ECLI:NL:RBGEL:2024:4205

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
05.332001.22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.A. van Leeuwen
  • T.P.E.E. van Groeningen
  • A. Bonder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van zeven mannen voor betrokkenheid bij drugslabs en witwassen

Op 4 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen zeven mannen, variërend in leeftijd van 37 tot 59 jaar, die betrokken waren bij een drugsorganisatie die actief was in Nederland en België. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot gevangenisstraffen van maximaal acht jaar voor hun rol in de productie en distributie van synthetische drugs, waaronder MDMA en metamfetamine. Een van de verdachten, een 35-jarige man uit Doetinchem, kreeg een deels voorwaardelijke celstraf, taakstraf en een geldboete voor het handelen in synthetische drugs en het in bewaring nemen van drugs voor een ander. De rechtbank oordeelde dat de verdachten op verschillende locaties drugslabs hadden opgezet en dat er aanzienlijke hoeveelheden drugs waren aangetroffen, evenals grote geldbedragen die vermoedelijk afkomstig waren uit de drugshandel. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de verdachten gebruik maakten van versleutelde communicatie om hun activiteiten te coördineren en om de politie te ontlopen. De rechtbank heeft de straffen opgelegd met inachtneming van de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van de drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/332001-22
Datum uitspraak : 4 juli 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1981 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] ( [postcode] ) in [woonplaats 1] .
Raadsman: mr. M. A . Prins, advocaat in 's-Hertogenbosch.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging en een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2020 tot 3 februari 2023, althans op één of meer verschillende tijdstippen in de periode van 1 februari 2022 tot en met 3 februari 2023, in de gemeente [plaats 3] en/of elders in Nederland en/of in België (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd
en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of binnen of buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht, dan wel aanwezig heeft/hebben gehad
(een) (aanzienlijke) hoeveelhe(i)d(en) MDMA en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of cocaïne
althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of cocaïne zijnde MDMA en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of cocaïne (telkens) een middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2.
hij op of omstreeks 3 februari 2023 in de gemeente [plaats 3] (o. a . in perceel [adres 2] ) en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad,
- 67 pillen, bevattende MDMA en/of
- 295,90 gram MDMA
althans een) (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
3.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2019 tot en met 3 februari 2023 , in de gemeente [plaats 3] en/of elders in Nederland van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers hebben/heeft hij , verdachte, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen , althans alleen (telkens) (van) (een) geldbedrag(en), waaronder:
- Een geldbedrag van (ongeveer) € 109.440,= (periode september 2020 t /m januari 2023) en/of
- Een geldbedrag van (ongeveer) € 191.828,= (periode april 2019 t /m november 2020) en/of
- Een geldbedrag van (ongeveer) € 65.375,= ( 3 februari 2023) en/of
- Een geldbedrag van (ongeveer) 1.300,= en/of een geldbedrag van (ongeveer) € 1.580,= (3 februari 2023), althans (van) een of meer (grote) geldbedrag(en) en/of (van) een of meer andere voorwerp(en)
(sub a )
(telkens) de werkelijke aard en/of herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of (telkens) verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op dat/die geldbedrag(en) was en/of (telkens) verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden had en/of
(sub b)
(telkens) verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of gebruik gemaakt
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat die/ dat geldbedrag(en) en/of dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren/was uit enig (eigen) misdrijf.
4.
hij in of omstreeks de periode van 3 februari 2023 tot en met 25 september 2023 in de gemeente [plaats 3] en/of ’s-Hertogenbosch , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen een (verkoop) factuur (met factuurnummer [factuurnummer 1] /datum 04-01-2023) , betreffende – zakelijk weergegeven- de verkoop door verdachte tegen contante betaling aan het [bedrijf 1] van 125 verwarmingspanelen en 100 spiegels voor een totaalbedrag van € 65.000,= zijnde een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), valselijk en in strijd met de waarheid genoemde factuur opgemaakt/ laten opmaken, terwijl er in werkelijkheid geen verkoop (tegen contante betaling) van voornoemde goederen door verdachte aan het [bedrijf 1] heeft plaatsgevonden zulks met het oogmerk om dit geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken
en/of
hij op of omstreeks 25 september 2023 in de gemeente [plaats 3] en/of ’s-Hertogenbosch, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen opzettelijk gebruik heeft gemaakt van en/of opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehad een factuur , te weten een (verkoop) factuur (met factuurnummer [factuurnummer 1] /datum 04-01-2023) , zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware het echt en onvervalst, bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat valselijk en in strijd met de waarheid genoemde factuur (onder meer) - zakelijk weergegeven – was vermeld de verkoop door verdachte tegen contante betaling aan het [bedrijf 1] van 125 verwarmingspanelen en 100 spiegels voor een totaalbedrag van € 65.000,= en bestaande dat gebruikmaken en/of afleveren hierin dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), genoemde factuur heeft/hebben verstrekt en/of heeft/hebben doen verstrekken aan de politie (onderzoeksteam Picture) terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat deze factuur bestemd was tot gebruik als ware dit geschrift echt en onvervalst.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1, 2, 3 en 4.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat [verdachte] geheel moet worden vrijgesproken.
Voor bewezenverklaring van feit 1 is, aldus de raadsman, nodig dat bewezen is dat verdachte de gebruiker was van de exclu-accounts [accountnaam 1] en [accountnaam 2] . Dit is niet komen vast te staan: De daarvoor door de politie en officier van justitie genoemde feiten en omstandigheden passen ‘net niet’ of zijn te weinig kenmerkend om verdachte als de gebruiker van de accounts of de bijnaam [accountnaam 1] te kunnen aanwijzen. Over feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat de vriendin van verdachte, [naam 1] , heeft verklaard dat de op de [adres 2] aangetroffen pillen van haar waren. Niet vast staat dat verdachte daarvan wetenschap had. Van de locatie [adres 3] maakten ook medeverdachten gebruik, zodat niet kan worden aangenomen dat verdachte kennis had van de aanwezigheid van wat daar is aangetroffen.
Verdachte (althans zijn bedrijf) heeft, aldus de verdediging, weldegelijk gewerkt voor wat in rekening is gebracht bij en betaald is door [bedrijf 2] Hij heeft een concrete verifieerbare en niet onaannemelijke verklaring gegeven voor de in feit 3 genoemde geldbedragen. Er kan daarnaast niet worden vastgesteld dat verdachte de verkoopfactuur van 4 januari 2023 (feit 4) heeft opgemaakt, terwijl ook niet duidelijk is of hij wist dat deze vals was. Hij moet dus ook worden vrijgesproken van feiten 3 en 4.
Beoordeling door de rechtbank
Voordat de rechtbank zal ingaan op de ten laste gelegde feiten, volgt eerst een aantal algemene overwegingen met betrekking tot hetgeen uit het dossier naar voren komt.
Identificatie accounts
Het openbaar ministerie gaat ervan uit dat er voor het vervaardigen van en de handel in synthetische drugs en de precursoren diverse telefoonnummers en encrypted (-telefoons met bijbehorende) accounts zijn gebruikt en koppelt deze aan een of meerdere verdachten in het onderzoek. De rechtbank zal in deze paragraaf per telefoon(nummer)/account hierop ingaan.
( a )
[medeverdachte 1]
Encrochat ( [accountnaam 3] , hierna: [accountnaam 3] )
 Op 2 april 2020 stuurt [accountnaam 4] naar [accountnaam 3] : ‘Ben je al klaar met bouwen’, ‘Muren al omhoog’. [accountnaam 3] reageert: ‘Nee man’, ‘Ja dah wel’, ‘ [accountnaam 5] is er’. Op 23 april 2020 stuurt [accountnaam 3] naar [accountnaam 6] : ‘Rij vanavond bij je langs (…) want heb voeger hier’. De politie heeft onderzoek gedaan naar de woning van [medeverdachte 1] op het adres [adres 4] te [plaats 3] . Een foto van Google Street View van mei 2018 waarop de achterzijde van de woning zichtbaar is, is vergeleken met een foto afkomstig uit een Funda verkoopadvertentie van 4 december 2021 van de naastgelegen woning [huisnummer 1] . Op die foto is tevens de achtertuin van [huisnummer 2] zichtbaar. Daarop is een uitbouw in de tuin te zien die er in 2018 nog niet stond. [2] Hieruit volgt dat die aanbouw in de tussengelegen periode is gebouwd, wat past bij de inhoud van de door [accountnaam 3] verstuurde berichten en de periode waarin deze zijn verstuurd.
 Op 8 april 2020 voert [accountnaam 3] een gesprek met [accountnaam 4] . [accountnaam 3] noemt ‘ [adres 5] ’. Op 9 april 2020 laat [accountnaam 4] weten dat de chauffeur er is, waarop [accountnaam 3] stuurt dat hij er over twee minuten is. Daarna stuurt [accountnaam 3] een foto. Op die foto is een Coop-filiaal te zien waarvan het uiterlijk volgens de politie -gelet op de buitengevel en de parkeerplaats- overeenkomt met dat van de Coop aan de [adres 5] in [plaats 3] . De reistijd tussen het adres van [medeverdachte 1] en het Coop-filiaal is 3 minuten. [3] Hieruit volgt dat de reistijd van [accountnaam 3] nagenoeg overeenkomt met de reistijd vanaf de woning van [medeverdachte 1] .
 In diverse chatgesprekken (op 7, 8, 9 april en 29 mei 2020) waarbij [accountnaam 3] betrokken is, wordt gesproken over [plaats 3] , ook wel afgekort als ‘ [plaats 3] ’. Ook volgt uit een analyse van de metadata van het account van [accountnaam 3] dat tegencontacten dit contact onder meer hebben opgeslagen onder de namen: ‘Drukker [plaats 3] ’ en ‘ [plaats 3] ’. [4] [medeverdachte 1] woont in [plaats 3] . [5]
 Op 24 april 2020 stuurt [accountnaam 3] aan [accountnaam 6] : ‘Ga niet naar [naam 2] , ‘Vanavond’. De partner van [medeverdachte 1] heet [naam 2] . [6]
 De meest gebruikte zendmastlocaties van het account [accountnaam 3] zijn [adres 6] , [adres 7] en de [adres 8] in [plaats 3] . Deze mastlocaties geven theoretisch dekking aan de [adres 4] in [plaats 3] . Dit betreft het adres waarop [medeverdachte 1] staat ingeschreven. [7]
Exclu: [accountnaam 7] met als opvolger [accountnaam 8]
[accountnaam 7]
 Bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 4] in [plaats 3] is een iPhone 12 aangetroffen in een lade onder de combimagnetron. De telefoon is door de politie onderzocht. ‘Device name’ van dit toestel is ‘ [device naam 1] ’ en het toestel heeft [IMEI-nummer 1] . Ook is op de telefoon een Exclu-account aangetroffen met het [CSN-nummer 1] en de gebruikersnaam ‘ [accountnaam 7] ’. Het telefoonnummer dat in het toestel zit, is [telefoonnummer 1] . Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 1] . [8]
Een Exclu-account was gebonden aan één device en kon niet tegelijkertijd op een ander device worden gebruikt. [9]
Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat de telefoon waarop het Exclu-account [accountnaam 7] staat, is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 1] , waarbij er in de telefoon (gebruikers)gegevens staan die direct verwijzen naar [medeverdachte 1] .
 Op 29 september 2022 laat [accountnaam 9] aan [accountnaam 1] weten ‘Bwen nu bij [accountnaam 7] ’. [accountnaam 9] maakt op dat moment gebruik van het [IP-adres 1] . Dit IP-adres is gekoppeld aan het adres [adres 4] in [plaats 3] . Op dit adres staat [medeverdachte 1] ingeschreven. [10]
 Op 12 oktober 2022 heeft [accountnaam 7] contact met [accountnaam 1] waarbij [accountnaam 7] aangeeft ‘Morgen gaat de boot eruit’, ‘Maar moet coevor’. Uit gegevens van de RDW blijkt dat [medeverdachte 1] een vaartuig op zijn naam heeft staan. [11] De historische verkeersgegevens zijn opgevraagd van het [telefoonnummer 2] . Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 1] . [12] Uit deze gegevens blijkt dat dit telefoonnummer op 13 oktober 2022 (om 12:30, 12:38 en 12:52 uur) gebruik maakt van een mastlocatie aan de [locatie] . [13] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van [telefoonnummer 2] en dat dit telefoonnummer op dezelfde datum als [accountnaam 7] een reisbeweging maakt, die past bij de inhoud van de berichten van [accountnaam 7] .
 Op 15 november 2022 stuurt [accountnaam 7] naar [accountnaam 10] ‘Ik ben dit weekend in Dubai’. Op 17 november 2022 stuurt [accountnaam 7] naar [accountnaam 11] ‘Vandaag Dubai’. Op 18 november 2022 laat [accountnaam 7] aan [accountnaam 10] weten ‘Ben net geland’. Uit de historische verkeersgegevens van het [telefoonnummer 2] (waarvan de rechtbank zojuist heeft vastgesteld dat [medeverdachte 1] daarvan de gebruiker is) blijkt dat dit telefoonnummer op 18, 19 en 20 november 2022 gebruik heeft gemaakt van mastlocaties in Dubai. [14] In de Mercedes-Benz ( [kenteken 1] ), die stond geparkeerd op het plein voor de [adres 4] in [plaats 3] en is geopend met een autosleutel uit die woning, is een boardingpass gevonden op naam van [medeverdachte 1] . Het betrof een vlucht op 17 november 2022 van Düsseldorf naar Dubai. Daarnaast is in de woning aan de [adres 4] in [plaats 3] een paspoort op naam van [medeverdachte 1] gevonden met daarin een in-reis stempel van UAE (United Arab Emirates) van 18 november 2022. [15] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] in Dubai is geweest in de periode dat [accountnaam 7] daarover berichten stuurt.
 Op 17 november 2022 laat [accountnaam 7] aan contact [accountnaam 12] weten ‘Ik ben paar weken offline’ (…) ‘Dins kliniek’. Op het Facebook-account (‘ [naam Facebook-account] ’) van [medeverdachte 1] is op 22 november 2022 om 10:12 uur het bericht geplaatst ‘Een paar weken offline’. In een getapt telefoongesprek d.d. 18 december 2022 ( [telefoonnummer 3] ) geeft [medeverdachte 1] aan dat hij tot 3 januari 2023 in een verslavingskliniek zit. [16]
[accountnaam 8]
 Bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 4] in [plaats 3] is ook een iPhone 13 in beslag genomen. Deze is aangetroffen op een statafel in de woonkamer. De telefoon is door de politie onderzocht. ‘Device name’ van dit toestel is ‘ [device naam 2] ’ en de ‘username’ van deze telefoon is [username] . Op de telefoon is een Exclu-account aangetroffen met het [CSN-nummer 2] en de gebruikersnaam ‘ [accountnaam 8] ’. Het telefoonnummer dat in dit toestel ( [IMEI-nummer 2] ) zit, is [telefoonnummer 3] . [17] Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 1] . [18] De rechtbank heeft hiervoor al vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van dit telefoonnummer. Daarbij stelt de rechtbank nu verder vast dat dit telefoonnummer in hetzelfde toestel zit als het Exclu account [accountnaam 8] , dat dit toestel is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 1] en als ‘device name’ heeft ‘ [device naam 2] ’, de voornaam van [medeverdachte 1] .
 Op 21 november 2022 om 17:28 uur is het account [accountnaam 8] online. [accountnaam 7] vraagt om 18:06 uur aan [accountnaam 9] ‘Hoi wil je mij accepteren [accountnaam 8] ’. Om 18:08 antwoordt [accountnaam 9] met ‘Ja’. Enkele seconden later start [accountnaam 9] een chat met [accountnaam 8] waarin bij een duimpje omhoog stuurt. Op 21 november 2022 om 18:11 uur stuurt [accountnaam 11] aan [accountnaam 7] ‘ [accountnaam 7] ?’. [accountnaam 7] antwoordt met ‘Ja [accountnaam 3] ’. Op 21 november 2022 om 18:51 uur laat [accountnaam 7] aan [accountnaam 13] weten ‘Heb die andere tel bij me vanaf morgen’. Op 21 november 2022 om 18:45 uur vraagt [accountnaam 13] aan [accountnaam 8] ‘Is dit je nieuwe?’. [accountnaam 8] bevestigt dit om 19:02 uur met ‘Yesss’. [19]
Uit de onderlinge verwijzingen tussen/naar de accounts volgt dat dezelfde persoon gebruik maakt van de accounts [accountnaam 8] , [accountnaam 7] en [accountnaam 3] .
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account ‘ [accountnaam 3] ’ en de Exclu-accounts ‘ [accountnaam 7] ’ en ‘ [accountnaam 8] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 1] en anderen.
( b)
[medeverdachte 2]
Encrochat ( [accountnaam 6] , hierna: [accountnaam 6] )
 Uit een analyse van de metadata van het account [accountnaam 6] blijkt dat tegencontacten dit contact hebben opgeslagen als onder meer: ‘ [accountnaam 6] ’ en ‘ [naam 3] ’. [20] De (bij)naam ‘ [naam 3] ’ past bij de voornaam van [medeverdachte 2] .
 De gebruiker van het account [accountnaam 6] maakte gebruik van het wachtwoord ‘ [wachtwoord] ’. [medeverdachte 2] is getrouwd met [naam 4] . Zij heeft twee kinderen, waarvan één kind genaamd [wachtwoord] . [21]
 Op 19 mei 2020 laat [accountnaam 6] aan [accountnaam 14] weten ‘Ik zie je zo wel, ik kom ff naar makro’ (…) ‘Zilveren audi q5’. Op 12 juni 2020 laat [accountnaam 6] aan [accountnaam 15] weten ‘Audi q5 ernaast’. [medeverdachte 2] is op 29 april 2020 als bestuurder van een grijskleurige Audi Q5 ( [kenteken 2] ) gecontroleerd. [22] Het voertuig staat op naam van zijn echtgenote, [naam 4] . [23]
 Op 19 mei 2020 vraagt [accountnaam 6] aan [accountnaam 14] ‘Hoelaat kun je bij de makro zijn?’. [accountnaam 14] vraagt ‘Duiven?’. Op 7 juni 2020 stuurt [accountnaam 6] aan [accountnaam 15] ‘Makro’. [accountnaam 15] reageer ‘Ok’. Op 11 juni 2020 vraagt [accountnaam 6] aan [accountnaam 15] ‘Bro morgen 11 uur makro duiven’. De reistijd van de woning van [medeverdachte 2] ( [adres 9] in [woonplaats 3] ) naar de Makro in Duiven bedraagt volgens Google maps met een motorvoertuig zeven minuten. [24] De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 2] dicht bij de locatie woont waar vaker door [accountnaam 6] wordt afgesproken.
 De meest gebruikte zendmastlocaties van het account [accountnaam 6] ( [adres 10] en [adres 11] ) geven theoretisch dekking aan [adres 9] in [woonplaats 3] . Dit betreft het adres waarop [medeverdachte 2] staat ingeschreven. [25]
 Op 7 april 2020 laat [accountnaam 6] aan [accountnaam 4] weten ‘Ik ben vandaag jouw contact persoon, [accountnaam 3] is onderweg’. Op 8 april 2020 laat [accountnaam 4] aan [accountnaam 6] weten ‘Ik had half tien afspraak met [accountnaam 3] hier in wageningen’, ‘Maar zijn telefoon staat nog uit…’. Op 24 april 2020 laat [accountnaam 16] aan [accountnaam 6] weten ‘Me driver komt later me en me maat zijn deel oppakken’ (…) ‘ [accountnaam 3] weet ervan’. [accountnaam 6] laat weten ‘Het is al geregeld ik breng het zo naar [accountnaam 3] ’. [26]
De rechtbank heeft vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account [accountnaam 6] . Los van het verband tussen de namen [accountnaam 6] en [accountnaam 3] , stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] beiden een bedrijf aan de [adres 12] in [plaats 3] hebben. Het bedrijf [bedrijf 3] staat weliswaar alleen op naam van [medeverdachte 1] [27] , , maar in de telefoon die bij [medeverdachte 2] is aangetroffen tijdens zijn aanhouding, is een afbeelding gevonden met daarop onder andere de tekst: [bedrijf 3] , [medeverdachte 2] , co-owner/manager en een e-mailadres. [28] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werkten dus samen.
Exclu: [accountnaam 9] met als opvolger [accountnaam 17]
[accountnaam 9]
  • Uit een analyse van de metadata blijkt dat het account [accountnaam 9] :
  • op 27 oktober 2022 om 00:03 uur gebruik maakt van het [IP-adres 2] . Dit IP-adres is gekoppeld aan het adres [adres 9] in [woonplaats 3] , het adres waarop [medeverdachte 2] staat ingeschreven
op 2 november 2022 om 01:03 uur gebruik maakt van het IP-adres 217.103.67.166. Dit IP-adres is gekoppeld aan ‘ [accountnaam 18] ’ aan de [adres 12] in [plaats 3] . Dit bedrijf staat op naam van [medeverdachte 2] . [30] De rechtbank stelt vast dat [accountnaam 9] zowel gebruikt maakt van het IP-adres van de woning van [medeverdachte 2] , als de locatie waar het bedrijf van [medeverdachte 2] is gevestigd.
 Op 1 november 2022 stuurt [accountnaam 9] ‘Gmorgen bro, sorry voor de late reactie, druk hier met verhuizen van mijn moeder, maar verder alles goed’. Uit gegevens van de GBA blijkt dat [naam 5] , de moeder van [medeverdachte 2] , haar adres heeft gewijzigd per 22 oktober 2022. [31]
 Op 12 oktober 2022 stuurt [accountnaam 9] : ‘Doe maar 13 uur [plaats 3] ’, ‘adres volgt’ (…) ’12.30 uur [adres 13] bij karwei in [plaats 3] ’. [32]
[accountnaam 17]
 Op 13 januari 2023 laat [accountnaam 9] aan [accountnaam 19] weten ‘ [accountnaam 17] is mijn nieuwe exclu’. [33]
 Op 1 februari 2023 laat [accountnaam 17] aan [accountnaam 20] weten ‘Bro ben tm dinsdag naar Lissabon, dus slecht bereikbaar, vanaf morgenochtend’. [accountnaam 20] vraagt ‘Ok wie moet ik dan bericht stureb als ze willen bestellen’. [accountnaam 17] reageert ‘Kan via [accountnaam 9] , die heb ik bij me’. [34] Uit vluchtgegevens blijkt dat [medeverdachte 2] op 2 februari 2023 naar Portugal is gevlogen (en zou terugvliegen op dinsdag 7 februari 2023). [medeverdachte 2] is op 3 februari 2023 in Portugal aangehouden. [35]
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account ‘ [accountnaam 6] ’ en de Exclu-accounts ‘ [accountnaam 9] ’ en ‘ [accountnaam 17] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 2] en anderen.
( c)
[medeverdachte 3]
Exclu: [accountnaam 21] met als opvolger [accountnaam 19]
 Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres 14] in [plaats 5] zijn twee OPPO telefoons gevonden. Deze telefoons zijn door de politie onderzocht en op beide telefoons is een Exclu-account aangetroffen met [CSN-nummer 3] en de gebruikersnaam ‘ [accountnaam 19] ’. [medeverdachte 3] staat ingeschreven op dit adres. [36]
 Een van de OPPO-telefoons die bij de doorzoeking is aangetroffen (in een keukenlade, [SIN-nummer 1] ) en het hoesje waarin die zat, zijn bemonsterd op humane biologische contactsporen. Er is één monster genomen van het scherm en de achterkant van het hoesje ( [SIN-nummer 2] ) en één van de achterkant van de telefoon en de binnenkant van de telefoon ( [SIN-nummer 3] ). In beide monsters is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van respectievelijk minimaal drie en twee donoren, van wie zeker één man. Van beide mengprofielen is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. [medeverdachte 3] is van beide monsters de mogelijke donor van het aangetroffen celmateriaal (DNA-hoofdprofiel). De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is steeds kleiner dan één op één miljard. [37] De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat de telefoon door [medeverdachte 3] werd gebruikt.
 Op 16 september 2022 stuurt [accountnaam 9] aan [accountnaam 22] : ‘ [accountnaam 19] is je nieuwe toestel’. [38]
 Op 16 september 2022 laat [accountnaam 19] aan [accountnaam 7] weten ‘dit is de nieuwe van [naam 6] ’. [39]
 Op 18 september 2022 wordt de toegangscode van het Exclu-account ‘ [accountnaam 19] ’ door [accountnaam 9] medegedeeld aan [accountnaam 22] in combinatie met de naam ‘ [accountnaam 19] ’. [40]
 Op 19 september 2022 laat [accountnaam 19] aan [accountnaam 23] weten dat hij ‘ [accountnaam 22] ’ is. [41]
 Uit de metadata volgt dat [accountnaam 22] actief is tot 18 september 2022 en [accountnaam 19] actief is vanaf 16 september 2022. [42] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het Exclu-account ‘ [accountnaam 22] ’ wordt opgevolgd door ‘ [accountnaam 19] ’ en de gebruiker van deze accounts hetzelfde blijft.
 Op 12 oktober 2022 stuurt [accountnaam 19] aan [accountnaam 7] : ‘pff aangehouden’, ‘intervensie team’ en ‘hele auto op zijn kop’ (…) Op 13 oktober 2022 stuurt [accountnaam 19] aan [accountnaam 1] : ‘weer aangehouden’, ‘hele auto op zijn kop’ (…) ‘Bme grote vw’. Op 17 oktober 2022 stuurt [accountnaam 19] aan [accountnaam 7] : ‘ja vandaag nog aangehouden’ (…) ‘hij wist al dat ik 2 keer was aangehouden in twee weken tyd politie’. [43] [medeverdachte 3] blijkt zowel op 12 oktober 2022 als op 17 oktober 2022 door de politie te zijn gecontroleerd in een Volkswagen Golf. Bij de staandehouding op 12 oktober 2022 is het voertuig ook doorzocht. [44] De rechtbank stelt vast dat ‘ [accountnaam 19] ’ details benoemt over twee politiecontroles in oktober 2022, die ook voor wat betreft de data overeenkomen met controles waarbij [medeverdachte 3] betrokken was.
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van de Exclu-accounts ‘ [accountnaam 22] ’ en ‘ [accountnaam 19] ’, alsook dat hij “ [naam 6] ” wordt genoemd. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 3] en anderen.
( d)
[verdachte]
Exclu: [accountnaam 1] met als opvolger [accountnaam 2]
 Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres 2] in [plaats 3] is een iPhone 13 Pro gevonden. [45] Deze telefoon is door de politie uitgelezen en daarop is een Exclu-account aangetroffen met [CSN-nummer 4] en gebruikersnaam ‘ [accountnaam 2] ’. [46] Aan de telefoon is het Apple ID ‘ [Apple ID] ’ gekoppeld en in de telefoon zit het telefoonnummer [telefoonnummer 4] . [47] [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat dit zijn telefoonnummer is. [48] Op de telefoon staan tevens de communicatie-apps Facebook messenger en Instagram met als gebruikersnaam ‘ [verdachte] ’, Signal met als gebruikersnaam ‘ [gebruikersnaam] ’ en Threema met als gebruikersnaam ‘ [accountnaam 1] ’. [49] Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [verdachte] gebruik maakte van deze telefoon.
 Uit een analyse van de metadata blijkt dat het account [accountnaam 1] gebruik maakt van het [IP-adres 3] . Dit IP-adres is gekoppeld aan het adres [adres 2] in [plaats 3] . Dit is het adres waarop [naam 1] staat ingeschreven. [50] [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij een relatie met [naam 1] heeft en op de [adres 2] in [plaats 3] verblijft. [51] Op dit adres is ook de telefoon, waarvan de rechtbank heeft vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker is, aangetroffen.
 Op 24 juli 2022 stuurt [gebruikersnaam] via Signal: ‘ [accountnaam 1] hier’. [52]
 Op 22 september 2022 neemt [accountnaam 1] deel aan een Exclu groepsgesprek met [accountnaam 24] en [accountnaam 25] . Op de vragen van [accountnaam 24] ‘Adres?’ en ‘Wat voor auto?’, antwoordt [accountnaam 1] : ‘ [adres 15] ’ en ‘Je moet overkant zijn bij donkere grijze sprinter’. Uit gegevens van de RDW blijkt dat een grijze Mercedes sprinter op naam staat van [bedrijf 4] , ingeschreven op het adres [adres 16] in [plaats 3] . [verdachte] is de eigenaar van [bedrijf 4] . [bedrijf 4] . is bestuurder/enig aandeelhouder van [bedrijf 5] gevestigd aan de [adres 3] in [plaats 3] . [53] De rechtbank stelt vast dat door [accountnaam 1] wordt afgesproken in de nabijheid van de onderneming van [verdachte] en door [accountnaam 1] wordt gewezen op een type auto waarin [verdachte] rijdt.
  • Op 25 september 2022 om 15:12 uur stuurt [accountnaam 1] aan [accountnaam 26] : ‘Ga nu naar wedstrijd oranje rode duivels’ en stuurt een afbeelding waarop de achtergrond van de Johan Cruijff Arena (voetbalstadion) in Amsterdam is te zien. Uit de historische verkeersgegevens van de telefoon met het nummer [telefoonnummer 4] - die in gebruik is bij [verdachte] - blijkt dat de telefoon:
  • om 15:24 uur gebruik maakt van een zendmast in [plaats 3] ;
  • om 16:05 uur een zendmast in Veenendaal;
  • om 22:05 een zendmast in Amsterdam en
  • vervolgens op 26 september 2022 om 01:16 uur weer gebruik maakt van een zendmast in [plaats 3] .
Hieruit volgt dat de reisbewegingen van [accountnaam 1] en de telefoon van [verdachte] op die dag overeenkomen.
 Op 31 oktober 2022 stuurt [accountnaam 11] aan [accountnaam 1] ‘Jij moet ook gewiped he’. [accountnaam 1] laat weten ‘Ja, vanmiddag doen als ik nieuwe heb’. Op 22 november 2022 is [accountnaam 2] voor het eerst actief op Exclu. Diezelfde dag stuurt [accountnaam 2] aan [accountnaam 11] ‘Nieuwe [accountnaam 1] ’. [55] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het Exclu-account ‘ [accountnaam 1] ’ wordt opgevolgd door ‘ [accountnaam 2] ’ en de gebruiker van deze accounts hetzelfde blijft.
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker is geweest van de Exclu-accounts ‘ [accountnaam 1] ’ en ‘ [accountnaam 2] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [verdachte] en anderen, en andere verdachte betreffende omstandigheden. De door de verdediging opgeworpen stelling dat [medeverdachte 4] ‘ [accountnaam 1] ’ is, wordt slechts oppervlakkig onderbouwd met vergezochte scenario’s en mogelijkheden. Deze stelling wordt weerlegd met bovenstaande redengevende feiten en omstandigheden.
( e)
[medeverdachte 5]
Exclu: [accountnaam 27]
 [medeverdachte 5] heeft bij de politie op de vraag wie ‘ [accountnaam 27] ’ was naar zijn eigen borst gewezen. [56]
Tussenconclusie
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 5] de gebruiker is geweest van het Exclu-account ‘ [accountnaam 27] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 5] en anderen.
( f)
[medeverdachte 6]
Encrochat ( [accountnaam 28] , hierna ‘ [accountnaam 28] ’)
 Uit metadata van het Encrochat-account [accountnaam 28] blijkt dat de gebruiker meerdere bijnamen heeft waarin de naam [naam 8] voorkomt en de plaatsnaam [plaats 3] . [57] De voornaam van [medeverdachte 6] is [naam 8] en hij woont in [plaats 3] .
 De meest gebruikte Cell-ID’s van het account [accountnaam 28] bevinden zich in zendmasten in [plaats 3] . [58]
 Op 8 april 2020 om 19.30 uur stuurt [accountnaam 29] aan [accountnaam 28] : ‘Ich bin bei dir’, waarop [accountnaam 28] om 19.40 uur reageert: ‘Ich bin noch nicht so weit’. [accountnaam 29] stuurt rond diezelfde tijd in een chat met [accountnaam 30] : ‘Ik kwam naar [naam 8] hij is er nu niet’ en een afbeelding. De politie heeft de afbeelding vergeleken met de omgeving van de woning van [medeverdachte 6] (aan de [adres 17] in [plaats 3] ). Op de foto is de achterzijde van de woning van [medeverdachte 6] te zien. [59]
 Op 18 april 2020 stuurt [accountnaam 28] ‘Halbe stunden aber mein sohn brung ich zuruck eben nach 6’. [naam 16] reageert ‘OK’ en stuurt een afbeelding waarop een deel van een woning is te zien. Deze afbeelding is door de politie vergeleken met de woning van [medeverdachte 6] en vertoont sterke overeenkomsten in de verschillende kleuren stenen, ruimte boven het kozijn, buitenlamp en bestrating. [60] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het contact met wie [accountnaam 28] op dat moment had afgesproken zich bij het adres van [medeverdachte 6] bevond.
 Op 12 mei 2020 stuurt [accountnaam 28] : ‘Wo huin’, waarop [naam 16] laat weten ‘Zu [adres 17] ’. [accountnaam 28] geeft daarop aan ‘Ixh bin nicht zu hause’, ‘Heute’. [61]
 Op 22 mei 2020 stuurt [naam 9] aan [accountnaam 28] : ‘Geniet van de bday’. [62] Deze datum komt overeen met de geboortedatum van [medeverdachte 6] .
Threema-account ‘ [accountnaam 31] ’, bijnamen ‘ [bijnaam 1] ’
 [medeverdachte 6] is eigenaar van de eenmanszaak [bedrijf 6] waarvan in het register van de kamer van koophandel het nummer [telefoonnummer 6] als telefoonnummer is geregistreerd. Bij de huurovereenkomst kantoorruimte van het pand aan de [adres 18] in [plaats 1] door [bedrijf 6] , vertegenwoordigd door [medeverdachte 6] , onder overlegging van een kopie van het paspoort van [medeverdachte 6] , is dit nummer als contactnummer opgegeven. [63] Op de telefoon van [medeverdachte 1] is een WhatsApp-gesprek aangetroffen met dit nummer met “ [naam 8] ”. Op 1 juli 2022 stuurt deze [naam 8] aan [medeverdachte 1] een afbeelding van een coronatest waarop een positieve uitslag is te zien. Op 3 juli 2022 stuurt [naam 8] een foto van een thermometer waarop een temperatuur van 39,7 graden Celsius is te zien. Op 4 juli 2022 stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] via WhatsApp: ‘ [bijnaam 1] ook ziek’. [64]
 Op 10 oktober 2022 stuurt [accountnaam 31] aan [accountnaam 1] (
[verdachte]) ‘Wie is dit’ (…). [accountnaam 1] antwoordt ‘ [accountnaam 1] ’, ‘Maar wie ben jij?’. [accountnaam 31] reageert ‘Was zaterdag bij je’, ‘ [accountnaam 1] gedronken’. [accountnaam 1] reageert ‘Ahh [bijnaam 1] ’. [65]
 Op 7 december 2022 stuurt [accountnaam 1] (
[verdachte]) aan [accountnaam 31] ‘Gefeliciteerd met je vrouw’. De partner van [medeverdachte 6] is op 7 december jarig. [66]
 Op 11 januari 2023 stuurt [accountnaam 8] (
[medeverdachte 1]) aan [accountnaam 9] (
[medeverdachte 2]): ‘Hoi sta jij op camera daar waar pet is wezen kijken?’, ‘Als zo is dan is het slim een andere tel te nemen en die in stukken te zagen’. [accountnaam 9] (
[medeverdachte 2]) reageert ‘Ik ben daar al heel lang niet meer geweest’, ‘ [accountnaam 1] en [bijnaam 1] waren daar bezig’ (…) ‘Ok en [bijnaam 2] (
[medeverdachte 5])’, ‘Heb [bijnaam 1] net gesproken’. Vrijwel gelijktijdig voert [accountnaam 9] (
[medeverdachte 2]) een gesprek met [accountnaam 20] waarin hij laat weten ‘Ja bro, maar hebben gister inval gehad in smelthok’. [67] Op 10 januari 2023 is een drugslab aan de [adres 18] in [plaats 1] aangetroffen. [medeverdachte 6] was de huurder van dit pand. [68]
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 6] de gebruiker is geweest van het EncroChat-account ‘ [accountnaam 28] ’, het Threema-account ‘ [accountnaam 31] ’ en hij ‘ [bijnaam 1] ’ en ‘ [bijnaam 1] ’ wordt genoemd. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 6] en anderen.
Met dit als uitgangspunt komt de rechtbank toe aan de beoordeling van het bewijs ten aanzien van de afzonderlijke verdenkingen.
Ten aanzien van feit 1
Relevante bevindingen ten aanzien van berichten verzonden van en ontvangen door telefoonnummers/accounts van verdachten
Overwegingen ten aanzien van begrippen
In de chatgesprekken wordt veelvuldig gebruik gemaakt van afkortingen of bijnamen voor verdovende middelen, grondstoffen en precursoren voor de productie van verdovende middelen.
In straattaal en in kringen waarin drugs worden gebruikt of verhandeld worden aan de volgende termen de volgende betekenissen toegekend: [69]
- ice (of ys of ‘ysje) metamfetamine (crystal meth).
- m (M) MDMA.
- cola en champ aanduidingen voor respectievelijk (de kleur van) ) MDMA kristallen die niet zuiver zijn en MDMA kristallen die vrij zuiver en schoon zijn.
- p (P) , p-poeder of p-olie PMK, een precursor (grondstof) voor de productie van MDMA.
- b (B) b-poeder of b-olie BMK, een precursor voor (met)amfetamine.
- Apaan (APAAN) een precursor voor BMK en een pre-precursor voor amfetamine.
- Fos fosforzuur, een pre-precursor voor de productie van synthetische drugs.
- steen/steentjes (crack) cocaïne.
- bruin heroïne
- blokken, Boliviaanse Boli cocaïne.
- zwavel zwavelzuur, wordt bij de productie van synthetische drugs gebruikt bij de kristallisatie van bv. amfetamine.
- methanol oplosmiddel, kan gebruikt worden in processen om drugs te
produceren, kristalliseren of terug te winnen.
Verder komen termen zoals omzetten, draaien, drogen, smelten en tikken regelmatig voor in de chatberichten, de rechtbank ambtshalve bekend als termen die zien op (delen van) de productie/verwerking van synthetische drugs.
[plaats 2] (België)
Op vrijdag 28 oktober 2023 is door de Belgische politie een productielocatie van drugs aangetroffen op de [adres 19] in [plaats 2] in België. Middels een Europees Opsporingsbevel (EOB) zijn gegevens opgevraagd over deze productielocatie. Door de ‘CRU (Clan lab response unit)’ is geconcludeerd dat dit gaat om een synthetisch drugslab met de productie van MDMA en mogelijk ook de productie van metamfetamine. Ook worden precursoren (grond- en aanmaakstoffen) daar omgezet. In verband met deze productielocatie is een persoon met de naam [naam 10] aangehouden. Door de Belgische politie is [naam 10] geïdentificeerd als gebruiker van het account [accountnaam 26] in Exclu. [70]
[verdachte] heeft via account [accountnaam 1] berichten gestuurd aan [accountnaam 32] , waaronder op 8 september 2022 een afbeelding waarop volgens de politie vermoedelijk een gedeelte van een productielocatie is te zien. Verder heeft hij die dag onder meer de volgende berichten verstuurd aan [accountnaam 32] : ‘Heb al 160 gedraait vandaag’, ‘Draai is ook klaar en moet volgfnde aanzetten’, ‘Helft heeft alles opgenomen na 5 uur draaien nog’, ‘Nu laatste helft van die 115’, ‘Dan is alles weg’, ‘Ook die van mezelf al’, ‘Eerst kijken wat base voor kleur heeft’, ‘Afdampen en omzetten dan ben ik 12 weg hier’. [71]
De politie heeft de foto die [verdachte] op 8 september 2022 aan [accountnaam 32] heeft verstuurd, vergeleken met foto’s die zij hebben ontvangen van het onderzoeksteam in België. Deze foto’s vertonen op meerdere punten gelijkenissen (afvoergoot, schrijfbord, zwarte gaten voor vermoedelijk de ramen, plank in de hoek, ophanging van elektriciteit en structuur van de muur in de hoek). [72] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het gaat om een foto van de productielocatie in [plaats 2] .
Vanaf 9 september 2022 is een chatgesprek zichtbaar tussen [verdachte] , met account [accountnaam 1] , en [medeverdachte 1] , met account [accountnaam 7] . Hierin zijn onder meer de volgende berichten verstuurd: [73]
2022-09-09 17:31:50
[accountnaam 1]
Hoi
2022-09-09 17:33:34
[accountnaam 1]
Ben weer thuis, -
Heb 185 base uit 157,5 litrt olie
Vanavond staat alles in vries staat nu af te koelen
2022-09-09 17:35:43
[accountnaam 1]
Woensdag is het weer hier
2022-09-09 17:58:22
[accountnaam 7]
Super
2022-09-09 17:58:32
[accountnaam 7]
Denk er 1,2 uit komt
2022-09-09 17:58:59
[accountnaam 1]
Hoop ik ook
2022-09-09 17:59:08
[accountnaam 1]
Meestal iets meer dan base
2022-09-09 17:59:11
[accountnaam 1]
Hoop ik ook
2022-09-09 17:59:11
[accountnaam 1]
Meestal iets meer dan base
2022-09-09 17:59:22
[accountnaam 1]
190 zou top zijn
2022-09-09 17:59:31
[accountnaam 7]
Klopt ligt aan afdamp
2022-09-09 17:59:51
[accountnaam 1]
Is 100% schoon
2022-09-09 17:59:58
[accountnaam 1]
130 afgedampt
2022-09-09 18:00:01
[accountnaam 7]
[emoticon]
2022-09-09 18:00:08
[accountnaam 1]
Geen druppel water meer eruit
2022-09-09 18:00:21
[accountnaam 7]
Mooi
2022-09-09 18:00:32
[accountnaam 1]
Zz ook genoeg op gegasn
2022-09-09 18:00:37
[accountnaam 1]
Gegaan
2022-09-09 18:00:44
[accountnaam 7]
Alles bij elkaar met die kleine aanpassingen
2022-09-09 18:00:47
[accountnaam 1]
,4
2022-09-09 18:00:54
[accountnaam 7]
Meer opbrengsr
2022-09-09 18:01:16
[accountnaam 1]
,Gaan zien vd week met deze,
2022-09-09 18:01:20
[accountnaam 7]
Ja
2022-09-09 18:01:27
[accountnaam 1]
Zit 3,5 ace op
2022-09-09 18:01:33
[accountnaam 7]
Ok
2022-09-09 18:01:39
[accountnaam 1]
Hoop dat ie mooi ligt word
2022-09-09 18:01:44
[accountnaam 7]
Word die mooi blank
2022-09-09 18:02:03
[accountnaam 1]
Is goed voor verkoop
2022-09-09 18:02:47
[accountnaam 7]
Ff knallen nu prijs goed is
(…)
2022-09-09 18:03:27
[accountnaam 1]
1000 ace die nog staat gaat naar EINDHOVEN
(…)
2022-09-09 18:05:06
[accountnaam 7]
Alle b is weg
(…)
2022-09-09 18:05:07
[accountnaam 1]
Zat te denken,
2022-09-09 18:05:10
[accountnaam 7]
Ja
2022-09-09 18:05:18
[accountnaam 1]
Als hengelo nu ff stil ligt
2022-09-09 18:05:26
[accountnaam 7]
Ja
2022-09-09 18:05:27
[accountnaam 1]
Ketel daar erbij zetten
2022-09-09 18:05:42
[accountnaam 1]
Kan alles gebruiken vriezers alles
2022-09-09 18:05:56
[accountnaam 7]
Die 50 bedoel je
2022-09-09 18:05:57
[accountnaam 1]
Nu ook hele partij in 1 dag klaar
(…)
2022-09-09 18:11:46
[accountnaam 1]
Woensdag komt nieuwe chauf spullen brengen, ik ga die avond daar heen helpen inpakken enz en rijd dan voor hem naar ons
(…)
2022-09-09 18:21:06
[accountnaam 7]
Maar je moet kg afspreken
2022-09-09 18:21:10
[accountnaam 1]
7 uur rijden heen en weer zonder file
2022-09-09 18:21:24
[accountnaam 1]
Ja zal ik doen met hun
2022-09-09 18:21:28
[accountnaam 7]
Want als prijs zakt dan snij je niet in de vingers
2022-09-09 18:21:47
[accountnaam 7]
Halve kg per draai
Op 14 september 2022 om 11:37:58 uur stuurt [verdachte] aan [medeverdachte 1] : ‘Lig nog te drogen maat’ en ‘Weet niet eens of ik het droog krijg voor ga rijddn’ waarop [medeverdachte 1] zegt: ‘Heb je ventator er op’. [verdachte] : ‘Ja ook’. Om 12:11:17 uur stuurt [verdachte] een afbeelding, waarop volgens de beschrijving van de politie, gelet de context van de gesprekken, een partij gekristalliseerde MDMA te zien is. [74] Om 13:12:36 uur stuurt [verdachte] : ‘187,20 kg’. [75]
Het gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 1] gaat op 14 september 2022 als volgt verder: [76]
2022-09-14 15:40:30
[accountnaam 1]
Belg brengt samen met andere spullen nasr til
2022-09-14 15:40:51
[accountnaam 1]
Lange haslt op in til
2022-09-14 15:40:55
[accountnaam 7]
Ok
2022-09-14 15:41:01
[accountnaam 1]
Ik rij achter
2022-09-14 15:41:10
[accountnaam 7]
Wannerrvandaag of morgen
2022-09-14 15:41:16
[accountnaam 1]
Nu
2022-09-14 15:41:19
[accountnaam 7]
Ok
2022-09-14 15:41:24
[accountnaam 1]
Ben onderweg
2022-09-14 15:41:25
[accountnaam 7]
Ben je al ned
2022-09-14 15:41:34
[accountnaam 1]
Nee net weg daar
2022-09-14 15:41:46
[accountnaam 1]
Over 2 uur til
2022-09-14 15:41:49
[accountnaam 7]
Ok
[verdachte] heeft via account [accountnaam 1] veelvuldig contact gehad met een account met de naam [accountnaam 26] (volgens Belgische politie [naam 10] ). In de periode september-oktober 2022 worden tussen hen onder meer de volgende berichten uitgewisseld:
  • Op 10 september 2022 stuurt [accountnaam 1] : ‘Grote baas heeft gesproken hij regelt inkoop en verkoop, ik bepaal wat gebeurd in werkruimte’.
  • Op 13 september 2022 vraagt [accountnaam 26] aan [accountnaam 1] : ‘Mag ik al aftappen ibc’. [accountnaam 1] antwoordt: ‘als goed gescheiden is wel’.
  • Op 19 september 2022 stuurt [accountnaam 1] : ‘Ik ben er 7:00’ ‘Om en nabij’ en ‘4:00 rijden naar jullir’.
  • Op 20 september 2022 stuurt [accountnaam 1] : ‘Oke, ben binnen’, ‘Ga aan de slag’.
  • Op 23 september 2022 vraagt [accountnaam 1] om een foto van de spullen. [accountnaam 26] stuurt hierop 3 afbeeldingen die door de politie worden omschreven als: ‘een aantal afbeeldingen waarop, gelet op de context van de gehele communicatie, zeer waarschijnlijk een hoeveelheid gekristalliseerde MDMA te zien is’.
  • Op 24 september 2022 stuurt [accountnaam 1] : ‘De partij voor maandag ochtnd gaat met 2 chaufers mee’ ‘Is te veel voor 1 auto’.
  • Op 26 september 2022 stuurt [accountnaam 26] : ’256,746 kg’ waarop [accountnaam 1] reageert: ‘Dat is veel te weinig’ ‘Had zeker 320 kg moeten zijn’.
Later op 26 september 2022 stuurt [accountnaam 26] : ‘Ales goed aangekomen ??’ en [accountnaam 1] reageert: ‘Ja heb bericht gekregen dat opdracht volbracht id’.
  • Op 1 oktober 2022 stuurt [accountnaam 26] aan [accountnaam 1] de vraag of [accountnaam 33] kan worden vervangen. Hij ruimt namelijk niet op, gaat liever feesten en verdient 5000 per week. [accountnaam 1] gaat erover nadenken.
  • Op 11 oktober 2022 stuurt [accountnaam 26] een aantal afbeeldingen waarop volgens de beschrijving van de politie gelet op de context van het geheel van gesprekken zeer waarschijnlijk gekristalliseerde MDMA te zien is. Die dag stuurt hij ook: ‘Morgen 8,30 u ophalen’.
  • Op 19 oktober 2022 stuurt [accountnaam 26] : ‘Geen 114, maar 123,890 kg’.
  • Op 26 oktober 2022 stuurt [accountnaam 1] : ‘Wil je mij fotos sturen van de partij die nu ligt te drogen aub’, hierop reageert [accountnaam 26] door het sturen van meerdere afbeeldingen, waarop volgens de beschrijving van de politie zeer waarschijnlijk gekristalliseerde MDMA te zien is.
  • Op 26 en 27 oktober 2022 gesprek over ‘flikken’, [accountnaam 26] : ‘Het moet zo snel mogelijk weg, want een van die flikken vroeg aan madam wat de geur was in huis’. [accountnaam 1] : ‘Dus ketels moeten sowieso weg’ ‘Dan is het geen lab meer’.
  • [accountnaam 1] stuurt op 31 okt 2022 naar [accountnaam 11] ‘Kun je [accountnaam 26] wissen?’ en ‘Denk vrikdagbinval geweest’. En stuurt een schermafdruk met een persbericht over de ontdekking van een productielocatie voor synthetische drugs in [plaats 2] (België).
Op vrt.be is te lezen dat op zaterdag 29 oktober 2022 een bericht is gepubliceerd over de ontdekking van een drugslab in [plaats 2] . [77]
Conclusie
Op grond van deze bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat de [plaats 2] in België een productielocatie was.
Ten aanzien van de betrokkenheid van [verdachte] bij deze productielocatie overweegt de rechtbank het volgende. Gelet op bovenstaande bewijsmiddelen was [verdachte] in de periode september tot en met oktober 2022 actief bezig met het produceren van grote partijen MDMA in die productielocatie in [plaats 2] in België. Hij heeft over de productielocatie veelvuldig contact met anderen ( [accountnaam 7] , [accountnaam 26] ) via Exclu en is er regelmatig aanwezig. De rechtbank stelt verder vast dat [verdachte] de partij MDMA die hij daar op 8-9 september 2022 heeft geproduceerd op 14 september 2022 heeft vervoerd. Naast dat hij daar zelf productie heeft gedraaid, heeft hij ook een ander ( [accountnaam 26] ) aangestuurd.
[adres 18] in [plaats 1]
[getuige 1] heeft verklaard dat zij tot 1 december 2022 op de [adres 20] in [plaats 1] heeft gewoond. Zij rook wel eens een anijslucht, dat begon in augustus of september 2022. [78] Bij haar verhoor bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard dat ze de geur zeker vijf dagen per week heeft geroken. [79]
[getuige 2] heeft op 11 januari 2023 verklaard dat het pand aan de [adres 18] sinds 1,5 jaar wordt gehuurd door een gezette, witte man van ongeveer 50 jaar oud. De man rijdt een Mercedes Sprinter met [kenteken 3] die regelmatig met de achterkant ter hoogte van de loopdeur stond vanaf september 2022. [getuige 2] heeft op 11 oktober 2022 de politie gebeld omdat hij een vieze geur rook, lijkend op anijs. Daarna is hij de geur vaker gaan ruiken. Het is meerdere keren voorgekomen dat de Mercedes Sprinter tegen de loopdeur werd geparkeerd en dat kort daarna de hevige anijslucht opkwam. [80]
Vanwege de klachten van buurtbewoners over een anijslucht rond een pand aan de [adres 18] in [plaats 1] ( [huisnummers] ), zijn op 10 januari 2023 verbalisanten naar deze locatie gegaan, waar zij ter hoogte van de schuifdeur van dat [huisnummer 3] een sterke anijslucht roken die zij herkenden als de lucht die vrijkomt bij het maken van drugs. Vanuit het balkon van de woning aan de [adres 20] zagen verbalisanten dat er ter hoogte van [huisnummer 3] vier grote dakdoorvoeren waren aangebracht ten behoeve van de ontluchting. De bewoner van het pand op [huisnummer 4] zei dat die later waren aangebracht. [81] Naar aanleiding van deze bevindingen is de situatie bevroren en is de loods gelegen aan de [adres 18] doorzocht.
Aangetroffen situatie [adres 18] in [plaats 1]
Het onderzoek aan de loods aan de [adres 18] (waarvan verdachte [medeverdachte 6] de huurder was) werd verricht door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (verder: LFO). Het pand bestond uit een halletje (ruimte H), een keuken (ruimte K) een opslagruimte (ruimte O), een sanitaire ruimte (ruimte T ), een productieruimte (ruimte P), een separate ruimte die is aangeduid als laboratoriumruimte (ruimte L) en een kleine ruimte die als afvalruimte fungeerde (ruimte A ). De LFO heeft in alle ruimtes (H, K, O, T , P, L, en A ) goederen aangetroffen die volgens de LFO te relateren waren aan de vervaardiging en/of bewerking van verdovende middelen. [82] Van verscheidene goederen zijn monsters genomen die vervolgens door het NFI zijn geanalyseerd. [83]
In de ruimte die als laboratoriumruimte (L) is aangeduid zijn door de LFO onder meer de volgende goederen/stoffen aangetroffen. Voor zover de bemonsteringen ook door het NFI zijn geanalyseerd, zijn de resultaten hiervan daarbij uiteengezet:
  • Opstelling met een ‘rotary evaporator’ bestaande uit een rotavapor met destillatiekolf gevuld met arachideolie, een koelopstelling met twee spiraalkoelers en aan- en afvoerslangen en een glazen kolf ten behoeve van het destillaat. De bemonstering van het restant uit de destillaatkolf, [SIN-nummer 4] , bevat amfetaminebase en de bemonstering van de vloeistof uit de destillatiekolf, [SIN-nummer 5] , bevat N-formylamfetamine;
  • Een groene koelbox met daarin een aangebroken zak caustic soda van 25 kilogram;
  • Een blauw vat van 120 liter, gevuld met een donkerbruine vloeistof, de bemonstering [SIN-nummer 6] bevat een lage concentratie MDMA in een sterk zure oplossing van water en aceton;
  • Een werktafel met onder andere maatbekers, rondbodemkolven, een verwarmingsmantel, een glazen koeler met afvoerslangen en een glazen weckpot met een lichtbruine en geleiachtige substantie. De bemonstering van deze substantie, [SIN-nummer 7] , bevat delia-9-THC, delta-8-THC en olivetol.
  • De bemonstering van een restant olieachtige vloeistof uit de glazen kolf, [SIN-nummer 8] , bevat delta-9-THC, delta-8-THC en olivetol.
  • Een vervuilde glazen 3-hals rondbodemkolf van 20 liter op een witte emmer met daarin bruine vloeistof. De bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 10] , bevat PMK en een lage concentratie in een mengsel van water en aceton;
  • Meerdere jerrycans met aceton, in totaal 60 liter;
  • Emmers met afval;
  • Kookopstelling bestaande uit een glazen reactieketel van 100 liter voorzien van een elektromotor en roerwerk. De bemonstering van de vloeistof in de glazen reactieketel, [SIN-nummer 11] , bevat lage concentraties delta-9-THC en delta-8-THC in aceton;
  • Een werktafel met een elektrische verwarmingsketel en drie vervuilde glazen rondbodemkolven;
  • In totaal 22 liter arachideolie;
  • Emmer met een restant bruin residu, de bemonstering van dit residu, [SIN-nummer 12] , bevat delta-9-THC en delta-8-THC.
In de ruimte die als afvalruimte ( A ) is aangeduid, zijn door de LFO (onder meer) een tabletteermachine, dozen met lab-gerelateerde goederen, jerrycans en een inductie kookplaat aangetroffen.
In de ruimte die als productieruimte (P) is aangeduid is (onder meer) het volgende door de LFO aangetroffen. Voor zover de bemonsteringen ook door het NFI zijn geanalyseerd, zijn de resultaten hiervan daarbij uiteengezet:
  • Een IBC van 1000 liter met daarop een elektromotor met roerwerk gemonteerd met een aftapkraan met daaronder een emmer gevuld met een gele vloeistof met drijfogen. De bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 14] , bevat PMK in een zwak zure waterige vloeistof, evenals de bemonstering [SIN-nummer 13] uit de middelste emmer met gele vloeistof;
  • Een mixer met roerwerk;
  • Een rvs kookketel die was voorzien van elektrische verwarming, gevuld met oranjekleurige vloeistof en een vaste substantie uit de ketel, de bemonstering van deze vloeistof en substantie, [SIN-nummer 15] , bevat PMK;
  • Een IBC van 1000 liter, gevuld met 500 liter, de bemonstering van die vloeistof, [SIN-nummer 16] , bevat een lage concentratie PMK in een waterige vloeistof;
  • Een zilverkleurige strijkzak met een kilo lichtgele brokken, de bemonstering van die brokken, [SIN-nummer 17] , bevat de ethylester van 'PMK-glycidezuur';
  • Meerdere liters aceton, methanol, ligroine, 25 liter arachideolie;
  • Een rvs-pan met een oranjekleurige vloeistof en harde substantie, de bemonstering hiervan, [SIN-nummer 18] , bevat PMK.
In de ruimte die als sanitaire ruimte/toiletgroep ( T ) is aangeduid is (onder meer) het volgende door de LFO aangetroffen. Voor zover de bemonsteringen ook door het NFI zijn geanalyseerd, zijn de resultaten hiervan daarbij uiteengezet:
Vervuilde kuipen en lege jerrycans;
  • Jerrycans met in totaal 40 liter aceton;
  • Strijkzakken met restanten wit poeder, de bemonstering van dit witte poeder, [SIN-nummer 19] , bevat de ethylester van 'PMK-glycidezuur';
  • Opvangput met daarin basische vloeistof, de bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 20] , bevat een lage concentratie PMK in een sterk alkalische waterige vloeistof.
In de ruimte die als opslagruimte (O) is aangeduid, zijn (onder meer) lege, vervuilde emmers, in totaal 7 liter methanol, 25 liter aceton, één aangebroken en vier lege zakken citroenzuur en 2 lege zakken caustic soda aangetroffen door de LFO.
Verder stonden er jerrycans met in totaal 40 liter methanol en in een vrieskist twee witte kuipen met daarin een restant bruine vloeistof, waarvan het NFI heeft geconcludeerd dat de bemonstering, [SIN-nummer 21] , MDMA en PMK bevat.
In de ruimte die als keuken (K) is aangeduid is (onder meer) een plastic fles die voor circa 100 ml gevuld was met een heldere vloeistof aangetroffen. De bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 22] , bevat volgens het NFI amfetamine, vermoedelijk 1-PEA en water. [84]
De LFO heeft op basis van deze bevindingen het volgende geconcludeerd:

De locatie [adres 18] te [plaats 1] was grotendeels ingericht voor de vervaardiging en/of bewerking van diverse verdovende middelen. Tevens is op deze locatie de Ethylester van PMK-glycidezuur omgezet in PMK die deels is omgezet in MDMA-base en/of MDMA-HCL.
In de glazen destillatiekolf (L1- A ), behorend bij de "rotary evaporator" werd N-formylamfetamine aangetroffen. Samen met de aangetroffen caustic soda kan N-formylamfetamine worden omgezet in amfetaminebase. In de kolf t .b.v. het opvangen van het destillaat (L1-B), werd amfetaminebase aangetroffen. Gelet op aantreffen van amfetamine in de kolf en in een Spa flesje(K2) is er ter plaatse ook amfetamine vervaardigd.
Op deze locatie zijn MDMA bevattende vloeistoffen aangetroffen. In de vrieskist(O16) werd restant vloeistof met MDMA en PMK aangetroffen. Dit wijst op de vervaardiging van MDMA uit PMK. In het vat(L3) werd MDMA in een zure oplossing van water en aceton aangetroffen. Dit wijst op de kristallisatie van MDMA-base naar MDMA.HCl. Hierbij wordt de MDMA-base opgelost in aceton en vervolgens met behulp van zoutzuur tot een zoutvorm gekristalliseerd. Gelet op het aantreffen van FMK in de 127 liter hete vloeistof in de kookketel(P2) was de locatie in werking voor de productie van PMK uit de ethylester van PMK-glycidezuur.
Gelet op het verder aantreffen van: PMK in: de reactieopstelling/IBC(Pl), de emmers(P3), de lege emmers(P7) en in de Pan(P11) en de sterke mate van vervuiling in ruimte P is er eerder ter plaatse op grote schaal PMK vervaardigd.
Verder is circa 1 kilogram(P5) en diverse 7 lege dozen(T4) (2 x rode rand en 5 x gele tape) van de ethylester van PMK-glycidezuur aangetroffen. Vermoedelijk is er op deze locatie circa 140 kilo van de ethylester van PMK-glycidezuur omgezet naar circa 42 liter PMK van waaruit circa 50 kilo MDMA-HCL valt te kristalliseren. Deze preprecusor wordt gemengd/verwarmd met achtereenvolgens caustic soda en een zuur (bijvoorbeeld fosforzuur af citroenzuur). Op deze locatie zijn tevens lege verpakkingen van fosforzuur en citroenzuur aangetroffen.
Op deze locatie is glaswerk (L4, L11) met delta-8-THC, delta-g-THC en olivetol houdende sloffen aangetroffen. L11 betrof een glazen reactieketel à 100 liter. Vermoedelijk is deze ketel gebruikt voor het bewerken en/of vervaardigen van delta-8-THC en/of delta-9-THC. Delta-9-THC THC en delta-9-THC zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet. [85]
Conclusie
De rechtbank stelt, gelet op het voorgaande, vast dat op de Endepoelstraat 20 in Didam MDMA, amfetamine, delta-8-THC en delta-9-THC aanwezig was. Op basis van de aangetroffen en geanalyseerde materialen en stoffen is de rechtbank van oordeel dat de locatie was ingericht als een productielocatie ten behoeve van de productie van MDMA en amfetamine en van de precursor PMK. Gelet op de omstandigheid dat er op de locatie amfetamine en (zouten van) MDMA zijn aangetroffen, stelt de rechtbank bovendien vast dat deze middelen daar, in de periode voor de ontdekking van de productielocatie op 10 januari 2023, zijn geproduceerd. De rechtbank beschouwt, gelet op de getuigenverklaringen, september 2022 als startmoment van deze productielocatie.
Ten aanzien van de betrokkenheid van [verdachte] bij de productielocatie [adres 18] in [plaats 1] overweegt de rechtbank het volgende.
Op 11 januari 2023 heeft [medeverdachte 2] met het account [accountnaam 9] aan de gebruiker van het account [accountnaam 20] (niet geïdentificeerd in onderzoek Picture) gestuurd: ‘Ja bro , maar hebben gister inval gehad in smelthok’. [86]
Op 11 januari 2023 heeft de gebuiker van account [accountnaam 34] (niet geïdentificeerd in onderzoek Picture), aan [medeverdachte 2] , via account [accountnaam 9] , gevraagd: ‘Bro heb je een mooiie M ligge ?’. Daarop heeft [medeverdachte 2] geantwoord: ‘Nee bro , heb niks liggen’ en ‘Ik lig ff stil om veiligheidsredenen’. [87]
Verder is een gesprek zichtbaar tussen [medeverdachte 1] via account [accountnaam 8] en [medeverdachte 2] via account [accountnaam 9] op 11 januari 2023: [88]
Datum
Verzender
Bericht
2023-01-11 12:19:15
[accountnaam 8]
Hoi
Sta jij op camera daar waar pet is wezen kijken?
2023-01-11 12:19:50
[accountnaam 8]
Als zo is dan isnhet slim een andere tel te nemen en die in stukken te zagen
2023-01-11 12:34:42
[accountnaam 9]
Ik ben daar al heel lang niet meer geweest
2023-01-11 12:35:08
[accountnaam 9]
[accountnaam 1] en [bijnaam 1] waren daar bezigp
2023-01-11 12:41:04
[accountnaam 8]
Ok en [bijnaam 2]
2023-01-11 12:41:28
[accountnaam 8]
Heb [bijnaam 1] net gesproken
Kwam hem tegen
De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat de accountnaam van [verdachte] [accountnaam 1] is.
De rechtbank stelt vast dat de gesprekken tussen [accountnaam 20] , [accountnaam 34] en [medeverdachte 2] (via account [accountnaam 9] ) en tussen [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] (via account [accountnaam 8] ) plaatsvonden de dag na de ontdekking van de productielocatie aan de [adres 18] in [plaats 1] .
De politie heeft de camerabeelden aan de [adres 18] in [plaats 1] uitgekeken en heeft vastgesteld dat een Mercedes met [kenteken 3] in de [adres 18] is geweest op de volgende data: 7, 10 en 17 september 2022, 21 oktober 2022, 5, 16, 17, 22, 28 en 29 november 2022, 29 en 31 december 2022 en 3, 5, 6 en 10 januari 2023. [89]
Het [kenteken 3] was op naam gesteld van [verdachte] [90] en was bij hem in gebruik. [91]
Op de camerabeelden van 10 januari 2023 is blijkens de beschrijving van de politie te zien dat de Mercedes bus met [kenteken 3] om 07:03-07:04 uur pal voor de deur parkeert. De Fiat 500 in gebruik bij [medeverdachte 6] arriveert diezelfde dag omstreeks 09:17 uur en parkeert tegenover de [adres 18] . Beide voertuigen vertrekken weer vrijwel gelijktijdig omstreeks 09:40 uur. [92]
De rechtbank stelt op grond van de volgende omstandigheden de betrokkenheid van [verdachte] bij de productielocatie aan de [adres 18] te [plaats 1] vast. Op dat adres is een productielocatie voor synthetische drugs aangetroffen waarbij de LFO in alle ruimtes goederen heeft aangetroffen die te relateren waren aan de vervaardiging en/of bewerking van verdovende middelen. [verdachte] is daar frequent geweest -zelfs nog op de dag van de ontdekking van de productielocatie- en hield zich blijkens de chatgesprekken bezig met de productie van synthetische drugs. Dat verdachte daar op 10 januari 2023 slechts eenmalig is geweest om de cv-ketel te repareren, zoals hij zelf heeft verklaard, verhoudt zich niet met de bewijsmiddelen en de rechtbank acht dat op grond van het voorgaande niet aannemelijk.
[adres 3] in [plaats 3]
Op 3 februari 2023 heeft de LFO onderzoek verricht in het bedrijfspand aan de [adres 3] in [plaats 3] (het pand waarin het bedrijf van [verdachte] is gevestigd). Hierbij werden onder meer de volgende goederen aangetroffen: een destillatie-/extractieketeltje, methanol, zoutzuur, caustic soda, (deels) gevulde jerrycans en emmers, een jerrycan met zwavelzuur, een jerrycan met mengsel methanol/methylamine, aceton, citroenzuur, caustic soda, een rvs ketel en granuleermachines. Op basis van de eerste bevindingen heeft de LFO de voorlopige conclusie getrokken dat de aangetroffen goederen en chemicaliën typische goederen en chemicaliën zijn die op locaties worden aangetroffen waar synthetische drugs vervaardigd of bewerkt worden. [93]
De LFO heeft meerdere substanties bemonsterd die vervolgens door het NFI zijn onderzocht. Daaruit is het volgende gebleken:
  • [SIN-nummer 23] : kleurloze vloeistof in maatbeker met gele substantie. De vloeistof bevat een lage concentratie BMK in een waterige zure vloeistof; de substantie bevat BMK;
  • [SIN-nummer 24] : wit poeder in plastic zak, bevat een zout van ‘BMK-glycidezuur’;
  • [SIN-nummer 25] : zwarte olieachtige vloeistof met zwart bezinksel in emmers. De olieachtige vloeistof bevat metamfetamine; het bezinksel bevat platina;
  • [SIN-nummer 26] : gele olieachtige vloeistof in maatbeker, bevat PMK;
  • [SIN-nummer 27] : donkerbruine vloeistof in jerrycans, bevat MDMA in aceton/water;
  • [SIN-nummer 28] : lichtbruine vloeistof in jerrycans bevat lage concentraties BMK en metamfetamine in aceton;
  • [SIN-nummer 29] : kleurloze vloeistof in jerrycans, bevat methanol;
  • [SIN-nummer 30] : kleurloze vloeistof in jerrycans, bevat lage concentratie PMK in water;
  • [SIN-nummer 31] : roze poeder bij gedemonteerde tabletteermachine, bevat MDMA;
  • [SIN-nummer 32] : beige poeder van industriële granuleermachine, bevat MDMA HCl;
  • [SIN-nummer 33] : crèmekleurig poeder uit emmer 295,90 gram netto, bevat MDMA HCl;
  • [SIN-nummer 34] : bruine olieachtige vloeistof in maatbeker, bevat PMK;
  • [SIN-nummer 35] : spetters op achterwand, metamfetamine aangetoond;
  • [SIN-nummer 36] : spetters van tafelblad, metamfetamine en MDMA aangetoond;
  • [SIN-nummer 37] : kleurloze vloeistof, betreft methanol.
Het NFI heeft op basis van deze bevindingen geconcludeerd dat stoffen zijn aangetroffen die zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet (MDMA en metamfetamine) en stoffen die geschikt zijn voor de productie van deze verdovende middelen of voor precursoren van deze verdovende middelen:

In het onderzoeksmateriaal zijn zouten van 'BMK-glycidezuur' (2-methyl-3-fenyloxiraan-2-carbonzuur), BMK (benzylmethyl keton), PMK (piperonylmethylketon), methanol en platina aangetoond.
In relatie tot drugs worden zouten van 'BMK-glycidezuur' gebruikt voor het vervaardigen van BMK, een grondstof voor amfetamine en metamfetamine. In relatie tot drugs is PMK een grondstof voor MDMA. Methanol en aceton worden in de chemische industrie veelvuldig toegepast. In relatie tot drugs kunnen deze stoffen worden gebruikt bij de vervaardiging en/of bewerking van diverse drugs.
In relatie tot drugs wordt platina (in de vorm van platinaoxide) gebruikt als katalysator bij de vervaardiging van MDMA (uit PMK en methylamine) en metamfetamine (uit BMK en methyamine) met een reductieve aminering.” [95]
Conclusie
Op basis van de aangetroffen en geanalyseerde materialen en stoffen is de rechtbank van oordeel dat, mede gelet op het in artikel 1 lid 2 van de Opiumwet bepaalde, de locatie op de [adres 3] in [plaats 3] ingericht was als een productielocatie ten behoeve van de productie van MDMA en metamfetamine. Gelet op de omstandigheid dat op de locatie MDMA (HCl), (sporen van) metamfetamine en afvalstoffen van de vervaardiging daarvan zijn aangetroffen, stelt de rechtbank vast dat deze middelen daar voorafgaand aan de ontdekking van de productielocatie op 3 februari 2023 zijn geproduceerd.
Ten aanzien van de betrokkenheid van [verdachte] bij de productielocatie aan de [adres 3] in [plaats 3] overweegt de rechtbank het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat zijn bedrijf in het pand aan de [adres 3] in [plaats 3] is gevestigd. [verdachte] had daar zijn eigen materiaal liggen en kwam daar ’s avonds om dat op te halen of terug te brengen. [96]
Daar komt bij dat [verdachte] met diverse medeverdachten via Exclu contact heeft over de productie van drugs. Zo stuurt op 14 september 2022 [accountnaam 7] ( [medeverdachte 1] ) aan [accountnaam 1] ( [verdachte] ): “Heb 1300 kg” en “Volgende week doen” en antwoordt [accountnaam 1] onder andere “Oke weet niet of [accountnaam 9] dat weggewerkt krijgt, kwam van [naam 6] ook nog 300 weer geloof ik” en “Ligt nog te drogen maat”. [97] Op 26 september 2022 stuurt [accountnaam 1] ( [verdachte] ) aan [accountnaam 9] ( [medeverdachte 2] ): “Goedemorgen Zag dat er al weer wat gebeurd was op de zaak”. [98] Op 17 november 2022 stuurt [accountnaam 7] ( [medeverdachte 1] ) nog aan [accountnaam 11] (niet geïdentificeerd in onderzoek Picture) dat hij een paar weken offline is en dat [accountnaam 11] alles met [accountnaam 6] moet oppakken, die weet ervan en ‘die ka dan met [accountnaam 1] oppakke.’ [99]
Gelet op deze en voornoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat [verdachte] wetenschap heeft van de productielocatie in zijn eigen bedrijfspand, daar zeer regelmatig kwam en contact had met medeverdachten over de productie van drugs. Op grond van deze en voornoemde bewijsmiddelen komt de rechtbank tot de conclusie dat [verdachte] betrokken was bij de productielocatie aan de [adres 3] in [plaats 3] .
Bewijsoverwegingen feit 1
De rechtbank acht op basis van de inhoud van de chatgesprekken, de doorzoekingen op de genoemde locaties en de bevindingen daarover (in onderlinge samenhang bezien), wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] zich gedurende langere tijd bezig heeft gehouden met het produceren van MDMA, metamfetamine en amfetamine.
Uit de aard en inhoud van de aan [verdachte] gerelateerde gesprekken en de afbeeldingen die daarin zijn verstuurd leidt de rechtbank af dat hij zich heeft beziggehouden met de productie van MDMA. Hij was betrokken bij productielocatie in [plaats 2] (België) waar MDMA werd geproduceerd en bij de productielocatie aan de [adres 18] in [plaats 1] , waar MDMA en amfetamine zijn geproduceerd. Ook werd daar PMK, een grondstof voor de productie van diverse synthetische drugs, geproduceerd. In zijn bedrijfspand aan de [adres 3] is daarnaast een productielocatie voor MDMA (HCl) en metamfetamine aangetroffen.
Periode
Door de rechtbank is hiervoor al vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker is van de telefoon waarin het telefoonnummer [telefoonnummer 4] zit. Deze telefoon is door de politie onderzocht. Op deze telefoon staat onder meer de communicatie-applicatie Signal, met als gebruikersnaam van de gebruiker van de telefoon ‘ [gebruikersnaam] ’. Volgens de afgelezen Signal communicatie vraagt [gebruikersnaam] op 12 februari 2020 via de communicatie-app Signal aan het nummer [telefoonnummer 3] waarvan medeverdachte [medeverdachte 1] de gebruiker is: [100] ‘Kan het zijn dat exclu het niet doet?’, waarop [medeverdachte 1] reageert ‘Weet ik niet’ (…) ’Heb jou net bericht gestuurd’. [gebruikersnaam] laat vervolgens weten dat hij het heeft ontvangen. [101]
Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [verdachte] al in februari 2020 gebruik maakte van Exclu en contact had met medeverdachte [medeverdachte 1] .
Naast bovengenoemde telefoon is bij de doorzoeking van de woning aan de [adres 2] in [plaats 3] nog een telefoon aangetroffen, een iPhone 13 pro groen, boven in de wandkast. Van deze telefoon werd de data uitgelezen en werd inzichtelijk dat op die telefoon een Exclu-account met het [CSN-nummer 5] aanwezig was. In deze telefoon heeft het telefoonnummer [telefoonnummer 7] gezeten waarbij onder de chats de naam [accountnaam 1] (owner) was ingesteld. [102]
De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat het Exclu-account met het [CSN-nummer 5] als gebruikersnaam [accountnaam 2] had en de opvolger was van het Exclu-account [accountnaam 1] . Van deze twee accounts is vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker was. Nu in de telefoon ook een chat aanwezig waarin de gebruiker de gebruikersnaam [accountnaam 1] heeft, concludeert de rechtbank dat [verdachte] de gebruiker was van deze telefoon.
In die telefoon staat een Whatsappgesprek tussen [telefoonnummer 7] [accountnaam 1] (owner) en [telefoonnummer 8] [naam 11] . Op 6 september 2022 stuurt [naam 11] : “Goeie middag, morgen kan ik komen, grtjs van [accountnaam 26] ”, waarop [accountnaam 1] reageert met de tekst: “Oké top”. [103]
Verder is bij het onderzoek aan die telefoon een aantal notities aangetroffen, onder meer een notitie die is aangemaakt op 1 september 2022:
“…
Taxi
300 Pt
300 m
300 m [naam 6]
300 ws ophalen
Smelt [naam 6] 325kg
8125 Schoon 9885
Soda Citroen en ace
Draai [bijnaam 1] betaald 2500
Ws 10.000
Draai Den Bosch 2500
Draai [naam 6] 2500
Mono 4000

3 kg m verkocht [accountnaam 8]

Facturen 3050 overgemaakt

3 kg naar chemelot” [104] .
En een notitie die is aangemaakt op 22 november 2022:

Vlek
32l gedraaid is 33.250 afgekomen

10 kg afgegeven draai [naam 6]

21 kg afgegeven

6 kg verkocht schoon 12.600” [105] .
De rechtbank overweegt ten aanzien van de pleegperiode dat hoewel [verdachte] al in februari 2020 de beschikking had over Exclu en contact had met medeverdachte [medeverdachte 1] dit onvoldoende is om zijn betrokkenheid bij de handel in drugs vanaf die datum vast te kunnen stellen. De rechtbank neemt daarvoor als uitgangspunt de eerste drugshandel gerelateerde notitie in de telefoon van [verdachte] , die dateert van 1 september 2022. Daarin gaat het over ‘draai’, ‘smelt’ en ‘m’, allemaal termen die zien op de productie van en handel in drugs. Kennelijk heeft voorafgaand aan 1 september 2022 een productieproces plaatsgevonden, omdat op die datum al eindproduct ‘m’ (MDMA) was verkocht. De rechtbank neemt daarom als start van de pleegdatum 1 augustus 2022.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat sprake is van een nauwe bewuste samenwerking en dat [verdachte] ten aanzien van de productie van de drugs een dusdanige bijdrage leverde dat hij daarvan medepleger was.
Ten aanzien van feit 2
Op 3 februari 2023 werd de [adres 2] in [plaats 3] doorzocht. Hierbij werd onder meer een aantal pillen aangetroffen in de voorraadkast, die positief werden getest op de aanwezigheid van MDMA. De partner van verdachte, [naam 1] , heeft verklaard dat de pillen die in de woning zijn aangetroffen van haar en een vriendin waren.
Verdachte heeft verklaard dat het pand aan de [adres 3] in [plaats 3] de plek is waar zijn bedrijf is gevestigd, dat hij daar zijn materiaal had liggen en daar ’s avonds kwam om dat op te halen of terug te brengen. [106]
De rechtbank overweegt als volgt. De MDMA (295,90 gram) is aangetroffen in het bedrijfspand van [verdachte] waar hij regelmatig kwam. Bovendien heeft de rechtbank bij feit 1 reeds vastgesteld dat verdachte zich heeft beziggehouden met de productie van (onder andere) MDMA. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de verdachte zich minstens bewust was van de aanwezigheid van de in het bedrijfspand aangetroffen MDMA, in die zin dat hij de wetenschap had van en de beschikkingsmacht had over deze verdovende middelen.
Ten aanzien van de pillen die in zijn woning zijn aangetroffen overweegt de rechtbank als volgt. Het dossier biedt onvoldoende aanknopingspunten om te concluderen dat verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van deze xtc-pillen. De rechtbank zal verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.
Ten aanzien van de feiten 3 en 4
Vrijspraak ten aanzien van het in feit 3 genoemde geldbedrag van € 191.828,00 (periode april 2019 t /m november 2020)
Niet bewezen is dat [verdachte] in de periode voor 1 augustus 2022 als pleger of medepleger de in de tenlastelegging onder 1 genoemde opiumwetdelicten heeft gepleegd en hij zal daarvan worden vrijgesproken. Er is verder geen onderzoek gedaan of het in de periode tot november 2020 overgeboekte geldbedrag € 191.828,00 middellijk of onmiddellijk afkomstig was van enig (al dan niet eigen) misdrijf. Dit kan op basis van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting niet worden vastgesteld, zodat [verdachte] van dit onderdeel zal worden vrijgesproken.
Vrijspraak ten aanzien van de in feit 3 genoemde geldbedragen van(
ongeveer) € 1.300,00 en (ongeveer) € 1.580,00 (3 februari 2023)
Bij de doorzoeking van de woning aan de [adres 2] [plaats 3] op 3 februari 2023 zijn contante geldbedragen van € 1.300,00 en € 1.580,00 aangetroffen in een tasje in het washok en een geldkistje op de vliering. [verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard en in een schriftelijke verklaring van 25 september 2023 geschreven, dat hij en zijn partner [naam 1] beiden geld in het kistje stopten. Het geld in het tasje en zijn aandeel in het geldkistje is “beun-geld” en geld dat hij contant had ontvangen voor werkzaamheden in de bouw. [naam 1] heeft bij de politie en als getuige bij de rechter-commissaris in grote lijnen hetzelfde verklaard. Zij stopte ook geld in het kistje, afkomstig van legale, contante betalingen voor het werk in haar beautysalon. De rechtbank acht deze verklaringen niet onaannemelijk. Uit de omvang en vindplaats van de contante geldbedragen en ook overigens kan niet worden vastgesteld dat dit geld (deels) afkomstig was uit een misdrijf, zodat [verdachte] ook van dit onderdeel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.
Ten aanzien van het in feit 3 genoemde geldbedrag van € 109.440,00 (periode september 2022 t /m januari 2023)
Bij de doorzoeking op 3 januari 2023 van de woning aan de [adres 2] [plaats 3] is in de kledingkast een contant geldbedrag aangetroffen van € 65.375,00. [107] [verdachte] verbleef vaak in die woning en het contante geld was van hem. [108]
[verdachte] is vanaf 28 januari 2021 (indirect) enige bestuurder en aandeelhouder van [bedrijf 4] en van [bedrijf 5] (verder [bedrijf 5] ), de voortzetting van zijn eenmanszaak [bedrijf 5] . [109] [naam 12] (verder: [naam 12] ) is sinds 2011 (indirect) bestuurder van [bedrijf 7] , [bedrijf 8] en [bedrijf 2] (verder [bedrijf 2] ). [110]
Via [bedrijf 9] zijn na vordering bestanden aan de politie verstrekt met de administratie van onder meer [bedrijf 5] [111] . Hieruit blijkt dat in de boekhouding van [bedrijf 5] met betrekking tot [bedrijf 2] over de periode 11 januari 2022 tot en met 31 december 2022 een totaalbedrag van € 109.440,00 is verantwoord aan verkoopfacturen van steeds € 6.080,00 [112] . Verder blijkt uit de administratie en de daarin opgenomen banktransacties dat in de periode van 16 september 2022 tot en met 13 januari 2023 13 bankoverschrijvingen zijn gedaan van [bedrijf 2] naar [bedrijf 5] ten bedrage van steeds € 6.080,00 of een veelvoud daarvan (te weten 3 overschrijvingen van 2x € 6.080 en 1 overschrijving van 3x € 6.080), ten bedrage van in totaal € 109.440,00, met als omschrijving steeds een factuurnummer. Vanaf die rekening werden in die periode onder meer bedragen overgemaakt naar rekeningen van [bedrijf 4] (€ 47.500,00), [bedrijf 10] (€ 25.865,00) en [accountnaam 18] . (€ 5.000,00), respectievelijk bedrijven van [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Het eindsaldo op 13 januari 2023 was € 45.982,31. [113]
Bij het onderzoek aan een onder [verdachte] in beslag genomen telefoon werden 7 facturen aangetroffen, gericht aan [bedrijf 2] , met als afzender [bedrijf 5] , factuurdata tussen 1 november 2022 en 31 december 2012, een gefactureerd bedrag van in totaal € 72.960,00 en bedragen van (veelvouden van) € 6.080,00 per week, steeds voor werkzaamheden beschreven als ‘160 uren montage-uren diverse projecten week [xx] 2022”. Het ging om de weken 37 tot en met 48 van 2022. De factuurnummers en de bedragen komen overeen met (7 van) de 13 in de administratie gevonden bankoverschrijvingen. [114]
In week 43 van 2022 heeft [verdachte] zelf geen werk verricht, hij verbleef toen in Turkije. [115] Er zijn volgens informatie vanuit de Belastingdienst geen mensen in loondienst bij [bedrijf 5] . Ook blijkt uit de financiële administratie niet dat [bedrijf 5] mensen in loondienst had. [116] In de administratie van [bedrijf 5] zijn in de grootboekrekening onder de posten “Onderaanneming OB verlegd” en “Werk door derden” in de periode over de periode vanaf 1 januari 2022 betalingen opgenomen aan medeverdachten [medeverdachte 2] ( [accountnaam 18] , in totaal € 5.000,00), [medeverdachte 1] ( [bedrijf 10] , in totaal € 30.050,00) en [medeverdachte 4] ( [bedrijf 11] , € 2.000,00) en daarnaast enkel aan [naam 13] uit [plaats 3] , [bedrijf 12] uit [plaats 4] en [bedrijf 13] van in totaal € 7.790,00. [117]
Tussen het Exclu-account [accountnaam 1] , waarvan [verdachte] is geïdentificeerd als de gebruiker, en de gebruiker van het account met nummer [accountnaam 25] zijn op 14 september 2022 de volgende berichten uitgewisseld:
- ( [accountnaam 1] ) Maar denk dat ik deze winter de zon ga opzoeken ipv op de bouw staan haha […] Heb een bedrijf die ik rekeningdn kan sturen met stapel cash erbij dan stort hij het naar mij. Mask mn uren wel op papier [smiley]
- ( [accountnaam 25] ) Dat heb ik ook Hahaha
- ( [accountnaam 1] ) Iedere week factuurtje van 6k. Aangenomen werk Haha. [118]
In de bij [verdachte] in beslaggenomen telefoon zijn de volgende WhatsApp gesprekken aangetroffen tussen hem en [naam 12] . [119]
20-7-2021 [verdachte] : Zit in bespreking, kun je deze week een factuur sturen van 2500 en volgende maand ook. Dan kan ik je de rest daarna zo geven. Is dat oké?
23-7-2021 [naam 12] : Hoe moet ik dat werkt dan noemen
27-7-2021 [naam 12] : Laai effen weten hoe ik het allemaal moet nummer voor de factuur
29-8-2022 [naam 12] : Goede avond kunnen we morgen afspreken
29-8-2022 [verdachte] : Ja is goed, kom morgenavond [..]
30-8-2022 [verdachte] : [adres 3] ; Bus staat voor pand; Ben 20:00 daar
30-8-2022 [naam 12] : lk ben er
30-8-2022 [verdachte] : Oké, kom eraan; 5 min
[…]
30-8-2022 [naam 12] : Er zat een briefje van 50 te weinig in
30-8-2022 [verdachte] : Oké dan krijg ie die nog van me […] Neem ik volgende week mee […]
13-9-2022 [verdachte] : [adres 2] [plaats 3]
13-9-2022 [naam 12] : ok
13-9-2022 [naam 12] : Het klopt als een bus
12-10-2022 [naam 12] : Goede avond hoe gaat ie kunnen we alweer functioneringsgesprekken inplannen
22-10-2022 [naam 12] : Hoe gaat het even functioneringsgesprekken inplannen
7-12-2022 Arian [verdachte] : [adres 2]
8-12-2022 [naam 12] : Goedemorgen er staat nu 100 te weinig in
12-1-2023 [verdachte] [adres 21]
12-1-2023 [naam 12] Het klopt [duimpje]
12-1-2023 [verdachte] [duimpje]
Na de WhatsApp-gesprekken zijn op de volgende data onder vermelding van de volgende factuurnummers steeds de volgende bedragen overgemaakt:
  • 16 september 2022: [factuurnummer 2] , € 6.080,00; [factuurnummer 3] , € 6.080,00; [factuurnummer 4] , € 6.080,00; [factuurnummer 5] , € 6.080,00; [factuurnummer 6] , € 6.080,00; [factuurnummer 7] € 6.080,00;
  • 8 november 2022: [factuurnummer 8] € 12.160,00; [factuurnummer 9] , € 18.240,00;
  • 9 december 2022: [factuurnummer 10] € 12.160,00;
  • 13 januari 2023: [factuurnummer 11] € 6.080,00 [factuurnummer 12] € 6.080,00 en [factuurnummer 13] € 6.080,00.
Tussen [verdachte] en [naam 12] heeft op 22 december 2022 het volgende telefoongesprek plaatsgevonden:
[naam 12] : Het mooiste is als ik er iedere week een (1) heb.
[verdachte] : Ja, ik zal er wel gewoon voor zorgen dat het per week gaat.[…] Ik was er nog niet aan toe gekomen. Maar ik zal euh... ik denk dat ik volgende week die andere week effe der uit factureert. [….] Of heb je die al eerder nodig?
[naam 12] : Ja, ja. Het mooiste is dat ik het iedere week krijg als je begrijpt wat ik bedoel.
[verdachte] : Ja, dat kunnen wij vanaf januari effe anders doen. Dan zal ik er effe korter erop zitten bij de jongens. Ik zit altijd te kutten met de urenbriefjes van de jongens. Schiet niet op.
[naam 12] Nee, maar dan valt het het minste op, als je begrijpt wat ik bedoel. [121]
De rechtbank overweegt dat bewezen is dat [verdachte] in de periode vanaf augustus 2022 tot 3 februari 2023 onder meer, kort gezegd, in vereniging harddrugs heeft vervaardigd en verkocht (feit 1). Het is een feit van algemene bekendheid dat daarmee grote, vaak contante, geldbedragen worden verdiend. Uit de doorzoeking van de [adres 2] en de verklaring van [verdachte] blijkt dat [verdachte] ook over een grote hoeveelheid contant geld beschikte.
Uit de berichtenuitwisseling van 14 december 2022 via Exclu tussen [verdachte] en gebruiker [accountnaam 25] blijkt dat [verdachte] ‘op papier zijn uren maakt’ door naar een bedrijf iedere week een factuur van ‘6K’ te sturen (wat kennelijk staat voor (afgerond) € 6.000,00) voor ‘aangenomen werk’, vergezeld van een stapel cash. Daaruit en uit de in dat gesprek toevoegde smiley en woorden ‘haha’ ‘haha’ en ‘hahaha’, volgt dat dit een schijnconstructie is. Daarbij is kennelijk de opzet om de indruk te wekken dat er gefactureerd en op basis daarvan betaald wordt voor verricht werk. Dat werk is echter enkel ‘op papier’ -en dus in werkelijkheid niet- uitgevoerd. In werkelijkheid wordt contant verstrekt geld giraal terugbetaald. De herkomst van het aldus overgemaakte geld wordt op deze wijze verborgen en verhuld.
Uit het boekhoudonderzoek naar [bedrijf 5] en het onderzoek van de telefoon van [verdachte] blijkt dat er ook daadwerkelijk met grote regelmaat facturen van ongeveer € 6.000,00 (€ 6.080,00) werden verstuurd naar het bedrijf van [naam 12] , [bedrijf 2] , en dat over de periode van 16 september 2022 tot en met 13 januari 2023 een totaalbedrag van € 109.440,00, in veelvouden van € 6.080,00, is overgemaakt van [bedrijf 2] naar [bedrijf 5] , waarbij verwezen wordt naar (deze) facturen. Vervolgens zijn er ook bedragen doorgeboekt naar (andere) rekeningen van [verdachte] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , de mededaders van het als feit 1 bewezen verklaarde feit.
Uit de geciteerde Whatsapp-gesprekken blijkt dat er in die periode tussen [verdachte] en [naam 12] meerdere ontmoetingen plaatsvonden en de opmerkingen van [naam 12] “Er zat een briefje van 50 te weinig in”, “Er staat nu 100 te weinig in “Het klopt als een bus”, bevestigen dat hem daarbij contant geld werd betaald. De vragen van [naam 12] aan [verdachte] : “Hoe moet ik dat werkt dan noemen” en “Laat effen weten hoe ik het allemaal moet nummer [bedoeld is kennelijk noemen, de rechtbank] voor de factuur” bevestigen opnieuw dat de facturen niet op daadwerkelijk werk waren gebaseerd en dat er moest worden overlegd wat er in moest komen te staan. Normaal gesproken vermeldt een factuur een korte beschrijving van of verwijzing naar het daadwerkelijk uitgevoerde werk. De door [naam 12] gestelde vragen passen daar niet bij. Ook de omstandigheid dat [bedrijf 2] na deze ontmoetingen bedragen overmaakte naar [bedrijf 5] bevestigen dat de in het gesprek van 14 december 2022 weergegeven gang van zaken daadwerkelijk werd uitgevoerd. De inhoud van het telefoongesprek van 22 december 2022 waarin, [naam 12] kort gezegd, vraagt om per week te factureren, “dan valt het het minste op, als je begrijpt wat ik bedoel” bevestigen dat de wijze van factureren niet overeenkomt met de werkelijkheid en dat dit niet mag opvallen.
De verklaringen van [naam 12] en [verdachte] dat er aan de facturen wel degelijk werkzaamheden of aanneming van werk ten grondslag lag, worden weersproken door de voornoemde bewijsmiddelen en worden als ongeloofwaardig gepasseerd. Blijkens de bewijsmiddelen zijn beide betrokken bij de fictieve constructie en hebben zij belang om dit te weerspreken. Dat aan de overschrijvingen niet de in de facturen genoemde werkzaamheden ten grondslag liggen, volgt voorts uit de omvang van de in de facturen genoemde uren, 160 uur per week. [verdachte] heeft al die uren zelf niet kunnen maken, in een van de gefactureerde weken verbleef hij zelfs in Turkije. Uit de genoemde resultaten van het administratief onderzoek volgt verder dat [verdachte] geen personeel in dienst had en in de administratie is niet verantwoord dat er zelfstandigen of onderaannemers zijn ingehuurd in een omvang die correspondeert met het gefactureerde werk. Onder de posten Onderaanneming en Werk door derden is in boekhouding in de periode vanaf 1 januari 2022 slechts een bedrag van € 44.840,00 verantwoord, waarvan slechts een bedrag van € 7.790,00 aan andere onderaannemers dan de medeverdachten van (een deel van) de bewezen drugsdelicten ( [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] ). De verklaringen van [naam 12] en [verdachte] dat er aan de betalingen werkzaamheden ten grondslag liggen zijn verder te weinig concreet en toetsbaar om voornoemde bewijsmiddelen te kunnen weerleggen. Duidelijkheid over waaruit de werkzaamheden bestonden, of de 160 uur per week door 4 mensen (zoals [naam 12] veronderstelt) of 2 of 3 mensen werden verricht (zoals [verdachte] verklaart) en om welke projecten het ging, is door hen niet gegeven.
Namens [verdachte] is gewezen op getuigenverklaringen en stukken waaruit kan worden afgeleid dat [verdachte] (ook) contante inkomsten had die geen herkomst hadden uit de bewezen drugsdelicten, te weten wit en zwart geld uit, kort gezegd werkzaamheden in de bouw. De in de verklaringen en stukken genoemde contante bedragen komen echter niet in de buurt van het bedrag van € 109.440,00. De rechtbank overweegt voorts dat ten aanzien van genoemde legale contante inkomsten niet valt in te zien waarom en dus ook onaannemelijk is dat die legale inkomsten betrokken zijn in een constructie waarin contant geld wordt verstrekt aan een bedrijf ( [bedrijf 2] ) om dat dan, giraal terug te boeken, met verwijzing naar valse facturen. De rechtbank acht dan ook op basis van de bewezenverklaring voor de in verenging gepleegde drugsdelicten, de gebruikte werkwijze en de omvang van het bij de schijnconstructie betrokken geld bewezen dat het contante geld tenminste gedeeltelijk afkomstig was uit enig misdrijf en dat verdachte dat wist.
De conclusie is dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte met deze constructie telkens in vereniging met [naam 12] opzettelijk de werkelijke aard en herkomst heeft verborgen en verhuld van het bedrag van € 109.440,00 en verhuld en verborgen wie daarvan de rechthebbende was en dat hij geld heeft overgedragen en omgezet, terwijl hij en/of [naam 12] wisten dat dat geld geheel of gedeeltelijk, afkomstig was uit enig misdrijf. Uit de frequentie waarmee en uit de periode waarin dit gebeurde volgt dat [verdachte] van dit plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt.
Voorts ten aanzien van feit 3 (witwassen € 65.375,00 3 februari 2023) en feit 4 (valsheid in geschrifte)f
Bij de doorzoeking op 3 januari 2023 van de woning aan de [adres 2] [plaats 3] is in de kledingkast een contant geldbedrag aangetroffen van € 65.375,00. [122] [verdachte] verbleef vaak in die woning en het contante geld was van hem. [123]
[verdachte] is in een zogenaamde ‘witwasbrief’ gevraagd een verklaring te geven over het eigendom en de herkomst van dit geld. In een schriftelijke verklaring van 25 september 2023 schrijft hij dat hij verwarmingspanelen en spiegels had ingekocht omdat hij van plan was een bedrijf te beginnen. Het bedrijf is opgericht en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel maar onder andere door corona verder niet van de grond gekomen. Hij heeft daarop de warmte-elementen te koop aangeboden en verkocht aan het [bedrijf 1] op 4 januari 2023, voor het bedrag € 65.000,00. Deze betaling heeft hij contant ontvangen. Door zijn aanhouding is [verdachte] , zo schrijft hij, niet in staat geweest om de warmte-elementen te leveren. Ter onderbouwing van zijn verklaring heeft [verdachte] daarbij een inkoopfactuur meegezonden, gedateerd 04-01-2023, geadresseerd aan [verdachte] (verder: de factuur). Als afzender staat vermeld [bedrijf 1] , met een adres en KvK-nummer. Naast een factuur- en klantnummer en een referentienaam staat vermeld dat de factuur ziet op 125 warmtepanelen en 100 spiegels voor een prijs van respectievelijk € 320,00 en € 250,00 per stuk, met een totaalprijs, inclusief (0%) btw van € 65.000,00. Op de factuur staat verder de volgende tekst: “Infrarood verwarmd glas 600w. Gemengde kleuren. zwartgrijs/wit. Levering NA betaling contant / Levering Febr/Mrt 2023- Betaling voldaan!” [124] .
[verdachte] heeft verklaard dat de factuur door [bedrijf 1] is opgesteld en dat het contante bedrag aan hem halverwege in een restaurant in Utrecht, ergens bij het centrum is gegeven. [125]
Volgens een uittreksel van de Kamer van Koophandel van 28 september 2023 stond onder het op de factuur genoemde KvK-nummer de besloten vennootschap [bedrijf 14] geregistreerd, gevestigd op het op de factuur vermelde adres, dat als handelsnamen onder meer ‘ [bedrijf 14] ’ en ‘ [bedrijf 1] tech’ voert. De heer [naam 14] is daarvan bestuurder. In een telefoongesprek met een verbalisant op 28 september 2023 heeft [naam 14] het volgende verklaard: De naam [verdachte] en de bedrijfsnaam [bedrijf 5] zeggen hem niets. Hij is wel een keer benaderd door een bedrijf, waarvan hij zo de naam niet weet, dat een partij onverkochte panelen aanbood, maar ze hebben die partij toen niet gekocht. Ze kopen alleen goedgekeurd materiaal bij gerenommeerde bedrijven. Ze doen voor wat betreft de inkoop alleen zaken met [bedrijf 15] (fonetisch). [naam 14] werkt met een compagnon, maar kan zich niet voorstellen dat iets buiten hem om is gegaan, omdat hij onder andere de voorraad doet en precies weet wat is ingekocht en wat op voorraad ligt.
Nadat [naam 14] ermee is geconfronteerd dat [bedrijf 1] volgens de factuur 125 verwarmingspanelen en 100 spiegels zou hebben gekocht voor in totaal € 65.000,00, dat dit bedrag contant zou zijn betaald en de levering van de panelen zou plaatsvinden in februari/maart 2023 en hem wordt gevraagd of dit klopt, heeft hij geantwoord:
“Nee, we hebben dat nooit aangeschaft. Ook niet voor die prijs. Het zegt mij helemaal niets. We hebben nooit iets gekocht voor € 65.000,-. Al helemaal niet contant. lk denk dat die [verdachte] creatief is geweest en op internet heeft lopen zoeken en iets in elkaar geknutseld heeft. We hebben nooit de partijen aangeschaft die u noemt. En al helemaal niet voor die prijs. lk heb dat geld niet eens. We zijn een startend bedrijf, we hebben dat geld niet zomaar liggen. Als we voor zoveel geld iets willen kopen, dan moeten we dat financieren en dan zou het ook via de bank gaan en zeker niet contant”. [126]
[naam 14] is op 18 april 2024 als getuige bij de rechter-commissaris gehoord. Hij heeft toen het volgende verklaard: Hij blijft bij zijn verklaring tegenover de politie, hij heeft toen de waarheid verteld. [naam 14] is DGA van [bedrijf 1] . Er werken nog twee andere personen. Eens per week wordt gezamenlijk met de drie personen doorgelopen wat er betaald moet worden en dan wordt er betaald. Ze bespreken gezamenlijk één keer in de week de debiteuren en crediteuren. De aan hem door de rechter-commissaris getoonde factuur die door [verdachte] als bijlage bij de witwasbrief is gestuurd, noemt hij een ‘lachwekkend in elkaar gedraaid MS Word documentje’ dat er niet uitziet als de door zijn bedrijf gebruikte facturen. Hij heeft daarbij een voorbeeld van een factuur van zijn bedrijf getoond waarvan wordt opgetekend dat de rechter-commissaris en de advocaat van [verdachte] zien dat dit een ander format betreft. [127]
Het [telefoonnummer 4] in gebruik bij [verdachte] is afgetapt. Op 30 januari 2023 vindt tussen [verdachte] en ene ‘ [naam 15] ’ het volgende gesprek plaats over warmtepanelen:
[verdachte] : Ik heb er ook nog een paar honderd (100) staan.
[naam 15] : Ja dan ben je ze niet kwijt.
[verdachte] : Neeeh..
[naam 15] : Ik zag toen een keer een advertentie voorbíj komen dat je ze allemaal te koop aanbod […]
[verdachte] : Vijfhonderd (500) euh.. panelen en tweehonderd (200) spiegels, zevenhonderd (700) stuks.
[naam 15] : Had je ze wel verkocht toen.
[verdachte] ; Neehh. ik heb niks verkocht. […] Alles staat er nog. [128]
De rechtbank stelt vast dat [verdachte] gebruik heeft gemaakt van de factuur, een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, om tegenover de politie de herkomst van het aangetroffen contante geldbedrag van € 65.375,00 te verklaren. De factuur is volgens [verdachte] door [bedrijf 1] opgemaakt vanwege de inkoop van warmtepanelen en spiegels. Uit de factuur zou blijken dat [bedrijf 1] de warmte-elementen heeft gekocht en het bedrag contant heeft voldaan. Uit de verklaring van [naam 14] blijkt dat de factuur vals is: de factuur is niet opgemaakt door [bedrijf 1] , [bedrijf 1] heeft geen panelen van [verdachte] /zijn bedrijf verkocht en daarvoor geen contant geld betaald. Deze verklaring wordt bevestigd door het tapgesprek, waarin [verdachte] op 31 januari 2023, dus ruim na de op de factuur genoemde verkoopdatum en datum waarop de contante betaling zou zijn gedaan, zegt dat hij van de warmte-elementen niets verkocht heeft. Nu er in werkelijkheid ten aanzien van de panelen geen koopovereenkomst met Warner tot stand is gekomen en geen contant geld is verstrekt kan het niet anders zijn dan dat [verdachte] wist dat de factuur vals was.
Nu niet met zekerheid valt vast te stellen wie de factuur heeft opgemaakt en/of doen opmaken en wat de precieze betrokkenheid van [verdachte] daarbij was, wordt hij van dat onderdeel van de tenlastelegging vrijgesproken.
Bewezen is dat [verdachte] in de periode vanaf augustus 2022 tot 3 februari 2023 onder meer, kort gezegd, in vereniging harddrugs heeft vervaardigd en verkocht. Het is een feit van algemene bekendheid dat daarmee grote, vaak contante, geldbedragen worden verdiend. Bij [verdachte] is een groot contant geld bedrag aangetroffen, van € 65.375,00. Hij heeft desgevraagd een (schriftelijke en ter terechtzitting een mondelinge) verklaring afgegeven over de herkomst van dit geldbedrag. Uit de vorenstaande bewijsmiddelen blijkt dat deze verklaringen vals zijn. Een andere legale herkomst van dit geld is niet gegeven.
Temeer nu [verdachte] een leugenachtige verklaring heeft afgegeven over de herkomst van het geld, ondersteund met een valse factuur acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat het geld afkomstig is uit de bewezenverklaarde opiumwetdelicten en [verdachte] dat contante geld aanwezig had, terwijl hij wist dat het afkomstig was uit enig eigen misdrijf.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder de feiten 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegdeheeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 januari 2020 tot 3 februari 2023, althans op één of meer verschillendetijdstippen in de periode van
1 augustus 2022tot en met 3 februari 2023, in de gemeente [plaats 3] en/of elders in Nederland en/of in België (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of anderen
en/of alleen,(telkens) opzettelijk heeft/hebben verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd
en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd en/of binnen
of buitenhet grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht,
dan wel aanwezig heeft/hebben gehad
(een) (aanzienlijke) hoeveelhe(i)d(en) MDMA en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of cocaïne althans (telkens) (een) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende MDMA en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of cocaïne zijnde MDMA en/of metamfetamine en/of amfetamine en/of cocaïne (telkens) een middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2.
hij op
of omstreeks3 februari 2023 in de gemeente [plaats 3]
(o.a. in perceel [adres 2] ) en/of eldersin Nederland
tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen,opzettelijk aanwezig heeft
/hebbengehad,
- 67 pillen, bevattende MDMA en/of
- 295,90 gram MDMA
althans een) (aanzienlijke) hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMAzijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
3.
hij
op een of meer tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van
1 september 2022tot en met 3 februari 2023, in de gemeente [plaats 3] en/of elders in Nederland van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers
hebben/heeft hij, verdachte,
(telkens
)tezamen en in vereniging met een ander of anderen ,
althans alleen (telkens) (van
) (een) geldbedrag
(en), waaronder:
- Een geldbedragvan
(ongeveer)€ 109.440,= (periode september 2022 t /m januari 2023) en/of
- Een geldbedrag van (ongeveer) € 191.828,= (periode april 2019 t /m november 2020) en/of
- Een geldbedrag van (ongeveer) € 65.375,= ( 3 februari 2023) en/of
- Een geldbedrag van (ongeveer) 1.300,= en/of een geldbedrag van (ongeveer) € 1.580,= (3 februari 2023) , althans (van) een of meer (grote) geldbedrag(en) en/of (van) een of meer andere voorwerp(en)
(sub a)
(telkens) de werkelijke aard en
/ofherkomst
en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsingverborgen en
/ofverhuld en
/of (telkens) verborgen en
/ofverhuld wie de rechthebbende op dat
/diegeldbedrag
(en)was
en/of (telkens) verhuld wie dat/die geldbedrag(en) voorhanden haden/of
(sub b)
(telkens
) verworven en/ofvoorhanden gehad en
/ofovergedragen en/
ofomgezet
en/of gebruik gemaakt
terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) wist(en) dat
die/dat geldbedrag
(en) en/of dat/die voorwerp(en)geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
waren/was uit enig
(eigen)misdrijf.
4.
hij in of omstreeks de periode van 3 februari 2023 tot en met 25 september 2023 in de gemeente Doetinchem en/of ’s-Hertogenbosch , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen een (verkoop) factuur (met factuurnummer [factuurnummer 1] /datum 04-01-2023) , betreffende – zakelijk weergegeven- de verkoop door verdachte tegen contante betaling aan het [bedrijf 1] van 125 verwarmingspanelen en 100 spiegels voor een totaalbedrag van € 65.000,= zijnde een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst en/of valselijk heeft doen opmaken en/of heeft doen vervalsen, immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), valselijk en in strijd met de waarheid genoemde factuur opgemaakt/ laten opmaken, terwijl er in werkelijkheid geen verkoop (tegen contante betaling) van voornoemde goederen door verdachte aan het [bedrijf 1] heeft plaatsgevonden zulks met het oogmerk om dit geschrift als echt en onvervalst te gebruiken en/of door anderen te doen gebruiken.
en/of
hij op of omstreeks 25 september 2023 in de gemeente Doetinchem en/of ’s-Hertogenbosch, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleenopzettelijk gebruik heeft gemaakt van
en/of opzettelijk heeft afgeleverd en/of voorhanden heeft gehadeen
valsefactuur, te weten een (verkoop) factuur (met factuurnummer [factuurnummer 1] /datum 04-01-2023), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware het echt en onvervalst, bestaande die valsheid
of vervalsinghierin dat valselijk en in strijd met de waarheid genoemde factuur (onder meer) - zakelijk weergegeven – was vermeld de verkoop door verdachte tegen contante betaling aan het [bedrijf 1] van 125 verwarmingspanelen en 100 spiegels voor een totaalbedrag van € 65.000,= en bestaande dat gebruikmaken en/of afleveren hierin dat hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s),genoemde factuur heeft
/hebbenverstrekt en/of heeft
/hebbendoen verstrekken aan de politie (onderzoeksteam Picture) terwijl hij, verdachte,
en/of zijn mededader(s)wist
(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoedendat deze factuur bestemd was tot gebruik als ware dit geschrift echt en onvervalst.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A, B, C en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:
medeplegen van gewoontewitwassen;
feit 4:
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf met een duur van 8 jaar, met aftrek van het voorarrest, en dat de vorderingen op de bank van [bedrijf 5] (€45.406,79) en van [bedrijf 4] (€ 7.505,54) en de twee inbeslaggenomen “Exclu-telefoons” verbeurd worden verklaard.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft aangevoerd dat [verdachte] first offender is, dat hij sinds zijn schorsing niet verder in aanraking is gekomen met politie en justitie en dat reclassering het recidiverisico laag acht en er op heeft gewezen dat als een gevangenisstraf wordt opgelegd de gevolgen voor het bedrijf van [verdachte] , zijn partner en zijn stiefdochter groot zijn. De raadsman heeft bepleit dat daarom, in het geval van strafoplegging, wordt volstaan met een gevangenisstraf voor de duur van het voorarrest, althans met een gevangenisstraf van een zo beperkt mogelijke duur.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte is maanden betrokken geweest bij de productie van en handel in forse hoeveelheden synthetische drugs (zoals MDMA en amfetamine) en was betrokken bij meerdere drugslocaties. Deze criminele activiteiten vonden plaats in georganiseerd verband, waarbij bewust heimelijk werd gecommuniceerd via cryptotelefoons om politie en justitie buiten het zicht te houden. Daarnaast heeft verdachte meerdere kilo’s MDMA voorhanden gehad.
Verdachte is hiermee mede verantwoordelijk voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. De productie van synthetische drugs, de ongecontroleerde opslag van chemicaliën ten behoeve van deze productie en de dumpingen van drugsafval brengen grote veiligheidsrisico’s en risico’s voor de volksgezondheid met zich. Het is ook algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs grote gezondheidsrisico’s met zich mee brengt voor de gebruikers van deze drugs, dat voornoemde drugs kunnen leiden tot een lichamelijke of geestelijke verslaving en dat verslaafde gebruikers misdrijven plegen om aan geld te komen om in hun verslaving te kunnen voorzien. Het is tot slot ook een feit van algemene bekendheid dat de productie van en handel in synthetische drugs in handen is van grote, georganiseerde criminele verbanden die daarmee grote winsten maken en hun belangen in deze handel en productie beschermen met geweld en bedreiging met geweld. Dit zijn maatschappij-ontwrichtende feiten. Verdachte en zijn medeverdachten konden ook daadwerkelijk over vuurwapens beschikken.
Naast deze feiten heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan witwassen van een geldbedrag van ruim 100.000 euro. Ook heeft verdachte gebruik gemaakt van een valse factuur door deze aan de politie te verstrekken als ontlastend bewijsmiddel in het onderzoek naar hem.
Verdachte heeft zich niet bekommerd om de maatschappelijke gevolgen van zijn handelen. Hij heeft slechts oog voor eigen financieel gewin gehad.
Gelet op de forse hoeveelheden synthetische drugs die is aangetroffen, de grote omvang van de productielocaties en de hoge mate van professionaliteit waarop werd samengewerkt, is geen andere straf dan een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf in deze zaak aan de orde.
Alles overziend zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen van 6 jaar met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De rechtbank zal de twee telefoons die aan verdachte toebehoren en met behulp waarvan feit 1 is begaan, verbeurd verklaren. De rechtbank zal de teruggave van de twee vorderingen (€ 45.406,79 t.n.v. [bedrijf 5] en € 7.505,54 t.n.v. [bedrijf 4] .) aan de rechthebbende gelasten omdat zij niet kan beoordelen waaruit de vorderingen zijn verkregen en daarom geen strafvorderlijk belang zich tegen teruggave verzet.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47, 55, 57, 225, 420bis en 420ter van het Wetboek van Strafrecht en
- 2 en 10 van de Opiumwet.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
6 jaar;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd de voorwerpen:
- 1 telefoon (ONRAA22047-755993, Apple)
- 1 telefoon (ONRAA22047-755998, Apple) en
 gelast de teruggave aan de rechthebbende:
- de vordering van € 45.406,79 t.n.v. [bedrijf 5] en
- de vordering van € 7.505,54 t.n.v. [bedrijf 4] .
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. van Leeuwen (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. A. Bonder, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van der Velden en mr. L.H.M. van Keulen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 juli 2024

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ONRAA22047 (Picture), gesloten op 3 oktober 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 78-80 (map 1).
3.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 81-85 (map 1).
4.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 85 (map 1).
5.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 86-87 (map 1).
6.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 80-81 (map 1).
7.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 86-87 (map 1).
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2485-2486 (map 7); CIOT-bevraging, p. 2492-2493 (map 7).
9.Algemeen proces-verbaal 26Lytham, p. 498 (map 3).
10.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 7] , p. 229 (map 1).
11.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 7] , p. 227 (map 1).
12.CIOT-bevraging, p. 2492-2493 (map 7).
13.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 7] , p. 227 (map 1).
14.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 7] , p. 227-228 (map 1); proces-verbaal van bevindingen, p. 2414 en 2417 (map 7).
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2748-2749 (map 8).
16.Een geschrift, zijnde het tapverslag nummer TA002, sessie 62, d.d. 18-12-2022 18:29:07, p. 2409-2412 (map 7).
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2479-2480 (map 7); proces-verbaal van bevindingen, p. 2472-2473 (map 7).
18.CIOT-bevraging, p. 2492-2493 (map 7).
19.Proces-verbaal van bevindingen [accountnaam 8] , p. 148-152 (map 1).
20.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 92 (map 1).
21.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 92 (map 1).
22.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 92-93 (map 1); proces-verbaal van bevindingen, p. 3611-3612 (map 9).
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 3611-3612 (map 9).
24.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 93-94 (map 1).
25.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 96 (map 1).
26.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [accountnaam 3] , p. 90 (map 1).
27.Uittreksel handelsregister Kamer van Koophandel p. 187, (map 1).
28.Proces-verbaal van bevindingen samenwerking [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , p. 2394-2395 (map 7).
29.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 9] [medeverdachte 2] , p. 180-182 (map 1); CIOT-bevraging, p. 185 (map 1).
30.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 9] [medeverdachte 2] , p. 182 (map 1); CIOT-bevraging, p. 186 (map 1); uittreksel KvK ‘ [accountnaam 18] ’, p. 191-192 (map 1).
31.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 9] [medeverdachte 2] , p. 183 en 197 (map 1).
32.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 9] [medeverdachte 2] , p. 183 (map 1).
33.Proces-verbaal van bevindingen PV ID [accountnaam 17] , p. 204 (map 1).
34.Proces-verbaal van bevindingen PV ID [accountnaam 17] , p. 204-205 (map 1).
35.Proces-verbaal van bevindingen PV ID [accountnaam 17] , p. 205 (map 1).
36.Proces-verbaal van binnentreden, p. 8027-8033 (map 22); proces-verbaal veiligstellen gegevens, p. 4363-4364 (map 11).
37.Proces-verbaal van binnentreden, p. 8027-8033 (map 22); proces-verbaal van bevindingen zaaksdossier 3, p. 4204; proces-verbaal dactyloscopisch en DNA-vooronderzoek aan telefoon, p. 4367-4370; deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek, p. 4375-4377 (map 11).
38.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 19] – [accountnaam 21] , p. 211 (map 1).
39.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 19] – [accountnaam 21] , p. 212 (map 1).
40.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 19] – [accountnaam 21] , p. 211 (map 1).
41.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 19] – [accountnaam 21] , p. 211 (map 1).
42.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 19] – [accountnaam 21] , p. 211 (map 1).
43.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 19] – [accountnaam 21] , p. 207-211 (map 1).
44.Mutatierapport, p. 223-224 (map 1).
45.Proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming p. 8007-8011 (map 22).
46.Proces-verbaal veiligstellen gegevens 1271, p. 5581-5582 (map 15).
47.Proces-verbaal gebruikersnaam, p, 5216 (map 14).
48.Verklaring van verdachte [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 21 mei 2024.
49.Proces-verbaal gebruikersnaam, p. 5216-5217 (map 14).
50.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [accountnaam 1] [verdachte] , p. 158-159 (map 1); CIOT-bevraging, p. 165 (map 1).
51.Verklaring van verdachte [verdachte] afgelegd ter terechtzitting van 21 mei 2024.
52.Proces-verbaal gebruikersnaam, p. 5520-5521 (map 14).
53.Proces-verbaal Exclu-ID [accountnaam 1] [verdachte] , p. 161-162 (map 1).
54.Proces-verbaal overeenkomsten [verdachte] en [accountnaam 1] , p. 5210-5211 (map 14).
55.Proces-verbaal aanvraag en verstrekking Exclu-ID [accountnaam 2] , p. 113-116 (map 1).
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 4552-4553 (map 12).
57.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 28] , p. 99-100 (map 1).
58.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 28] , p. 100 (map 1).
59.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 28] , p. 101 (map 1).
60.Proces-verbaal van bevindingen [accountnaam 28] Encrochat, p. 6648, 6656-6658 (map 18).
61.Proces-verbaal van bevindingen [accountnaam 28] Encrochat, p. 6659 (map 18).
62.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [accountnaam 28] , p. 100 (map 1).
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 6758-6766 100 (map 18).
64.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [bijnaam 1] ’, p. 6675-6676 (map 18).
65.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [bijnaam 1] ’, p. 6663-6664 (map 18).
66.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [bijnaam 1] ’, p. 6672-6674 (map 18).
67.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [bijnaam 1] ’, p. 6661 (map 18).
68.Proces-verbaal van bevindingen inhoud iPhone [medeverdachte 6] , p. 6894 (map 18).
69.“pillekes proat, ABC van het drugsjargon”, opgesteld door materiedeskundigen synthetische drugs bij de Afdeling Specialistische Ondersteuning van de Dienst Landelijke Recherche, onderdeel van het Cluster Synthetische Drugs p. 3416-3429 (map 9).
70.Proces-verbaal 944, p. 2248-2249 (map 7).
71.Proces-verbaal van bevindingen 934, p. 3239 (map 8).
72.Proces-verbaal van bevindingen 934-1, p. 3250, 3256 (map 8).
73.Proces-verbaal van bevindingen 66, p. 5243-5245 (map 14).
74.Proces-verbaal van bevindingen 66, p. 5251 en 5254 (map 14).
75.Proces-verbaal van bevindingen 1242, p. 3267 (map 8).
76.Proces-verbaal van bevindingen 66, p. 5254 en 5255 (map 14).
77.Proces-verbaal van bevindingen 136, p. 3179-3235 (map 8).
78.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1] , p. 6733 (map 18).
79.Proces-verbaal van verhoor [getuige 1] bij de rechter-commissaris, p. 2-3.
80.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] , p. 5310-5311 (map 14).
81.Proces-verbaal van bevindingen 2022470850-11, p. 6719 (map 18); proces-verbaal van bevindingen 2022470850-12, p. 6722 (map 18).
82.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/ [plaats 1] , p. 3003 (map 8).
83.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/ [plaats 1] , p. 3004-3011 (map 8); NFI-rapport drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 10 januari 2023 op de locatie [adres 18] te [plaats 1] d.d. 11 april 2023, p. 3032-3034 (map 8).
84.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/ [plaats 1] , p. 3004-3010 (map 8).
85.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/ [plaats 1] , p. 3010-3011 (map 8).
86.Proces-verbaal van bevindingen PVB100, p. 3546 (map 9).
87.Proces-verbaal van bevindingen PVB100, p. 3547 (map 9).
88.Proces-verbaal van bevindingen PVB100, p. 3547 (map 9).
89.Proces-verbaal van bevindingen 27032023.1353, p. 5321 (map 14).
90.Proces-verbaal van bevindingen, p. 5170 (map 14).
91.De verklaring van verdachte [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 21 mei 2024.
92.Proces-verbaal van bevindingen 1294, p. 5316-5318 (map 14).
93.Proces-verbaal LFO 2022522901/picture/ [plaats 3] / [adres 3] , p. 4030-4033 (map 10).
94.Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 3 februari 2023 op de locatie [adres 3] te [plaats 3] d.d. 15 juni 2023, p. 5670-5671 (map 15) en proces-verbaal onderzoek verdovende middelen, p. 5637-5638 (map 15).
95.Drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 3 februari 2023 op de locatie [adres 3] te [plaats 3] d.d. 15 juni 2023, p. 5672 e.v. (map 15).
96.De verklaring van verdachte [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 21 mei 2024.
97.Proces-verbaal van bevindingen, p. 4416 e.v. (map 11).
98.Proces-verbaal van bevindingen 75, p. 5263 e.v. (map 14).
99.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2397 (map 1).
100.CIOT-bevraging, p. 2492-2493 (map 7).
101.Proces-verbaal bevindingen gebruikersnaam, p. 5220-5223 (map 14).
102.Proces-verbaal veiligstellen gegevens, p. 5581-5582 (map 15) en proces-verbaal bevindingen 1438, p. 5584-5585 (map 15).
103.Proces-verbaal bevindingen 1438, p. 5586 (map 15).
104.Proces-verbaal bevindingen 1438, p. 5587-5588 (map 15).
105.Proces-verbaal van bevindingen 1438, p. 5585-5586 (map 15).
106.De verklaring van verdachte [verdachte] , afgelegd ter terechtzitting van 21 mei 2024.
107.Proces-verbaal van bevindingen p. 8007-8008 (map 21); proces-verbaal van doorzoeking op 3 februari 2023 door de rechter-commissaris, p.8022-8023 (map 21); proces-verbaal verklaring [naam 1] , p. 7453 (map 29).
108.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 mei 2024.
109.Proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 6982, en p. 7034-7038 (map 19).
110.Proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 6985, en p. 7040-7052 (map 19).
111.Proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 6986 en 7116-7118 (map 19).
112.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7121 (map 20).
113.Proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 6983-6984, 6991, 7178-7179 en 7193-7206 (mappen 19, 20).
114.Proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 7241-7242 en 7156-7267 (map 20).
115.Proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. 7241-7242 en 7156-7267 (map 20).
116.Proces-verbaal van bevindingen met bijlagen, p. p. 7322-7326 (map 20); verklaring van [verdachte] afgelegd ter terechtzitting op 22 mei 2024.
117.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7122-7126 (map 20).
118.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7176 (map 20).
119.Proces-verbaal van bevindingen, p. 6995-7001 (map); proces-verbaal van bevindingen p. 7243, 7285-7293 (map 20).
120.Proces-verbaal van bevindingen, p. 6997-6999 (map 19).
121.Proces-verbaal van bevindingen, p. 6999 (map 19); schriftelijk bescheid, tapverslag p. 7329 (map 20).
122.Proces-verbaal van bevindingen, p. 8007-8008 (map 21); proces-verbaal van doorzoeking op 3 februari 2023 door de rechter-commissaris, p. 8022-8023 (map 21); proces-verbaal verklaring [naam 1] p. 7453 (map 20).
123.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 mei 2024.
124.Schriftelijk bescheid, verklaring [verdachte] , p.7464 (map 20); schriftelijk bescheid, factuur, p. 7490 (map 20).
125.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 22 mei 2024.
126.Proces-verbaal van bevindingen p. 7462-7463 (map 20).
127.Proces-verbaal rechter-commissaris in strafzaken rechtbank Gelderland van verhoor getuige [getuige 3] 18 april 2024.
128.Proces-verbaal van bevindingen, p. 7024 (map 19); schriftelijk bescheid, tapverslag p. 7496 (map 20).