaf dat moment heeft de stiefvader samen met de moeder de zorg en opvoeding over [meerderjarige] gedragen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [meerderjarige] toegelicht dat zij de stiefvader altijd als haar vader heeft gezien en de rechtbank heeft ook zelf kunnen vaststellen dat tussen [meerderjarige] en de stiefvader sprake is van een sterke emotionele band. De rechtbank begrijpt dan ook de wens van [meerderjarige] en de stiefvader om ook in juridisch opzicht met elkaar verbonden te zijn. Die wens vormt op zichzelf echter geen zeer bijzondere omstandigheid.
5.6.
De omstandigheid dat [meerderjarige] getraumatiseerd is geraakt door het hetgeen zij op jonge leeftijd heeft meegemaakt met haar biologische vader is naar het oordeel van de rechtbank wel een bijzondere omstandigheid.
In de onweersproken stukken is te lezen dat de biologische vader [meerderjarige] op zeer jonge leeftijd heeft ondergebracht bij een van zijn bijvrouwen. Daar werd niet naar haar omgekeken en zij heeft op zeer jonge leeftijd een half jaar in isolatie gewoond. [meerderjarige] is daar toen mentaal en fysiek mishandeld. De vader was destijds boos op [meerderjarige] geworden, omdat hij de leugens van zijn bijvrouw geloofde. [meerderjarige] heeft zich toen verraden gevoeld door haar biologische vader. Op latere leeftijd heeft [meerderjarige] hier last van gekregen. Uit de overgelegde stukken, in het bijzonder de behandelovereenkomst van de GZ-psycholoog en delen uit het behandeldossier van [meerderjarige] , blijkt dat er bij [meerderjarige] sprake was van een jeugdtrauma met symptomen als gevoelens van angst, verdriet, boosheid, moeite met uiten, bindingsangst en verlatingsangst. Hiervoor heeft zij onder andere EMDR-therapie gevolgd.
5.7.
De rechtbank acht het, mede gelet op de na de zitting ingediende stukken omtrent de behandeling van [meerderjarige] en de toelichting van [meerderjarige] zelf tijdens de mondelinge behandeling, aannemelijk dat [meerderjarige] voor haar 18de jaar nog niet toe was aan het nadenken over adoptie. [meerderjarige] is toen zij 16 jaar oud was kort in behandeling geweest, maar zij was toen nog niet klaar voor hulp en deze behandeling is niet voortgezet. Pas op latere leeftijd heeft [meerderjarige] een volledige behandeling voor haar trauma’s kunnen afronden en is haar gebleken dat de problemen die zij had de oorzaak hadden in de trauma’s die zij heeft gelopen in de periode dat verbleef bij haar biologische vader.
5.8.
De rechtbank stelt verder vast dat de vader van [meerderjarige] het adoptieverzoek niet heeft tegengesproken en voor de toekomst te voorzien is dat [meerderjarige] niets meer van haar vader in de hoedanigheid van ouder te verwachten heeft. Uit de nader ingediende stukken volgt verder dat [meerderjarige] haar vader na de mondelinge behandeling via Whatsapp heeft benaderd. De vader heeft haar daarop gebeld en zij hebben de adoptie besproken. Tijdens dit gesprek heeft de vader aangegeven te kunnen instemmen met de wens van [meerderjarige] om geadopteerd te worden door haar stiefvader. Hij heeft vervolgens de documenten omtrent de procedure op iedere pagina voorzien van zijn handtekening, ingescand en aan [meerderjarige] gestuurd.
5.9.
[meerderjarige] en de stiefvader hebben naar het oordeel van de rechtbank een zwaarwegend belang bij het tot stand brengen van een familierechtelijke band met elkaar. De rechtbank is dan ook van oordeel dat er sprake is van dusdanige bijzondere omstandigheden dat een weigering van een adoptie van [meerderjarige] door de stiefvader een ongeoorloofde inmenging oplevert in het tussen hen beiden bestaande familie- en gezinsleven als bedoeld in artikel 8 EVRM, zodat een terzijdestelling van artikel 1:228 lid 1 sub a BW in dit geval gerechtvaardigd is. De rechtbank acht het in het belang van [meerderjarige] dat haar juridische status in overeenstemming wordt gebracht met de sinds jaar en dag bestaande sociale en emotionele realiteit.
5.10.
Nu [meerderjarige] zelf ook heeft ingestemd met het verzoek en aan de overige voorwaarden van artikel 1:227 BW en 1:228 BW is voldaan, zal de rechtbank het verzoek tot adoptie toewijzen.
Geslachtsnaam
5.11.
Zowel [meerderjarige] als de moeder en de stiefvader hebben de wens dat de geslachtsnaam van [meerderjarige] na de adoptie zal luiden “ [gecombineerde achternaam] ”. Dit houdt in dat [meerderjarige] zowel de geslachtsnaam van de moeder heeft als van de stiefvader.
5.12.
De rechtbank begrijpt uit de stukken dat de moeder, de stiefvader en [meerderjarige] hun verzoek baseren op de Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam. Deze wet is op 1 januari 2024 in werking getreden en maakt het voor na 1 januari 2024 geadopteerde kinderen mogelijk om een combinatie te kiezen van hun oorspronkelijke geslachtsnaam en de naam van, in dit geval, de levensgezel van de ouder. In verband met genoemde Wet is eveneens op 1 januari 2024 in werking getreden de Wet van 24 maart 2023 tot wijziging van enige bepalingen in Boek 1 en Boek 10 van het Burgerlijk Wetboek en van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek van Bonaire, Sint Eustasius en Saba met betrekking tot de keuze van de geslachtsnaam (introductie gecombineerde geslachtsnaam). In die laatstgenoemde wet is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:
“Artikel 1
Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. (…)
2. Het derde lid komt te luiden:
3. (…)
Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder komt te staan, houdt het zijn geslachtsnaam, tenzij de ouder en diens echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtnaam zal hebben van die ouder dan wel de geslachtsnaam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel of van hun beiden in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde, dan wel de geslachtsnaam van die ouder. De rechterlijke uitspraak inzake de adoptie vermeldt de verklaring van de adoptanten omtrent de geslachtsnaamkeuze.
(…)”.
5.13.
Hieruit volgt dat het ingeval van een adoptie van een minderjarig kind na 1 januari 2024 door een levensgezel van een ouder mogelijk is om te kiezen voor een combinatie van de oorspronkelijke geslachtsnaam van de geadopteerde, in combinatie met de geslachtsnaam van de levensgezel van de ouder. De rechtbank zal dit overeenkomstig toepassen voor wat betreft de adoptie van een volwassene (in dit geval [meerderjarige] ) en daarom de verklaring van de moeder, de stiefvader en [meerderjarige] met betrekking tot de geslachtsnaam van [meerderjarige] hieronder in de beslissing vermelden.

6.De beslissing

De rechtbank
6.1.
spreekt uit de adoptie van:
[naam meerderjarige], geboren op [geboortedatum] 1999 te [plaats] in [land] , door
[naam stiefvader];
6.2.
onder vermelding van de verklaring van de stiefvader, de moeder en [meerderjarige] ten overstaan van de rechtbank dat [meerderjarige] de geslachtsnaam ‘ [gecombineerde achternaam] ’ zal hebben;
6.3.
gelast de ambtenaar van de burgerlijke stand te Den Haag een latere vermelding van de adoptie en geslachtsnaamwijziging aan de daarvoor in aanmerking komende akte toe te voegen;
6.4.
bepaalt dat de griffier van deze rechtbank daartoe een afschrift van deze beschikking aan de ambtenaar van de burgerlijke stand te Den Haag zal zenden, zodra deze uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan;
6.5.
wijst af wat meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door M.E. Allegro, (kinder)rechter, in tegenwoordigheid van R.G.A. Bergevoet-Welling als griffier en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2024
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.