ECLI:NL:RBGEL:2024:3797

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
21 juni 2024
Zaaknummer
10649810 / CV EXPL 23-5518
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanneming van werk en uitleg overeenkomst met richtprijs overschrijding

In deze zaak, die voor de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een geschil tussen twee bedrijven over de uitvoering van tegelwerkzaamheden. De eiser, een bedrijf dat zich bezighoudt met natuursteenbewerking, heeft in opdracht van de gedaagde, een interieurbouwbedrijf, werkzaamheden verricht van oktober 2021 tot januari 2022. De eiser heeft een eerste factuur gestuurd voor € 23.613,30, maar de gedaagde heeft bezwaren geuit over de voortgang en de kosten. Er zijn verschillende e-mails en berichten uitgewisseld waarin de gedaagde zijn onvrede over de werkzaamheden en de facturering heeft geuit. De eiser heeft uiteindelijk een tweede factuur gestuurd, maar de gedaagde heeft geweigerd deze te betalen, wat heeft geleid tot deze rechtszaak.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de overeenkomst tussen partijen kan worden gekwalificeerd als aanneming van werk. Er was onduidelijkheid over de prijsafspraken, maar het uurtarief van € 65,00 was niet in geschil. De rechter heeft vastgesteld dat er een richtprijs was afgesproken, die niet met meer dan 10% mocht worden overschreden zonder tijdige waarschuwing van de eiser aan de gedaagde. De rechter concludeerde dat de eiser niet tijdig heeft gewaarschuwd voor de overschrijding van de richtprijs, waardoor de gedaagde niet verplicht was om het volledige bedrag van de factuur te betalen. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 10.706,70, plus buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10649810 \ CV EXPL 23-5518
Vonnis van 12 juni 2024
in de zaak van
[eiser] , H.O.D.N. [eisende partij],
zaakdoende te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eisende partij] ,
gemachtigde: De Ruijter & Willemsen gerechtsdeurwaarders en incasso B.V.,
tegen
[gedaagde partij] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde partij] ,
gemachtigde: mr. W. van Dijk.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 december 2023
- de namens [gedaagde partij] overgelegde pleitnota
- de mondelinge behandeling van 16 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisende partij] is een bedrijf dat zich bezig houdt met natuursteenbewerking.
2.2.
[gedaagde partij] is een bedrijf dat zich bezig houdt met interieurbouw.
2.3.
[eisende partij] heeft in opdracht van [gedaagde partij] in de periode oktober 2021 tot en met januari 2022 tegelwerkzaamheden verricht voor een project in Alblasserdam.
2.4.
Op 19 oktober 2021 heeft [eisende partij] een eerste factuur aan [gedaagde partij] gestuurd voor de verrichtte werkzaamheden voor een bedrag van € 23.613,30.
2.5.
Naar aanleiding van de factuur van 19 oktober 2021 hebben [eisende partij] en [gedaagde partij] onder meer de volgende berichten via WhatsApp naar elkaar gestuurd:
Bericht van [eisende partij] aan [gedaagde partij] [moment van verzending niet bekend]
“ Goedemorgen [gedaagde partij] , zou jij zo vriendelijk willen zijn om de factuur over te maken vandaag. Anders loop ik zelf ook vast. Alvast bedankt”
Bericht van [gedaagde partij] aan [eisende partij] [moment van verzending niet bekend]
“natuurlijk wil ik dat, ik betaal eigenlijk altijd direct of binnen een week, ik ben nu alleen wel een beetje teleurgesteld, een factuur van excl btw bijna 20k nog geen badkamer klaar, verkeerde tegels op de achterwand, niet nakomen van beloftes, voor het stuk wat er nu gemaakt is komen we op omgerekend wel een hele forse meterprijs, ik begrijp dat het geld kost, maar je zult het met me eens moeten zijn dat voor 65 per uur wel wat mag gebeuren. hoe zie je dat zelf? ik krijg op 19 oktober een factuur met 20 oktober er al bij in, ik ben weken achter jullie aan geweest wanneer jullie komen, en nu vraag je na ruim een week al om betaling, ik spreek met je vader af wat er allemaal klaar zou zijn, daar bel ik nog een x over, en donderdag en vrijdag zijn jullie er doodleuk niet, de liefde moet wel van 2 kanten komen, hoe denk je daar zelf over?”
graag even hoe je de vervolgplanning ziet, en hoeveel tijd je nodig denkt te hebben, en wanneer je klaar bent, ik betaal graag en betaal ook altijd, maar richting mijn klant kan ik dit niet maken zo.
laat me even weten hoe en wat dan doe ik vandaag vast een deel betaling, geen probleem”
Bericht van [eisende partij] aan [gedaagde partij]
[16:00, 20-10-2021] +31 6 20915777: Hoi [gedaagde partij] , zoals gisteren besproken zijn deze week
de badkamers klaar op zolder. (op het mozaïek na want die moet nog komen) is morgen de master douche klaar met achterwand, vloer gevoegd, mozaïek achterwand wc en bad en is het washok gevoegd. Vanaf maandag verder in sauna en wordt de garage volgende week gedaan. Ik durf niet te zeggen hoeveel tijd we nodig hebben durf ook niet te zeggen wanneer we klaar zijn. Ik ga er vanuit dat we hopelijk binnen 4 tot 5 weken eruit zijn.
Bericht van [eisende partij] aan [gedaagde partij]
[16:06, 20-10-2021] +31 6 20915777: We proberen zo snel mogelijk en hard om iedereen heen te werken. Maar er komt iedere keer veel bij kijken en dat geeft niet maar we maken wat we af kunnen maken.
Bericht van [eisende partij] aan [gedaagde partij]
[16:18, 20-10-2021] +31 6 20915777: De factuur is gemaakt op 17 dagen en in die tijd is
er een hele hoop gedaan. Vloeren schuren, vloeren egaliseren, vloeren smeren, badkamer, platen zetten, sauna platen de hele kelder op de hal na en de badkamers boven. Er wordt gewoon hard door gewerkt en zoals ik al aangaf er zit overal veel werk aan!
Bericht van [eisende partij] aan [gedaagde partij]
[16:18, 20-10-2021] +31 6 20915777: Vandaar ook veel uur.
Bericht van [eisende partij] aan [gedaagde partij]
[16:20, 20-10-2021] +31 6 20915777: Maar [gedaagde partij] we zijn goed op weg en volgende week is weer flink wat af”
2.6.
Op 7 januari 2022 heeft [eisende partij] een tweede factuur aan [gedaagde partij] gestuurd voor de verrichte werkzaamheden. Naar aanleiding van deze tweede factuur heeft [gedaagde partij] op 11 januari 2022 een e-mail gestuurd aan [eisende partij] :
‘Beste [voornaam 1] en [voornaam 2] ,
Ik zal er naar kijken, maar laten we eerst even eea af gaan ronden voor ik de opdrachtgever weer een factuur in zijn mik duw.
Ik heb nl. het rekensommetje voor geschoteld gekregen dat we met de betaling van de eerste factuur reeds € 70,- per m2 kwijt zijn voor de tot op heden geleverde werkzaamheden, voor normaal tegelwerk een normaal tarief, voor mozaïek en andere soorten werk natuurlijk niet, maar er gaat ook het nodige mis, laten we afspreken dat we donderdag as samen kijken wat netjes is dan maken we dat deel vast rond en dat betaal ik dan direct.
Laat ik eerlijk zijn, ik ben niet tevreden over het verloop, en dat heb ik reeds gemeld, ik ben goed van betalen, normaliter betaalt mijn vrouw iedere week alle facturen, maar als ik zie hoe jullie bezig dan klopt dat gewoon niet, en daar baal ik wel van eerlijk gezegd, ik spreek jullie donderdag.
Groeten [gedaagde partij] .’
2.7.
Op 20 januari 2022 heeft [eisende partij] de volgende e-mail gestuurd aan [gedaagde partij] :
‘Goedemiddag [gedaagde partij] ,
Wij hebben een correctie op de uren gemaakt na ons gesprek.
Totaal gewerkte uren 816 uur
Totaal gewerkte uren na correctie 699 uur
Dit is een verschil van 117 uur wat uitkomt op een bedrag van € 8.203,80.
Op basis van de 699 uur is een nieuwe totaal factuur gemaakt incl de materialen.’
2.8.
Op 20 januari 2022 heeft [eisende partij] een gewijzigde factuur aan [gedaagde partij] gestuurd voor de verrichte werkzaamheden van in totaal € 32.562,04.
2.9.
Op 21 januari 2022 heeft [gedaagde partij] een e-mail gestuurd aan [eisende partij] . Daarin stond onder meer:
‘Beste [voornaam 1] en [voornaam 2] ,
We hebben van de week samen gezeten en hebben de werkzaamheden besproken, we hebben ook besproken dat de wijze waarop jullie werken niet efficiënt is, dat er heel rustig aan gedaan wordt, dat er veel te lang geschaft wordt, dat er uren berekend worden die niet gemaakt zijn, kortom dat onze opdrachtgever en dat wij erg ontevreden zijn, ik heb al meerdere malen aangegeven dat het me allemaal veel te lang duurt, dan worden er allerlei mooie beloften gedaan die niet na gekomen worden, ik heb ook aangegeven dat jullie altijd halve dagen werken, dat er bijna nooit iets gedaan wordt voor 10:00 uur, dat er tussen de middag heel lang geschaft wordt, en dat er tussen door ook iedere keer veel te lang gezeten wordt, jullie zouden komen met een correctie op de uren, en een correctie voor het ver rabbezakken van de wellness.’
Ik heb het overzicht gehad en daar ga ik niet eens op is verder, die is te belachelijk om tijd aan te besteden
We hebben ondertussen de facturen eens goed bekeken, de in rekening gebrachte uren vergeleken met de werkelijk op de bouw aanwezig geweest uren berekend, en dan nog de normale schafttijden eraf gehaald, dus niet eens de werkelijk door jullie geschafte uren want die liggen veel hoger, wij komen helaas voor jullie op een heel andere berekening.(…)’
2.10.
Op 25 januari 2022 stuurt [eisende partij] een e-mail naar [gedaagde partij] waarin onder meer staat:
‘Daarnaast is er een akkoord gegeven dat de projecten op uur basis zijn aangenomen maar dat er achteraf wordt berekend op m2 prijzen. Dat is niet relevant ten opzichte van de werkzaamheden die zich voorgedaan hebben. Mocht je dit wel hebben bevonden dan hadden we vooraf aan de projecten een prijsopgave moeten maken voor alle werkzaamheden en niet achteraf.
Wij hebben het werk gemaakt na verloop van de bouw en er is niet stil gezeten want er is gewerkt waar we terecht konden op dat moment. Vanuit jullie is gevraagd om een correctie te maken op de uren. Deze correctie hebben wij toegepast zoals je kunt zien in het overzicht en hierin zijn al de uren verwijderd voor het ver rabbezakken van de sauna en de korte uurtjes dat wij daar zijn geweest omdat wij dachten verder te kunnen werken maar dit niet kon.’
2.11.
Op 25 januari 2022 heeft [eisende partij] een voorstel gedaan om tot een oplossing te komen inhoudende dat [gedaagde partij] nog een bedrag van € 29.000,00 aan [eisende partij] zal betalen.
2.12.
Op 26 januari 2022 heeft [gedaagde partij] een tegenvoorstel gedaan inhoudende dat zij nog een bedrag van € 15.000,00 aan [eisende partij] zal betalen.
2.13.
Op 9 februari 2022 stuurt [gedaagde partij] de volgende e-mail aan [eisende partij] :
‘Goedemiddag [voornaam 2] ,
Gisteren heeft [gedaagde partij] op locatie bij klant [naam klant] nog een gesprek met je gehad, een laatste poging om tot overeenstemming te komen.
Dit is helaas niet gelukt, er lijkt geen begrip te zijn voor de situatie.
We zijn tot de conclusie gekomen dat we niet tot overeenstemming kunnen komen, hierbij vervalt dan ook ons voorstel van woensdag 26 januari 2022. Wel wil ik nogmaals benadrukken dat het een heel coulant voorstel was van onze kant. Na inschakelen van referentiepartijen en/of andere instanties werden de door ons gehanteerde tarieven bevestigd (als zeer ruime tarieven).
Het is nooit onze bedoeling geweest op deze manier een dossier ‘af te ronden’, maar we kunnen niet meer doen dan dit.
We zien het vervolg met veel vertrouwen tegemoet.’
2.14.
Op 24 februari 2022 heeft [gedaagde partij] de volgende e-mail aan [eisende partij] gestuurd:
‘Goede morgen [voornaam 2]
Telefonisch gesproken over onderstaande, zoals u aangaf ontvangen we vandaag een voorstel. Deze ontvang ik graag op dit e-mailadres.
Alvast bedankt!’
2.15.
Op 25 februari 2022 heeft [gedaagde partij] de volgende e-mail aan [eisende partij] gestuurd:
‘Goedemorgen,
Helaas hebben we nog niks vernomen van jullie terwijl u dinsdag aangaf het woensdag te verzenden. Zoals in mijn eerdere mail vermeld heb ik begrepen dat we het dan uiterlijk donderdag (gisteren) zouden ontvangen.
We zien het daarom vandaag, voor het weekend graag tegemoet.’
2.16.
Op 24 januari 2023 heeft de gemachtigde van [eisende partij] een betalingsherinnering gestuurd met het verzoek de betaling alsnog te verrichten voor 27 januari 2023.

3.Het geschil

3.1.
[eisende partij] vordert - samengevat - veroordeling van [gedaagde partij] tot betaling van € 25.000,00, inclusief incassokosten en wettelijke rente.
3.2.
[eisende partij] heeft ter onderbouwing van zijn vordering verklaard dat hij goederen en diensten heeft geleverd, maar dat [gedaagde partij] de betalingsverplichting niet nakomt. [eisende partij] heeft [gedaagde partij] meerdere malen herinnerd aan de betalingsverplichting. Desondanks heeft [gedaagde partij] tot op heden nog niet betaald.
3.3.
[gedaagde partij] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eisende partij] , dan wel tot afwijzing
van de vorderingen van [eisende partij] , met veroordeling van [eisende partij] in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De kantonrechter overweegt als volgt. De overeenkomst tussen partijen is te kwalificeren als aanneming van werk (artikel 7:750 BW). Op de overeenkomst zijn dan ook van toepassing de bepalingen uit titel 12 van boek 7 BW.
4.2.
Partijen verschillen van mening wat zij als prijs voor de te verrichten werkzaamheden zijn overeengekomen. Het uurtarief van € 65,00 per persoon is niet in geschil. Wel in geschil is de vraag of partijen een richtprijs van zijn overeengekomen, die is gebaseerd op een inschatting van circa 480 uur. In dat laatste geval bepaalt artikel 7:752 lid 2 BW dat een richtprijs in beginsel met maximaal 10% mag worden overschreden. Dit is anders als de aannemer de opdrachtgever zo tijdig mogelijk voor de waarschijnlijkheid van een verdere overschrijding heeft gewaarschuwd, om hem de gelegenheid te geven het werk alsnog te beperken of te vereenvoudigen
4.3.
Om te kunnen vaststellen wat partijen zijn overeengekomen, zal uitleg van de overeenkomst moeten plaatsvinden. Nu het hier gaat om een (hoofdzakelijk) mondelinge overeenkomst komt het bij de uitleg van de overeenkomst aan op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs aan de door hen gebezigde bewoordingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Gelet op de stukken en hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is verklaard, is de kantonrechter van oordeel dat partijen een richtprijs hebben afgesproken. Deze richtprijs is gebaseerd op de inschatting van [eisende partij] dat voor uitvoering van de werkzaamheden 480 uur benodigd zijn. Bij dit oordeel heeft de kantonrechter laten meewegen dat tussen partijen vast is komen te staan dat [eisende partij] samen met [gedaagde partij] voorafgaand aan de klus op locatie hebben de werkzaamheden hebben doorgenomen. [eisende partij] heeft de klus toen begroot op ongeveer zes weken werk. Gelet op het feit dat niet in geschil is dat [eisende partij] ook buiten aan het terras werkzaamheden heeft verricht, acht de kantonrechter het aannemelijk dat de begrote zes weken betrekking hadden op zowel de werkzaamheden binnen als buiten. [eisende partij] heeft pas op de mondelinge behandeling verklaard dat de begrote zes weken eigenlijk te weinig waren voor de gehele klus (binnen én buiten) en dat vanwege obstakels de planning niet is gehaald. Uit de overlegde e-mailcorrespondentie volgt voorts dat [gedaagde partij] na het ontvangen van de eerste factuur met bijbehorende urenstaat direct contact opneemt met [eisende partij] en zijn ongenoegen uit over het aantal gefactureerde uren in samenhang met de voortgang van de klus. Niet in geschil is dat [gedaagde partij] tot dat moment geen urenstaat van [eisende partij] heeft ontvangen. [gedaagde partij] vraagt dan ook om een vervolgplanning. Deze gedragingen van [gedaagde partij] lijken ook erop te wijzen dat door [eisende partij] wordt afgeweken van een eerder overeengekomen planning/richtprijs.
4.4.
Het is de kantonrechter niet, althans onvoldoende, gebleken dat [eisende partij] [gedaagde partij] tijdig heeft gewaarschuwd voor een overschrijding van de vooraf begrote 480 uur. Pas ten tijde van de eerste factuur, op het moment dat [eisende partij] iets meer dan drie weken aan het werk was, geeft hij aan dat veel werk in de voorbereiding is gaan zitten en dat de klus mogelijk nog vier tot vijf weken gaat duren. Wel geeft [eisende partij] nog aan dat de daarop volgende week flink wat werkzaamheden zullen zijn afgerond. Pas ten tijde van de eindfactuur wordt voor [gedaagde partij] inzichtelijk dat sprake is van een forse overschrijding van de begrote uren, terwijl een groot deel van het werk niet af is. De kantonrechter is van oordeel dat [eisende partij] op verschillende momenten tijdens de uitvoering van zijn werkzaamheden [gedaagde partij] in niet mis te verstane bewoordingen had moeten waarschuwen voor het feit dat substantieel meer uren benodigd zijn voor de uitvoering van de werkzaamheden. Nu niet is gebleken dat [eisende partij] aldus heeft gewaarschuwd, is de kantonrechter van oordeel dat [eisende partij] niet heeft voldaan aan zijn waarschuwingsverplichting.
4.5.
Het voorgaande betekent dan ook dat [gedaagde partij] geen rekening hoefde te houden dat hij na afronding van de werkzaamheden nog zo’n € 32.000,00 diende af te rekenen. De kantonrechter zal dan ook overeenkomstig artikel 7:752 lid 2 BW, [gedaagde partij] veroordelen tot betaling van 10% bovenop de richtprijs van € 31.200,00 (€ 65,00 x 480 uur), te weten € 34.320,00. Nu [gedaagde partij] reeds een bedrag van € 23.613,30 heeft betaald, betekent dit dat [gedaagde partij] nog € 10.706,70 aan [eisende partij] dient te betalen.
4.6.
[gedaagde partij] heeft voorts een verrekeningsverweer gevoerd. Hij stelt dat hij voor een bedrag van € 12.358,21 herstelkosten heeft moeten maken, omdat [eisende partij] zijn werk niet goed heeft uitgevoerd. De kantonrechter zal het beroep op verrekening passeren op grond van artikel 6:136 BW. In dit artikel is bepaald dat de rechter een vordering ondanks een beroep van de verweerder op verrekening kan toewijzen, indien de gegrondheid van dit verweer niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is. Het op eenvoudige wijze vaststellen van de gegrondheid van het verweer is in dit geval niet mogelijk, mede gezien de summiere onderbouwing van de veronderstelde tegenvordering en de omstandigheid dat niet op eenvoudige wijze kan worden vastgesteld dat [eisende partij] in verzuim is komen te verkeren.
4.7.
[eisende partij] vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De hoogte van de vordering zal worden getoetst aan het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit). Aangezien [gedaagde partij] niet tijdig tot betaling is overgegaan, heeft [eisende partij] haar vordering terecht uit handen gegeven. [eisende partij] heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De door [eisende partij] gemaakte kosten om haar vordering betaald te krijgen komen dan ook voor rekening van [gedaagde partij] . Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten is niet in overeenstemming met het in het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten bepaalde tarief dat redelijk wordt geacht. Derhalve wordt conform het in het Besluit genoemde tarief een bedrag van € 882,07 toegewezen.
4.8.
De gevorderde wettelijke handelsrente zal worden toegewezen over de toegewezen hoofdsom van € 10.706,70 vanaf de vervaldatum van de factuur, zijnde 24 januari 2022. De gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten wordt toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, zijnde 19 juli 2023, en afgewezen voor zover die rente vanaf een eerdere datum is gevorderd omdat niet is gesteld of gebleken dat de eisende partij deze schade (kosten) per een eerdere datum heeft geleden.
4.9.
Uit het voorgaande volgt dat in totaal het volgende bedrag wordt toegewezen:
- hoofdsom
10.706,70
- buitengerechtelijke incassokosten
882,07
+
totaal
‭11.588,77‬‬‬‬‬‬
4.10.
Aangezien beide partijen gedeeltelijk ongelijk krijgen en gezien de voorgeschiedenis waarbij [gedaagde partij] meermaals heeft getracht het geschil onderling te regelen, zullen de proceskosten tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
veroordeelt [gedaagde partij] om aan [eisende partij] te betalen een bedrag van € 11.588,07, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW over de toegewezen hoofdsom van € 10.706,70 vanaf 24 januari 2022, alsmede de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf 19 juli 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, zodat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de onder 5.1 genoemde beslissingen uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.D.R. Joppe en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.
573 \ 51588