ECLI:NL:RBGEL:2024:4270

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 juli 2024
Publicatiedatum
8 juli 2024
Zaaknummer
05.041918.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van drie verdachten voor chantage in de vorm van sextortion

Op 8 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie verdachten, waaronder twee vrouwen en een man, die betrokken waren bij chantage in de vorm van sextortion. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachten de aangever, die een verstandelijke beperking en autisme heeft, hebben gedwongen tot het betalen van geldbedragen door te dreigen met de openbaarmaking van seksueel getinte filmpjes. De 33-jarige vrouw en de 29-jarige vrouw uit Arnhem zijn veroordeeld tot een taakstraf van 200 uur, terwijl de 27-jarige man uit Amsterdam, die medeplichtig was, een taakstraf van 60 uur opgelegd kreeg. Een 28-jarige vrouw uit Arnhem is vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs.

De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat er geen sprake was van wederzijds respect of toestemming tussen de aangever en de verdachten, wat essentieel is voor de kwalificatie van 'Findom' (financial domination). In plaats daarvan was er sprake van afdreiging, waarbij de aangever onder druk werd gezet om geld te betalen. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever en de verdachten zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat de verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan afdreiging. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de impact van de daden op de aangever, die door de bedreigingen angst en stress heeft ervaren.

De rechtbank heeft de verdachte medeplichtigheid aan afdreiging bewezen verklaard en een taakstraf van 60 uur opgelegd. Daarnaast is er een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, die materiële schade heeft geleden als gevolg van de daden van de verdachten. De rechtbank heeft de vordering tot smartengeld afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-041918-22
Datum uitspraak : 8 juli 2024
Tegenspraak (art. 279 Sv)
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1997 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] ,
raadsman: mr. A.H. Staring, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] in of omstreeks de periode van 2 september 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad, smaadschrift en/of openbaring van een geheim
[slachtoffer] hebben gedwongen tot afgifte van meerdere geldbedragen met een totale waarde van 11.240 euro, althans een of meerdere geldbedragen, die geheel of ten dele aan die [slachtoffer] toebehoorden, door die [slachtoffer] te berichten dat er seksueel getinte filmpjes van die [slachtoffer] zouden worden gedeeld met familieleden en/of bekenden van die [slachtoffer] en/of online zouden worden gezet wanneer hij die geldbedragen niet zou betalen,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 23 september 2020 te Arnhem en/of Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [slachtoffer] te berichten dat hij, [slachtoffer] , een geldbedrag naar hem, verdachte, moest overmaken.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplichtigheid aan afdreiging.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Primair heeft de verdediging daartoe aangevoerd dat geen sprake is van het strafbare feit sextortion, maar van handelingen die onder financiële dominantie (hierna: Findom) vallen. Subsidiair heeft de verdediging aangevoerd dat het voor een veroordeling vereiste dubbele opzet niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Findom of sextortion?
De rechtbank ziet zich in de onderhavige zaak voor de vraag gesteld of tussen aangever en verdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] sprake was van een relatie die is ingegeven door Findom of dat sprake was van afdreiging van aangever in de vorm van ‘sextortion’.
Bij Findom gaat het er om dat (veelal) mannen geld betalen aan vrouwen (die ‘godin’ of ‘goddess’ worden genoemd) waarbij de mannen zich vrijwillig als onderdanige (‘sub’ of ‘paypig’ genoemd) financieel door de dominante vrouw laten overheersen en als tegenprestatie door die vrouw vernederd worden, waarbij een en ander via een digitaal platform verloopt. Vooropgesteld moet worden dat bij Findom wederzijds respect voorop staat, er is een basis van commitment of consent en beiden kunnen er op elk moment mee stoppen.
Bij afdreiging of chantage, zoals in de vorm van sextortion, is geen sprake van overeenstemming: de ene partij dreigt zeer gevoelige naaktfilmpjes of foto’s met een seksuele content van de ander openbaar te maken, tenzij die ander doet wat die ene partij verlangt, zoals tegen diens wil (veel) geld betalen.
Volgens verdachte was sprake van Findom, volgens aangever was sprake van sextortion.
De bewijsmiddelen
Aangever [slachtoffer] heeft een verstandelijke beperking en autisme. Hij heeft verklaard dat hij in augustus 2020 een op seks gebaseerd twitter account heeft aangemaakt omdat hij sadomasochistische (hierna SM) gevoelens begon te krijgen. Hij was op zoek naar soft SM en is via twitter met ‘ [naam 1] ’ en ‘ [naam 2] ’ in contact gekomen. Aangever heeft verklaard dat hij tijdens het eerste contact met [naam 1] ( [telefoonnummer 1] ) afspraken heeft gemaakt over betaling voor haar diensten, hij moest € 20,- betalen voor een uur chatten. Zij zouden chatten over spanning, waarbij aangever de onderdanige was en [naam 1] de dominante. Hij moest haar aanbidden. Zij hebben geen afspraken gemaakt over dat hij op een andere wijze onder druk zou worden gezet, financieel bijvoorbeeld. Op een gegeven moment wilde zij steeds meer en meer geld. Ze stuurde foto’s van de familie van aangever en van zijn huis. Aangever raakte hierdoor in paniek. Ze stuurde ook bedreigingen naar aangever. Met [naam 2] ( [telefoonnummer 2] ) heeft hij geen afspraken gemaakt, hij ging er vanuit dat het uurtarief hetzelfde was als met [naam 1] . Hij zat ook in een chatgroep met [naam 1] en [naam 2] . Voor een groepsgesprek betaalde hij € 30,- per uur. Hij had contact met [naam 1] en [naam 2] via chat en foto’s. Hij kreeg van hun opdrachten dat hij op zijn knieën moest gaan zitten en dan buigen als hij zichzelf bevredigde. Hij moest daarbij zeggen dat hij de dames aanbad. Hij betaalde steeds via een tikkie en heeft twee filmpjes gestuurd naar [naam 1] en [naam 2] . Op de filmpjes is hij duidelijk herkenbaar in beeld. Hij is naakt en in een filmpje is zijn geslachtsdeel vaag te zien.
Aangever heeft verklaard dat op 2 september 2020 de toon van de berichten begon te veranderen. Hij zou met [naam 2] fysiek afspreken en zij kwam niet opdagen. Toen heeft aangever van [naam 2] een bericht ontvangen waarin zij dreigde over zijn filmpjes te vertellen tegen zijn ouders en een filmpje online te zetten als hij niet direct € 75,00 zou betalen. Zij wilde steeds meer geld en stond erop dat aangever alle chatverkeer verwijderde en wilde daar ook printscreens van zien als bewijs. Toen stuurde [naam 1] een bericht naar aangever dat als hij [naam 2] kon betalen, hij [naam 1] ook geld kon betalen. Aangever voelde zich onder druk gezet door de bedreigingen en heeft betaald. Aangever heeft in totaal meer dan € 10.000,00 overgemaakt in opdracht van [naam 1] en [naam 2] . Op 23 september 2020 ontving aangever een WhatsApp-bericht van de vriend van [naam 2] en heeft hij nog eens € 150,00 overgemaakt. Aangever heeft verklaard dat er geen afspraken zijn gemaakt over het stoppen van de dominantie. Er was geen bepaald woord afgesproken om duidelijk te maken dat het genoeg was. Hij heeft in de gesprekken wel meerdere malen aangegeven dat het betalen van de grote bedragen niet was wat hij wilde en dat hij wilde stoppen. [2]
Medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben verklaard dat zij via twitter in contact zijn gekomen met aangever. [3] De rechtbank leidt uit het onderstaande af dat verdachte [medeverdachte 2] zich voordeed als [naam 1] en verdachte [medeverdachte 1] zich voordeed als [naam 2] .
Op 2 september 2020 heeft het volgende appcontact plaatsgevonden tussen ‘ [naam 2] ’ en aangever:
[naam 2] = [naam 2]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[naam 2] : ‘
Luister goed [slachtoffer] . Ik weet wie jij bent ik weet wie je ouders zijn ik weet zelfs waar je werkt. Jij gaat mij nu €75 betalen. Doe je dat niet ga ik over een uur je ouders berichten met alle filmpjes die ik heb van jou en hun vertellen wat jij allemaal doet! Mij blokkeren of iets anders doen heeft geen zin want dan gaat er alsnog een filmpje van jou online’[slachtoffer] : ‘
ja [naam 2]’ en ‘
ik ga het gelijk overmaken en dan hoor je nooit mee wat van me
[naam 2] : ‘
Stuur printscreen als jij betaald hebt.
[slachtoffer] stuurt een printscreen dat het betalen van het tikkie is gelukt.
[naam 2] : ‘
Ik ben niet te vreden
[naam 2] : ‘
Betaal nog een keer €50 en dan laat ik je met rust
[slachtoffer] : ‘
blokt u mij dn ook
[naam 2] : ‘
Ja’ en ‘
stuur weer printscreen als je betaald hebt
[slachtoffer] stuurt weer een printscreen dat het betalen van het tikkie is gelukt.
[naam 2] : ‘
Stuur printscreen van je bank saldo
[slachtoffer] : ‘
verwijderd u men filmpjes ook
[naam 2] : ‘
Stuur foto van je bank saldo’ en ‘
Schiet op
[naam 2] stuurt vervolgens twee video’s waarop het hoofd van aangever zichtbaar is.
[slachtoffer] : ‘
brn gezig
[slachtoffer] stuurt de gevraagde printscreens
[slachtoffer] : ‘
alles verwijderd’ en ‘
heb nu nog 40 cent
(…)
[naam 2] : ‘
Ik wil nu een foto van je hele bank account
[naam 2] : ‘
Zodat ik zie dat je geen spaar rekening hebt
[naam 2] : ‘
Wil het nu
[naam 2] : ‘
regel het
(…)
[naam 2] : ‘
Ik zie dat je net snel € 1000 ergens naar hebt overgemaakt
[naam 2] : ‘
Ik ben niet dom
[naam 2] stuurt een screenshot waarop een profielfoto met de naam ‘ [naam 3] ’ te zien is en in de tekstbalk de tekst ‘Dag mevrouw’. Vervolgens vraagt [naam 2] een [slachtoffer] :
[naam 2] : ‘
Of moet ik op enter drukken
[slachtoffer] : ‘
nee’ en ‘
u heeft het toch
[naam 2] : ‘
Je hebt snel € 100 over gemaakt haha
[naam 2] : ‘
€ 750 ga je nu sturen
[naam 2] : ‘
Daarna is het klaar
[slachtoffer] : ‘
is het dan echt helemaal klaar
[naam 2] : ‘
Ja
(…)
[slachtoffer] stuurt een printscreen dat de betaling is gelukt.
[slachtoffer] : ‘
nu zijn we klaar toch
[naam 2] : ‘
Aangezien je 2 keer hebt geprobeerd mij te belazeren
[naam 2] : ‘
En geprobeerd hebt te doen alsof je geen geld hebt
[naam 2] : ‘
Doe je dit nu nog een keer € 750 en daarna zijn we klaar blok ik je gelijk
[naam 2] : ‘
Moest je maar niet 2x proberen mij te flashen’
[naam 2] : ‘
Mag je dit nu ook 2x doen
[naam 2] : ‘
Dus laatste x € 750
[naam 2] : ‘
Daarna is het klaar je hebt 5 minuten
[slachtoffer] stuurt een printscreen dat de betaling is gelukt.
[naam 2] : ‘
Nog een laatste keer € 500
[naam 2] : ‘
Daarna stuur ik je printscreen van hoe ik alles verwijder
[slachtoffer] : ‘
u had beloofd te stoppen
[naam 2] : ‘
Tja’ en ‘
Dan maar berichtje opstellen
[slachtoffer] : ‘
pleasee’ en ‘
nee’ en ‘
ik betaal dan klaar oke
[naam 2] : ‘
Oke
[slachtoffer] : ‘
beloofd u dat
[naam 2] : ‘
Ja’ en ‘
Doe maar €750 ipv €500
[slachtoffer] : ‘
wat gaat u kopen allemaal
[naam 2] : ‘
Boeit jou dat wat’ en ‘
Vind je dit leuk
[slachtoffer] : ‘
nee
[naam 2] : ‘
nou dan
(…)
[slachtoffer] : ‘
laat u mij gaan’ en ‘
mag ik u blokken’ en ‘
[naam 2] ?
[naam 2] : ‘
Als er wat gebeurt met de bank geef je aan dat je dit als cadeau naar mij hebt gestuurd
(…)
[slachtoffer] : ‘
maar mag ik u nu blokken?’ en ‘
ik wil hiermee stoppen eigenlijk [4]
Op 2 september 2020 stuurde [medeverdachte 2] met [telefoonnummer 1] aan [medeverdachte 3] met het telefoonnummer [telefoonnummer 3] : ‘
Yo bid voor me ik lul diezelfde papi nu met [naam 1] account. Hij zegt hij is om 02:00 uur thuis. K begin met 300 euro hoop nog 3x daarna hahaha’ [5]
Op 3 september 2020 heeft het volgende appcontact plaatsgevonden tussen [telefoonnummer 1] (de telefoon van [medeverdachte 2] ) [6] en aangever:
[medeverdachte 2] = [medeverdachte 2]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[medeverdachte 2] : ‘
Bij mij moet je altijd een boete betalen als je je afspraken niet na komt en accuut ineens stopt
: ‘
hoeveel?
[medeverdachte 2] : ‘
Wat heb je er voor over dat ik alles van je verwijder en je met rust laat’
: ‘
xullen we 100 doen?’
[medeverdachte 2] : ‘
Nee’
: ‘
hoeveel dan’
[medeverdachte 2] stuurt een tikkie van € 300,00
(…)
: ‘
300 en dan is het toch klaar?’
[medeverdachte 2] : ‘
ja’
: ‘
oke duidelijk’en ‘
blokt u mij dan ook’
(…)
[medeverdachte 2] stuurt een printscreen van een album waarop een foto van aangever te zien is.
[medeverdachte 2] : ‘
Wil je dat ik dit verwijder’en ‘
Heb een heel album van jou’
: ‘
ja’en ‘
graag’
(…)
[medeverdachte 2] : ‘
Heb nog niks’
: ‘
ik heb het echt betaald’en ‘
het is van men rekening af [naam 1] ’
[medeverdachte 2] : ‘
hahaha heb t nog niet verwijderd’
: ‘
ik wil dit echt zo snel mogelijk afronden’
[medeverdachte 2] : ‘
Betaal nog een keer dan’
[medeverdachte 2] : ‘
Dan ronden we het af’
: ‘
ik heb u al 600 gegevem’
[medeverdachte 2] : ‘
Prima dan verwijder ik de filmpjes niet en zie je ze vanzelf online komen’
: ‘
nee ik betaal’
(…)
[medeverdachte 2] : ‘
Ga het zo op facebook zetten hoor
(…)
[medeverdachte 2] : ‘
Doe dan is €400 ipv €300 dan zie ik een ander bedrag en weet ik dat je niet nep doet daarna is het echt klaar hoor’
(…)
stuurt een screenshot dat de betaling is gelukt.
[medeverdachte 2] : ‘
[naam 4] wil ook nog een keer €400 dus doe nog maar een keer’
[medeverdachte 2] : ‘
Je hebt er blijkbaar veel voor over’
[medeverdachte 2] : ‘
Hahahaahahah’
: ‘
je had het beloofd’en ‘
dat het klaar zou zijn’
[medeverdachte 2] : ‘
Jij had ook beloofd mijn slaaf te zijn’
stuurt een screenshot dat de betaling is gelukt.
[medeverdachte 2] : ‘
Nog een aller aller aller laatste keer jij mag kiezen €300 of €400 je kan een vd tikkies pakken’
(…)
: ‘
wrm nog een keer’
[medeverdachte 2] : ‘
Daarom’en ‘
Anders start ik nu facebook op’
: ‘
nee ik betaal’
stuurt een screenshot dat de betaling is gelukt.
[medeverdachte 2] : ‘
Zullen we nog een keer doen’en ‘’ en ‘
Dit is echt de laatste keer hoor’
(…)
: ‘
nee pleasee je had het beloofd ik kan echt janken nu pleasee heb medelijden :’(‘
[medeverdachte 2] : ‘
Nee’
: ‘
Ik smeek het je echt’
[medeverdachte 2] : ‘
Betaal’en ‘
Laatste keer’
: ‘
dit is dan echt aller aller aller laatste en daarna mag ik u gelijk blokken?’ [7]
Op 17 september 2020 heeft het volgende appcontact plaatsgevonden tussen een nummer dat geregistreerd staat op naam van [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 5] ) [8] en aangever:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[medeverdachte 1] : ‘
Ey mij niet blokken!!!! Heb rare filmpjes van jou ben de vriend van [naam 2] wij moeten even praten ben jij met haar vreemd gegaan ofzo ik wou met je oplossen maar je blockt mij en komt stiekem over ben boos en omdat het dus niet vriendelijk kan of je betaald me 2x 500 of ja ik weet wie jij bent en waar je voetbalt of zal k je iedereen je filmpjes laten zien door jou heb ik niks meer te verliezen. Want het is uit met [naam 2] . Beter handel je het snel af want als ik jou vind..
[medeverdachte 1] stuurt een tikkie van € 500,00 en foto’s waarop aangever te zien is met zijn zus en bij welke voetbalclub hij speelt.
[slachtoffer] : ‘
ik ben nu aan het werk heb avond ploeg’
[slachtoffer] : ‘
maar wat heb ik jou misdaan?
[slachtoffer] : ‘
nee heb niks gedaan geloof me ik heb haar nog nooit gezien’
[medeverdachte 1] : ‘
Niet liegen’
[medeverdachte 1] : ‘
Ik heb gesprekken gelezen’
[medeverdachte 1] : ‘
En je filmpjes gezien’
(…)
[medeverdachte 1] : ‘
Maakt me niet uit je stuurt shit naar haar en je moet blij zijn dat ik je op deze manier wil laten gaan’
[medeverdachte 1] : ‘
Regel die betalingen en dan wil ik nooit meer wat van je zien!!!!!’
(…)
[slachtoffer] : ‘
je krijgt het om voor half 2 beloofd’
[medeverdachte 1]
: ‘half 2..ik hoor je’
[slachtoffer] : ‘
maar dan hoor ik nooit meer wat van iemand toch?’
(…)
[medeverdachte 1] : ‘
Ja en doe nog x voor het fucking lange wachten want ik ben me vrouw kwijt en dat vergeef ik je nooit’
[slachtoffer] : ‘
daarna is het klaar?’
(…)
[medeverdachte 1] : ‘
Als je nog 2x overmaakt wel ja’
[slachtoffer] : ‘
Hij geeft een fout melding ik kan der echt niks aan doen ik wil ook dat dit klaar is geloof me :’( :’(‘
(…)
[medeverdachte 1] : ‘
Ik laat je er nog zo van af komen’
[medeverdachte 1] : ‘
Maar andere pompe je helemaal in elkaar dat wil je niet’ [9]
Op 23 september 2020 heeft het volgende appcontact plaatsgevonden tussen een telefoonnummer dat geregistreerd staat op naam van verdachte ( [telefoonnummer 6] ) [10] en aangever:
[verdachte] = [verdachte]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[verdachte] : ‘
Yo, met de vriend van [naam 2] Ik zou je met rust laten maar ik heb helemaal geen woning meer als ik voor 500 euro heb kan ik een kamer huren en word weer boos op je hiervoor. Dus wil ik dat je nog lx 500 stuurt en dan ben je van me af!! Regel het’
(…)
[slachtoffer] : ‘
ik heb dat geld ook niet meet’en ‘
hoelosen we dit op?’
[verdachte] : ‘
Wat heb je nu?’
[slachtoffer] : ‘
150’en ‘
men hele spaargeld is al al echt op nu eerlijk waar’
[slachtoffer] stuurt een screenshot dat de betaling is gelukt. [11]
In een WhatsApp gesprek tussen [medeverdachte 1] en verdachte is te zien dat [medeverdachte 1] meerdere foto’s van aangever heeft gestuurd, evenals de seksueel getinte filmpjes, waar aangever op te zien is. [12]
In de periode van 28 augustus 2020 tot en met 27 oktober 2020 is er op de verschillende bankrekeningnummers op naam van [medeverdachte 1] in totaal een bedrag van
€ 9.380,00 ontvangen van het bankrekeningnummer waarvan aangever de rekeninghouder is. [13]
Op 2 september 2020 is er op de bankrekening op naam van [medeverdachte 3] in totaal een bedrag van € 1.710,00 ontvangen van het bankrekeningnummer waarvan aangever de rekeninghouder is. [14]
Op 23 september 2020 is er op de bankrekening op naam van verdachte een bedrag van
€ 150,00 ontvangen van het bankrekeningnummer waarvan aangever de rekeninghouder is. [15]
[medeverdachte 1] heeft verklaard dat zij een relatie had met verdachte en dat hij wist waar zij mee bezig was samen met [medeverdachte 2] . Zij heeft verklaard dat verdachte uit eigen wil zelf appjes heeft gestuurd naar aangever. [16]
Afdreiging
Op basis van al het voorgaande concludeert de rechtbank dat tussen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] en aangever geen afspraken zijn gemaakt waaruit kan worden opgemaakt, dat aangever zich financieel wilde laten domineren en zich door verdachten wilde laten vernederen. Niet is gebleken dat sprake was van consent tussen partijen. Aangever heeft daarnaast verklaard dat er geen afspraken zijn gemaakt over het stoppen van de Findom.
Uit het berichtenverkeer tussen medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] met aangever vanaf 2 september 2020 blijkt dat het contact vooral ziet op het betalen van tikkies door aangever en niet (meer) op het vernederen van aangever, zoals bij Findom gebruikelijk is. Daarnaast worden de bedragen steeds hoger. Aangever geeft in de appgesprekken meerdere keren aan dat hij wil dat het stopt, dat zijn geld op is en dat hij het niet meer leuk vindt, waarop de medeverdachten blijven dreigen dat aangever meer geld moet overmaken omdat zij anders filmpjes van hem openbaar zullen maken. Ook ontvangt aangever op 17 september 2020 een dreigement uit naam van de vriend van [naam 2] (verstuurd met een telefoonnummer geregistreerd op naam van [medeverdachte 1] ) waardoor bij aangever de angst kon ontstaan dat de filmpjes bij meerdere mensen terecht waren gekomen. Omdat aangever bang was dat de filmpjes van hem zouden worden verspreid, heeft hij de tikkies betaald. Welke vrees naar het oordeel van de rechtbank overigens niet geheel onwerkelijk is gelet op het feit dat de filmpjes van aangever door [medeverdachte 1] ook naar [verdachte] zijn gestuurd. Daarnaast waren er geen afspraken gemaakt tussen aangever en de medeverdachten over het al dan niet verspreiden van deze filmpjes, waardoor aangever niet kon weten of verdachten deze bedreiging ook daadwerkelijk zouden uitvoeren.
Gelet op het vorenstaande hebben medeverdachten [medeverdachte 2] (parketnummer 05-041917-22) en [medeverdachte 1] (parketnummer 05-041916-22) zich – naar het oordeel van de rechtbank – in de periode van 2 september 2020 tot en met 27 oktober 2020 samen schuldig gemaakt aan afdreiging en zij zijn bij vonnissen van heden daarvoor ook veroordeeld tot onvoorwaardelijke taakstraffen van 200 uren.
Medeplichtigheid
[verdachte] wordt medeplichtigheid aan afdreiging van aangever door medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] verweten.
De rechtbank stelt voorop dat voor de bewezenverklaring van medeplichtigheid aan een misdrijf is vereist, dat niet alleen wordt bewezen dat het opzet van de verdachte was gericht op zijn handelingen als medeplichtige als bedoeld in art. 48, aanhef en onder 1° of 2º Sr, maar ook dat zijn opzet, al dan niet in voorwaardelijke vorm, was gericht op het door de dader gepleegde misdrijf (het gronddelict). Bij de bewezenverklaring en kwalificatie van de medeplichtigheid moet worden uitgegaan van de door de dader verrichte handelingen, ook als het opzet van de medeplichtige slechts was gericht op een deel daarvan. Het opzet van de medeplichtige behoeft niet te zijn gericht op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan. Onder die precieze wijze waarop het gronddelict wordt begaan, is ook begrepen of het gronddelict al dan niet in deelneming wordt begaan; op die deelnemingsvorm behoeft het opzet van de medeplichtige dus niet te zijn gericht.
Aan de hand van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden vast.
[verdachte] heeft met zijn telefoon een bericht naar aangever gestuurd waarin hij zich voordoet als de vriend van [naam 2] en om geld vraagt voor het huren van een kamer. Direct daarna stuurt hij een tikkie naar aangever. Vervolgens appt hij met aangever over de hoogte van het bedrag en hoeveel aangever aan hem moet overmaken. Verdachte had een relatie met [medeverdachte 1] en hij wist waar zij mee bezig was. Ook heeft hij van [medeverdachte 1] gevoelige naaktfilmpjes ontvangen waarop aangever te zien is. Uit de tekst van het bericht dat verdachte op 23 september 2020 naar aangever heeft gestuurd leidt de rechtbank tevens af dat verdachte reeds eerder berichten naar aangever heeft verzonden (‘…
ik zou je met rust laten…’ dan wel hiervan kennis had). Uit de bankafschriften van aangever en verdachte is daarnaast gebleken dat aangever ook daadwerkelijk € 150,00 naar verdachte heeft overgemaakt. Verdachte heeft vervolgens geld overgemaakt naar [medeverdachte 1] .
Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat de verdachte, door het eigenhandig versturen van berichten en betalingsverzoeken aan aangever, zowel opzet heeft gehad op het behulpzaam zijn en het verschaffen van gelegenheid bij/voor de afdreiging als opzet op de afdreiging.
De rechtbank komt daarmee tot een bewezenverklaring van het ten laste gelegde.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
[medeverdachte 1] en
/of[medeverdachte 2] in
of omstreeksde periode van 2 september 2020 tot en met 27 oktober 2020 te Arnhem, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
althans alleen,met het oogmerk om zich en
/ofeen ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met
smaad,smaadschrift en
/ofopenbaring van een geheim
[slachtoffer] hebben gedwongen tot afgifte van meerdere geldbedragen
met een totale waarde van 11.240 euro, althans een of meerdere geldbedragen, die geheel of ten dele aan die [slachtoffer] toebehoorden, door die [slachtoffer] te berichten dat er seksueel getinte filmpjes van die [slachtoffer] zouden worden gedeeld met familieleden en
/ofbekenden van die [slachtoffer] en
/ofonline zouden worden gezet wanneer hij die geldbedragen niet zou betalen,
bij en
/oftot het plegen van welk misdrijf verdachte op
of omstreeks23 september 2020 te Arnhem en/of Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en
/ofopzettelijk gelegenheid
, middelen en/of inlichtingenheeft verschaft, door die [slachtoffer] te berichten dat hij, [slachtoffer] , een geldbedrag naar hem, verdachte, moest overmaken.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
medeplichtigheid aan afdreiging

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 90 uren subsidiair 45 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat bij de strafoplegging rekening moet worden gehouden met schending van de redelijke termijn, het positieve reclasseringsrapport en het feit dat verdachte geen relevant strafblad heeft. De raadsman verzoekt bij een strafoplegging een geheel voorwaardelijke straf op te leggen.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Wat begon als online soft SM-contacten tussen aangever [slachtoffer] en medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , is ontaard in chantage door hen in de vorm van sextortion. Tijdens de SM-contacten heeft aangever seksuele handelingen van zichzelf moeten filmen. [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben die filmpjes bewaard. Door te dreigen die naaktfilmpjes van [slachtoffer] online te zetten of aan zijn ouders en werk te sturen, hebben zij aangever veel geld afhandig gemaakt.
Verdachte heeft daaraan bijgedragen door op 23 september 2020 berichten met een dreigende toon te sturen naar aangever en hem uiteindelijk geld te laten betalen, enkel en alleen om aangever geld afhandig te maken en er zelf financieel beter van te worden. Dit alles heeft bij aangever grote gevoelens van onveiligheid, angst en stress veroorzaakt. Dat dit tot op de dag van vandaag voortduurt en ook een grote impact heeft gehad op het hele gezin [slachtoffer] , blijkt wel uit de brief die als bijlage bij het verzoek tot schadevergoeding is gevoegd.
Uit het strafblad van verdachte van 27 mei 2024 blijkt dat hij niet eerder voor soortgelijke feiten is veroordeeld.
Uit het reclasseringsrapport van 22 december 2023 blijkt dat het recidiverisico als laag wordt ingeschat. De reclassering ziet op dit moment geen noodzaak voor het indiceren van een reclasseringstraject. De risico’s zijn beperkt en verdachte is zelf in staat om zich hier bewust van te zijn in zijn toekomstige relaties.
De rechtbank is van oordeel dat een taakstraf voor de duur van 60 uren passend en geboden is. Daarbij heeft de rechtbank rekening gehouden met de beperkte rol van verdachte ten opzichte van medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] , de ouderdom van de zaak en het tijdsverloop.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met het feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 11.000,00 aan materiële schade en € 9.000,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen tot een bedrag van € 150,00, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voorts heeft de officier van justitie verzocht dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken.
Voor het overige deel aan materiële schade en smartengeld heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, gelet op de bepleitte vrijspraak. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de benadeelde partij voor wat betreft het smartengeld niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren, nu dit deel onvoldoende is onderbouwd. Het materiële bedrag kan tot € 150,00 worden toegewezen.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De schadeposten zijn voldoende onderbouwd en komen redelijk voor, met dien verstande dat de rechtbank er bij het bepalen van de hoogte van het bedrag rekening mee houdt dat verdachte slechts één keer € 150,00 heeft ontvangen van aangever.
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft het door benadeelde in opdracht van verdachte betaalde bedrag tot een hoogte van € 150,00 kan worden toegewezen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Smartengeld
De schadepost is onvoldoende onderbouwd. De rechtbank kan zich voorstellen dat het feit een grote impact op de benadeelde partij heeft gehad, maar voor het toekennen van smartengeld is nadere onderbouwing nodig. Daarom zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in dit deel van de vordering verklaren. De benadeelde partij kan (dit deel van) de vordering nog aan de burgerlijke rechter voorleggen.
Verdachte is vanaf 23 september 2020 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet geen aanleiding dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 36f, 48, 318 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een
taakstraf van 60 (zestig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 30 (dertig) dagen;

De vordering van de benadeelde partij

  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 150,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade en smartengeld;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 150,00 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 23 september 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 3 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M. Stratenus (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. R.M.H. Pennings, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 juli 2024.
mr. H.M. Stratenus is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, dienst bedrijfsvoering, flexibele dienst oost, team Cybercrime, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021385126, gesloten op 16 februari 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte, p . 16-19, proces-verbaal getuigenverhoor van 11 augustus 2022.
3.Proces-verbaal getuigenverhoor [medeverdachte 2] van 10 augustus 2022; proces-verbaal van getuigenverhoor [medeverdachte 1] van 11 augustus 2022.
4.Screenshots WhatsApp, p . 168-190.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p . 249-258.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p . 91.
7.Screenshots van WhatsApp, p . 136-151.
8.Centraal Informatiepunt Onderzoek Telecommunicatie, p . 194.
9.Screenshots van WhatsApp, p . 115-129.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p . 93.
11.Screenshots WhatsApp, p . 131-134.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p . 93-95.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p . 106 (met bijlagen, p . 107-111), overzicht rekeninghouder(s) natuurlijk persoon, p . 205, 208, 212 en 216, rekeningoverzicht, p . 227, p . 230, p . 232-244, p . 246-247.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p . 106 (met bijlagen, p . 107), overzicht rekeninghouder(s) natuurlijke persoon, p . 198, rekeningoverzicht, p . 222.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p . 106 (met bijlagen, p . 110), overzicht rekeninghouder(s) natuurlijke persoon, p . 220, rekeningoverzicht, p . 224.
16.Proces-verbaal van getuigenverhoor [medeverdachte 1] van 11 augustus 2022.