3.1.Met inachtneming van hetgeen onder het procedureverloop is overwogen, vordert [gezamenlijke eisers] . na wijziging van eis:
I. het besluit tot schorsing van [eiser 1] als bestuurder van [gedaagde 2] , zoals genomen door de Algemene Vergadering van [gedaagde 2] op 30 december 2021, nietig te verklaren dan wel te vernietigen;
II. het besluit tot verhoging van de managementvergoeding voor [gedaagde 3] en [gedaagde 5] van [gedaagde 5] , zoals genomen door de Algemene Vergadering van [gedaagde 2] van 30 december 2021 nietig te verklaren dan wel te vernietigen;
Prijsbepaling: primair
III. [gedaagde 3] en [gedaagde 5] van [gedaagde 5] hoofdelijk te veroordelen om de door [eiser 1] gehouden aandelen in het kapitaal van [gedaagde 2] over te nemen, tegen een prijs, zoals hierna te bepalen;
IV. [gedaagde 3] te veroordelen om de door [eiser 1] gehouden aandelen in het kapitaal van [gedaagde 1] over te nemen, tegen een prijs, zoals hierna te bepalen;
V. één of meer deskundigen te benoemen die over de prijs van de door [eiser 1] gehouden aandelen in [gedaagde 2] schriftelijk bericht zal/zullen uitbrengen, zo mogelijk volgens de methodiek als tot op heden binnen [gedaagde 2] is toegepast (en zoals omschreven onder randnummer 79 van de dagvaarding), mede rekening houdend met de gedragingen van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] (namens respectievelijk [gedaagde 3] en [gedaagde 5] van [gedaagde 5] ) waarvan aannemelijk is dat die tot een vermindering van de waarde van de over te dragen aandelen hebben geleid;
VI. één of meer deskundigen te benoemen die over de prijs van de door [eiser 1] gehouden aandelen in [gedaagde 1] schriftelijk bericht zal/zullen uitbrengen, mede rekening houdend met de gedragingen van [gedaagde 4] (namens [gedaagde 3] ) waarvan aannemelijk is dat die tot een vermindering van de waarde van de over te dragen aandelen hebben geleid;
en voorts, nadat de deskundigen hun bericht hebben uitgebracht:
VII. de prijs van de aandelen van [gedaagde 2] vast te stellen, en daarbij een billijke verhoging toe te passen in verband met gedragingen van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] (namens respectievelijk [gedaagde 3] en [gedaagde 5] van [gedaagde 5] ) waarvan aannemelijk is dat die tot een vermindering van de waarde van de over te dragen aandelen hebben geleid en voor zover hiermee niet reeds rekening is gehouden bij het uitbrengen van het bericht door de deskundige zoals genoemd onder V, en de aldus vastgestelde (verhoogde) koopprijs te vermeerderen met waardestijgingen in de periode gelegen tussen de gehanteerde peildatum voor de waardering en de datum van vaststelling van de (verhoogde) koopprijs;
VIII. de prijs van de aandelen van [gedaagde 1] vast te stellen, en daarbij een billijke verhoging toe te passen in verband met gedragingen van [gedaagde 4] (namens [gedaagde 3] ) waarvan aannemelijk is dat die tot een vermindering van de waarde van de over te dragen aandelen hebben geleid en voor zover hiermee niet reeds rekening is gehouden bij het uitbrengen van het bericht door de deskundige zoals genoemd onder VI, en de aldus vastgestelde (verhoogde) koopprijs te vermeerderen met waardedalingen in de periode gelegen tussen de gehanteerde peildatum voor de waardering en de datum van vaststelling van de (verhoogde) koopprijs;
IX. [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] en/of [gedaagde 5] van [gedaagde 5] – zo mogelijk hoofdelijk – te veroordelen om [eiser 1] te betalen het onder VII en/of VIII omschreven bedrag binnen twee weken na het te wijzen vonnis, te vermeerderen met wettelijke rente over dat bedrag vanaf de datum van het vonnis tot aan de dag van volledige betaling;
X. [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] en [gedaagde 5] van [gedaagde 5] – zo mogelijk hoofdelijk – te gebieden medewerking te verlenen bij de vaststelling van de prijs zoals omschreven onder V t/m VIII, waarmee in ieder geval wordt bedoeld dat zij onbeperkte toegang verlenen tot de gegevens die de deskundigen in de uitvoering van diens taak noodzakelijk achten, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat zij niet aan het voorgaande voldoen met een maximum van € 100.000,00;
Prijsbepaling: subsidiair
Als de vorderingen onder III tot en met IX niet kunnen leiden tot een overname van de aandelen van [eiser 1] in [gedaagde 1] en [gedaagde 2] :
XI. A. te verklaren voor recht dat bij het bepalen van de overnamesom voor de aandelen van [eiser 1] in [gedaagde 2] en/of [gedaagde 1] goodwill verschuldigd is;
B. te verklaren voor recht dat bij de te bepalen overnamesom voor de aandelen in [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] feitelijk geen correctie dient te worden toegepast vanwege de ziekte c.q. afwezigheid van [eiser 2] in de achterliggende periode;
C. te verklaren voor recht dat bij het bepalen van de overnamesom voor de aandelen in [gedaagde 2] en/of [gedaagde 1] aan de zijde van [gedaagde 3] en [gedaagde 4] geen recht bestaat op verliescompensatie, aanvullende verrekeningen of compensaties over de periode vanaf 2014 en/of vanwege (het beheer van) vastgoed;
D. te verklaren voor recht dat bij het bepalen van de overnamesom voor de aandelen van [eiser 1] in [gedaagde 2] als overnamedatum
primair1 januari 2023 heeft te gelden,
subsidiair1 januari 2022 en
meer subsidiair1 januari 2020, althans een in goede justitie te bepalen datum, met steeds daarbij een vermeerdering van de overnamesom met wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW dan wel wettelijke rente ex artikel 6:119 BW tot aan de datum van de effectieve overdracht;
E. [gedaagde 3] en/of [gedaagde 5] van [gedaagde 5] te veroordelen tot het verlenen van medewerking bij het benoemen van de deskundigen op grond van de statutaire regeling omtrent prijsbepaling van [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] , op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat hieraan niet wordt voldaan met een maximum van € 25.000,00;
XII. [gedaagde 4] te gebieden medewerking te verlenen aan de afwikkeling van de ontbonden [naam 2] , door uitkering van 50% van het zichtbare eigen vermogen per 1 januari 2022 van € 54.497,00, oftewel € 27.249,00, door [gedaagde 4] aan [eiser 2] te voldoen vanaf de maatschapsrekening binnen twee weken na het vonnis, vermeerderd met de wettelijke (handels)rente per laatstgenoemde datum tot de dag van betaling, en zo mogelijk op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat hij hieraan niet voldoet met een maximum van € 25.000,00;
XIII. [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] te gebieden medewerking te verlenen aan de totstandkoming van een marktconforme huurovereenkomst met [gedaagde 2] en [gedaagde 1] voor het gezamenlijk door [eiser 1] en [gedaagde 3] gehouden vastgoed, gelegen aan de [adres] , inhoudende dat een (totale) huurprijs wordt overeengekomen van € 125.000 excl. btw op jaarbasis, onder te verdelen in € 97.500 voor [gedaagde 2] en € 27.500 voor [gedaagde 1] , althans een in goede justitie te bepalen bedrag, zo mogelijk conform het (concept) taxatierapport van [naam 7] en een en ander zo mogelijk met terugwerkende kracht per de datum van het rapport (19 januari 2023), zo mogelijk op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat hieraan niet wordt voldaan met een maximum van € 25.000,00;
XIV. [gedaagde 3] en/of [gedaagde 4] en/of [gedaagde 5] van [gedaagde 5] te gebieden medewerking te verlenen aan het onderzoek van Hoffmann Bedrijfsrecherche, onder meer maar niet uitsluitend door volledige inzage te geven inden en voor zover redelijkerwijze verzocht door onderzoekers van voornoemd bureau, voor zover mogelijk op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat hieraan niet wordt voldaan met een maximum van € 25.000,00;
XV. [gedaagde 5] van [gedaagde 5] te veroordelen tot terugbetaling van de geldlening aan [eiser 1] binnen 2 weken na het vonnis ten bedrage van
€ 125.000,00, te vermeerderen met contractuele rente van 3,5% per jaar tot het moment dat het in totaal verschuldigde geheel is voldaan, voor zover de opzegging niet reeds tot een verplichting tot terugbetaling leidt, onder ontbinding van de betreffende overeenkomst van geldlening;
XVI. [gedaagde 1] , [gedaagde 1] Materiaal en [gedaagden 3 t/m 5 gezamenlijk] – voor zover mogelijk hoofdelijk – te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.