Uitspraak
Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering,
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Gelderland op 24 januari 2024 uitspraak gedaan over een verzoek van de moeder om een schriftelijke aanwijzing van de gecertificeerde instelling (GI) te laten vervallen. De schriftelijke aanwijzing, die op 21 september 2023 was gegeven, beperkte het contact tussen de moeder en haar kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.J. Daniels, heeft aangevoerd dat de samenwerking met de GI stroef verloopt en dat zij meer contact met haar kinderen wenst. De GI heeft echter gesteld dat het opgroeiperspectief van de kinderen niet bij de moeder ligt, wat volgens hen een beperking van het contact rechtvaardigt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 januari 2024 is de situatie verder toegelicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de schriftelijke aanwijzing onvoldoende is onderbouwd. De GI heeft niet voldoende gemotiveerd waarom het contact met de moeder beperkt moest worden, en de rechtbank heeft geconcludeerd dat het enkele feit dat het opgroeiperspectief niet bij de moeder ligt, niet voldoende is om het contact te beperken. De rechtbank heeft de schriftelijke aanwijzing daarom vervallen verklaard en de GI opgedragen om opnieuw te bekijken hoe het contact met de moeder op een zorgvuldige manier kan worden opgebouwd.
De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de GI in gesprek gaat met de moeder en de pleegouders om de samenwerking te verbeteren en nieuwe afspraken te maken over het contact. De rechtbank heeft geen contactregeling vastgelegd, omdat het van belang is dat het contact zorgvuldig en in een tempo dat in het belang van de kinderen is, wordt opgebouwd. De beslissing van de rechtbank is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de beschikking kan door belanghebbenden worden aangevochten.