Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde 1] ,
2.
[gedaagde 2],
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 24 januari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en twee gedaagden over aansprakelijkheid voor pensioenschade. De eiser, een voormalig werknemer van [bedrijf 1], heeft zijn pensioen opgebouwd bij verschillende pensioeninstellingen en stelt dat hij door onjuist advies van een tussenpersoon, [bedrijf 9], schade heeft geleden. De eiser vordert schadevergoeding van de gedaagden, die de rol van tussenpersoon hebben overgenomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen overeenkomst is tussen de eiser en de gedaagden die hen aansprakelijk kan stellen voor de schade. De rechtbank oordeelt dat de eiser onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde aansprakelijkheid van de gedaagden en dat er geen verband is tussen de schade en het handelen van de gedaagden. De vorderingen van de eiser worden afgewezen, en hij wordt veroordeeld in de proceskosten van de gedaagden. De rechtbank concludeert dat de gedaagden niet aansprakelijk zijn voor de door de eiser gestelde pensioenschade, omdat er geen contractsovername heeft plaatsgevonden die hen aansprakelijk zou maken voor de fouten van de eerdere tussenpersoon.