ECLI:NL:RBGEL:2024:407

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 januari 2024
Publicatiedatum
29 januari 2024
Zaaknummer
06/060531-97
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling in verband met zware mishandeling en psychische stoornissen

In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 26 januari 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van de betrokkene, die in 1997 was veroordeeld voor zware mishandeling. De terbeschikkingstelling was oorspronkelijk opgelegd met een bevel tot verpleging van overheidswege en is sindsdien meerdere keren verlengd. De laatste verlenging vond plaats op 4 maart 2022. De officier van justitie heeft op 19 december 2023 een vordering ingediend voor verlenging van de maatregel met twee jaar, wat door de rechtbank is overwogen in het licht van de huidige situatie van de betrokkene.

Tijdens de zitting op 12 januari 2024 zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychologen en psychiaters, die de huidige toestand van de betrokkene hebben beoordeeld. De betrokkene verblijft momenteel in het Forensisch Psychiatrisch Centrum Pompestichting en heeft een LFPZ-status. De deskundigen hebben geconcludeerd dat de betrokkene een stoornis in het autismespectrum heeft, evenals andere persoonlijkheidsstoornissen. Ondanks zijn wens om de terbeschikkingstelling voor een langere periode te verlengen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor een door- of uitstroomtraject naar een andere voorziening, en dat de betrokkene nog steeds begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft daarom besloten om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en het advies van de kliniek. Deze beslissing is genomen door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 06/060531-97
Datum uitspraak: 26 januari 2024
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[verdachte] , (hierna: betrokkene)

geboren op [geboortedatum] 1960 te Weesp,
thans verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Pompestichting te Zeeland ,
(hierna: de kliniek).
Raadsvrouw: mr. P. Hoesstee, advocaat te Zutphen.

Procedure

Betrokkene is op 18 november 1997 bij vonnis van de rechtbank Zutphen veroordeeld vanwege het misdrijf zware mishandeling tot (onder meer) terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 2 februari 1998 en het laatst verlengd bij beslissing van de rechtbank van 4 maart 2022.
Bij vordering van 19 december 2023, ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 22 november 2023, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen;
  • het advies van psychiater L.H.W.M. Kaiser , van 11 oktober 2023;
  • het advies van psycholoog A.J. de Groot , van 16 oktober 2023.
Ter zitting van 12 januari 2024 zijn gehoord:
  • betrokkene (via een videoverbinding);
  • zijn raadsvrouw mr. P. Hoesstee;
  • de deskundige S.J.C. van der Sluis , behandelcoördinator - verpleegkundig specialist; en
  • de officier van justitie, mr. G. Steeghs.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar gehandhaafd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan.
De raadsvrouw van betrokkene heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Betrokkene zelf heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen verlenging van de maatregel, liefst met tien jaar. Hij is tevreden met zijn plek op de longstay afdeling van de kliniek en wil eigenlijk niet meer worden lastig gevallen met allerlei juridische procedures; de uitkomst daarvan is toch wel duidelijk en niet betwistbaar.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege zware mishandeling
.Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Uit het rapport van de kliniek blijkt dat betrokkene is gediagnosticeerd met een stoornis in het autismespectrum en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met schizotypische, vermijdende, antisociale, narcistische en obsessief compulsieve trekken. Sinds november 2014 verblijft betrokkene met een LFPZ-status binnen FPC Pompestichting .
Betrokkene heeft niet willen meewerken aan onderzoek door de psycholoog en de psychiater. Bij gebrek aan eigenstandig onderzoek kan de door de kliniek gestelde diagnose door de deskundigen niet worden gesteld op basis van eigen bevindingen.
De psycholoog heeft verslag gedaan van het korte gesprek met betrokkene. Gelet op de bevindingen van de kliniek en de weergave van het gesprek met betrokkene hebben de deskundigen geconcludeerd dat deze passen bij de door de kliniek gestelde diagnose.
Verloop van de maatregel
Sinds uitbrenging van het vorige verlengingsadvies kent het toestandsbeeld van betrokkene
geen verandering. Betrokkene verblijft op een afdeling met bewoners met overwegend een persoonlijkheidsstoornis en/of autistiforme problematiek. Op de afdeling wordt dagelijks waar nodig ondersteuning en structuur geboden aan de betreffende bewoners en wordt autonomie zoveel als mogelijk gewaarborgd. Er wordt geprobeerd de omgeving, zoveel als mogelijk, voorspelbaar te houden. Het betreft een supportief afdelingsklimaat. De afgelopen periode is er een lichte sociale verbetering te zien in het contact met anderen. Betrokkene geniet begeleid verlof om de kwaliteit van leven te vergroten.
Er wordt geen mogelijkheid gezien voor een door- of uitstroomtraject naar een andere voorziening of andere instelling, waar dezelfde (noodzakelijke) zorg, een gedegen risicomanagement alsook kwaliteit van leven kunnen worden geboden. Vooralsnog is er geen andere lange termijndoelstelling en/of toekomstperspectief dan verblijf binnen de LFPZ. Betrokkene kan zich hier in vinden.
Op 8 januari 2024 is de LFPZ-status verlengd.
Recidivegevaar
Hoewel betrokkene accepteert begeleiding nodig te hebben, kan hij deze begeleiding praktisch nauwelijks tot niet toelaten daar hij zijn eigen rigide visie heeft en regie wenst te behouden. Hij raakt versneld in conflict en is rigide in contact, hetgeen de samenwerking ernstig bemoeilijkt. Stevige, forensische begeleiding binnen een dwangkader wordt als noodzakelijk gezien teneinde betrokkene de juiste prothese te kunnen bieden om
(delict)gedrag te kunnen beperken. In geval van beëindiging van de maatregel wordt het risico op recidive als hoog ingeschat.
Hieruit blijkt dat de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel eist. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom, overeenkomstig de vordering en het advies van de kliniek, met twee jaren verlengen.

De beslissing

De rechtbank:
verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[verdachte]met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. A.J.H. Steenweg, als voorzitter, mr. F.J.H. Hovens en mr. J.M. Breimer, als rechters in tegenwoordigheid van A.B.M. Jansen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 januari 2024.