ECLI:NL:RBGEL:2024:3788

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
C/05/437064 KG RK 24-461
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek wegens schijn van partijdigheid van de rechter

Op 13 juni 2024 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een beslissing genomen op een verschoningsverzoek van een rechter. De rechter had op 11 juni 2024 een verzoek ingediend om zich te mogen verschonen van een zaak waarin zij betrokken was. De reden voor het verzoek was dat haar zus jarenlang bij de gedaagde partij had gewerkt en dat de rechter zelf regelmatig in de winkel van de gedaagde partij kwam. Hoewel de rechter zich in staat achtte om de zaak onpartijdig te beoordelen, vond zij het voorstelbaar dat bij de partijen de schijn zou kunnen ontstaan dat dit niet het geval was.

De verschoningskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat rechters zich kunnen verschonen op basis van feiten of omstandigheden die de onpartijdigheid in gevaar kunnen brengen. De objectieve toets is hierbij van belang, waarbij de uiterlijke schijn van partijdigheid ook meegewogen moet worden. De verschoningskamer concludeerde dat de door de rechter aangevoerde feiten, namelijk de familieband met de gedaagde en het frequente bezoek aan de winkel, de schijn van partijdigheid konden oproepen.

Daarom heeft de verschoningskamer het verzoek tot verschoning toegewezen en besloten dat in de zaak een andere rechter zal worden aangewezen. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Verschoningskamer
zaaknummer: C/05/437064 / KG RK 24-461
Beslissing van 13 juni 2024
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
[verzoekster],
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter.
in haar hoedanigheid van rechter in het kort geding met zaaknummer 11125209 VV 24-60 tussen [eiser] als eisende partij en de [gedaagde] met haar twee vennoten als gedaagde partij.

1.De procedure

De rechter heeft op 11 juni 2024 een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het verzoek zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de partijen worden verzonden.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft aan haar verschoningsverzoek ten grondslag gelegd dat haar zus jarenlang bij gedaagde partij heeft gewerkt. Ook komt de rechter zelf regelmatig in de winkel van gedaagde partij. Hoewel de rechter zich in staat acht om de zaak onpartijdig te beoordelen, vindt de rechter het voorstelbaar dat bij partijen de schijn wordt of is gewekt dat dit anders is. Daarom voelt de rechter zich niet vrij de zaak te behandelen.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van diens aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, te weten als de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn. Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend (de objectieve toets).
3.3.
De verschoningskamer stelt voorop dat de rechter niet heeft aangevoerd dat zij van oordeel is dat zij door de voor verschoning aangevoerde grond de zaak niet meer onpartijdig zou kunnen behandelen. De verschoningskamer ziet daar ook geen aanwijzingen voor.
3.4.
De door de rechter aangevoerde feiten dat haar zus bij de gedaagde partij heeft gewerkt en dat de rechter zelf regelmatig in de winkel van gedaagde partij komt, kan de schijn van partijdigheid van de rechter in het leven roepen. De verschoningskamer ziet hierin, rekening houdend met de eerder genoemde uiterlijke schijn, een grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van [verzoekster] toe, en verstaat dat in de zaak een andere rechter zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J.C. van Leeuwen, voorzitter, mr. K. van Vlimmeren-van Ommen en mr. E. Boerwinkel, leden, in tegenwoordigheid van de griffier […] en in openbaar uitgesproken op 13 juni 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.