Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
de rechtbank begrijpt: 2023) aanwezig was in haar woning toen er werd aangebeld. Aangeefster keek op het scherm van de intercom. Ze zei dat verdachte voor de deur stond en dat ze niet wilde dat hij de woning in zou komen. [7] Uit de aantekeningen die [getuige 3] naar aanleiding van zijn bezoek die dag heeft gemaakt, blijkt dat aangeefster liet weten dat ze zich bedreigd voelde, dat ze het zichtbaar zwaar had en dat ze stil was van schrik. [8]
3.De bewezenverklaring
of omstreeks27 april 2023 te Apeldoorn ,
althans in Nederland,[slachtoffer] ,
geweld ofeen andere feitelijkheid
en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid
een of meerontuchtige handelingen, door
/of
(de hals van
)die [slachtoffer] heen te slaan en
/of
)die [slachtoffer] te
(tong
)zoenen en
/of
)zijn hand onder de
(boven
)kleding van die [slachtoffer] te steken en
/of
en/of te betasten.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
- veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 195,38 aan materiële schade en € 2.800.- aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 195,38 aan materiële schade en € 2.800,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 39 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.