Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de akte uitlating rapport [partij 7] van 27 maart 2024 van PHL.
3.Het geschil
€ 530.667,00
4.De beoordeling
Ten eerste kan na het gesprek van gistermiddag geconcludeerd worden dat de UO-sets van zowel de Oostvleugel als de Ondergrondse Uitbreiding niet compleet zijn, er ontbreken nog details of er zitten nog fouten in en bovendien ontbreken (...) de aangepaste bestekken nog die essentieel zijn voor een goede gegevensoverdracht, inkoop, werkvoorbereiding en uitvoering van alle nota’s en optimalisaties. Deze bestekken hebben we uiterlijk 6 maart nodig.”
(...)
- Voorblad details
- Ontbrekende detail van de aansluiting buitengevel/maaiveld conform aandachtspuntenlijst blad 6 met de folies en isolatie zie onderstaande detail
- Detail 55.H: aanpassing muurdikte naar daadwerkelijke muurdikte conform overige details (...)
- Detail 56.H: aanpassing muurdikte naar daadwerkelijke muurdikte conform overige details (...)
Aanpassingen van alle overige (...) opmerkingen, incl bevindingen onderaannemers voor zover zij dan gecontracteerd zijn. Dit zijn de details:
D01.V, D05.V, D06.H, D07.V, DO9.V, D10.H, D11.V, D31.V, D37.V, D38.V, D39.V, D51.V, D53.H, D54.V, D63.V, D85.H, D92.H, D93.V
(...)
4.Bestek
a. We hebben een aangepast bestek gekregen van de oostvleugel, maar al snel bleek dat veel zaken daarin nog niet waren aangepast. Ook dit zal worden opgepakt vanuit het werktekening overleg, maar is wel essentieel voor een goed bouwproces. (...)
5.Verschillen TO/UO
waarin alle wijzigingen tussen het huidige tekenwerk en de documenten waarop de aanbiedingen zijn gebaseerd worden verstrekt, zodat we deze financieel en mogelijk planning technisch kunnen beoordelen.”
Na ons interne projectteamoverleg gistermiddag leek het ons verstandig nog even terug te komen op onderstaande mail om nogmaals duidelijk te maken, wie welke verantwoordelijkheid heeft na afronding van de groen/gele lijst(lijst met nog te implementeren optimalisaties/bezuinigingen, rechtbank)
, daar hier dan geen misverstanden over kunnen bestaan.
Vertraging Oostvleugel en wijzigingen TO-UO”, waarin onder meer het volgende is opgenomen (productie 40, pagina 90 dagvaarding):
(...)
(...)
worden namens de
.In dit Toetsingsprotocol is onder meer het volgende opgenomen:
(...)
opgenomen permanente en veranderlijke belastingen voor de eindfase. Alle overige belastingen op draagconstructies ten gevolge van bijvoorbeeld de productie, uitvoering en hulpconstructies ten behoeve van de uitvoering dienen door de aannemer te worden bepaald.
(...)
Het is niet duidelijk of WSP in haar wapeningsberekening beoogde een volledig samenwerkende latei van 219 cm te beschouwen , of een latei waar alle krachten geconcentreerd waren in de onderste 94 cm.
De door WSP in opdracht van BAM berekende wapening (...) is onvoldoende om de belasting op te nemen, ongeacht de beoogde latei hoogte.
Aangezien de balk reeds gestort was toen bovenstaande fout aan het licht kwam, dient de balk versterkt te worden.
6.Conclusie
1 INLEIDING
In de fase van het opstellen van het Technisch Ontwerp 03 is door WSP PHL in onderaanneming van [partij 6] onvoldoende aandacht besteed aan het vastleggen van de constructieve voorwaarden voor het borgen van de beoogde belastingafdracht van de stalen liggers naar de betonwanden 7-8-2 en 8-9-2 naar de betonnen onderbouw behorende bij het ontwerp 3D rekenmodel. Het betreft de onderstaande aspecten a en b.
Het niet toetsen van het al dan niet maatgevende zijn van de optredende momenten en dwarskrachten in de vloerschijf van het dek bij de beoogde belastingafdracht van het ontwerp 3D rekenmodel behorende bij het Technisch Ontwerp 03.
Het niet voorschrijven van een benodigde tijdelijke onderstempeling van de stalen liggers tijdens het storten van de druklaag van de breedplaten van het dek.
De continue stroom van wijzigingen in de opzet van de draagstructuur aanvullend, aan de op 4 april 2018 vastgelegde en overeengekomen optimalisaties en bezuinigingen voor het casco van de ondergrondse uitbreiding (...), heeft geleid tot het ontbreken van informatie over het gehanteerde 3D rekenmodel in de hoofdberekening (...) behorende bij het ondertekende contract (...).”
(...)
3.Berekening van de wapening in de lateien door WSP-BAM
4.Resumé conclusies [partij 5]
(...)
heeft allereerst kennis genomen van het door WSP PHL vervaardigde ontwerp (TO3), de detailberekening en wapening tekening van de wanden en van de notities van [partij 5] (22 december 2021) en de notitie van WSP (23 februari 2022).
WSP PHL heeft de gehele kelder constructie gemodelleerd in een 3D-rekenmodel.
De geadviseerde verificatieberekeningen door WSP PHL voor 3D-rekenmodellen overeenkomstig ‘Indieningsvereisten van het COBc (2011)’ ontbreken, in elk geval voor zover het de lateien betreft.De onderschatting van de belasting op de lateien door onvoorziene (door WSP PHL niet doorziene) spreiding van de belasting afdracht uit de vloer naar de stijvere penanten is hierdoor niet ontdekt. Daardoor voldoet de WSP PHL ontworpen dimensionering van de lateien niet, gelet op de daarin benodigde hoeveelheid wapening. Die afmeting was een gegeven vanuit de contracttekening van de betonwanden T03-k-44 d.d. 13-09-2018.
Uit oogpunt van snelheid en efficiency is de detailenginering ook uitgevoerd door WSP, zij het in opdracht van BAM (WSP BAM). Hiermee was iedereen bekend. WSP BAM heeft daar tevens medewerkers bij ingezet die ook bij het ontwerp betrokken waren.
WSP PHL heeft met betrekking tot de bepaling van de vloerwapening toegestaan dat er (door WSP BAM) is afgeweken van het belangrijke principe (zie 1.) dat alle detailengineering gebaseerd moet zijn op het 3D-rekenmodel.
- Onjuiste modelering in 3D-rekenmodel (stempelloos bouwen niet meegenomen in model)
- Geen verificatie van de uitkomsten van het 3D-rekenmodel met betrekking tot de krachtsverdeling in de lateien (...)
- Mogelijk onvoldoende vier ogen principe en daardoor geen verificatie van uitkomsten en uitgangspunten
6.Samenvatting
3d-model. PHL heeft betwist dat het gebruik van een 3d-model is opgedragen door
(WSP-)PHL en dat het 3d-model waarop WSP-BAM de hoeveelheid wapening heeft gebaseerd, afkomstig is van WSP-PHL.Uit voormelde rapporten/memo’s blijkt dat de onderzoekers een verschillend uitgangspunt hanteren over door wie (WSP-BAM of WSP-PHL) het gebruik van het 3d-rekenmodel is voorgeschreven. Omdat BAM zich beroept op het rechtsgevolg van haar stelling, rust op haar de stelplicht en bij voldoende onderbouwing de bewijslast dat door of namens PHL het gebruik van het 3d-model is voorgeschreven voor de berekening van de benodigde hoeveelheid wapening in de lateien. De rechtbank is van oordeel dat BAM haar stelling op dit punt onvoldoende heeft onderbouwd, om de volgende redenen.
worden namens de opdrachtgever constructieve werktekeningen (plattegronden) met maatvoering en casco details aangeleverd. Alle overige tekeningen dienen door de aannemer te worden vervaardigd. (...)
5.11 Verantwoordelijkheden tekeningen en/of berekeningen
Uitgebreide supervisie” en “
Controle door derden: controle uitgevoerd door een andere organisatie dan die het ontwerp en de berekening heeft gemaakt.”
(Pagina 132 dagvaarding)
00.02.17 VERWERKING VAN BOUWSTOFFEN
2.17 Waterdichtheid nieuwbouw kelderbak
(...)7. Analyse van de oorzaak
Waterlekkage welke veroorzaakt wordt door onjuiste verdichting specie (te veel of te weinig)
Permeabel beton wat gerelateerd is aan onvoldoende kwaliteit cementsteen vorming
Scheurvorming in beton veroorzaakt door verhinderde vervorming
(...)
In diverse boorkernen zijn scheuren te zien groter dan 0,15mm en wordt over de hele keldervloer (...) waargenomen.
Op de microscopische beelden gemaakt door Intron is te zien dat ook de scheuren kleiner dan 0,15mm niet zijn dichtgegroeid door de Self Healing Agent (SHA)
In dit soort wanden is altijd scheurvorming ten gevolge van verhinderde vervorming te verwachten. Deze scheuren zijn ook opgetreden.
De scheuren die slecht te dichten waren door middel van injecteren zaten maar over een klein deel van omtrek van kelderwand.
Over dit deel was een overvloedige uittreding van nutriënten van de SHA zichtbaar.
De lekkage is de loop van de tijd minder geworden.
10 Slotbeschouwingen
NEN-EN 1992-3 niet is behaald. [partij 10] heeft in zijn rapport ook toegelicht dat het bekend en te verwachten is dat een bouwkuip niet waterdicht is, en dat de waterdichtheid verzorgd diende te worden door de in de bouwkuip te realiseren constructieve vloer en constructieve buitenwanden (productie 72, pagina 64). Gelet hierop mocht BAM er niet van uit gaan dat sprake zou zijn van een volledig waterdichte bouwkuip.
5.De beslissing
woensdag 14 augustus 2024voor het nemen van een conclusie door beide partijen over wat is vermeld onder 4.42.,
mr. F.M.C. Boesberg en in het openbaar uitgesproken op 3 juli 2024.