ECLI:NL:RBGEL:2024:3629

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
18 juni 2024
Publicatiedatum
12 juni 2024
Zaaknummer
05.038186.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie

Op 18 juni 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van verschillende vuurwapens en munitie. De tenlastelegging omvatte het bezit van een pistool, twee hagelgeweren en een kogelgeweer, allemaal zonder de vereiste vergunningen. De verdachte, geboren in 1954 en wonende in Oldebroek, had de wapens in zijn bezit zonder te weten dat dit strafbaar was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de feiten zoals ten laste gelegd. De rechtbank hield rekening met de leeftijd van de verdachte, zijn status als first offender en de omstandigheden waaronder de wapens waren verkregen. De verdachte had verklaard dat hij de wapens had geërfd of gekocht voor decoratie en niet wist dat ze echt konden schieten. De officier van justitie had een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van 100 uren geëist. De rechtbank volgde deze eis en legde de straf op, met de bepaling dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich tijdens de proeftijd van twee jaar opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast werden de in beslag genomen wapens onttrokken aan het verkeer, terwijl andere goederen aan de verdachte werden teruggegeven. De uitspraak benadrukt de ernst van vuurwapenbezit en de verantwoordelijkheden die daarmee gepaard gaan.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/038186-24
Datum uitspraak : 18 juni 2024
Tegenspraak
verkort vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1954 in [geboorteplaats] ,
wonende aan [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te Oosterwolde Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen (pistool), (merk Tactical-Hulk PT 11-Pro, kaliber 7.65mm) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te Oosterwolde Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een (dubbelloops) hagelgeweer, zijnde een vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd voorhanden heeft gehad;
3.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te Oosterwolde Gld, gemeente Oldebroek munitie categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 80 kogelpatronen van het merk Sellier & Bellot JSC, van het kaliber 7.65mm voorhanden heeft gehad;
4.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te Oosterwolde Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een (dubbelloops) hagelgeweer, van het merk New barrels by H Home Rosemarkle, zijnde een vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd voorhanden heeft gehad;
5.
hij op of omstreeks 31 oktober 2023 te Oosterwolde Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een kogelgeweer, (merk Enfield Eddystone, type model 1917, kaliber 30-06) zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer, revolver en/of pistool voorhanden heeft gehad.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

De rechtbank acht het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Voor zover meer feiten bewezen zijn verklaard, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks31 oktober 2023 te Oosterwolde
Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen (pistool),
(merk Tactical-Hulk PT 11-Pro, kaliber 7.65mm
)zijnde een vuurwapen in de vorm van een
geweer, revolver en/ofpistool voorhanden heeft gehad;
2.
hij op
of omstreeks31 oktober 2023 te Oosterwolde
Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een
(dubbelloops
)hagelgeweer, zijnde een vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was
en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd voorhanden heeft gehad;
3.
hij op
of omstreeks31 oktober 2023 te Oosterwolde
Gld, gemeente Oldebroek munitie categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten 80 kogelpatronen van het merk Sellier & Bellot JSC, van het kaliber 7.65mm voorhanden heeft gehad;
4.
hij op
of omstreeks31 oktober 2023 te Oosterwolde
Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie II, onder 3, van de Wet wapens en munitie, te weten een
(dubbelloops
)hagelgeweer, van het merk New barrels by H Home Rosemarkle, zijnde een vuurwapen dat zodanig was vervaardigd of gewijzigd dat het dragen niet of minder zichtbaar was
en/of dat de aanvalskracht werd verhoogd voorhanden heeft gehad;
5.
hij op
of omstreeks31 oktober 2023 te Oosterwolde
Gld, gemeente Oldebroek een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een kogelgeweer,
(merk Enfield Eddystone, type model 1917, kaliber 30-06
)zijnde een vuurwapen in de vorm van een geweer
, revolver en/of pistoolvoorhanden heeft gehad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III;
feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
feit 4:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II;
feit 5:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden en een proeftijd van 2 jaren, en een taakstraf voor de duur van 100 uren, te vervangen door 50 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De verdachte heeft aangegeven dat hij 100 uren taakstraf veel vindt. Verder heeft verdachte aangegeven dat hij absoluut niet naar de gevangenis wil.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een pistool en bijbehorende kogelpatronen, twee dubbelloops hagelgeweren en een kogelgeweer. De politie is tot deze ontdekking gekomen naar aanleiding van een melding van een wapenhandelaar bij wie verdachte munitie wilde bestellen. Omdat verdachte geen vuurwapenverlof had, werd aan verdachte geen munitie verstrekt en is een melding bij de politie gedaan.
Van een van de hagelgeweren heeft verdachte verklaard dat hij deze 39 jaar geleden van zijn opa heeft geërfd. De overige twee geweren heeft verdachte via Marktplaats gekocht. Het pistool en de munitie heeft verdachte van een overleden bekende gekregen om ratten in de tuin mee dood te schieten. De geweren hingen bij verdachte thuis ter decoratie aan de muur. Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat het bezit van deze wapens strafbaar is. Als hij dat had geweten, had hij de wapens nooit in huis gehad. Verdachte wist ook niet dat deze geweren echt konden schieten.
De LOVS-oriëntatiepunten nemen voor het voorhanden hebben van vuurwapens een gevangenisstraf van een aantal maanden per vuurwapen tot uitgangspunt. Vuurwapenbezit houdt in veel gevallen verband met de criminele onderwereld en/of het illegale drugscircuit, waarin niet geschuwd wordt deze vuurwapens ook daadwerkelijk te gebruiken. Daarom zijn op vuurwapenbezit hoge (gevangenis)straffen gesteld.
De rechtbank constateert dat verdachte 70 jaar oud en first offender is. Verdachte had de vuurwapens niet in zijn bezit omdat hij onderdeel uitmaakt van de criminele onderwereld en/of het illegale drugscircuit. Daarom zal de rechtbank aan verdachte, ondanks de LOVS-oriëntatiepunten, geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf opleggen. Wel had verdachte moeten weten dat vuurwapenbezit in Nederland strafbaar is, en zeker na de mededeling dat aan hem geen munitie werd verstrekt wegens het ontbreken van een vuurwapenverlof. Temeer nu hij niet alleen over oudere wapens beschikte, maar ook over een modern pistool met semi-automatische werking. Ook was, nu de vuurwapens bij verdachte thuis ook voor anderen in het zicht en voor het grijpen lagen, wel degelijk sprake van gevaarzetting ondanks de aanwezigheid van zijn twee afschrikwekkende honden. Daarmee heeft verdachte geen rekening gehouden. Daarom zal de rechtbank wel een taakstraf en, als stok achter de deur, een voorwaardelijke gevangenisstraf aan verdachte opleggen.
Alles overziend acht de rechtbank, conform de eis van de officier van justitie, een taakstraf voor de duur van 100 uren, bij niet verrichten te vervangen door 50 dagen hechtenis, en een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden en een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. De rechtbank zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.

8.De beoordeling van het beslag

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen goederen die op de tenlastelegging staan worden onttrokken aan het verkeer. De officier van justitie heeft gevorderd dat van de in beslag genomen goederen die niet op de tenlastelegging staan de teruggave aan verdachte wordt gelast.
Standpunt van de verdachte
De verdachte heeft aangegeven dat hij de wapens, als hij ze terug mag, graag terug zou willen hebben.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat het bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot de in beslag genomen goederen die op de beslaglijst staan vermeld onder de nummers 1, 2, 4, 5, 7 en 8, zijnde de vier bewezenverklaarde wapens, de bewezenverklaarde munitie en de patroonhouder behorende bij één van die wapens. Ongecontroleerd gebruik van deze goederen is in strijd met de wet en het algemeen belang. De rechtbank zal daarom, met inachtneming van de artikelen 36b en 36c van het Wetboek van Strafrecht, deze onder verdachte in beslag genomen goederen onttrekken aan het verkeer.
Van de op de beslaglijst onder de nummers 3 en 6 vermelde goederen (een kapot luchtdrukpistool van het merk Webley & Scott en een vrijgesteld hagelgeweer van het merk Springer) zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten, omdat bezit van deze goederen niet strafbaar is gebleken. Aldus verzet geen strafvorderlijk belang zich tegen teruggave van deze goederen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c en 57 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van 100 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen;
 beveelt de onttrekking aan het verkeer van de op de beslaglijst onder de nummers 1, 2, 4, 5, 7 en 8 vermelde goederen, zijnde de vier bewezenverklaarde wapens, de bewezenverklaarde munitie en de patroonhouder;
 gelast de teruggave van de op de beslaglijst onder de nummers 3 en 6 vermelde goederen, zijnde een kapot luchtdrukpistool van het merk Webley & Scott en een vrijgesteld hagelgeweer van het merk Springer, aan verdachte.
Dit verkort vonnis is gewezen door mr. A. Bril (voorzitter), mr. E.H.T. Rademaker en
mr. E.S.M. van Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.A. Clevers, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 18 juni 2024.