ECLI:NL:RBGEL:2024:4202

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
4 juli 2024
Publicatiedatum
4 juli 2024
Zaaknummer
05.124494.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M.A. van Leeuwen
  • T.P.E.E. van Groeningen
  • A. Bonder
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van leden van een drugsbende uit de Achterhoek en Almere voor betrokkenheid bij drugslabs

Op 4 juli 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen zeven mannen, variërend in leeftijd van 37 tot 59 jaar, die betrokken waren bij een drugsbende in de Achterhoek en Almere. De rechtbank heeft hen veroordeeld tot gevangenisstraffen van maximaal acht jaar voor hun rol in de productie en distributie van synthetische drugs in Nederland en België. Een 35-jarige man uit Doetinchem kreeg een deels voorwaardelijke celstraf, taakstraf en geldboete voor het handelen in synthetische drugs en het in bewaring nemen van drugs voor een ander. Tijdens het proces zijn verschillende bewijsstukken gepresenteerd, waaronder chatberichten en analyses van telefoons die aan de verdachten toebehoorden. De rechtbank concludeerde dat de verdachten op grote schaal betrokken waren bij de productie van MDMA, amfetamine en andere verdovende middelen, wat leidde tot aanzienlijke risico's voor de volksgezondheid en veiligheid. De rechtbank heeft de straffen opgelegd met inachtneming van de ernst van de feiten en de maatschappelijke impact van de drugshandel.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/124494-23
Datum uitspraak : 4 juli 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1977 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] [postcode] in [woonplaats 1] .
Raadsman: mr. R.A.C. Frijns, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met 10 januari 2023 in de gemeente Didam (in perceel [adres 2] ) en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) opzettelijk heeft/hebben verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervaardigd en/of aanwezig heeft/hebben gehad een) (aanzienlijke) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA en/of delta-9-THC en/of delta-8- THC zijnde amfetamine en/of MDMA en/of delta-9- THC en/of delta 8- THC (telkens) een middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2.
hij op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot 7 juni 2021
in de gemeente Doetinchem en/of elders in Nederland en/of in Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht en/of (telkens) opzettelijk heeft/hebben verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd
en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, dan wel aanwezig heeft/hebben gehad
(een) (aanzienlijke) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende) MDMA en/of amfetamine en/of cocaine en/of heroïne zijnde MDMA en/of amfetamine en/of cocaine en/of heroïne (telkens) een middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan beide tenlastegelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit van feit 1. [verdachte] is slechts de huurder van de [adres 2] in Didam en heeft die ruimte onderverhuurd. Hij wist niets van het drugslab af. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat dat wel het geval was. Daar waar in gesprekken over [naam 1] gesproken wordt, kan niet worden uitgesloten dat daar iemand anders dan [verdachte] mee werd bedoeld en er is ook onvoldoende bewijs dat [verdachte] degene is die wordt aangeduid als ‘ [naam 2] ’ en/of ‘ [naam 3] ’. De aangetroffen DNA-sporen zijn niet delict-gerelateerd en verplaatsbaar en passen prima bij het scenario dat [verdachte] enkel eenmalig op die locatie is geweest als huurder en onderverhuurder in verband met problemen met de Cv-ketel.
Ten aanzien van feit 2 geldt dat uit de verklaring van [verdachte] volgt dat er in de tenlastegelegde periode wel verkennende gesprekken zijn geweest over drugs maar dat toen geen van de daarin genoemde verdovende middelen is geproduceerd, verwerkt, verkocht, afgeleverd, vervoerd of vervaardigd en dat [verdachte] die toen ook niet aanwezig had. Uit de gesprekken en de rest van het dossier volgt niet dat het door [verdachte] geschetste beeld onjuist is. Ook van dat feit moet hij worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
Voordat de rechtbank zal ingaan op de ten laste gelegde feiten, volgt eerst een aantal algemene overwegingen met betrekking tot hetgeen uit het dossier naar voren komt.
Identificatie accounts
Het openbaar ministerie gaat ervan uit dat er voor het vervaardigen van en de handel in synthetische drugs en de precursoren diverse telefoonnummers en encrypted (-telefoons met bijbehorende) accounts zijn gebruikt en koppelt deze aan een of meerdere verdachten in het onderzoek. De rechtbank zal in deze paragraaf per telefoon(nummer)/account hierop ingaan.
( a)
[medeverdachte 1]
Encrochat ( [accountnaam] , hierna: [naam 4] )
 Op 2 april 2020 stuurt [naam 5] naar [naam 4] : ‘Ben je al klaar met bouwen’, ‘Muren al omhoog’. [naam 4] reageert: ‘Nee man’, ‘Ja dah wel’, ‘Timmerman is er’. Op 23 april 2020 stuurt [naam 4] naar [naam 6] : ‘Rij vanavond bij je langs (…) want heb voeger hier’. De politie heeft onderzoek gedaan naar de woning van [medeverdachte 1] op het adres [adres 3] te [plaats 2] . Een foto van Google Street View van mei 2018 waarop de achterzijde van de woning zichtbaar is, is vergeleken met een foto afkomstig uit een Funda verkoopadvertentie van [adres 4] 2021 van de naastgelegen woning nummer [huisnummer 1] . Op die foto is tevens de achtertuin van nummer [huisnummer 2] zichtbaar. Daarop is een uitbouw in de tuin te zien die er in 2018 nog niet stond. [2] Hieruit volgt dat die aanbouw in de tussengelegen periode is gebouwd, wat past bij de inhoud van de door [naam 4] verstuurde berichten en de periode waarin deze zijn verstuurd.
 Op 8 april 2020 voert [naam 4] een gesprek met [naam 5] . [naam 4] noemt ‘ [naam 7] ’. Op 9 april 2020 laat [naam 5] weten dat de chauffeur er is, waarop [naam 4] stuurt dat hij er over twee minuten is. Daarna stuurt [naam 4] een foto. Op die foto is een Coop -filiaal te zien waarvan het uiterlijk volgens de politie -gelet op de buitengevel en de parkeerplaats- overeenkomt met dat van de Coop aan de [adres 5] /het [adres 6] in [plaats 2] . De reistijd tussen het adres van [medeverdachte 1] en het Coop -filiaal is 3 minuten. [3] Hieruit volgt dat de reistijd van [naam 4] nagenoeg overeenkomt met de reistijd vanaf de woning van [medeverdachte 1] .
 In diverse chatgesprekken (op 7, 8, 9 april en 29 mei 2020) waarbij [naam 4] betrokken is, wordt gesproken over [plaats 2] , ook wel afgekort als ‘ [plaats 2] ’. Ook volgt uit een analyse van de metadata van het account van [naam 4] dat tegencontacten dit contact onder meer hebben opgeslagen onder de namen: ‘ [naam 8] ’ en ‘ [naam 9] ’. [4] [medeverdachte 1] woont in [plaats 2] . [5]
 Op 24 april 2020 stuurt [naam 4] aan [naam 6] : ‘Ga niet naar [naam 10] , ‘Vanavond’. De partner van [medeverdachte 1] heet [naam 10] . [6]
 De meest gebruikte zendmastlocaties van het account [naam 4] zijn [adres 7] , [adres 8] en de [adres 9] in [plaats 2] . Deze mastlocaties geven theoretisch dekking aan de [adres 3] in [plaats 2] . Dit betreft het adres waarop [medeverdachte 1] staat ingeschreven. [7]
Exclu: [naam 11] ( [CSN-nummer 1] ) met als opvolger [naam 12] ( [CSN-nummer 2] )
[naam 11] ( [CSN-nummer 1] )
 Bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 3] in [plaats 2] is een iPhone 12 aangetroffen in een lade onder de combimagnetron. De telefoon is door de politie onderzocht. ‘Device name’ van dit toestel is ‘Iphone van [naam 12] ’ en het toestel heeft IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] . Ook is op de telefoon een Exclu-account aangetroffen met het CSN-nummer [CSN-nummer 1] en de gebruikersnaam ‘ [naam 11] ’. Het telefoonnummer dat in het toestel zit, is [telefoonnummer 1] . Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 1] . [8]
Een Exclu-account was gebonden aan één device en kon niet tegelijkertijd op een ander device worden gebruikt. [9]
Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat de telefoon waarop het Exclu-account [naam 11] staat, is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 1] , waarbij er in de telefoon (gebruikers)gegevens staan die direct verwijzen naar [medeverdachte 1] .
 Op 29 september 2022 laat [naam 13] aan [naam 14] weten ‘Bwen nu bij [naam 11] ’. [naam 13] maakt op dat moment gebruik van het IP-adres [IP-adres 1] . Dit IP-adres is gekoppeld aan het adres [adres 3] in [plaats 2] . Op dit adres staat [medeverdachte 1] ingeschreven. [10]
 Op 12 oktober 2022 heeft [naam 11] contact met [naam 14] waarbij [naam 11] aangeeft ‘Morgen gaat de boot eruit’, ‘Maar moet coevor’. Uit gegevens van de RDW blijkt dat [medeverdachte 1] een vaartuig op zijn naam heeft staan. [11] De historische verkeersgegevens zijn opgevraagd van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] . Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 1] . [12] Uit deze gegevens blijkt dat dit telefoonnummer op 13 oktober 2022 (om 12:30, 12:38 en 12:52 uur) gebruik maakt van een mastlocatie aan de [adres 10] in Coevorden. [13] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer 2] en dat dit telefoonnummer op dezelfde datum als [naam 11] een reisbeweging maakt, die past bij de inhoud van de berichten van [naam 11] .
 Op 15 november 2022 stuurt [naam 11] naar [naam 15] ( [CSN-nummer 3] ) ‘Ik ben dit weekend in Dubai’. Op 17 november 2022 stuurt [naam 11] naar [naam 16] ( [CSN-nummer 4] ) ‘Vandaag Dubai’. Op 18 november 2022 laat [naam 11] aan [naam 15] weten ‘Ben net geland’. Uit de historische verkeersgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 2] (waarvan de rechtbank zojuist heeft vastgesteld dat [medeverdachte 1] daarvan de gebruiker is) blijkt dat dit telefoonnummer op 18, 19 en 20 november 2022 gebruik heeft gemaakt van mastlocaties in Dubai. [14] In de Mercedes-Benz ( [kenteken 1] ), die stond geparkeerd op het plein voor de [adres 3] in [plaats 2] en is geopend met een autosleutel uit die woning, is een boardingpass gevonden op naam van [medeverdachte 1] . Het betrof een vlucht op 17 november 2022 van Düsseldorf naar Dubai. Daarnaast is in de woning aan de [adres 3] in [plaats 2] een paspoort op naam van [medeverdachte 1] gevonden met daarin een in-reis stempel van UAE (United Arab Emirates) van 18 november 2022. [15] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] in Dubai is geweest in de periode dat [naam 11] daarover berichten stuurt.
 Op 17 november 2022 laat [naam 11] aan contact [naam 16] ( [CSN-nummer 1] ) weten ‘Ik ben paar weken offline’ (…) ‘ [kliniek] ’. Op het Facebook-account (‘ [naam 17] ’) van [medeverdachte 1] is op 22 november 2022 om 10:12 uur het bericht geplaatst ‘Een paar weken offline’. In een getapt telefoongesprek d.d. 18 december 2022 ( [telefoonnummer 2] ) geeft [medeverdachte 1] aan dat hij tot 3 januari 2023 in een verslavingskliniek zit. [16]
[naam 12] ( [CSN-nummer 2] )
 Bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres 3] in [plaats 2] is ook een iPhone 13 in beslag genomen. Deze is aangetroffen op een statafel in de woonkamer. De telefoon is door de politie onderzocht. Device name van dit toestel is ‘Iphone van [medeverdachte 1] ’ en de username van deze telefoon is [naam 18] . Op de telefoon is een Exclu-account aangetroffen met het CSN-nummer [CSN-nummer 2] en de gebruikersnaam ‘ [naam 12] ’. Het telefoonnummer dat in dit toestel (IMEI [IMEI-nummer 2] ) zit, is [telefoonnummer 2] . [17] Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 1] . [18] De rechtbank heeft hiervoor al vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van dit telefoonnummer. Daarbij stelt de rechtbank nu verder vast dat dit telefoonnummer in hetzelfde toestel zit als het Exclu account [naam 12] , dat dit toestel is aangetroffen in de woning van [medeverdachte 1] en als device name heeft ‘Iphone van [medeverdachte 1] ’, zijnde de voornaam van [medeverdachte 1] .
 Op 21 november 2022 om 17:28 uur is het account [naam 12] online. [naam 11] vraagt om 18:06 uur aan [naam 13] ‘Hoi wil je mij accepteren [naam 12] ’. Om 18:08 antwoordt [naam 13] met ‘Ja’. Enkele seconden later start [naam 13] een chat met [naam 12] waarin bij een duimpje omhoog stuurt. Op 21 november 2022 om 18:11 uur stuurt [naam 16] aan [naam 11] ‘ [naam 11] ?’. [naam 11] antwoordt met ‘Ja [naam 4] ’. Op 21 november 2022 om 18:51 uur laat [naam 11] aan [naam 19] weten ‘Heb die andere tel bij me vanaf morgen’. Op 21 november 2022 om 18:45 uur vraagt [naam 19] aan [naam 12] ‘Is dit je nieuwe?’. [naam 12] bevestigt dit om 19:02 uur met ‘Yesss’. [19] Uit de onderlinge verwijzingen tussen/naar de accounts volgt dat dezelfde persoon gebruik maakt van de accounts [naam 12] , [naam 11] en [naam 4] .
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account ‘ [naam 4] ’ en de Exclu-accounts ‘ [naam 11] ’ en ‘ [naam 12] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 1] en anderen.
( b)
[medeverdachte 2]
Encrochat ( [naam 6] , hierna: [naam 6] )
 Uit een analyse van de metadata van het account [naam 6] blijkt dat tegencontacten dit contact hebben opgeslagen als onder meer: ‘ [naam 6] ’ en ‘ [medeverdachte 2] ’. [20] De (bij)naam ‘ [medeverdachte 2] ’ past bij de voornaam van [medeverdachte 2] .
 De gebruiker van het account [naam 6] maakte gebruik van het wachtwoord ‘ [wachtwoord] ’. [medeverdachte 2] is getrouwd met [naam 20] . Zij heeft twee kinderen, waarvan één kind genaamd [naam/wachtwoord] . [21]
 Op 19 mei 2020 laat [naam 6] aan [naam 21] weten ‘Ik zie je zo wel, ik kom ff naar makro’ (…) ‘Zilveren audi q5’. Op 12 juni 2020 laat [naam 6] aan [naam 22] weten ‘Audi q5 ernaast’. [medeverdachte 2] is op 29 april 2020 als bestuurder van een grijskleurige Audi Q5 ( [kenteken 2] ) gecontroleerd. [22] Het voertuig staat op naam van zijn echtgenote, [naam 20] . [23]
 Op 19 mei 2020 vraagt [naam 6] aan [naam 21] ‘Hoelaat kun je bij de makro zijn?’. [naam 21] vraagt ‘Duiven?’. Op 7 juni 2020 stuurt [naam 6] aan [naam 22] ‘Makro’. [naam 22] reageer ‘Ok’. Op 11 juni 2020 vraagt [naam 6] aan [naam 22] ‘Bro morgen 11 uur makro duiven’. De reistijd van de woning van [medeverdachte 2] ( [adres 11] in [woonplaats 2] ) naar de Makro in Duiven bedraagt volgens Google maps met een motorvoertuig zeven minuten. [24] De rechtbank stelt vast dat [medeverdachte 2] dicht bij de locatie woont waar vaker door [naam 6] wordt afgesproken.
 De meest gebruikte zendmastlocaties van het account [naam 6] ( [adres 12] [plaats 3] en [adres 13] Huissen) geven theoretisch dekking aan [adres 14] in [plaats 3]. Dit betreft het adres waarop [medeverdachte 2] staat ingeschreven. [25]
 Op 7 april 2020 laat [naam 6] aan [naam 5] weten ‘Ik ben vandaag jouw contact persoon, [naam 4] is onderweg’. Op 8 april 2020 laat [naam 5] aan [naam 6] weten ‘Ik had half tien afspraak met [naam 4] hier in wageningen’, ‘Maar zijn telefoon staat nog uit…’. Op 24 april 2020 laat [naam 23] aan [naam 6] weten ‘Me driver komt later me en me maat zijn deel oppakken’ (…) ‘ [naam 4] weet ervan’. [naam 6] laat weten ‘Het is al geregeld ik breng het zo naar [naam 4] ’. [26]
De rechtbank heeft vastgesteld dat [medeverdachte 1] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account [naam 6] . Los van het verband tussen de namen [naam 6] en [naam 4] , stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] beiden een bedrijf aan de [adres 15] in [plaats 2] hebben. Het bedrijf [bedrijf 2] . staat weliswaar alleen op naam van [medeverdachte 1] [27] , maar in de telefoon die bij [medeverdachte 2] is aangetroffen tijdens zijn aanhouding, is een afbeelding gevonden met daarop onder andere de tekst: [bedrijf 2] , [medeverdachte 2] , co-owner/manager en een e-mailadres. [28] [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werkten dus samen.
Exclu: [naam 13] ( [CSN-nummer 5] ) met als opvolger [naam 24] ( [CSN-nummer 6] )
[naam 13] ( [CSN-nummer 5] )
  • Uit een analyse van de metadata blijkt dat het account [naam 13] :
  • op 27 oktober 2022 om 00:03 uur gebruik maakt van het IP-adres [IP-adres 2] . Dit IP-adres is gekoppeld aan het adres [adres 14] in [woonplaats 2] , het adres waarop [medeverdachte 2] staat ingeschreven
op 2 november 2022 om 01:03 uur gebruik maakt van het IP-adres [IP-adres 3] . Dit IP-adres is gekoppeld aan ‘ [naam 25] ’ aan de [adres 15] in [plaats 2] . Dit bedrijf staat op naam van [medeverdachte 2] . [30] De rechtbank stelt vast dat [naam 13] zowel gebruikt maakt van het IP-adres van de woning van [medeverdachte 2] , als de locatie waar het bedrijf van [medeverdachte 2] is gevestigd.
 Op 1 november 2022 stuurt [naam 13] ‘Gmorgen bro, sorry voor de late reactie, druk hier met verhuizen van mijn moeder, maar verder alles goed’. Uit gegevens van de GBA blijkt dat [naam 26] , de moeder van [medeverdachte 2] , haar adres heeft gewijzigd per 22 oktober 2022. [31]
 Op 12 oktober 2022 stuurt [naam 13] : ‘Doe maar 13 uur [plaats 2] ’, ‘adres volgt’ (…) ’12.30 uur [adres 16] bij [bedrijf 3] in [plaats 2] ’. [32]
[naam 24] ( [CSN-nummer 6] )
 Op 13 januari 2023 laat [naam 13] aan [naam 27] weten ‘ [naam 24] is mijn nieuwe exclu’. [33]
 Op 1 februari 2023 laat [naam 24] aan [naam 28] weten ‘Bro ben tm dinsdag naar Lissabon, dus slecht bereikbaar, vanaf morgenochtend’. [naam 28] vraagt ‘Ok wie moet ik dan bericht stureb als ze willen bestellen’. [naam 24] reageert ‘Kan via [naam 13] , die heb ik bij me’. [34] Uit vluchtgegevens blijkt dat [medeverdachte 2] op 2 februari 2023 naar Portugal is gevlogen (en zou terugvliegen op dinsdag 7 februari 2023). [medeverdachte 2] is op 3 februari 2023 in Portugal aangehouden. [35]
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 2] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account ‘ [naam 6] ’ en de Exclu-accounts ‘ [naam 13] ’ en ‘ [naam 24] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 2] en anderen.
( c)
[medeverdachte 3]
Exclu: [naam 29] ( [CSN-nummer 7] ) met als opvolger [naam 27] ( [CSN-nummer 8] )
 Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres 17] in [plaats 4] zijn twee OPPO telefoons gevonden. Deze telefoons zijn door de politie onderzocht en op beide telefoons is een Exclu-account aangetroffen met CSN-nummer [CSN-nummer 8] en de gebruikersnaam ‘ [naam 27] ’. [medeverdachte 3] staat ingeschreven op dit adres. [36]
 Een van de OPPO-telefoon’s die bij de doorzoeking is aangetroffen (in een keukenlade, SIN [SIN-nummer 1] ) en het hoesje waarin die zat, zijn bemonsterd op humane biologische contactsporen. Er is één monster genomen van het scherm en de achterkant van het hoesje ( [SIN-nummer 2] ) en één van de achterkant van de telefoon en de binnenkant van de telefoon ( [SIN-nummer 3] ). In beide monsters is een DNA-mengprofiel aangetroffen afkomstig van celmateriaal van respectievelijk minimaal drie en twee donoren, van wie zeker één man. Van beide mengprofielen is een DNA-hoofdprofiel afgeleid van een man. [medeverdachte 3] is van beide monsters de mogelijke donor van het aangetroffen celmateriaal (DNA-hoofdprofiel). De frequentie van het DNA-hoofdprofiel is steeds kleiner dan één op één miljard. [37] De rechtbank is van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat de telefoon door [medeverdachte 3] werd gebruikt.
 Op 16 september 2022 stuurt [CSN-nummer 5] (
[naam 13]) aan [naam 29] : ‘ [naam 27] is je nieuwe toestel’. [38]
 Op 16 september 2022 laat [naam 27] aan [CSN-nummer 1] (
[naam 11]) weten ‘dit is de nieuwe van [naam 30] ’. [39]
 Op 18 september 2022 wordt de toegangscode van het Exclu-account ‘ [naam 27] ’ door [CSN-nummer 9] (
[naam 13]) medegedeeld aan [naam 29] in combinatie met de naam ‘ [naam 27] ’. [40]
 Op 19 september 2022 laat [naam 27] aan [CSN-nummer 10] weten dat hij ‘ [naam 29] ’ is. [41]
 Uit de metadata volgt dat [naam 29] actief is tot 18 september 2022 en [naam 27] actief is vanaf 16 september 2022. [42] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het Exclu-account ‘ [naam 29] ’ wordt opgevolgd door ‘ [naam 27] ’ en de gebruiker van deze accounts hetzelfde blijft.
 Op 12 oktober 2022 stuurt [naam 27] aan [CSN-nummer 1] (
[naam 11]): ‘pff aangehouden’, ‘intervensie team’ en ‘hele auto op zijn kop’ (…) Op 13 oktober 2022 stuurt [naam 27] aan [CSN-nummer 11] (
[naam 14]): ‘weer aangehouden’, ‘hele auto op zijn kop’ (…) ‘Bme grote vw’. Op 17 oktober 2022 stuurt [naam 27] aan [CSN-nummer 1] (
[naam 11]): ‘ja vandaag nog aangehouden’ (…) ‘hij wist al dat ik 2 keer was aangehouden in twee weken tyd politie’. [43] [medeverdachte 3] blijkt zowel op 12 oktober 2022 als op 17 oktober 2022 door de politie te zijn gecontroleerd in een Volkswagen Golf. Bij de staandehouding op 12 oktober 2022 is het voertuig ook doorzocht. [44] De rechtbank stelt vast dat ‘ [naam 27] ’ details benoemt over twee politiecontroles in oktober 2022, die ook voor wat betreft de data overeenkomen met controles waarbij [medeverdachte 3] betrokken was.
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 3] de gebruiker is geweest van de Exclu-accounts ‘ [naam 29] ’ en ‘ [naam 27] ’, alsook dat hij “ [naam 30] ” wordt genoemd. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 3] en anderen.
( d)
[medeverdachte 4]
Exclu: [naam 14] ( [CSN-nummer 11] ) met als opvolger [naam 31] ( [CSN-nummer 12] )
 Bij de doorzoeking in de woning aan de [adres 18] in [plaats 2] is een iPhone 13 Pro gevonden [45] . Deze telefoon is door de politie uitgelezen en daarop is een Exclu-account aangetroffen met CSN-nummer [CSN-nummer 12] en als gebruikersnaam ‘ [naam 31] ’. [46] Aan de telefoon is het Apple ID ‘ [Apple ID] ’ gekoppeld en in de telefoon zit het telefoonnummer [telefoonnummer 3] . [47] Dit telefoonnummer staat op naam van [medeverdachte 4] . [48] Op de telefoon staan tevens de communicatie-apps Facebook messenger en Instagram met als gebruikersnaam ‘ [medeverdachte 4] ’, Signal met als gebruikersnaam ‘ [naam 32] ’ en [naam 33] met als gebruikersnaam ‘ [naam 14] ’. [49] Gelet op het voorgaande stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 4] gebruik maakte van deze telefoon.
 Uit een analyse van de metadata blijkt dat het account [naam 14] gebruik maakt van het IP-adres [IP-adres 4] . Dit IP-adres is gekoppeld aan het adres [adres 18] in [woonplaats 3] . Dit is het adres waarop [medeverdachte 5] staat ingeschreven. [50] [medeverdachte 5] heeft verklaard dat zij en [medeverdachte 4] een relatie hebben, dat [medeverdachte 4] in [plaats 1] staat ingeschreven, zij officieel niet samen wonen maar wel veel samen waren en dat [medeverdachte 4] er zo veel mogelijk was. [51] Op dit adres is ook de telefoon, waarvan de rechtbank heeft vastgesteld dat [medeverdachte 4] de gebruiker is, aangetroffen.
 Op 24 juli 2022 stuurt [naam 32] via Signal: ‘ [naam 14] hier’. [52]
 Op 22 september 2022 neemt [naam 14] deel aan een Exclu groepsgesprek met [CSN-nummer 13] en [CSN-nummer 14] . Op de vragen van [CSN-nummer 13] ‘Adres?’ en ‘Wat voor auto?’, antwoordt [naam 14] : ‘ [adres 19] ’ en ‘Je moet overkant zijn bij donkere grijze sprinter’. Uit gegevens van de RDW blijkt dat een grijze Mercedes sprinter op naam staat van [bedrijf 4] , ingeschreven op het adres [adres 20] in [plaats 2] . [medeverdachte 4] is de eigenaar van [bedrijf 4] . [bedrijf 4] . is bestuurder/enig aandeelhouder van [bedrijf 5] . gevestigd aan de [adres 21] in [plaats 2] . [53] De rechtbank stelt vast dat door [naam 14] wordt afgesproken in de nabijheid van de onderneming van [medeverdachte 4] en door [naam 14] wordt gewezen op een type auto waarin [medeverdachte 4] rijdt.
  • Op 25 september 2022 om 15:12 uur stuurt [naam 14] aan [naam 34] ‘Ga nu naar wedstrijd oranje rode duivels’ en stuurt een afbeelding waarop de achtergrond van de Johan Cruijff Arena (voetbalstadion) in Amsterdam is te zien. Uit de historische verkeersgegevens van de telefoon met het nummer [telefoonnummer 4] - die in gebruik is bij [medeverdachte 4] - blijkt dat de telefoon:
  • om 15:24 uur gebruik maakt van een zendmast in [plaats 2] ;
  • om 16:05 uur een zendmast in Veenendaal;
  • om 22:05 een zendmast in Amsterdam en
  • vervolgens op 26 september 2022 om 01:16 uur weer een zendmast in [plaats 2] .
Hieruit volgt dat de reisbewegingen van [naam 14] en de telefoon van [medeverdachte 4] op die dag overeenkomen.
 Op 31 oktober 2022 stuurt [naam 16] aan [naam 14] ‘Jij moet ook gewiped he’. [naam 14] laat weten ‘Ja, vanmiddag doen als ik nieuwe heb’. Op 22 november 2022 is [naam 31] voor het eerst actief op Exclu. Diezelfde dag stuurt [naam 31] aan [naam 16] ‘Nieuwe [naam 14] ’. [55] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het Exclu-account ‘ [naam 14] ’ wordt opgevolgd door ‘ [naam 31] ’ en de gebruiker van deze accounts hetzelfde blijft.
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 4] de gebruiker is geweest van de Exclu-accounts ‘ [naam 14] ’ en ‘ [naam 31] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 4] en anderen.
( e)
[medeverdachte 6]
Exclu: [naam 35] ( [CSN-nummer 15] )
 [medeverdachte 6] heeft bij de politie op de vraag wie ‘ [naam 35] ’ was naar zijn eigen borst gewezen. [56]
Tussenconclusie
Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [medeverdachte 6] de gebruiker is geweest van het Exclu-account ‘ [naam 35] ’. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [medeverdachte 6] en anderen.
( f)
[verdachte]
Encrochat ( [naam 36] , hierna ‘ [naam 36] ’)
 Uit metadata van het Encrochat-account [naam 36] blijkt dat de gebruiker meerdere bijnamen heeft waarin de naam [verdachte] voorkomt en de plaatsnaam [plaats 2] . [57] De voornaam van [verdachte] is [verdachte] en hij woont in [woonplaats 1] .
 De meest gebruikte Cell-ID’s van het account [naam 36] bevinden zich in zendmasten in [plaats 2] . [58]
 Op 8 april 2020 om 19.30 uur stuurt [naam 37] aan [naam 36] : ‘Ich bin bei dir’, waarop [naam 36] om 19.40 uur reageert: ‘Ich bin noch nicht so weit’. [naam 37] stuurt rond diezelfde tijd in een chat met [naam 38] : ‘Ik kwam naar [verdachte] hij is er nu niet’ en een afbeelding. De politie heeft de afbeelding vergeleken met de omgeving van de woning van [verdachte] (aan de [adres 22] in [woonplaats 1] ). Op de foto is de achterzijde van de woning van [verdachte] te zien. [59]
 Op 18 april 2020 stuurt [naam 36] ‘Halbe stunden aber mein sohn brung ich zuruck eben nach 6’. [naam 39] reageert ‘OK’ en stuurt een afbeelding waarop een deel van een woning is te zien. Deze afbeelding is door de politie vergeleken met de woning van [verdachte] en vertoont sterke overeenkomsten in de verschillende kleuren stenen, ruimte boven het kozijn, buitenlamp en bestrating. [60] Gelet hierop stelt de rechtbank vast dat het contact met wie [naam 36] op dat moment had afgesproken zich bij het adres van [verdachte] bevond.
 Op 12 mei 2020 stuurt [naam 36] : ‘Wo huin’, waarop [naam 39] laat weten ‘Zu [adres 22] ’. [naam 36] geeft daarop aan ‘Ixh bin nicht zu hause’, ‘Heute’. [61]
 Op 22 mei 2020 stuurt [naam 40] aan [naam 36] : ‘Geniet van de bday’. [62] Deze datum komt overeen met de geboortedatum van [verdachte] .
 Verdachte heeft ter zitting erkend dat hij gebruik heeft gemaakt van het Encrochat-account ‘ [naam 36] ’. [63]
[naam 33] -account ‘ [naam 3] ’, bijnamen ‘ [naam 1] / [naam 2] ’
 [verdachte] heeft verklaard gebruik te maken van het telefoonnummer [telefoonnummer 5] . [64]
 Op de telefoon van [medeverdachte 1] is een WhatsApp-gesprek aangetroffen met dit nummer met “ [verdachte] ”. Op 1 juli 2022 stuurt deze [verdachte] aan [medeverdachte 1] een afbeelding van een coronatest waarop een positieve uitslag is te zien. Op 3 juli 2022 stuurt [verdachte] een foto van een thermometer waarop een temperatuur van 39,7 graden Celsius is te zien. Op 4 juli 2022 stuurt [medeverdachte 1] aan [medeverdachte 2] via WhatsApp: ‘ [naam 1] ook ziek’. [65]
 Op 10 oktober 2022 stuurt [naam 3] aan [naam 14] (
[medeverdachte 4]) ‘Wie is dit’ (…). [naam 14] antwoordt ‘ [naam 14] ’, ‘ Maar wie ben jij?’. [naam 3] reageert ‘Was zaterdag bij je’, ‘ [naam 14] gedronken’. [naam 14] reageert ‘Ahh [naam 2] ’. [66]
 Op 7 december 2022 stuurt [naam 14] (
[medeverdachte 4]) aan [naam 3] ‘Gefeliciteerd met je vrouw’. De partner van [verdachte] is op 7 december jarig. [67]
 Op 11 januari 2023 stuurt [naam 12] (
[medeverdachte 1]) aan [naam 13] (
[medeverdachte 2]): ‘Hoi sta jij op camera daar waar pet is wezen kijken?’, ‘Als zo is dan is het slim een andere tel te nemen en die in stukken te zagen’. [naam 13] (
[medeverdachte 2]) reageert ‘Ik ben daar al heel lang niet meer geweest’, ‘ [naam 14] en [naam 1] waren daar bezig’ (…) ‘Ok en [naam 41] (
[medeverdachte 6])’, ‘Heb [naam 1] net gesproken’. Vrijwel gelijktijdig voert [naam 13] (
[medeverdachte 2]) een gesprek met [naam 28] waarin hij laat weten ‘Ja bro, maar hebben gister inval gehad in smelthok’. [68] Op 10 januari 2023 is een drugslab aan de [adres 2] in Didam aangetroffen. [verdachte] was de huurder van dit pand. [69]
Tussenconclusie
De rechtbank heeft de voor de identificatie redengevende feiten en omstandigheden hierboven uiteengezet. Naar het oordeel van de rechtbank kan op basis hiervan worden vastgesteld dat [verdachte] de gebruiker is geweest van het Encrochat-account ‘ [naam 36] ’, het [naam 33] -account ‘ [naam 3] ’ en hij ‘ [naam 1] ’ en ‘ [naam 2] ’ wordt genoemd. Dat vindt daarnaast steun in de rol die de gebruiker van het account vervult en steeds blijft vervullen, zoals hierna volgt uit de opgenomen communicatie tussen [verdachte] en anderen, en andere verdachte betreffende omstandigheden.
Verzoek tot het horen van [getuige 1]
Door de verdediging is het verzoek gedaan om S. [getuige 1] te horen als getuige bij de rechter-commissaris.
Dit verzoek is in eerste instantie door de rechtbank toegewezen. De rechter-commissaris heeft pogingen ondernomen om deze getuige te horen, hetgeen uiteindelijk niet is gelukt, waarop de rechter-commissaris ten aanzien van deze getuige een proces-verbaal tot sluiting onderzoek heeft opgemaakt. Ter terechtzitting is het verzoek tot het horen van [getuige 1] door de verdediging herhaald.
Nu verdachte nadien ter terechtzitting heeft erkend dat hij gebruik heeft gemaakt van het Encrochat-account [naam 36] , is het belang voor enige in de strafzaak uit hoofde van de artikelen 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering te nemen beslissing bij het horen van deze getuige komen te vervallen. De rechtbank zal het verzoek daarom afwijzen.
Met dit als uitgangspunt komt de rechtbank toe aan de beoordeling van het bewijs ten aanzien van de afzonderlijke verdenkingen.
Ten aanzien van feit 1
[adres 2] (Didam)
Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij tot 1 december 2022 op de [adres 23] in Didam heeft gewoond. Zij rook wel eens een anijslucht, dat begon in augustus of september 2022. [70] Bij haar verhoor bij de rechter-commissaris heeft zij verklaard dat ze de geur zeker vijf dagen per week heeft geroken. [71]
Getuige [getuige 3] heeft op 11 januari 2023 verklaard dat het pand aan de [adres 2] sinds 1,5 jaar wordt gehuurd door een gezette, witte man van ongeveer 50 jaar oud. De man rijdt een Mercedes Sprinter met kenteken [kenteken 3] die regelmatig met de achterkant ter hoogte van de loopdeur stond vanaf september 2022. [getuige 3] heeft op 11 oktober 2022 de politie gebeld omdat hij een vieze geur rook, lijkend op anijs. Daarna is hij de geur vaker gaan ruiken. Het is meerdere keren voorgekomen dat de Mercedes Sprinter tegen de loopdeur werd geparkeerd en dat kort daarna de hevige anijslucht opkwam. [72]
Vanwege de klachten van buurtbewoners over een anijslucht rond een pand aan de [adres 2] in Didam (huisnummers [huisnummer 3] en [huisnummer 4] tot en met [huisnummer 5] ), zijn op 10 januari 2023 verbalisanten naar deze locatie gegaan, waar zij ter hoogte van de schuifdeur van dat pandnummer [huisnummer 3] een sterke anijslucht roken die zij herkenden als de lucht die vrijkomt bij het maken van drugs. Vanuit het balkon van de woning aan de [adres 23] zagen verbalisanten dat er ter hoogte van huisnummer [huisnummer 3] vier grote dakdoorvoeren waren aangebracht ten behoeve van de ontluchting. De bewoner van het pand op nummer [huisnummer 6] zei dat die later waren aangebracht. [73] Naar aanleiding van deze bevindingen is de situatie bevroren en is de loods gelegen aan de [adres 2] doorzocht.
Aangetroffen situatie [adres 2] in Didam
Het onderzoek aan de loods aan de [adres 2] (waarvan verdachte [verdachte] de huurder was) werd verricht door de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen (verder: LFO). Het pand bestond uit een halletje (ruimte H), een keuken (ruimte K) een opslagruimte (ruimte O), een sanitaire ruimte (ruimte T), een productieruimte (ruimte P), een separate ruimte die is aangeduid als laboratoriumruimte (ruimte L) en een kleine ruimte die als afvalruimte fungeerde (ruimte A). De LFO heeft in alle ruimtes (H, K, O, T, P, L, en A) goederen aangetroffen die volgens de LFO te relateren waren aan de vervaardiging en/of bewerking van verdovende middelen. [74] Van verscheidene goederen zijn monsters genomen die vervolgens door het NFI zijn geanalyseerd. [75]
In de ruimte die als laboratoriumruimte (L) is aangeduid zijn door de LFO onder meer de volgende goederen/stoffen aangetroffen. Voor zover de bemonsteringen ook door het NFI zijn geanalyseerd, zijn de resultaten hiervan daarbij uiteengezet:
  • Opstelling met een ‘rotary evaporator’ bestaande uit een rotavapor met destillatiekolf gevuld met arachideolie, een koelopstelling met twee spiraalkoelers en aan- en afvoerslangen en een glazen kolf ten behoeve van het destillaat. De bemonstering van het restant uit de destillaatkolf, [SIN-nummer 4] (L1-B), bevat amfetaminebase en de bemonstering van de vloeistof uit de destillatiekolf, [SIN-nummer 5] (L1-A), bevat N-formylamfetamine;
  • Een groene koelbox met daarin een aangebroken zak caustic soda van 25 kilogram;
  • Een blauw vat van 120 liter, gevuld met een donkerbruine vloeistof, de bemonstering [SIN-nummer 6] (L3-A) bevat een lage concentratie MDMA in een sterk zure oplossing van water en aceton;
  • Een werktafel met onder andere maatbekers, rondbodemkolven, een verwarmingsmantel, een glazen koeler met afvoerslangen en een glazen weckpot met een lichtbruine en geleiachtige substantie. De bemonstering van deze substantie, [SIN-nummer 7] (L4-A), bevat delia-9-THC, delta-8-THC en olivetol.
De bemonstering van een restant olieachtige vloeistof uit de glazen kolf, [SIN-nummer 8] (L4-B), bevat delta-9-THC, delta-8-THC en olivetol.
De bemonstering van oranje drab uit de maatbeker, [SIN-nummer 9] (L4-C), bevat N/-formylamfetamine;
  • Een vervuilde glazen 3-hals rondbodemkolf van 20 liter op een witte emmer met daarin bruine vloeistof. De bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 10] (L5-A), bevat PMK en een lage concentratie in een mengsel van water en aceton;
  • Meerdere jerrycans met aceton, in totaal 60 liter;
  • Emmers met afval;
  • Kookopstelling bestaande uit een glazen reactieketel van 100 liter voorzien van een elektromotor en roerwerk. De bemonstering van de vloeistof in de glazen reactieketel, [SIN-nummer 11] (L11-A), bevat lage concentraties delta-9-THC en delta-8-THC in aceton;
  • Een werktafel met een elektrische verwarmingsketel en drie vervuilde glazen rondbodemkolven;
  • In totaal 22 liter arachideolie;
  • Emmer met een restant bruin residu, de bemonstering van dit residu, [SIN-nummer 12] (L14-A), bevat delta-9-THC en delta-8-THC.
In de ruimte die als afvalruimte (A) is aangeduid, zijn door de LFO (onder meer) een tabletteermachine, dozen met lab-gerelateerde goederen, jerrycans en een inductie kookplaat aangetroffen.
In de ruimte die als productieruimte (P) is aangeduid is (onder meer) het volgende door de LFO aangetroffen. Voor zover de bemonsteringen ook door het NFI zijn geanalyseerd, zijn de resultaten hiervan daarbij uiteengezet:
  • Een IBC van 1000 liter met daarop een elektromotor met roerwerk gemonteerd met een aftapkraan met daaronder een emmer gevuld met een gele vloeistof met drijfogen. De bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 13] (P1-A), bevat PMK in een zwak zure waterige vloeistof, evenals de bemonstering [SIN-nummer 14] (P1-B) uit de middelste emmer met gele vloeistof;
  • Een mixer met roerwerk;
  • Een rvs kookketel die was voorzien van elektrische verwarming, gevuld met oranjekleurige vloeistof en een vaste substantie uit de ketel, de bemonstering van deze vloeistof en substantie, [SIN-nummer 15] (P2-A), bevat PMK;
  • Een IBC van 1000 liter, gevuld met 500 liter, de bemonstering van die vloeistof, [SIN-nummer 16] (P3-A), bevat een lage concentratie PMK in een waterige vloeistof;
  • Een zilverkleurige strijkzak met een kilo lichtgele brokken, de bemonstering van die brokken, [SIN-nummer 17] (P5-A), bevat de ethylester van 'PMK-glycidezuur';
  • Meerdere liters aceton, methanol, ligroine, 25 liter arachideolie;
  • Een rvs-pan met een oranjekleurige vloeistof en harde substantie, de bemonstering hiervan, [SIN-nummer 18] (P11-A), bevat PMK.
In de ruimte die als sanitaire ruimte/toiletgroep (T) is aangeduid is (onder meer) het volgende door de LFO aangetroffen. Voor zover de bemonsteringen ook door het NFI zijn geanalyseerd, zijn de resultaten hiervan daarbij uiteengezet:
Vervuilde kuipen en lege jerrycans;
  • Jerrycans met in totaal 40 liter aceton;
  • Strijkzakken met restanten wit poeder, de bemonstering van dit witte poeder, [SIN-nummer 19] (T4-A), bevat de ethylester van 'PMK-glycidezuur';
  • Opvangput met daarin basische vloeistof, de bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 20] (T5-A), bevat een lage concentratie PMK in een sterk alkalische waterige vloeistof.
In de ruimte die als opslagruimte (O) is aangeduid, zijn (onder meer) lege, vervuilde emmers, in totaal 7 liter methanol, 25 liter aceton, één aangebroken en vier lege zakken citroenzuur en 2 lege zakken caustic soda aangetroffen door de LFO.
Verder stonden er jerrycans met in totaal 40 liter methanol en in een vrieskist twee witte kuipen met daarin een restant bruine vloeistof, waarvan het NFI heeft geconcludeerd dat de bemonstering, [SIN-nummer 21] (O16-A), MDMA en PMK bevat.
In de ruimte die als keuken (K) is aangeduid is (onder meer) een plastic fles die voor circa 100 ml gevuld was met een heldere vloeistof aangetroffen. De bemonstering van deze vloeistof, [SIN-nummer 22] (K2-A), bevat volgens het NFI amfetamine, vermoedelijk 1-PEA en water. [76]
De LFO heeft op basis van deze bevindingen het volgende geconcludeerd:

De locatie [adres 2] te Didam was grotendeels ingericht voor de vervaardiging en/of bewerking van diverse verdovende middelen. Tevens is op deze locatie de Ethylester van PMK-glycidezuur omgezet in PMK die deels is omgezet in MDMA-base en/of MDMA-HCL.
In de glazen destillatiekolf (L1-A), behorend bij de "rotary evaporator" werd N-formylamfetamine aangetroffen. Samen met de aangetroffen caustic soda kan N-formylamfetamine worden omgezet in amfetaminebase. In de kolf t.b.v. het opvangen van het destillaat (L1-B), werd amfetaminebase aangetroffen. Gelet op aantreffen van amfetamine in de kolf en in een Spa flesje(K2) is er ter plaatse ook amfetamine vervaardigd.
Op deze locatie zijn MDMA bevattende vloeistoffen aangetroffen. In de vrieskist(O16) werd restant vloeistof met MDMA en PMK aangetroffen. Dit wijst op de vervaardiging van MDMA uit PMK. In het vat(L3) werd MDMA in een zure oplossing van water en aceton aangetroffen. Dit wijst op de kristallisatie van MDMA-base naar MDMA.HCl. Hierbij wordt de MDMA-base opgelost in aceton en vervolgens met behulp van zoutzuur tot een zoutvorm gekristalliseerd. Gelet op het aantreffen van FMK in de 127 liter hete vloeistof in de kookketel(P2) was de locatie in werking voor de productie van PMK uit de ethylester van PMK-glycidezuur.
Gelet op het verder aantreffen van: PMK in: de reactieopstelling/IBC(Pl), de emmers(P3), de lege emmers(P7) en in de Pan(P11) en de sterke mate van vervuiling in ruimte P is er eerder ter plaatse op grote schaal PMK vervaardigd.
Verder is circa 1 kilogram(P5) en diverse 7 lege dozen(T4) (2 x rode rand en 5 x gele tape) van de ethylester van PMK-glycidezuur aangetroffen. Vermoedelijk is er op deze locatie circa 140 kilo van de ethylester van PMK-glycidezuur omgezet naar circa 42 liter PMK van waaruit circa 50 kilo MDMA-HCL valt te kristalliseren. Deze preprecusor wordt gemengd/verwarmd met achtereenvolgens caustic soda en een zuur (bijvoorbeeld fosforzuur af citroenzuur). Op deze locatie zijn tevens lege verpakkingen van fosforzuur en citroenzuur aangetroffen.
Op deze locatie is glaswerk (L4, L11) met delta-8-THC, delta-g-THC en olivetol houdende sloffen aangetroffen. L11 betrof een glazen reactieketel à 100 liter. Vermoedelijk is deze ketel gebruikt voor het bewerken en/of vervaardigen van delta-8-THC en/of delta-9-THC. Delta-9-THC THC en delta-9-THC zijn vermeld op lijst I van de Opiumwet. [77]
Conclusie
De rechtbank stelt, gelet op het voorgaande, vast dat op de [adres 2] in Didam MDMA, amfetamine, delta-8-THC en delta-9-THC aanwezig was. Op basis van de aangetroffen en geanalyseerde materialen en stoffen is de rechtbank van oordeel dat de locatie was ingericht als een productielocatie ten behoeve van de productie van MDMA en amfetamine en van de precursor PMK. Gelet op de omstandigheid dat er op de locatie amfetamine en (zouten van) MDMA zijn aangetroffen, stelt de rechtbank bovendien vast dat deze middelen daar, in de periode voor de ontdekking van de productielocatie op 10 januari 2023, zijn geproduceerd. De rechtbank beschouwt, gelet op de getuigenverklaringen, september 2022 als startmoment van deze productielocatie.
Ten aanzien van de betrokkenheid van [verdachte] bij de productielocatie [adres 2] in Didam overweegt de rechtbank het volgende.
Getuige [getuige 4] , eigenaar van de [adres 2] in Didam, heeft verklaard dat hij dat pand heeft verhuurd. In het toegezonden huurcontract staat als huurder [bedrijf 6] , vertegenwoordigd door [verdachte] , geboren op [geboortedag] 1977 in [geboorteplaats] ,. [78]
Verdachte heeft bevestigd dat hij de huurder was van het pand aan de [adres 2] . [79]
Getuige [getuige 5] , huurder van een pand aan de [adres 24] in Didam, heeft de dag nadat de productielocatie is ontdekt, onder meer het volgende verklaard. Hij heeft gezien dat telkens 2 à 3 dezelfde personen bij het pand kwamen. De man van wie hij denkt dat hij de huurder is heeft hij in zijn telefoon staan als [verdachte] buurman Didam. Hij heeft die man twee à drie weken geleden voor het laatst gezien. [80]
Op camerabeelden van 10 januari 2023 is blijkens de beschrijving van de politie te zien dat de Mercedesbus (kenteken [kenteken 3] in gebruik bij [medeverdachte 4] ) arriveert om 07:03-07:04 uur en pal voor de deur parkeert. De Fiat 500 in gebruik bij [verdachte] arriveert diezelfde dag omstreeks 09:17 uur en parkeert tegenover de [adres 2] . Beide voertuigen vertrekken weer vrijwel gelijktijdig omstreeks 09:40 uur. [81]
De dag na de ontdekking van de productielocatie aan de [adres 2] , op 11 januari 2023 heeft het volgende chatverkeer plaatsgevonden tussen [medeverdachte 1] via account [naam 12] en [medeverdachte 2] via account [naam 13] : [82]
2023-01-11 12:19:15
[naam 12]
Hoi
Sta jij op camera daar waar pet is wezen kijken?
2023-01-11 12:19:50
[naam 12]
Als zo is dan isnhet slim een andere tel te nemen en die in stukken te zagen
2023-01-11 12:34:42
[naam 13]
Ik ben daar al heel lang niet meer geweest
2023-01-11 12:35:08
[naam 13]
[naam 14] en [naam 1] waren daar bezigp
2023-01-11 12:41:04
[naam 12]
Ok en [naam 41]
2023-01-11 12:41:28
[naam 12]
Heb [naam 1] net gesproken
Kwam hem tegen
De rechtbank heeft eerder vastgesteld dat een bijnaam van [verdachte] [naam 1] / [naam 2] is en leidt uit dit chatgesprek af dat verdachte bezig was op een locatie waar de politie is geweest.
Verder is forensisch onderzoek verricht aan de productielocatie aan de [adres 2] . Van meerdere goederen zijn monsters veiliggesteld. Dit betreft onder meer bemonsteringen aan handschoenen die zijn aangetroffen in het labgedeelte ( [SIN-nummer 23] , [SIN-nummer 24] ), in de opslagruimte ( [SIN-nummer 25] , [SIN-nummer 26] ) en aan een schroevendraaier die werd aangetroffen in het labgedeelte ( [SIN-nummer 27] ). [83]
Deze monsters zijn door het TMFI onderworpen aan een vergelijkend DNA-onderzoek met het DNA-profiel uit het referentiemonster van verdachte. Dit DNA-onderzoek heeft de volgende bevindingen opgeleverd met betrekking tot verdachte. Uit [SIN-nummer 23] (bemonstering handschoen), [SIN-nummer 24] (bemonstering handschoen), [SIN-nummer 25] (bemonstering handschoen), [SIN-nummer 26] (bemonstering handschoen) en [SIN-nummer 27] (bemonstering schroevendraaier) is steeds een DNA-mengprofiel verkregen van minimaal drie donoren, van wie zeker één man. Ten aanzien van alle bemonsteringen geldt dat de resultaten van het onderzoek extreem veel waarschijnlijker zijn (met een likelihood ratio interval van > 1.000.000) wanneer de hypothese juist is dat de bemonstering DNA bevat van [verdachte] en twee onbekende personen juist dan wanneer de hypothese juist is dat de bemonstering DNA bevat van drie onbekende personen. [84]
Gelet op deze bevindingen stelt de rechtbank vast dat DNA van [verdachte] op bovengenoemde voorwerpen is aangetroffen.
Verder is bij onderzoek aan de telefoon van [medeverdachte 4] een aantal notities aangetroffen, onder meer een notitie die is aangemaakt op 1 september 2022:
“…
Taxi
300 Pt
300 m
300 m [naam 30]
300 ws ophalen
Smelt [naam 30] 325kg
8125 Schoon 9885
Soda Citroen en ace
Draai [naam 1] betaald 2500
Ws 10.000
Draai Den Bosch 2500
Draai [naam 30] 2500
Mono 4000

3 kg m verkocht [naam 12]

Facturen 3050 overgemaakt

3 kg naar [naam 42] ” [85]
De rechtbank leidt uit deze notitie af dat [verdachte] , waarnaar verwezen wordt met de bijnaam [naam 1] , voorafgaand aan 1 september 2022 betrokken is geweest bij een ‘draai’, wat naar het oordeel van de rechtbank in de gegeven context en de overige aantekeningen in de notitie de betekenis heeft van een (deel van een) productieproces voor synthetische drugs.
Conclusie
Op grond van voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] betrokken was bij de productielocatie aan de [adres 24] . Hij was de huurder van het pand, kwam daar blijkens de getuigenverklaring van [getuige 5] vaker en was daar zelfs nog op de dag van de inval. De dag na de ontdekking van de productielocatie is over de chat besproken dat daar waar de politie is geweest, [naam 14] ( [medeverdachte 4] ) en [naam 1] ( [verdachte] ) bezig waren. Bovendien is op handschoenen en een schroevendraaier (in de lab- en opslagruimte) DNA-materiaal van verdachte aangetroffen. Dit zijn weliswaar verplaatsbare objecten, maar gelet op de aard en vindplaats van deze spullen in combinatie met de overige bewijsmiddelen, is de rechtbank van oordeel dat deze wijzen op de betrokkenheid van verdachte bij het productieproces.
Gelet op voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank de verklaring van verdachte -dat hij het pand had onderverhuurd aan personen wiens namen hij niet wil noemen en dat hij 10 januari 2023 enkel aanwezig was in het pand vanwege problemen met de cv-ketel- onaannemelijk en de rechtbank zal deze terzijde schuiven.
Ten aanzien van feit 2
[verdachte] heeft met account [naam 36] via Encrochat een gesprek gehad met de gebruiker van het account [naam 43] (niet geïdentificeerd in onderzoek Picture): [86]
2020-04-10 09:09:11
[naam 36]
Hee maat
2020-04-10 09:09:12
[naam 36]
Hee maat
2020-04-10 09:09:37
[naam 36]
Heh jij in jou netwerk mensen die bruin kopen
2020-04-10 09:58:48
[naam 43]
Ga ik vragen voor
je
2020-04-10 10:13:18
[naam 43]
Ga ik vragen voor Je
2020-04-10 14:04:55
[naam 43]
Ja heb je foto
2020-04-10 14:17:09
[naam 36]
[afbeelding]
2020-04-10 14:17:12
[naam 36]
[afbeelding]
2020-04-10 14:35:35
[naam 43]
Halve kilo blokken ?
2020-04-10 14:35:43
[naam 36]
Yes
2020-04-10 14:35:53
[naam 36]
Heb laten roken is top
2020-04-10 14:36:39
[naam 36]
[afbeelding]
2020-04-10 14:38:17
[naam 43]
Kosten
2020-04-10 14:38:27
[naam 43]
Ik stuut prijs zo door
2020-04-10 14:38:37
[naam 43]
Dan kan je zo regelen met die jomhen
2020-04-10 14:47:16
[naam 36]
Heb er 5
2020-04-10 14:38:38
[naam 36]
Is voor 1/ of
2020-04-10 14:48:04
[naam 43]
Allemaal
2020-04-10 15:51:24
[naam 36]
7500 ps
(…)
2020-04-16 14:46:59
[naam 43]
Kan je 5 gram mee nemen na daan ?
(…)
2020-04-16 14:48:07
[naam 43]
Minimaal 3
(…)
2020-04-16 14:48:44
[naam 36]
Okat
2020-04-16 14:48:46
[naam 36]
Ik neem mee
De politie heeft beschreven dat [verdachte] twee foto’s heeft gestuurd van (vermoedelijk) heroïne. [87]
[verdachte] heeft met account [naam 36] via Encrochat in dezelfde periode een gesprek gehad met [medeverdachte 1] , via account [naam 4] . Hierin zijn onder meer de volgende berichten verstuurd:
10-04-2020 14:01
[naam 36]
Ken jij mensen die bruin kopen
10-04-2020 14:02
[naam 36]
Toevallig
10-04-2020 14:06
[naam 4]
Goeie?
10-04-2020 14:06
[naam 4]
Prijs?
10-04-2020 14:53
[naam 36]
Ja goeie
10-04-2020 14:54
[naam 36]
Heb laten roken aan 2 junks zeiden allebei kopen
16-04-2020 15:08
[naam 4]
Kan mischien jou bruin kwint
16-04-2020 15:08
[naam 4]
Kwijt
16-04-2020 16:42
[naam 36]
Ow dat zou wel beter zijn
16-04-2020 17:12
[naam 4]
Hoeveel wil ie er voor?
16-04-2020 17:12
[naam 4]
Want ze kopen zelf ook voor 7500
16-04-2020 17:12
[naam 4]
Als ie geld emuit.is dan goed?
16-04-2020 17:37
[naam 36]
Ja
16-04-2020 17:37
[naam 36]
35 k voor wat ervoor ligt
16-04-2020 17:38
[naam 36]
[afbeelding]
16-04-2020 17:39
[naam 36]
Heb wel wat onkosten gemaakt
16-04-2020 17:39
[naam 4]
Ow
16-04-2020 17:39
[naam 4]
Heb net zo door gezet
16-04-2020 17:39
[naam 4]
Pak er zelf niks op
16-04-2020 17:39
[naam 36]
ls ooed
16-04-2020 17:39
[naam 36]
Top
16-04-2020 17:39
[naam 4]
Maar denk heb ie in idergeval ie geld
16-04-2020 17:39
[naam 36]
Zoy er goed mee geholpen worden
16-04-2020 17:39
[naam 36]
Yes
16-04-2020 17:39
[naam 36]
Ken ik weer verder
Volgens de politie is op de afbeelding die [naam 36] heeft gestuurd waarschijnlijk de drugs te zien. [88] De rechtbank begrijpt dat de politie hiermee de drugs bedoelt die in dit gesprek wordt besproken, te weten ‘bruin’ (heroïne).
Op 30 april 2020 stuurt [verdachte] ( [naam 36] ) aan [medeverdachte 1] ( [naam 4] ): ‘Die nog liggen’ en ‘En natuurlijk nog 1 kg van die bruin’.
Op 5 mei 2020 is het gesprek voortgezet: [89]
05-05-2020 10:00
[naam 4]
Ho
05-05-2020 10:00
[naam 4]
Kunnje nog nruon krijgen
05-05-2020 10:00
[naam 4]
Vraagt iemand naar prijs
05-05-2020 11:30
[naam 36]
Nruon wat is dat
05-05-2020 12:39
[naam 4]
Bruin
05-05-2020 12:51
[naam 36]
Ahhh
05-05-2020 12:51
[naam 36]
Moment
05-05-2020 12:52
[naam 36]
lk had zwz die ene liggen die is goedkoop vergeleken met andere
05-05-2020 13:01
[naam 4]
Hoeveel doe je die weg
05-05-2020 13:01
[naam 4]
Heb misschien iemand voor
05-05-2020 13:10
[naam 36]
7 moet ik beuren
08-05-2020 15:03
[naam 36]
Hee maat
08-05-2020 15:03
[naam 36]
lk wou nog wat wagen
08-05-2020 16:18
[naam 4]
Prima
08-05-2020 16:51
[naam 36]
Moest je die bruin nog
08-05-2020 18:56
[naam 4]
Nee hoor er niks meer vam
08-05-2020 18:57
[naam 36]
Ow jammer
08-05-2020 18:57
[naam 36]
Had m.yit de stash grhaald
Op grond van voorgaande chatgesprekken acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte] een hoeveelheid heroïne aanwezig heeft gehad. Hij probeerde de heroïne aan de man te brengen en uit de berichten ’heb laten roken aan 2 junks’ en dat hij een paar gram kan meenemen voor [naam 43] leidt de rechtbank af dat hij de deze heroïne daadwerkelijk in zijn bezit had en daarover beschikkingsmacht had.
De rechtbank is van oordeel dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is om op grond van de chatgesprekken te concluderen dat verdachte ook andersoortige verdovende middelen tot zijn beschikking had of hierin handelde. Daarvan zal verdachte dan ook worden vrijgesproken.
De rechtbank neemt als pleegperiode april en mei van 2020, nu de chatgesprekken over de heroïne in die periode plaatsvonden.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder de feiten 1 en 2 tenlastegelegdeheeft begaan, te weten dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 september 2022 tot en met 10 januari 2023 in de gemeente Didam (in perceel [adres 2] )
en/of elders in Nederlandtezamen en in vereniging met een ander of anderen
en/of alleen, (telkens) opzettelijk heeft
/hebbenverwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervaardigd en/of aanwezig heeft/hebben gehad een (aanzienlijke) hoeveelheid/hoeveelheden van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA en/of delta-9-THC en/of delta-8- THC zijnde amfetamine en/of MDMA en/of delta-9- THC en/of delta 8- THC (telkens) een middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
2.
hij op
een of meerverschillende tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 april 2020tot
1 juni 2020in de gemeente [plaats 2] en/of elders in Nederland
en/of in Turkije tezamen en in vereniging met een ander of anderen en/of alleen, (telkens) opzettelijk binnen of buiten het grondgebied van Nederland heeft/hebben gebracht en/of (telkens) opzettelijk heeft/hebben verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd
en/of verstrekt en/of vervoerd en/of vervaardigd, dan welaanwezig heeft
/hebbengehad
(een) (aanzienlijke) hoeveelhe(i)d(en) (van een materiaal bevattende)
MDMA en/of amfetamine en/of cocaine en/ofheroïne zijnde
MDMA en/of amfetamine en/of cocaine en/ofheroïne
(telkens)een middel
(en)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A, B, C en D van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.

5.De strafbaarheid de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 jaar met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat er geen sprake is van recidive. [verdachte] heeft een moeilijke periode achter de rug. Hij heeft daarvoor hulp gekregen en begeleiding van reclassering en de gegeven behandelingen succesvol afgerond. Hij gebruikt geen drugs of alcohol meer. Een langdurige gevangenisstraf heeft ernstige (financiële) gevolgen voor [verdachte] en zijn bedrijf en ook verder negatieve gevolgen voor hem en zijn zoon. De raadsman heeft bepleit dat bij een veroordeling het zwaartepunt moet liggen bij de speciale preventie en dat daarom dan een langdurige voorwaardelijke gevangenisstraf moet worden opgelegd met een langdurig toezicht.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte is een aantal maanden betrokken geweest bij de productie van en handel in forse hoeveelheden synthetische drugs (zoals MDMA en amfetamine). Deze criminele activiteiten vonden plaats in georganiseerd verband, waarbij bewust heimelijk werd gecommuniceerd via cryptotelefoons om politie en justitie buiten het zicht te houden. Hierbij komt nog dat verdachte heroïne in bezit heeft gehad.
Verdachte is hiermee mede verantwoordelijk voor de nadelige effecten die door de handel in en het gebruik van verdovende middelen worden veroorzaakt. De productie van synthetische drugs, de ongecontroleerde opslag van chemicaliën ten behoeve van deze productie en de dumpingen van drugsafval brengen grote veiligheidsrisico’s en risico’s voor de volksgezondheid met zich. Het is ook algemeen bekend dat het gebruik van synthetische drugs grote gezondheidsrisico’s met zich mee brengt voor de gebruikers van deze drugs, dat voornoemde drugs kunnen leiden tot een lichamelijke of geestelijke verslaving en dat verslaafde gebruikers misdrijven plegen om aan geld te komen om in hun verslaving te kunnen voorzien. Het is tot slot ook een feit van algemene bekendheid dat de productie van en handel in synthetische drugs in handen is van grote, georganiseerde criminele verbanden die daarmee grote winsten maken en hun belangen in deze handel en productie beschermen met geweld en bedreiging met geweld. Dit zijn maatschappij-ontwrichtende feiten.
Verdachte heeft zich niet bekommerd om de maatschappelijke gevolgen van zijn handelen. Hij heeft slechts oog voor eigen financieel gewin gehad.
Gelet op de forse hoeveelheden synthetische drugs die is aangetroffen, de grote omvang van de productielocaties en de hoge mate van professionaliteit waarop werd samengewerkt, is geen andere straf dan een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf in deze zaak aan de orde.
Alles overziend zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen van 4 jaar met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2 en 10 van de Opiumwet;

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 jaar;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A. van Leeuwen (voorzitter), mr. T.P.E.E. van Groeningen en mr. A. Bonder, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.M. van der Velden en mr. L.H.M. van Keulen, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 4 juli 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten van de politie Oost-Nederland, district Noord- en Oost-Gelderland, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ONRAA22047 (Picture), gesloten op 3 oktober 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 78-80 (map 1).
3.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 81-85 (map 1).
4.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 85 (map 1).
5.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 86-87 (map 1).
6.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 80-81 (map 1).
7.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 86-87 (map 1).
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2485-2486 (map 7); CIOT-bevraging, p. 2492-2493 (map 7).
9.Algemeen proces-verbaal 26Lytham, p. 498 (map 3).
10.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 11] , p. 229 (map 1).
11.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 11] , p. 227 (map 1).
12.CIOT-bevraging, p. 2492-2493 (map 7).
13.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 11] , p. 227 (map 1).
14.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 11] , p. 227-228 (map 1); proces-verbaal van bevindingen, p. 2414 en 2417 (map 7).
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2748-2749 (map 8).
16.Een geschrift, zijnde het tapverslag nummer TA002, sessie 62, d.d. 18-12-2022 18:29:07, p. 2409-2412 (map 7).
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 2479-2480 (map 7); proces-verbaal van bevindingen, p. 2472-2473 (map 7).
18.CIOT-bevraging, p. 2492-2493 (map 7).
19.Proces-verbaal van bevindingen [naam 12] , p. 148-152 (map 1).
20.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 92 (map 1).
21.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 92 (map 1).
22.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 92-93 (map 1); proces-verbaal van bevindingen, p. 3611-3612 (map 9).
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 3611-3612 (map 9).
24.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 93-94 (map 1).
25.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 96 (map 1).
26.Proces-verbaal van bevindingen identificatie [naam 4] , p. 90 (map 1).
27.Uittreksel handelsregister Kamer van Koophandel p. 187, (map 1).
28.Proces-verbaal van bevindingen samenwerking [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] , p. 2394-2395 (map 7).
29.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 5] [medeverdachte 2] , p. 180-182 (map 1); CIOT-bevraging, p. 185 (map 1).
30.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 5] [medeverdachte 2] , p. 182 (map 1); CIOT-bevraging, p. 186 (map 1); uittreksel KvK ‘ [naam 25] ’, p. 191-192 (map 1).
31.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 5] [medeverdachte 2] , p. 183 en 197 (map 1).
32.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 5] [medeverdachte 2] , p. 183 (map 1).
33.Proces-verbaal van bevindingen PV ID [naam 24] , p. 204 (map 1).
34.Proces-verbaal van bevindingen PV ID [naam 24] , p. 204-205 (map 1).
35.Proces-verbaal van bevindingen PV ID [naam 24] , p. 205 (map 1).
36.Proces-verbaal van binnentreden, p. 8027-8033 (map 22); proces-verbaal veiligstellen gegevens, p. 4363-4364 (map 11).
37.Proces-verbaal van binnentreden, p. 8027-8033 (map 22); proces-verbaal van bevindingen zaaksdossier 3, p. 4204; proces-verbaal dactyloscopisch en DNA-vooronderzoek aan telefoon, p. 4367-4370; deskundigenrapportage forensisch DNA-onderzoek, p. 4375-4377 (map 11).
38.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 8] – [CSN-nummer 7] , p. 211 (map 1).
39.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 8] – [CSN-nummer 7] , p. 212 (map 1).
40.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 8] – [CSN-nummer 7] , p. 211 (map 1).
41.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 8] – [CSN-nummer 7] , p. 211 (map 1).
42.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 8] – [CSN-nummer 7] , p. 211 (map 1).
43.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 8] – [CSN-nummer 7] , p. 207-211 (map 1).
44.Mutatierapport, p. 223-224 (map 1).
45.Proces-verbaal doorzoeking ter inbeslagneming p. 8007-8011 (map 22).
46.Proces-verbaal veiligstellen gegevens 1271, p. 5581-5582 (map 15).
47.Proces-verbaal gebruikersnaam, p, 5216 (map 14).
48.Proces-verbaal van bevindingen p. 5458-5459. (map 15).
49.Proces-verbaal gebruikersnaam, p. 5216-5217 (map 14).
50.Proces-verbaal van bevindingen Exclu-ID [CSN-nummer 11] [medeverdachte 4] , p. 158-159 (map 1); CIOT-bevraging, p. 165 (map 1).
51.Proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 5] p. 5694 (map 15).
52.Proces-verbaal gebruikersnaam, p. 5520-5521 (map 14).
53.Proces-verbaal Exclu-ID [CSN-nummer 11] [medeverdachte 4] , p. 161-162 (map 1).
54.Proces-verbaal overeenkomsten [medeverdachte 4] en [naam 14] , p. 5210-5211 (map 14).
55.Proces-verbaal aanvraag en verstrekking Exclu-ID [CSN-nummer 12] [naam 31] , p. 113-116 (map 1).
56.Proces-verbaal van bevindingen, p. 4552-4553 (map 12).
57.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [naam 36] , p. 99-100 (map 1).
58.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [naam 36] , p. 100 (map 1).
59.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [naam 36] , p. 101 (map 1).
60.Proces-verbaal van bevindingen [naam 36] Encrochat, p. 6648, 6656-6658 (map 18).
61.Proces-verbaal van bevindingen [naam 36] Encrochat, p. 6659 (map 18).
62.Proces-verbaal van bevindingen Encrochat [naam 36] , p. 100 (map 1).
63.Verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 28 mei 2024.
64.Verklaring van [verdachte] ter terechtzitting van 23 mei 2024.
65.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [naam 1] / [naam 2] ’, p. 6675-6676 (map 18).
66.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [naam 1] / [naam 2] ’, p. 6663-6664 (map 18).
67.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [naam 1] / [naam 2] ’, p. 6672-6674 (map 18).
68.Proces-verbaal van bevindingen bijnaam ‘ [naam 1] / [naam 2] ’, p. 6661 (map 18).
69.Proces-verbaal van bevindingen inhoud iPhone [verdachte] , p. 6894 (map 18).
70.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] p. 6733 (map 18).
71.Proces-verbaal van verhoor [getuige 2] bij de rechter-commissaris, p. 2-3.
72.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] p. 5310-5311 (map 14).
73.Proces-verbaal van bevindingen 2022470850-11, p. 6719 (map 18); proces-verbaal van bevindingen 2022470850-12, p. 6722 (map 18).
74.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/Didam, p. 3003 (map 8).
75.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/Didam, p. 3004-3011 (map 8); NFI-rapport drugsonderzoek aan materialen aangetroffen op 10 januari 2023 op de locatie [adres 2] te Didam d.d. 11 april 2023, p. 3032-3034 (map 8).
76.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/Didam, p. 3004-3010 (map 8).
77.Proces-verbaal LFO ONRAA 22058/Didam, p. 3010-3011 (map 8).
78.Proces-verbaal van bevindingen 11, p. 6769-6771 (map 18).
79.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 23 mei 2024.
80.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 5] , p. 6737-6738 (map 18).
81.Proces-verbaal van bevindingen 1294, p. 5316-5318 (map 14).
82.Proces-verbaal van bevindingen PVB100, p. 3547 (map 9).
83.Proces-verbaal van forensisch onderzoek plaats delict ( [adres 24] Didam) p. 3040-3042 (map 8).
84.TMFI-rapport forensisch DNA-onderzoek d.d. 20 januari 2023 p. 6827-6828 (map 18); TMFI-rapport Forensisch DNA-onderzoek TMFI2023.0180-3 aanvullend.
85.Proces-verbaal van bevindingen 1438, p. 5587-5588 (map 15).
86.Proces-verbaal van bevindingen 892, p. 6683-6685 (map 18).
87.Proces-verbaal van bevindingen 892, p. 6688 (map 18).
88.Proces-verbaal van bevindingen JM 46, p. 6680-6681 (map 18).
89.Proces-verbaal van bevindingen JM 46, p. 6682 (map 18).