In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiser] en [gedaagde] over de ontbinding van een koopovereenkomst van aandelen in de besloten vennootschap [bedrijf 3]. De eiser, vertegenwoordigd door mr. F.M. Schmitz, vorderde een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst van 25 januari 2022 buitengerechtelijk is ontbonden op 3 mei 2023, en dat de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. R.G.J. Geurts, verplicht is tot terugbetaling van € 39.200,00, vermeerderd met rente en kosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst, waarin [eiser] 20% van de aandelen in [bedrijf 3] zou kopen voor € 69.200,00. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde de aandelen niet heeft geleverd en dat de ontbinding van de overeenkomst rechtsgeldig was. De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot terugbetaling van het resterende bedrag van de koopsom, evenals de wettelijke rente vanaf 11 mei 2023. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten van de eiser, die in totaal € 3.966,85 bedragen. De uitspraak benadrukt de verplichtingen van partijen bij koopovereenkomsten en de gevolgen van niet-nakoming.