Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
[slachtoffer 1] en/of
[slachtoffer 1] ;
toevoeging rechtbank: dat er iets was gebeurd). Dat was op 28 augustus 2020. De eerste keer dat zij zich kan herinneren was zij zes jaar oud. En alles daartussen zei [slachtoffer 1] . [aangever] merkte de laatste tijd dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet mee wilden naar opa en oma als zij dat voorstelde. Bij de andere opa en oma wilden ze wel mee. Op 11 september (
toevoeging rechtbank: 2020) kreeg zij een telefoontje van de mentor van [slachtoffer 1] ( [getuige 1] ). De mentor vroeg of [aangever] op maandag op school wilde komen in verband met het welzijn van [slachtoffer 1] . De afspraak werd gepland voor maandag. Toen [slachtoffer 1] thuis kwam van school heeft [aangever] aan [slachtoffer 1] gevraagd of [slachtoffer 1] er ook met haar over wilde praten. [slachtoffer 1] zei: ‘het is opa paard. Opa paard zit aan mij’. [slachtoffer 1] noemde uit zichzelf twee voorbeelden. Ze vertelde over de oranje pyjama die zij altijd aan had bij oma. Ze stond op de trap. Opa stond achter haar en duwde haar met zijn hand omhoog. [slachtoffer 1] vertelde dat ze het idee had dat opa toen zijn vinger naar binnen wilde duwen. [slachtoffer 1] schatte in dat ze toen zes jaar was. [aangever] vroeg specifiek naar nog een herinnering. [aangever] ging op 28 augustus naar het huis van haar ouders en zou met haar moeder gaan borduren. Zij was met haar moeder op de eerste etage. Haar kinderen zaten in de woonkamer op hun telefoon. Opa was buiten bezig. Blijkbaar was opa binnengekomen. [slachtoffer 2] kwam toen naar boven en vroeg of ze naar huis zouden gaan. [slachtoffer 1] vertelde dat ze op dit moment is blijven zitten en dat opa voor haar is gaan staan. Hij heeft zijn hand tussen haar benen gedaan en heeft haar aangeraakt.
3.De bewezenverklaring
of meertijdstip
(pen)in
of omstreeksde periode van 19 juli 2011 tot en met 18 juli 2017 te IJzendoorn,
althans in Nederland,met [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meerhandelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
meermaals, althans eenmaal,
een of meer vanzijn, verdachtes, vinger
(s)in de vagina van die
/of
/ofstrelen van de vagina en/of de vulva en/of de schaamstreek van die
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 19 juli 2011 tot en met
30 september 2020 te IJzendoorn
, althans in Nederlandmet [slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2005, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermaals
, althans eenmaal,betasten en/of strelen van de vagina en/of de vulva en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 1] ;
een of meertijdstip
(pen
)in
of omstreeksde periode van 23 november 2017 tot en met 9 oktober 2020 te IJzendoorn
, althans in Nederlandmet [slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 2007, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt,
een of meerontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het meermaals
, althans eenmaal,betasten en/of strelen van de vagina en/of de vulva en/of de schaamstreek van die [slachtoffer 2] .
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vorderingen
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden;
10 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de
proeftijd van drie jarenschuldig heeft maakt aan een strafbaar feit;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 1 en feit 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van € 2.041,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, en
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 1] , een bedrag te betalen van € 2.041,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, en
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte in verband met feit 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van € 2.041,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, en
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer 2] , een bedrag te betalen van € 2.041,00 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 juni 2022 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, en
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.