ECLI:NL:RBGEL:2024:424

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
30 januari 2024
Zaaknummer
C/05/430313 KG RK 24-35
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking tegen de wrakingskamer na eindbeslissing, niet-ontvankelijkheid van het verzoek

Op 25 januari 2024 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan op het wrakingsverzoek van een verzoeker, wonende te Den Haag. Het verzoek tot wraking was gericht tegen de rechters mr. D.S.M. Bak, mr. T.C. Henniphof en mr. R.M.H. Pennings, die als leden van de wrakingskamer op 29 december 2023 een eerder wrakingsverzoek van de verzoeker hadden afgewezen. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 8 januari 2024, na de ontvangst van de beslissing van de rechters over het eerdere verzoek.

De wrakingskamer oordeelde dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen de rechter die een zaak in behandeling heeft. Aangezien de rechters in hun hoedanigheid van leden van de wrakingskamer het verzoek al hadden afgewezen, was het niet mogelijk om hen opnieuw te wraken. De wet biedt geen mogelijkheid voor wraking na een einduitspraak in de zaak van de verzoeker, en daarom werd het verzoek tot wraking niet-ontvankelijk verklaard. De wrakingskamer concludeerde dat er geen reden was om het verzoek mondeling te behandelen, omdat het recht op een mondelinge behandeling enkel bedoeld is voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, wat in dit geval niet aan de orde was.

De beslissing van de wrakingskamer is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier en openbaar uitgesproken op 25 januari 2024.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Wrakingskamer
zaaknummer: C/05/430313 KG RK 24-35
Beslissing van 25 januari 2024
van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoeker],
wonende te Den Haag
hierna te noemen: verzoeker,
strekkende tot de wraking van
mr. D.S.M. Bak, mr. T.C. Henniphof en mr. R.M.H. Pennings,
rechters in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechters.

1.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit het schriftelijke wrakingsverzoek van 8 januari 2024.

2.Het wrakingsverzoek

Het verzoek strekt tot wraking van de rechters als leden van de wrakingskamer in de zaak met nummer C/05/428562 / KG RK 23-917.

3.De beoordeling

3.1.
De wrakingskamer stelt voorop dat een wrakingsverzoek alleen gericht kan worden tegen de rechter bij wie een zaak in behandeling is. In dit geval hebben de rechters in hun hoedanigheid van leden van de wrakingskamer het wrakingsverzoek van verzoeker afgewezen op 29 december 2023. Het hiertegen gerichte verzoek tot wraking van verzoeker is ingediend op 8 januari 2024 naar aanleiding van de ontvangst van de beslissing van de rechters. Het wrakingsverzoek is gedaan nadat de rechters in die zaak hun eindbeslissing over het aan hen voorgelegde wrakingsverzoek hebben gegeven. De wet voorziet niet in de mogelijkheid van wraking nadat einduitspraak is gedaan in de zaak van verzoeker. Dit geldt ook voor het wraken van de wrakingskamer nadat op het wrakingsverzoek is beslist. Gelet daarop kan verzoeker niet in het wrakingsverzoek worden ontvangen, nu de rechters het wrakingsverzoek van verzoeker niet meer in behandeling hebben.
3.2
Er is dan ook geen reden om het wrakingsverzoek mondeling te behandelen. Het in de wet opgenomen recht op een mondelinge behandeling is door de wetgever bedoeld voor het debat over de gegrondheid van het verzoek, maar aan dat debat wordt niet toegekomen.

4.De beslissing

De wrakingskamer van de rechtbank verklaart verzoeker (kennelijk) niet-ontvankelijk in het verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven door de mrs. A.S.W. Kroon, A.F. Germs-de Goede en E.J. Davids in tegenwoordigheid van de griffier [grffier] en in openbaar uitgesproken op 25 januari 2024 .
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.