In deze beschikking van de Rechtbank Gelderland, locatie Zutphen, is op 11 januari 2024 uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder, die alleen het ouderlijk gezag uitoefent, onvoldoende in staat is om de opvoeding van de kinderen te dragen. De moeder heeft in het verleden te maken gehad met alcoholverslaving en emotionele problemen, wat heeft geleid tot meerdere uithuisplaatsingen van de kinderen. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de kinderen verlengd met twaalf maanden, omdat de situatie van de moeder nog niet stabiel genoeg is om de kinderen terug te plaatsen. De rechtbank heeft daarbij het belang van de kinderen vooropgesteld, waarbij stabiliteit en een veilige opvoedomgeving cruciaal zijn. De moeder heeft wel stappen gezet in haar herstel, maar de rechtbank oordeelt dat de opvoedvaardigheden van de moeder niet aansluiten bij de behoeften van de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft geadviseerd om de huidige situatie te handhaven, gezien de risico's van terugplaatsing. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht een eventueel hoger beroep.