Uitspraak
1.Procesverloop
- Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 31 mei 2024, heeft de officier van justitie verzocht om het verzoek tot beëindiging van de verplichte zorg af te wijzen;
- Het e-mailbericht van de mentor, met bijlage, binnengekomen bij de griffie op
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- mw. A.C.M. Kleinsma, als geneesheer-directeur verbonden aan Tactus;
- dhr. [naam] , als verslavingsarts/regiebehandelaar verbonden aan Tactus;
- mw. [naam] , de eerste verantwoordelijke/verpleegkundige verbonden aan het ambulante team;
- dhr. [naam] , de zorgverantwoordelijke verbonden aan het ambulante team.
2.Beoordeling
‘het opnemen in een accommodatie’en
‘het beperken van de bewegingsvrijheid’. Op 23 mei 2024 heeft de geneesheer-directeur hier schriftelijk afwijzend op beslist. De officier van justitie heeft die afwijzing ter boordeling voorgelegd aan de rechtbank. De officier van justitie heeft op 23 mei 2024 de rechtbank verzocht om de verplichte zorg, verleend op grond van de beschikking van 12 maart 2024, niet te beëindigen.
‘het opnemen in een accommodatie’en
‘het beperken van de bewegingsvrijheid’te laten vervallen in de thans geldende zorgmachtiging. Betrokkene heeft de wens om terug te gaan naar huis en geeft aan dat zij de bijbehorende risico’s aanvaardt. Het is de rechtbank gebleken dat het op dit moment vrij goed met betrokkene gaat, maar volgens de geneesheer-directeur, de mentor en de ambulante behandelaren is daarbij de opname helpend. Zonder de opname zou het nadeel weer even hard terugkeren. In dat opzicht is er dus maar een beperkte verandering, omdat het risico zeer groot is dat betrokkene weer terugvalt in excessief alcoholgebruik wanneer de verplichte vormen van zorg
‘het opnemen in een accommodatie’en
‘het beperken van de bewegingsvrijheid’stoppen en betrokkene teruggaat naar huis. Gelet op de uit het dossier blijkende ervaringen uit het (recente) verleden is het zeer waarschijnlijk dat betrokkene dan onvoldoende voor zichzelf kan zorgen en dat er onder invloed van alcohol weer valincidenten zullen plaatsvinden en dat er mogelijk (opnieuw) misbruik van haar wordt gemaakt. Ook zal door de alcohol schade worden aangericht aan haar zenuwen, hart en hersenen wat mogelijk kan leiden tot voortijdig overlijden. De advocaat van betrokkene heeft verder aangevoerd dat, wanneer er eventueel sprake zou zijn van een terugval in gebruik, betrokkene altijd weer kan worden opgenomen. De rechtbank passeert dat verweer nu een terugval als zo reëel wordt ingeschat en het daaruit voortvloeiende ernstig nadeel zo groot kan zijn dat een beëindiging van de opnamemodaliteit en de daaraan gekoppelde beperking van de bewegingsvrijheidmodaliteit als in de zorgmachtiging toegestane vormen van verplichte zorg thans geenszins geïndiceerd is.
‘het opnemen in een accommodatie’en
‘het beperken van de bewegingsvrijheid’zoals opgenomen in de thans geldende zorgmachtiging. Concluderend is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van een zodanige verbetering van de gezondheidstoestand van betrokkene dat het ernstig nadeel is weggenomen en de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg beëindigd kunnen worden, dan wel dat er sprake is van een situatie waarbij er voorwaarden en beperkingen verbonden kunnen worden aan een beëindiging om het ernstig nadeel weg te nemen (artikel 8:19 lid 8 en artikel 8:20 Wvggz).