Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.[gedaagde sub 1] ,
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 25 april 2024
- de pleitnota van [eiser]
- de pleitnota van [gedaagden]
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft eiser, een bestuurder van een vennootschap, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, eveneens een bestuurder van dezelfde vennootschap, en drie vennootschappen. De eiser vordert onder andere herstel van zijn positie als bestuurder, toegang tot het bedrijfspand en digitale systemen, en betaling van achterstallig salaris. De achtergrond van het geschil ligt in de onderhandelingen over de overdracht van aandelen van eiser aan gedaagde, waarbij eiser stelt dat er geen wilsovereenstemming is bereikt over de essentialia van de verkoop. Tijdens een gesprek op 22 februari 2024 werd een koopprijs van € 1.950.000,00 genoemd, maar eiser betwist dat er bindende afspraken zijn gemaakt. Eiser heeft sinds begin maart 2024 geen toegang meer tot het bedrijfspand en ontvangt geen salaris meer. De voorzieningenrechter oordeelt dat er onvoldoende bewijs is voor wilsovereenstemming over de aandelenoverdracht en dat eiser recht heeft op toegang tot de onderneming en op betaling van salaris. De vorderingen van eiser worden grotendeels toegewezen, met dwangsommen voor gedaagde in geval van overtreding van de opgelegde geboden.