Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
3.De bewezenverklaring
of omstreeks9 september 2023 te [woonplaats] aan [slachtoffer] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten
/ofhet aangezicht en
/of
/ofbovenlip en
/of
(meermalen
) op/tegen het hoofd te slaan en
/ofte stompen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
een gevangenisstraf voor de duur van 212 (tweehonderdtwaalf) dagen;
- bepaalt dat
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
een taakstraf van 140 (honderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 70 dagen;
De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
- veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 1.934,40 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 1.934,40 aan materiële schade en € 2.500,00 aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 9 september 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 54 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.