Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- die [slachtoffer 1] één of meerdere malen met kracht aan haar haren te trekken en/of
- die [slachtoffer 1] één of meerdere malen bij haar keel te grijpen en/of gegrepen te houden en/of
- die [slachtoffer 1] één of meerdere (vuist)slag(en) in/op het gezicht en/of haar arm(en) en/of lichaam te geven;
hij op of omstreeks 13 januari 2021 te Arnhem, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 450
euro, in elk geval enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] toebehoorde, door:
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] te roepen ‘geld, of ik gebruik geweld’, althans
- die [slachtoffer 2] vast te pakken bij zijn arm en/of schouder en/of vastgepakt te houden en/of
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] te roepen ‘ik heb je kenteken toch, ik weet je te
hij op of omstreeks 15 januari 2021 te Arnhem, in elk geval in Nederland,
[slachtoffer 2] , heeft bedreigd, met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen ‘Je gaat zelf dood als je blijft lullen, flikker. Denk erom’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op of omstreeks 22 januari 2021, te Arnhem, een donatiepot (met daarin een geldbedrag van ongeveer dertig euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
door geweld en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een pasjeshouder (met daarin een pinpas en/of een ID-kaart en/of een visitekaart) en/of een Nokia 2.4 telefoon en/of oordopjes en/of een Nike jas, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] toebehoorde(n), door
- die [slachtoffer 4] met een kettingslot, althans een zwaar voorwerp op/tegen zijn hoofd te slaan en/of
- tegen die [slachtoffer 4] te zeggen dat hij alles uit zijn zakken moest halen en aan hem, verdachte, moest geven.
mededader toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
voor hem bekend als een prostituee onder de naam [naam 4]), zo ook op 13 januari 2021. Hij zat op het bed en zag dat [slachtoffer 1] haar telefoon pakte. Opeens ging de slaapkamerdeur open met een harde ‘bonk’ en kwam verdachte de slaapkamer binnen. Aangever zei tegen verdachte ‘Wat heb ik misdaan?’ Verdachte zei ‘Geld! Moet ik geweld gebruiken?’. Aangever was heel angstig en kon niet weg komen omdat de ingang werd geblokkeerd. Hij heeft verdachte toen € 350,- gegeven. Hij hoorde verdachte zeggen ‘ik wil meer! Ik wil je telefoon en je autosleutels. Anders gebruik ik geweld’. Aangever zei dat hij geld in zijn auto had liggen en dat verdachte dat zou krijgen als hij mee zou lopen naar de auto. [slachtoffer 1] knikte naar verdachte. Verdachte pakte aangever stevig vast aan zijn rechterbovenarm en later aan zijn rechterschouder. In de gang beneden wist aangever zich los te rukken en de voordeur uit te gaan. Hij werd ingehaald door verdachte en hoorde hem op een dreigende manier zeggen ‘je wilt weg, je wilt weg!’. Toen gingen aangever en verdachte naar de auto. Verdachte zei ‘je moet pinnen’. Aangever greep
3.De bewezenverklaring
één ofmeerdere tijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van
1 januari27 mei2020 tot en met
1912februari 2021 te Arnhem en
/ofVeenendaal, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1] , heeft mishandeld door:
- die [slachtoffer 1] één of meerdere malen met kracht aan haar haren te trekken en
- die [slachtoffer 1] één of meerdere malen bij haar keel te grijpen en
- die [slachtoffer 1]
hij op
of omstreeks13 januari 2021 te Arnhem,
in elk geval in Nederland,tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en
/ofbedreiging met geweld
[slachtoffer 2] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer 450
euro, in elk geval enig geldbedrag, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] toebehoorde, door:
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] te roepen ‘geld, of ik gebruik geweld’, althans
- die [slachtoffer 2] vast te pakken bij zijn arm en
- dreigend tegen die [slachtoffer 2] te roepen ‘ik heb je kenteken toch, ik weet je te
hij op
of omstreeks15 januari 2021 te Arnhem,
in elk geval in Nederland,[slachtoffer 2] , heeft bedreigd, met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door die [slachtoffer 2] (telefonisch) dreigend de woorden toe te voegen ‘Je gaat zelf dood als je blijft lullen, flikker. Denk erom’, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
hij op
of omstreeks22 januari 2021, te Arnhem, een donatiepot (met daarin een geldbedrag van ongeveer dertig euro), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
of omstreeks22 oktober 2022 te Arnhem, op de openbare weg, te weten op
/aande Remisestraat, met het oogmerk om zich
en/of een anderwederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld
en/of bedreiging met geweld, [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van een pasjeshouder (met daarin een pinpas en
/ofeen ID-kaart en
/ofeen visitekaart) en
/ofeen Nokia 2.4 telefoon en
/ofoordopjes en
/ofeen Nike jas, in elk geval enig goed, dat
/diegeheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] toebehoorde
(n), door
- die [slachtoffer 4] met een kettingslot, althans een zwaar voorwerp
- tegen die [slachtoffer 4] te zeggen dat hij alles uit zijn zakken moest halen en aan hem, verdachte, moest geven.
of omstreeks11 februari 2024 te Arnhem tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,
een (ofmeerdere
)verpakking
(en
)koffie, in elk geval enig goed, die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en
/ofzijn
mededader toebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de feiten
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf
.Door de reclassering worden geen contra-indicaties voor het opleggen van een gevangenisstraf of het uitvoeren van een taakstraf gezien. De reclassering adviseert als bijzondere voorwaarden onder meer een vorm van begeleid wonen, schuldhulpverlening, ambulante behandeling voor het middelengebruik, gevolgd door diagnostiek om verdachte gepast te kunnen begeleiden en behandelen.
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 05-145988-20)
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
- bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren niet heeft gehouden aan de volgende voorwaarden:
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen als de zorginstelling dat nodig vindt;
- verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 1989, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
- verdachte meewerkt aan het af lossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden.
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
De vordering van benadeelde partij [slachtoffer 1] (parketnummer 05-058204-22)
- veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 2.500,00 aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 2.500,00 aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 mei 2020 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 35 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;