In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eiseres tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn om een tijdelijke omgevingsvergunning te verlenen voor het gebruik van een gebouw als kantoor. De aanvraag voor de omgevingsvergunning werd op 17 mei 2022 geweigerd, en het college handhaafde deze weigering in de beslissing op bezwaar van 4 januari 2023. De rechtbank behandelde het beroep op 6 juni 2024, waarbij de gemachtigde van het college aanwezig was, maar eiseres zich had afgemeld.
De rechtbank concludeert dat de aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan, dat het gebruik van het gebouw als zelfstandig kantoor verbiedt. Eiseres betoogde dat het bestemmingsplan tegenstrijdig is, maar de rechtbank oordeelt dat de formuleringen in het bestemmingsplan duidelijk zijn en dat er geen sprake is van onduidelijkheid. De rechtbank oordeelt verder dat het college de weigering voldoende heeft gemotiveerd en dat de beroepsgronden van eiseres niet slagen. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel en het evenredigheidsbeginsel wordt door de rechtbank verworpen. De rechtbank concludeert dat de weigering van de omgevingsvergunning in stand blijft en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.