ECLI:NL:RBGEL:2024:4022
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor splitsing woning in strijd met bestemmingsplan
In deze zaak heeft eiser op 20 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning om een gebouw in Apeldoorn te splitsen in zeven zelfstandige woonunits. Het college van burgemeester en wethouders heeft deze aanvraag op 23 september 2022 afgewezen, waarna eiser bezwaar heeft gemaakt. Het college heeft het bezwaar op 17 mei 2023 ongegrond verklaard, wat heeft geleid tot het beroep bij de rechtbank. De rechtbank heeft op 14 maart 2024 de zaak behandeld, waarbij zowel eiser als de gemachtigden van eiser en het college aanwezig waren.
De rechtbank heeft de weigering van de omgevingsvergunning beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser. Eiser betoogde dat de splitsing niet in strijd was met het bestemmingsplan, maar de rechtbank oordeelde dat het bouwplan in strijd was met de bestemmingsplanregels. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag niet voldeed aan de eisen van het bestemmingsplan, dat slechts twee woningen op de betreffende locatie toestond. De rechtbank oordeelde dat het college in redelijkheid de vergunning had kunnen weigeren, omdat de aanvraag niet voldeed aan de beleidsregels en randvoorwaarden die door de gemeenteraad waren vastgesteld.
Daarnaast heeft de rechtbank de argumenten van eiser over het gelijkheidsbeginsel en de motivering van het besluit beoordeeld. Eiser kon niet aantonen dat er sprake was van gelijke gevallen, en de rechtbank oordeelde dat het college niet in strijd met het motiveringsbeginsel had gehandeld. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, waardoor de beslissing op bezwaar in stand bleef. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.