Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eis in conv/verw in reconv sub 1] ,
[eis in conv/verw in reconv sub 2],
[bedrijf 1],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 april 2024;
- de akte uitlating rechtsoverwegingen van 1 mei 2024 van de zijde van [eisers in conv/verweerders in reconv] ;
- de akte uitlating rechtsoverwegingen van 8 mei 2024 van de zijde van [gedaagde in conv/eiser in reconv] .
2.De verdere beoordeling
- punt 2 slechts ziet op één raamdorpel, die wel door [gedaagde in conv/eiser in reconv] aan [eisers in conv/verweerders in reconv] is geleverd, maar niet door/namens hem is geplaatst;
- in de opdracht van [eisers in conv/verweerders in reconv] aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] niets is opgenomen over de binnenmuren (punt 5);
- de opdracht van [eisers in conv/verweerders in reconv] aan [gedaagde in conv/eiser in reconv] niet het interieur betrof - met uitzondering van het afdekken/afplakken van trappen en vloeren - en evenmin de vensterbanken en afwerking binnenvloeren (punt 9) en [gedaagde in conv/eiser in reconv] daar niets mee van doen heeft en hij niets beschadigd heeft;
- hij niets van doen heeft met een deurbel (punt 11).
3.De beslissing
12 juni 2024voor het door [eisers in conv/verweerders in reconv] nemen van de hiervoor genoemde akte, waarin zij desgewenst (uitsluitend) kunnen reageren op het verzoek van [gedaagde in conv/eiser in reconv] om aan de deskundige een aantal aanvullende vragen/stellingen/opmerkingen (a tot met m) voor te leggen,