ECLI:NL:RBGEL:2024:4038
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarig stiefkind
In de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte, geboren op [geboortedag 1] 1971, heeft de militaire kamer van de Rechtbank Gelderland op 10 juni 2024 uitspraak gedaan. De verdachte werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met zijn minderjarig stiefkind, [slachtoffer], geboren op [geboortedag 2] 2002, in de periode van 17 januari 2012 tot en met 17 januari 2018 te Wagenberg, gemeente Drimmelen. De tenlastelegging omvatte zowel het vastpakken van de borsten van het slachtoffer als het masseren van haar billen op ontuchtige wijze. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 118 dagen voorwaardelijk, en een taakstraf van 240 uren.
De militaire kamer heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldiging van het vastpakken van de borsten. De moeder van het slachtoffer kon zich het incident niet herinneren, wat de geloofwaardigheid van de verklaring van het slachtoffer ondermijnde. Wat betreft de beschuldiging van het masseren van de billen, oordeelde de militaire kamer dat dit niet als ontuchtig kon worden gekwalificeerd, gezien de context en de aard van de handelingen. De verdachte had verklaard dat hij de massages op verzoek gaf en dat het gebruikelijk was binnen de familie.
Uiteindelijk heeft de militaire kamer de verdachte integraal vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De benadeelde partij, [slachtoffer], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien er geen bewezenverklaring was. Het vonnis werd uitgesproken door de militaire kamer, onder leiding van voorzitter mr. Y.H.M. Marijs, en de andere rechters op 24 juni 2024.