ECLI:NL:RBGEL:2024:3641

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
10855864
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over eigendom van een strook grond tussen buren met betrekking tot verkrijgende en bevrijdende verjaring

In deze zaak gaat het om een geschil tussen buren over de eigendom van een strook grond waarop een haag staat. De eisende partij, [eisers in conv/verw in reconv], stelt dat hij eigenaar is geworden van de strook grond door middel van verkrijgende verjaring, omdat hij deze al jarenlang in bezit heeft. De gedaagde partij, [gedaagden in conv/eisers in reconv], betwist dit en stelt dat de haag volledig op zijn perceel staat, zoals blijkt uit informatie van het kadaster. De kantonrechter heeft op 12 juni 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij de vorderingen van de eisende partij zijn afgewezen. De rechter oordeelt dat de eisende partij niet heeft aangetoond dat hij of zijn rechtsvoorgangers het stuk grond ondubbelzinnig in bezit hebben genomen. De rechter verwijst naar de vereisten voor verkrijgende en bevrijdende verjaring zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek, en concludeert dat de eisende partij niet aan de stelplicht heeft voldaan. De rechter verklaart dat de erfgrens tussen de percelen van partijen wordt gevormd door de kadastrale grens, waardoor de gedaagde partij het alleenrecht heeft om de haag te verwijderen. Tevens wordt de eisende partij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: 10855864 CV EXPL 23-3439
Vonnis van 12 juni 2024
in de zaak van

1.[eis in conv/verw in reconv sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[eis in conv/verw in reconv sub 2],
te [woonplaats] ,
eisende partijen in conventie,
verwerende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [eisers in conv/verw in reconv] (in mannelijk enkelvoud),
gemachtigde: mr. L. Kooijman-Arends,
tegen

1.[ged in conv/eis in reconv sub 1] ,

te [woonplaats] ,
2.
[ged in conv/eis in reconv sub 2],
te [woonplaats] ,
gedaagde partijen in conventie,
eisende partijen in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden in conv/eisers in reconv] (in mannelijk enkelvoud),
gemachtigde: mr. M. Burgers.

1.De zaak in het kort

Partijen zijn buren van elkaar. Zij zijn het er niet over eens van wie het strookje grond - waarop een haag staat - is. Volgens [gedaagden in conv/eisers in reconv] staat de haag helemaal op zijn grond, zoals ook volgt uit informatie van het kadaster. [eisers in conv/verw in reconv] stelt daar tegenover dat het strookje tot aan het midden onder de haag (in de lengte) van hem is omdat hij het al jarenlang in bezit heeft.
[eisers in conv/verw in reconv] krijgt geen gelijk omdat niet uit zijn stellingen volgt dat hij of zijn rechtsvoorgangers het stukje grond in bezit hebben genomen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 7 februari 2024 en de daarin genoemde processtukken,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- de aanvullende productie van [gedaagden in conv/eisers in reconv] met videomateriaal van 5 april 2024,
- de mondelinge behandeling van 18 april 2024. Mr. L. Kooijman-Arends en M. Burgers hebben spreekaantekeningen voorgedragen en van het overige verhandelde is aantekening gehouden door de griffier.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Partijen zijn buren van elkaar. [eisers in conv/verw in reconv] is sinds 2019 eigenaar van het perceel aan de [perceel 1] te [woonplaats] . Sinds 2012 is [gedaagden in conv/eisers in reconv] eigenaar van het daarnaast gelegen perceel aan de [perceel 2] .
3.2.
Tussen de twee woningen ligt een stuk grond, dat bestaat uit een perceeldeel van [eisers in conv/verw in reconv] en een perceeldeel van [gedaagden in conv/eisers in reconv] Op dat stuk grond staat op dit moment een haag.
3.3.
Op 26 februari 2020 is door het kadaster een grensreconstructie uitgevoerd. Hieronder is dat weergegeven. De strook grond waar nu de haag op staat is blauw gearceerd en ligt op het kadastrale perceel van [gedaagden in conv/eisers in reconv]
3.4.
Feitelijk ziet het er nu zo uit (de ingetekende rode streep en de tekst zijn door [gedaagden in conv/eisers in reconv] aangebracht):
3.5.
Eerder stonden er lage struikjes op het stuk grond, zoals te zien is op deze foto uit 2005:
3.6.
In 2021 heeft [gedaagden in conv/eisers in reconv] aan [eisers in conv/verw in reconv] kenbaar gemaakt dat hij de haag wil weghalen. [eisers in conv/verw in reconv] wil dat de haag blijft staan.

4.Het geschil

in conventie
4.1.
[eisers in conv/verw in reconv] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht zal verklaren dat [eisers in conv/verw in reconv] eigenaar is geworden van de strook grond tot onder het midden van de haag, door middel van verkrijgende verjaring,
II. indien dit niet mogelijk is, voor recht te verklaren dat [eisers in conv/verw in reconv] eigenaar is geworden van de strook grond tot onder het midden van de haag, door middel van bevrijdende verjaring,
III. [gedaagden in conv/eisers in reconv] zal veroordelen tot medewerking aan inmeting door het kadaster van de door verjaring ontstane erfgrens en levering van de grond bij een notaris,
IV. [gedaagden in conv/eisers in reconv] zal bevelen, op straffe van een dwangsom, belemmeringen in de uitoefening van het eigendomsrecht ten aanzien van de strook grond te verwijderen en verwijderd te houden,
V. voor recht zal verklaren dat de haag op de erfgrens gezamenlijk eigendom van [eisers in conv/verw in reconv] en [gedaagden in conv/eisers in reconv] is,
V. [ged in conv/eis in reconv sub 1] zal veroordelen in de proceskosten, in de kosten van juridische bijstand, thans groot € 1.890,-- en in de nakosten.
4.2.
Aan deze vorderingen heeft [eisers in conv/verw in reconv] verkrijgende en/of bevrijdende verjaring ten grondslag gelegd. [eisers in conv/verw in reconv] stelt dat hij al vele jaren de grond tot onder het midden van de haag in bezit heeft. Eerder lag op beide percelen een stenen oprit met daartussen een strook grond dat het midden vormde. Vervolgens zijn er struikjes geplaatst op dat tussenstrookje. In beide gevallen waren dat daden van bezit. De haag van nu staat op de plaats waar eerder de struikjes stonden, aldus [eisers in conv/verw in reconv]
4.3.
[gedaagden in conv/eisers in reconv] voert verweer en komt tot de conclusie dat de vorderingen moeten worden afgewezen.
in reconventie
4.4.
[gedaagden in conv/eisers in reconv] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht zal verklaren dat de erfgrens tussen de percelen van [eisers in conv/verw in reconv] en [gedaagden in conv/eisers in reconv] wordt gevormd door de kadastrale grens waardoor [gedaagden in conv/eisers in reconv] het alleenrecht heeft de haag te verwijderen, met veroordeling van [eisers in conv/verw in reconv] in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
4.5.
Aan deze vordering heeft [gedaagden in conv/eisers in reconv] ten grondslag gelegd dat uit de kadastrale meting volgt dat de strook grond met de haag volledig op het perceel van [gedaagden in conv/eisers in reconv] staat. Het midden van de haag vormt niet de erfgrens.
4.6.
[eisers in conv/verw in reconv] voert verweer en komt tot de conclusie dat de vorderingen moeten worden afgewezen.

5.De beoordeling

erfgrens
5.1.
De erfgrens is door het kadaster weergegeven en deze loopt vanaf het erf van [gedaagden in conv/eisers in reconv] bezien aan de buitenkant van en evenwijdig aan de haag.
verjaring
5.2.
Beoordeeld moet worden of [eisers in conv/verw in reconv] op grond van verjaring eigenaar is geworden van het strookje grond (tot het midden van de haag).
5.3.
In de artikelen 3:99 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW), 3:105 lid 1 BW en 3:306 BW staan de beide soorten verjaring. Nodig voor een gegrond beroep daarop is dat [eisers in conv/verw in reconv] het strookje minstens tien jaren voor verkrijgende verjaring, of twintig jaren voor bevrijdende verjaring, in bezit heeft gehad.
ondubbelzinnige inbezitneming
5.4.
Over dat bezit hebben partijen verschillende stellingen ingenomen. Volgens [eisers in conv/verw in reconv] is het strookje door rechtsvoorgangers in bezit genomen. Dit wordt door [gedaagden in conv/eisers in reconv] bestreden.
5.5.
Om die stellingen te beoordelen moet gekeken worden naar de norm voor inbezitneming. Die norm staat in de wet en heeft verdere invulling gekregen in eerdere rechtspraak.
In de wet staat in artikel 3:113 lid 1 BW dat sprake is van inbezitneming als iemand zich de feitelijke macht over een goed verschaft. In lid 2 staat dat als het goed (in dit geval het strookje grond) in het bezit is van een ander, enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen voor inbezitneming onvoldoende zijn.
Uit eerdere rechtspraak komt verder naar voren dat er sprake moet zijn van ondubbelzinnige inbezitneming, waardoor het bezit van de oorspronkelijke bezitter teniet wordt gedaan. Het moet namelijk duidelijk kunnen zijn voor die ander dat die dat stukje grond definitief verloren heeft als de situatie zo blijft en er geen actie wordt ondernomen.
5.6.
Op [eisers in conv/verw in reconv] rust de stelplicht dat hij het stukje grond ondubbelzinnig in bezit heeft genomen en gehouden. Hieraan heeft hij niet voldaan.
stenen oprit
5.7.
[eisers in conv/verw in reconv] stelt dat in de jaren na 1983 op zijn perceel een stenen oprit is aangelegd. Die oprit bestond uit twee stenen paadjes tussen gras, vanaf de straat evenwijdig aan de woning. Bij de andere woning was volgens [eisers in conv/verw in reconv] op een gegeven moment ook zo’n oprit. Tussen die opritten lag gras. Volgens [eisers in conv/verw in reconv] was het in de ogen van een buitenstaander duidelijk dat de erfgrens in het midden tussen de opritten lag.
5.8.
Door [gedaagden in conv/eisers in reconv] is terecht bestreden dat er door de aanleg van die stenen paadjes grond in bezit genomen zou kunnen zijn. Het strookje grond waar het om gaat bestond immers uit een stukje gras, zonder enige afscheiding. Hierdoor was het niet duidelijk dat een strook grond zou zijn toegeëigend.
struikjes
5.9.
Tussen de percelen stonden vanaf 1997 lage struikjes. [eisers in conv/verw in reconv] heeft aanvankelijk gesteld dat zijn rechtsvoorganger de strook grond in bezit heeft gekregen in 1997, toen die struikjes werden aangelegd. [gedaagden in conv/eisers in reconv] heeft daar tegenover gesteld dat het juist aannemelijk is dat
zijnrechtsvoorganger de struikjes heeft aangelegd omdat de struikjes identiek waren aan de struikjes die ook in de voortuin van [perceel 2] stonden, zoals te zien is op de foto uit 2005.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [eisers in conv/verw in reconv] vervolgens op de vraag of hij wist wie de struikjes heeft geplaatst, geantwoord dat hij dat niet weet.
[eisers in conv/verw in reconv] heeft daarmee feitelijk zijn stelling dat het strookje grond door het plaatsen van de struikjes in bezit is genomen laten varen.
Los daarvan is het overigens ook nog maar de vraag of het aanleggen van lage struikjes op zich kan worden gezien als ondubbelzinnige inbezitneming.
conclusie
5.10.
[gedaagden in conv/eisers in reconv] is eigenaar van de strook grond waar de haag op staat. De vorderingen van [eisers in conv/verw in reconv] zijn ongegrond en worden afgewezen. De vordering van [gedaagden in conv/eisers in reconv] wordt toegewezen.
proceskosten
5.11.
[eisers in conv/verw in reconv] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [gedaagden in conv/eisers in reconv] worden begroot op:
in conventie:
- salaris gemachtigde
542,00
(2,00 punten × € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
677,00
in reconventie:
- salaris gemachtigde
271,00
(2,00 punten × factor 0,50 x € 271,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
406,00
5.12.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.
5.13.
De veroordeling wordt (deels) hoofdelijk uitgesproken. Dat betekent dat iedere veroordeelde kan worden gedwongen het hele bedrag te betalen. Als de één (een deel) betaalt, hoeft de ander dat (deel van het) bedrag niet meer te betalen.

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
wijst de vorderingen van [eisers in conv/verw in reconv] af,
in reconventie
6.2.
verklaart voor recht dat de erfgrens tussen de percelen van partijen wordt gevormd door de kadastrale grens waardoor [gedaagden in conv/eisers in reconv] het alleenrecht heeft de haag te verwijderen,
in conventie en reconventie
6.3.
veroordeelt [eisers in conv/verw in reconv] hoofdelijk in de proceskosten van € 1.083,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [eisers in conv/verw in reconv] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
veroordeelt [eisers in conv/verw in reconv] hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald,
6.5.
verklaart dit vonnis voor wat betreft 6.3. en 6.4. uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.E. Sijsma en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2024.
csm