Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[handelsnaam],
1.De procedure
- de dagvaarding
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
766,00(1,0 punt × tarief € 766,00)
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 3 januari 2024 een verstekvonnis gewezen in een civiele procedure tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.J. Verweij, vorderde onder andere een schadevergoeding van € 30.000,00 van gedaagde, die niet verschenen was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vordering van eiser niet onrechtmatig of ongegrond was, met uitzondering van de niet onderbouwde schade die eiser claimde. De rechtbank oordeelde dat eiser niet aannemelijk had gemaakt dat er schade was of zou zijn als gevolg van de niet-nakoming door gedaagde. Daarom werd het gevorderde bedrag van € 30.000,00 niet toegewezen.
De rechtbank heeft gedaagde als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 2.197,49. Daarnaast werd gedaagde veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis aan eiser te betalen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank verklaarde dat de overeenkomst tussen partijen terecht was ontbonden en dat gedaagde aansprakelijk was voor de kosten die voortvloeiden uit deze procedure. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen.