ECLI:NL:RBGEL:2024:402

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 januari 2024
Publicatiedatum
26 januari 2024
Zaaknummer
C/05/426806 / HA RK 23-195
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor verdeling batig saldo van vereniging bij ontbinding

Op 25 januari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een beschikking gegeven in de zaak van een vereniging die om toestemming verzocht om het batig saldo bij haar ontbinding te verdelen onder de leden. De vereniging, opgericht op 27 februari 1975, had in de loop der jaren een onroerende zaak verworven en deze in gebruik genomen als verenigingsgebouw. Na een omzetting naar een stichting in 2007 en later weer terug naar een vereniging in 2018, besloot de vereniging op 11 december 2023 tot ontbinding, mits toestemming werd verkregen voor de verdeling van het batig saldo. De rechtbank oordeelde dat de leden, die al lange tijd betrokken waren bij de vereniging en het gebouw, recht hadden op een evenredige verdeling van het vermogen. De rechtbank baseerde haar beslissing op de statuten van de vereniging en de omstandigheden van de zaak, waarbij werd opgemerkt dat de leden geen subsidies of externe financiering hadden ontvangen en dat zij zelf verantwoordelijk waren voor het onderhoud van het gebouw. De rechtbank verleende toestemming voor de verdeling van het batig saldo onder de 26 leden die lid waren ten tijde van het besluit tot verkoop van het verenigingsgebouw.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rekestnummer: C/05/426806 / HA RK 23-195
Beschikking van 25 januari 2024
in de zaak van
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
[verzoekster],
gevestigd te [plaats] ,
verzoekster,
advocaat mr. R. Stam te Doetinchem.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 9 november 2023, met 4 producties;
  • de daaraan voorafgegane brief van 11 oktober 2023 van mr. J.A. te Lindert, als notaris verbonden aan notariskantoor Elan Notarissen Doesburg;
  • de oproepbrief 22 november 2023;
  • de brief van de rechtbank van 30 november 2023;
  • de brief van 12 december 2023 van mr. Stam, met bijlagen;
  • de mondelinge behandeling van 18 december 2023, waar namens verzoekster zijn verschenen: mevrouw [naam 1] , penningmeester, en de heer [naam 2] , vice-voorzitter, bijgestaan door mr. Stam;
  • de brief van 8 januari 2024 van mr. Stam, met bijlagen.
1.2.
Tenslotte is beschikking bepaald.

2.De feiten

2.1.
Verzoekster is op 27 februari 1975 opgericht als vereniging, toen genaamd [naam vereniging] .
2.2.
In de periode 1975 - 1985 heeft deze vereniging (in twee delen) de onroerende zaak gelegen aan de [adres+plaats] in eigendom verkregen, voor een koopsom van in totaal fl. 16.000,00 (omgerekend € 7.260,48). In de jaren daarna is deze onroerende zaak in gebruik genomen als verenigingsgebouw en door de leden van de vereniging opgeknapt, verbouwd en onderhouden.
2.3.
In artikel 2 (DOEL EN MIDDELEN) van de statuten van deze vereniging van 29 mei 1979 is onder meer vermeld:
‘(…)
1. De vereniging heeft ten doel het beoefenen, bevorderen en veredelen van de folkloristische gebruiken, waaronder speciaal folkloristische dansen.
2. Zij tracht dit doel te bereiken door:
a. het houden van repetities;
b. het geven van uitvoeringen;
c. alle andere middelen, welke het gestelde doel kunnen bevorderen.’.
In artikel 20 (ONTBINDING EN LIQUIDATIE) van die statuten is voorts vermeld:
‘(…) Een eventueel batig saldo na vereffening zal worden overgemaakt naar de vereniging: “Vereniging tot steun aan de rheumatiekbestrijding te Amsterdam” (…).’
2.4.
Bij notariële akte van 16 mei 2007 is de vereniging omgezet in een stichting, genaamd ‘ [naam stichting] ’. In artikel 1 van de statuten van deze stichting is onder meer bepaald:
‘(…) De stichting is een voortzetting van de vereniging:
[naam vereniging] (…)’.
In artikel 2 van de statuten van de stichting is onder meer bepaald:
1. De stichting heeft ten doel:
a. activiteiten te ontplooien ter ondersteuning, in de ruimste zin bedoeld, van de te [plaats] gevestigde vereniging:
[naam vereniging];
in verband hiermede is de stichting gehouden het primaat tot gebruik/huur van het hierna te vermelde cultureel centrum te verlenen en verleend te houden aan de hiervoor vermelde vereniging;
uitsluitend indien en voor zover genoemde vereniging aangeeft geen gebruik van bedoeld gebouw te (willen) maken is de stichting bevoegd dit aan anderen in gebruik te geven/verhuren;
b. de instandhouding en exploitatie van het cultureel centrum gelegen te [adres+plaats] ;
c. initiatief nemen tot en promoten van culturele activiteiten in [plaats] ;
d. alle activiteiten te ondernemen die tot het vorenstaande een bijdrage kunnen leveren.’
In artikel 29 (Ontbinding en vereffening) van de statuten van de stichting is onder meer bepaald:
‘In het besluit tot vereffening wordt tevens de bestemming bepaald voor een eventueel batig saldo, met dien verstande dat een batig saldo te alle tijde ten goede dient te komen aan een of meer culturele doelen in de gemeente [plaats] ’.
2.5.
Bij notariële akte van 5 september 2018 is de stichting omgezet in een vereniging, genaamd [huidige naam vereniging] (hierna ook: verzoekster). In de inleiding van deze akte is onder meer vermeld dat de stichting op 16 mei 2007 is opgericht, na omzetting vanuit een vereniging. In artikel 3 van de statuten van verzoekster is onder meer vermeld:
‘1. De vereniging heeft ten doel:
a. activiteiten te ontplooien ter ondersteuning, in de ruimste zin bedoeld, van de te [plaats] gevestigde vereniging: [naam vereniging] ;
b. de instandhouding en exploitatie van het gebouw gelegen te [adres+plaats] ;
uitsluitend indien en voor zover genoemde vereniging aangeeft geen gebruik van voormeld gebouw te (willen) maken is de onderhavige vereniging bevoegd dit aan anderen in gebruik te geven/verhuren/vervreemden;
c. initiatief nemen tot en promoten van culturele activiteiten in [plaats] ’.
Artikel 23 lid 3 van de statuten van verzoekster luidt als volgt:
‘Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder van hen ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook een andere bestemming van het batig saldo worden gegeven. Het vermogen dat de vereniging bezat bij omzetting van de stichting in een vereniging en de vruchten daarvan mogen slechts met toestemming van de rechter anders worden besteed dan op de wijze zoals voor de omzetting in de statuten van de stichting was voorgeschreven.’.
2.6.
In de algemene ledenvergadering van 13 februari 2023 van ‘ [verzoekster] ’ is besloten over te gaan tot verkoop van het verenigingsgebouw “ [naam gebouw] ”.
2.7.
Op 11 december 2023 is in de algemene ledenvergadering van [naam vereniging] besloten tot ontbinding van ‘ [verzoekster] ’ als de vereniging toestemming krijgt tot verdeling van het batig saldo.
2.8.
Het eigen vermogen van verzoekster bedraagt ongeveer € 326.000,00. Daarin is ook de opbrengst van de verkoop en levering (op 11 augustus 2023) van de hiervoor genoemde onroerende zaak begrepen. De onroerende zaak is verkocht voor € 265.000,00.
2.9.
Op 1 januari 2023 had verzoekster nog 26 leden.

3.Het verzoek

3.1.
Het verzoek strekt tot het geven van goedkeuring om het batige vermogen van verzoekster onder de leden te mogen verdelen.
3.2.
Aan het verzoek heeft verzoekster het volgende ten grondslag gelegd. Voor de beoogde (evenredige) verdeling van het vermogen onder de leden is op grond van de statuten toestemming van de rechtbank vereist. Verzoekster meent dat redenen aanwezig zijn om in dit specifieke geval uitkering aan de leden toe te staan, omdat:
- de onroerende zaak voor omzetting in een stichting al in eigendom van de vereniging was;
- dat uitkering van een batig saldo van die betreffende vereniging destijds ook zou toekomen aan die leden;
- dezelfde personen thans lid zijn van de vereniging als destijds voor de omzetting in een stichting;
- de onroerende zaak uitsluitend is verkregen en (onbezoldigd) ingrijpend is verbouwd en opgeknapt door diezelfde leden.
3.3.
Hoewel in 2007 omzetting naar een stichting van belang leek voor de financiering van het onderhoud van de onroerende zaak door middel van giften of subsidies van derden, hebben de stichting en verzoekster die nimmer ontvangen. De kosten zijn steeds gedekt door andere inkomsten, te weten de van leden ontvangen contributies, opbrengsten uit optredens, verhuur van het pand en de verkoop van consumpties. De leden menen, achteraf bezien, dat zij in 2007 niet goed zijn voorgelicht door de notaris. Na voortschrijdend inzicht (geen aanwas van nieuwe leden en de vrees voor verlies van het bezit van de oude vereniging), is de stichting in 2018 omgezet in een vereniging.
3.4.
Als de rechter geen toestemming geeft voor het verdelen van het batig saldo onder de leden, dan wordt verzoekster als vereniging niet ontbonden en blijft het batige saldo binnen de vereniging.

4.De beoordeling

4.1.
In artikel 2:18 lid 6 BW is het volgende bepaald:
‘Na omzetting van een stichting moet uit de statuten blijken dat het vermogen dat zij bij de omzetting heeft en de vruchten daarvan slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de omzetting was voorgeschreven. Hetzelfde geldt voor de statuten van een rechtspersoon voor zover dit vermogen en deze vruchten daarop krachtens fusie of splitsing zijn overgegaan.’.
4.2.
Vóór de omzetting van de stichting gold dat een batig saldo ten goede diende te komen aan een of meer culturele doelen in de gemeente [plaats] . Een verdeling van een batig saldo onder de leden is daarmee niet in overeenstemming. Daarom is toestemming van de rechter vereist.
4.3.
Het is de rechter opgevallen dat in de notariële akte van de omzetting van de vereniging [naam vereniging] naar een stichting als doel wordt geformuleerd dat de stichting activiteiten ontplooit ter ondersteuning van de vereniging. Daardoor lijkt het of de oorspronkelijke vereniging is blijven bestaan. Dat zou echter betekenen dat er na omzetting van de stichting naar de vereniging [verzoekster] twee verenigingen bestaan. Dat is niet erg waarschijnlijk. Uit de overgelegde stukken blijkt dat de verschillende benamingen door elkaar worden gebruikt. De leden van de vereniging maken geen onderscheid en lijken ervan uit te gaan dat er één vereniging is. Ook de notaris gaat hiervan uit. Wat daar ook van zij: vast staat dat de stichting eigenaar was van het verenigingsgebouw. Immers, uit de nota van afrekening volgt dat de vereniging die het verenigingsgebouw heeft verkocht [verzoekster] was. Dat is de rechtsopvolger van de stichting en daarmee ook de vereniging die het verzoek kan doen.
4.4.
Uit de overgelegde stukken blijkt verder, zoals ter zitting ook is toegelicht, dat de (meeste) leden die per 1 januari 2023 lid waren van de vereniging ook al lid waren ten tijde van de verkrijging van het verenigingsgebouw en dat zij al die jaren het beheer en onderhoud voor hun rekening hebben genomen. Zij hebben er dus tijd en wellicht ook eigen geld in gestoken. Niet gebleken is dat zij in de loop van de jaren een beroep hebben gedaan op subsidies of fondsen ter ondersteuning van hun activiteiten dan wel ter dekking van kosten. Tegen deze achtergrond vindt de rechtbank het op zijn plaats dat het batig saldo in de vereniging ook ten goede komt aan de leden. De leden hebben ter zitting voldoende toegelicht dat hun vereniging geen bestaansrecht meer heeft en dat de vereniging enkel in stand gehouden zou worden vanwege het vermogen. Gelet hierop acht de rechtbank een verdeling van het batig saldo onder de leden gerechtvaardigd.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
verleent toestemming aan verzoekster om het batig saldo van de vereniging te verdelen onder de (26) leden die lid waren ten tijde van het besluit tot verkoop van het verenigingsgebouw.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.E.M. Overkamp en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2024.