Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 3 april 2024, waarvan verkort proces-verbaal is opgemaakt.
2.De feiten
- onverwijld schriftelijk van de geconstateerde gebreken in kennis te stellen;
- aannemelijk te maken dat de gebreken moeten worden toegeschreven aan de minder goede hoedanigheid of gebrekkige uitvoering van het werk dan wel – indien en voor zover het ontwerp van het werk van de installateur afkomstig is – het rechtstreekse gevolg zijn van een verwijtbare fout van de installateur, onverminderd het bepaalde in artikel 25;
- alle medewerking te verlenen om hem in staat te stellen de gebreken binnen een redelijke termijn weg te nemen.
3.Het geschil
- i) een bedrag van € 11.335,60 voor vergoeding van de kosten om de ongeschikte hygiëneboiler te laten vervangen door een geschikt boilervat en het zonneboilersysteem te laten vervangen door een 4 PV-panelensysteem;
- ii) een bedrag van € 6.232,56 voor vergoeding van gevolgschade;
- iii) een bedrag van € 5.212,50 voor vergoeding van energieopwekking die door [eiser] is gemist doordat [gedaagde] niet direct een 4 PV-panelensysteem heeft geadviseerd;
- iv) een bedrag van € 50,00 voor vergoeding van kosten ‘bankafschriften ten behoeve van betaalbewijs’;
- v) een bedrag van € 2.522,85 voor vergoeding van de kosten van het expertiserapport van ZNEB.