ECLI:NL:RBGEL:2024:3207

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 juni 2024
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
C/05/427072 / HA ZA 23-470
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wanprestatie en schadevergoeding bij onjuiste afstelling van axiaalrollen tijdens aardappeloogst

In deze civiele zaak vordert de vennootschap onder firma [eiser] V.O.F. schadevergoeding van Loonbedrijf Groesbeek, een coöperatie die landbouwwerktuigen exploiteert. De zaak betreft een geschil over de kwaliteit van aardappelen die door Loonbedrijf Groesbeek zijn gerooid. [eiser] stelt dat de aardappelen beschadigd zijn door een onjuiste afstelling van de axiaalrollen van de rooimachine, wat heeft geleid tot een schadevergoeding van € 33.683,00. De rechtbank Gelderland heeft op 5 juni 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het vonnis uitvoerbaar is verklaard.

De procedure begon met een tussenvonnis op 21 februari 2024 en een mondelinge behandeling op 30 april 2024. [eiser] heeft Loonbedrijf Groesbeek aansprakelijk gesteld voor de schade die is ontstaan door de rooibeschadigingen aan de aardappelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de axiaalrollen niet correct waren afgesteld, wat heeft geleid tot interne beschadigingen en stootblauw, waardoor de aardappelen niet geschikt waren voor verwerking tot frites.

Loonbedrijf Groesbeek heeft verweer gevoerd en betwist dat zij tekortgeschoten is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bevindingen van het deskundigenrapport van Delphy voldoende overtuigend zijn en dat Loonbedrijf Groesbeek toerekenbaar tekortgeschoten is in de uitvoering van de rooiwerkzaamheden. De rechtbank heeft de vorderingen van [eiser] toegewezen, inclusief de kosten van deskundigen en buitengerechtelijke kosten, en Loonbedrijf Groesbeek veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/427072 / HA ZA 23-470
Vonnis van 5 juni 2024
in de zaak van
de vennootschap onder firma
[eiser] V.O.F.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
advocaat: mr. D. Visch,
tegen
de coöperatie
COÖPERATIE TOT EXPLOITATIE VAN LANDBOUWWERKTUIGEN EN MACHINES “GROESBEEK EN OMSTREKEN” U.A.,
gevestigd te Groesbeek, gemeente Berg en Dal,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Loonbedrijf Groesbeek,
advocaat: mr. L.K. de Haan.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 februari 2024,
- het verkort proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 30 april 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser] houdt zich onder meer bezig met de teelt van aardappelen. Loonbedrijf Groesbeek houdt zich onder meer bezig met het exploiteren van landbouwwerktuigen.
2.2.
Op 11 oktober 2022 heeft Loonbedrijf Groesbeek in opdracht van [eiser] rooiwerkzaamheden uitgevoerd op het perceel met aardappelen van [eiser] . De gerooide aardappelen, in totaal 400.000 kg, zijn door [eiser] ingeschuurd en opgeslagen. Bij het inschuren heeft [eiser] monsters genomen van de gerooide aardappelen. Een monsterkist is door [eiser] ter controle van de kwaliteit verstuurd naar LWM, een fritesfabriek.
2.3.
Eind oktober 2022 heeft [eiser] beschadigingen geconstateerd aan de gerooide aardappelen en dat gemeld aan Loonbedrijf Groesbeek.
2.4.
Op 15 november 2022 heeft [eiser] de uitslag van de monsterkist van LWM ontvangen. Daarbij zijn 100 aardappelen op kwaliteit gecontroleerd. De volgende gebreken zijn geconstateerd: groen 4, vreterij 12, rooischade 21, holle harten 1 en blauw 12. Met in totaal 50 punten komt de uitslag van de monsterkist in het risicogebied, aldus LWM.
2.5.
Begin februari 2023 heeft [eiser] een deel van de gerooide aardappelen, 236.600 kg van de 400.000 kg, aan [naam 1] te België verkocht. Deze zijn op 12 en 13 februari 2023 door een vervoerder afgeleverd bij [naam 1] . Bij e-mailberichten van 13 februari 2023 heeft [naam 1] de vrachten afgekeurd. De aardappelen waren niet geschikt voor het verwerken van frites en zijn verwerkt tot aardappelvlokken.
2.6.
Bij brief van 6 maart 2023 heeft de advocaat van [eiser] Loonbedrijf Groesbeek aansprakelijk gesteld voor de door [eiser] geleden schade, aanspraak gemaakt op een schadevergoeding van € 64.500,00 en Loonbedrijf Groesbeek gesommeerd tot betaling hiervan.
2.7.
Loonbedrijf Groesbeek heeft de schade bij haar verzekeraar gemeld. De verzekeraar heeft, zonder aansprakelijkheid te erkennen, Lengkeek Expertise ingeschakeld om een onderzoek in te stellen naar de oorzaak en omvang van de schade.
2.8.
In opdracht van [eiser] heeft Delphy B.V. op 14 maart 2023 een schade-expertise uitgevoerd op het bedrijf van [eiser] in aanwezigheid van beide partijen. Van de zijde van Delphy waren aanwezig een expert/taxateur en een gewasspecialist. In het rapport van Delphy van 13 april 2023 is onder meer het volgende vermeld:
Waarnemingen
(…)
De eerste 8 vrachten die zijn geleverd zijn afgekeurd. Dat is totaal 236.220 kilo. De dag voor ons bezoek zijn er nog 3 vrachten afgeleverd (± 100 ton) uit de schuur/bewaring. Deze zijn niet afgekeurd. Er liggen op het moment van bezoek nog ongeveer 3 vrachten in de opslag (± 100 ton).
Tijdens het bezoek wordt de rest van de partij afgeleverd. Van de reeds geleverde vrachten van deze partij heeft [eiser] aardappelmonsters in 2 kuubs kisten weggezet. Van iedere kist hebben wij aselect een 15 aardappelknollen middels een fijnschiller geschild. Hierbij werden er verschillen in kwaliteit zichtbaar. Dit varieerde van geen beschadiging tot zware interne beschadigingen. Verder werd er ook stootblauw geconstateerd.
(…)
Factoren die schade kunnen veroorzaken
(…)
Het betreft in deze casus met name interne/onderhuidse beschadigingen en stootblauw. Onderhuidse beschadigingen zijn anders dan stootblauw.
Interne/onderhuidse beschadigingen
Interne/onderhuidse beschadigingen zijn beschadigingen welke nauwelijks aan het oppervlak van de knol zichtbaar zijn, maar pas na schillen zijn waar te nemen. (…) Deze vorm van beschadiging treedt vooral op bij de oogst en wordt daarom ter onderscheiding van stootblauw ook wel rooierslag genoemd. (…) Onderhuidse verkleuringen/beschadigingen ontstaan vooral tijdens het proces van rooien, transport en inschuren van de aardappelen. Waarbij met name het rooien en in mindere mate bij het transport naar en het inbrengen van de aardappelen in de bewaarplaats de meeste beschadigingen kunnen ontstaan.
(…)
Bij een juiste werkwijze, te beginnen bij de grondbewerking en het poten en een goede afstelling van de rooimachine kunnen deze beschadigen grotendeels worden vermeden. De juiste werkwijze is:
(…)
(…) Vaak zien we in de praktijk, dat de rooiketting te snel draait. In zo’n geval kan men afhankelijk van de omstandigheden, op meerdere manieren verbeteringen bereiken:
(…)
Aanwezigheid axiaalrollen. Axiaalrollen zijn rollen op de rooimachine die er voor zorgen dat er niet te veel grond met de aardappelen mee komt. (…) Indien op een rooimachine axiaalrollen aanwezig zijn, is het een belangrijk aandachtspunt of je de axiaalrollen inschakelt. En zo ja hoe “agressief ”laat je deze reinigen (snelheid van de rollen) en hoever schuif je de rollen in. Dit bepaald hoe intensief de aardappelstroom over de rollen gaat.
(…)
Beperk valhoogten. Zowel bij het rooien op een meerijdende wagen, als bij het lossen van de verzamelbak in een wagen, kan ernstige knolbeschadiging optreden door te grote valhoogten. Ook tijdens het inbrengen van de aardappelen in de bewaarplaats is het zaak op de valhoogte te letten. Om beschadiging te vermijden mag de valhoogte niet groter zijn van ca. 30 cm.
Stootblauw
Stootblauw, kortweg blauw, is een blauwgrijze verkleuring van het knolweefsel, die meestal niet uitwendig aan de knol valt waar te nemen. (…) Blauw is het gevolg van mechanische beschadiging van het knolweefsel. Deze beschadiging treedt op bij alle bewerkingen van oogst tot en met eindgebruik in meer of mindere mate op.
(…)
Er is een groot aantal factoren van invloed op blauwgevoeligheid:
  • Rassenkeuze
  • Onderwatergewicht (…)
  • Knoltemperatuur (…)
Situatie bij [eiser]
Rassenkeuze
(…)
Het ras Fontane is voor de eigenschap stootblauw en rooibeschadiging redelijk gevoelig. (…)
Het ras is op zich geen reden om veel rooibeschadigingen te verklaren.
Onderwatergewicht
(...)
De betreffende aardappelen hebben een onderwatergewicht van 405 gr.
Het onderwatergewicht is geen verklaring voor de vele rooibeschadigingen.
(…)
Schilvastheid
(…)
Er is 2-3 weken interval tussen de laatste keer loofvernietiging en oogsttijdstip.
Hieruit mag je concluderen dat de schilvastheid voor het ras Fontane voldoende is.
Knoltemperatuur
Volgens zowel [naam 2] als [naam 3] van Loonbedrijf Groesbeek was de knoltemperatuur bij de oogst op 10 oktober ruim boven de 8 graden Celsius. De temperatuur heeft daarmee geen invloed gehad op het ontstaan van de beschadigingen.
Transport en inschuren
[eiser] geeft aan dat het transport en inschuren met dezelfde machines gaat als de afgelopen jaren, zonder teveel beschadigingen. Dit heb ik zelf niet gezien en kunnen beoordelen. Wel is er een video getoond van het inschuren. Hierop zijn geen onvolkomenheden geconstateerd.
Tijdens het bezoek stond de lijn (stortbak, duoband, hallenvuller) op voor het uitschuren van de aardappelen. We hebben ze bekeken en hier viel niet direct iets bijzonders op aan valhoogtes, uitsteeksels etc. welke deze onderhuidse beschadigingen kunnen veroorzaken.
Oogst
De oogst is uitgevoerd door de loonwerker met een zelfrijdende 4 rijige AVR Puma 3 aardappel. De oogstmachine is uitgevoerd met een verstelbaar axiaal rollenset bekleed met rubber. (…)
Grondsoort
Het betreft een perceel met een bonte grondslag.
Dit betekent dat er verschillende grondsoorten, van zandgrond tot kleigrond zijn op het perceel. Dit beeld loopt dan geward door het perceel.
(…)
Conclusie
Wij hebben de oogst, transport en inschuren niet gezien en kunnen beoordelen.
De onderhuidse beschadigingen en stootblauw zijn teveel om te voldoen aan de kwaliteitsvoorschriften voor de verwerking van frites.
Teeltfactoren/maatregelen welke van invloed kunnen zijn op onderhuidse beschadigingen en stootblauw zijn bekeken, maar sluiten wij uit als hoofdoorzaak.
De grote mate van onderhuidse beschadigingen zijn naar onze mening het gevolg van het niet op de juiste wijze instelling van de rooimachine op het moment van oogst. Het gaat hierbij met name over het instellen van de axiaalrollen. Deze rollen dienen ervoor om overtollig grond welke niet door de zeefkettingen gaat, voor een groot deel te verwijderen.
De grote verscheidenheid aan grondsoorten op het perceel kan een reden zijn waarom er voor gekozen is om de axiaalrollen in te schakelen.
Voor de gedeeltes met zware grond is dit vaak geen probleem, maar voor lichte grondsoort waar de grond al vrij vroeg uit de rooier is en de aardappelen dan alleen over de axiaalrollen gaan, is de kans op onderhuidse beschadigingen zeer aannemelijk.
De snelheid van de axiaalrollen ten opzicht van de snelheid van de aardappelstroom en de mate van hoever de axiaalrollen onder aardappelstroom staan bepaalt de ernst van de beschadiging. Er is niet bekend hoe de instellingen waren gedurende het rooien.
Het feit dat het perceel bestaat uit diverse verschillende grondsoorten (bont perceel) verklaart waarom een deel van de aardappelen zonder klachten zijn afgeleverd en een deel is afgekeurd. Voor elke grondsoort dient de machine apart te worden afgesteld. Naar onze mening is dit hoogst waarschijnlijk niet op de juiste wijze gebeurd. Loonbedrijf Groesbeek dient zorg te dragen voor de juiste afstelling van de axiaalrollen om schade te voorkomen. Loonbedrijf Groesbeek is hierin tekort geschoten met schade als gevolg
De financiële schade die is ontstaan als gevolg van de beschadigingen bedraagt tot 14 mrt 2023 €33.683,-.
2.9.
Bij e-mailbericht van 26 april 2023 heeft de advocaat van [eiser] het rapport van Delphy aan Loonbedrijf Groesbeek en Lengkeek Expertise toegezonden en Loonbedrijf Groesbeek gesommeerd een schadevergoeding van € 33.683,00 te betalen. Daarbij is tevens aanspraak gemaakt op de deskundigenkosten en buitengerechtelijke kosten.
2.10.
Bij brief van 3 augustus 2023 heeft Lengkeek Expertise de bevindingen van haar onderzoek en haar reactie op het rapport van Delphy aan de advocaat van [eiser] meegedeeld.
2.11.
In het expertiserappoort van Lengkeek Expertise van 21 september 2023 aan de verzekeraar van Loonbedrijf Groesbeek staat voor zover van belang het volgende:
“(…)
Gesprek met: [naam 3] [naam 4] , machinist.
(…)
Volgens de verklaring van de machinist waren het begin van het rooien de beide broers [eiser] aanwezig. Zij waren ook betrokken bij het instellen van de machine. De machinist verklaarde eerst tweemaal het perceel rond te zijn geweest toen hij door de opdrachtgever werd benaderd met de mededeling dat er teveel zand met het rooien was meegekomen. De opdrachtgever verzocht om dit te beperken door de zogenaamde axiaal rollen in te zetten. Op deze rollen wordt door de aanwezigheid van een spiraal een extra bewerking uitgevoerd waarbij kluiten grond worden fijngemalen en uit gezeefd. De machinist kan zowel de snelheid als de mate van inzet van deze rollen in stellen. Hij kan de werking van de rollen controleren door de aanwezigheid van een camera waarbij hij ziet hoe de aardappels over de rollen getransporteerd worden. Hij verklaarde rollen maar voor 30 cm van de 110 cm te hebben ingezet (de rollen kunnen worden in- en uitgeschoven). Volgens de verklaring van de machinist waren op het moment van rooien de dikkere axiaal rollen aanwezig op de machine omdat hij daarvoor (kleinere) pootaardappels had gerooid. De dikkere rollen zijn minder agressief dan de dunnere rollen. Als hij de axiaal rollen te agressief had ingezet, dan had hij ook gezien dat de aardappels erdoor wat waren geschild en daarvan was geen sprake. (…)De heer [naam 3] verklaarde tijdens het gesprek over het perceel dat het geclassificeerd is als zandgrond. Het betreft een perceel waar sprake is van hoogteverschil. De machinist verklaarde dat door het hoogteverschil er verschillen waren in de vochtigheid van de grond. Ook waren in het perceel veel keien aanwezig. De keien komen mee met de aardappels bij het rooien en kunnen daarbij ook stootschade veroorzaken. De bontheid van het perceel zat dus niet in de verschillende grondsoorten, maar in het verschil in vochtigheid”.
Oorzaak
Ten aanzien van de oorzaak is in ieder geval vastgesteld, dat er geen sprake is geweest van een gebrek aan de betreffende rooimachine.
Delphy Gewastaxaties neemt aan, dat de schade waarschijnlijk veroorzaakt is door onjuiste instellingen van de axiaalrollen.
Uw verzekerde verklaarde evenwel de axiaalrollen juist op verzoek van de wederpartij deels te hebben ingeschakeld en de instelling daarvan met de wederpartij te hebben afgestemd. Er kan bovendien niet worden uitgesloten dat ook bij het transport naar de schuur van de wederpartij en het inschuren mechanische beschadigingen aan de aardappels kunnen zijn ontstaan.
2.12.
De verzekeraar noch Loonbedrijf Groesbeek heeft schadevergoeding aan [eiser] uitgekeerd.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert dat de rechtbank bij uitvoerbaar te verklaren vonnis Loonbedrijf Groesbeek veroordeelt om aan haar te betalen een schadevergoeding van € 33.683,00, deskundigenkosten van € 2.280,85 en buitengerechtelijke kosten van € 1.345,31, te vermeerderen met wettelijke rente, met veroordeling van Loonbedrijf Groesbeek in de proceskosten.
3.2.
Loonbedrijf Groesbeek voert verweer. Zij concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [eiser] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [eiser] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser] in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
[eiser] stelt dat Loonbedrijf Groesbeek toerekenbaar is tekortgeschoten in de uitvoering van de rooiwerkzaamheden, omdat de machinist de axiaalrollen van de rooimachine niet juist heeft afgesteld en dat daardoor beschadigingen aan de aardappeloogst zijn ontstaan, waardoor zij schade heeft geleden. Zij beroept zich daarbij op de bevindingen in het rapport van Delphy.
4.2.
Loonbedrijf Groesbeek voert primair aan dat [eiser] haar klachtplicht heeft geschonden. Subsidiair betwist zij dat zij is tekortgeschoten en voert zij aan dat de oorzaak van de beschadigingen aan de aardappeloogst niet vaststaat. Meer subsidiair beroept zij zich op eigen schuld van [eiser] .
Vernietiging Cumelavoorwaarden
4.3.
Loonbedrijf Groesbeek stelt dat de Cumelavoorwaarden op al haar werkzaamheden van toepassing zijn en dat [eiser] op grond van artikel 13 van die voorwaarden binnen 24 uur na het constateren van de inwendige schade aan de aardappelen hierover had moeten klagen. [eiser] heeft dat niet gedaan en daarmee is haar recht om zich op een gebrek te mogen beroepen vervallen, aldus Loonbedrijf Groesbeek.
[eiser] betwist dat de Cumelavoorwaarden van toepassing zijn en beroept zich op de vernietigbaarheid daarvan, aangezien deze haar nooit ter hand zijn gesteld.
4.4.
Ter mondelinge behandeling heeft Loonbedrijf Groesbeek erkend dat de Cumelavoorwaarden nooit aan [eiser] ter hand zijn gesteld. [eiser] heeft zich dan ook terecht beroepen op de vernietigbaarheid van (artikel 13 van) de Cumelavoorwaarden. Dat betekent dat het recht van [eiser] om te reclameren over de door Loonbedrijf Groesbeek verrichtte rooiwerkzaamheden niet is vervallen.
Tekortkoming Loonbedrijf Groesbeek en causaal verband met schade
4.5.
Kern van het geschil tussen partijen is wat de oorzaak is van de beschadigingen aan de door Loonbedrijf Groesbeek gerooide aardappelen.
4.6.
Loonbedrijf Groesbeek betwist dat de axiaalrollen van de rooimachine door haar machinist onjuist zijn afgesteld en dat sprake was van verschillende grondsoorten. Zij voert aan dat het rapport van Delphy is gebaseerd op ongefundeerde aannames. Volgens Loonbedrijf Groesbeek zijn er tal van andere mogelijke oorzaken voor de beschadigingen aan de aardappelen.
4.7.
De rechtbank is van oordeel dat moet worden uitgegaan van de bevindingen van het rapport van Delphy. Het rapport van Delphy is naar het oordeel van de rechtbank voldoende overtuigend en de bezwaren van Loonbedrijf Groesbeek daartegen zijn onvoldoende gemotiveerd. De rechtbank heeft daarbij het volgende in aanmerking genomen.
4.8.
Uit het rapport van Delphy volgt dat het perceel van [eiser] een bonte grondslag heeft, dat wil zeggen dat het bestaat uit verschillende grondsoorten van zandgrond tot kleigrond, die ‘geward’ over het perceel lopen, en dat om die reden de axiaalrollen van de rooimachine voor elke grondsoort apart moeten worden ingesteld, zodat enerzijds niet te veel grond meekomt en anderzijds de aardappelen niet te veel beschadigd raken.
4.9.
Loonbedrijf Groesbeek heeft onvoldoende weersproken dat het perceel van [eiser] bestaat uit verschillende grondsoorten. Zij baseert haar standpunt dat het perceel bestaat uit lemig zand slechts op een door haar overgelegd rapport met betrekking tot de bemesting van het perceel van 15 januari 2020, waarin de resultaten van een monstername van de grond zijn vermeld. Daaruit volgt echter niet zonder meer dat het hele perceel van [eiser] bestaat uit lemig zand. Bovendien heeft Delphy ter plaatse waargenomen dat het perceel bestaat uit verschillende grondsoorten van zandgrond tot kleigrond. [eiser] heeft ter zitting toegelicht dat het monster uit het rapport van 15 januari 2020 slechts een gemiddelde weergeeft en dat het perceel bestaat uit “licht zand dat steeds lemiger wordt, tegen het kleiachtige aan”. Weliswaar heeft Loonbedrijf Groesbeek ter zitting verklaard dat er alleen sprake was van verschillende vochtigheid van de grond, maar dat is niet nader onderbouwd. De rechtbank heeft daarom geen reden om te twijfelen aan de constatering van Delphy, als deskundige op het gebied van gewastaxaties, dat het perceel van [eiser] bestaat uit verschillende grondsoorten.
4.10.
Loonbedrijf Groesbeek heeft niet weersproken dat bij een perceel dat bestaat uit verschillende grondsoorten de axiaalrollen steeds opnieuw moeten worden ingesteld. Weliswaar voert Loonbedrijf Groesbeek aan dat [eiser] zelf heeft verzocht om de axiaalrollen in te zetten omdat er veel grond meekwam met de aardappelen, maar dat laat onverlet dat de machinist dient zorg te dragen voor de juiste afstelling van de axiaalrollen, zoals ook volgt uit het rapport van Delphy. Bovendien volgt uit de verklaring van de machinist, die is opgenomen in het expertiserapport van Lengkeek, en uit hetgeen partijen op de zitting hebben verklaard, dat de machinist in de cabine op een beeldscherm kan zien hoe de aardappelen over de rollen worden getransporteerd en dat hij vanuit de cabine de axiaalrollen kan bijstellen. Loonbedrijf Groesbeek heeft niet weersproken dat [eiser] niet kon zien hoe de axiaalrollen waren afgesteld, toen een van haar vennoten naast de machine liep. Ook daaruit volgt dat het aan de machinist is om de axiaalrollen afhankelijk van de grondsoort juist af te stellen, omdat hij de enige is die daarop tijdens het rooien zicht heeft. Loonbedrijf Groesbeek heeft verder onvoldoende toegelicht dat het steeds opnieuw instellen van de axiaalrollen niet mogelijk was voor de machinist. Zij stelt verder nog dat “als het goed is” [eiser] door de machinist is gewaarschuwd voor het risico van het beter reinigen van de aardappels door het inzetten van de axiaalrollen, maar dat [eiser] daadwerkelijk is gewaarschuwd, is niet gebleken en is ook niet nader toegelicht door Loonbedrijf Groesbeek.
4.11.
Weliswaar staat vast dat Delphy niet zelf heeft kunnen vaststellen dat de axiaalrollen tijdens het rooien op het perceel van [eiser] onjuist waren afgesteld, maar Delphy heeft andere oorzaken voor de beschadigingen aan de aardappels uitgesloten. De rechtbank is van oordeel dat Delphy haar conclusie op dat punt voldoende en op overtuigende wijze heeft beargumenteerd. Zij heeft immers een onderscheid gemaakt tussen enerzijds interne/onderhuidse beschadigingen en anderzijds stootblauw en heeft de factoren die respectievelijk interne/onderhuidse beschadigingen en stootblauw kunnen veroorzaken/voorkomen besproken. Vervolgens heeft zij de specifieke situatie bij [eiser] met betrekking tot de verschillende factoren besproken en vermeld of die factoren zich al dan niet hebben voorgedaan. Loonbedrijf Groesbeek meent dat Delphy haar conclusie dat de schade niet is veroorzaakt door de eigenschappen van het ras, het onderwatergewicht, de schilvastheid en de knoltemperatuur onvoldoende heeft gemotiveerd, maar zij heeft niet toegelicht in hoeverre die factoren volgens haar een alternatieve oorzaak voor de beschadigingen aan de aardappelen zouden kunnen zijn. De rechtbank gaat ervan uit dat Delphy op basis van haar deskundigheid als gewasspecialist voormelde factoren op juiste gronden heeft uitgesloten.
4.12.
Met betrekking tot het transport en inschuren heeft Delphy verklaard dat zij dat niet zelf heeft gezien, maar dat zij van het inschuren een videoband heeft gezien en dat zij daarop geen onvolkomenheden heeft geconstateerd. Ook bij het uitschuren heeft zij niets kunnen ontdekken wat de onderhuidse beschadigingen aan de aardappels heeft kunnen veroorzaken. Delphy heeft op basis daarvan het transport en inschuren als oorzaak van de onderhuidse beschadigingen uitgesloten, maar acht het wel mogelijk dat daarbij iets van stootblauw is ontstaan. Lengkeek heeft in zijn rapport slechts vermeld dat niet kan worden uitgesloten dat bij het transport naar de schuur en het inschuren beschadigingen aan de aardappels kunnen zijn ontstaan, maar heeft dat niet toegelicht. Loonbedrijf Groesbeek voert aan dat de schade ook kan zijn ontstaan tijdens het inschuren omdat het inschuringsproces soortgelijke belasting op de aardappelen veroorzaakt als tijdens het rooien, bijvoorbeeld als er bij het overhevelen uit de kipper geen of een te kleine of te dunne valmat ligt, of bij het vervolgens inschuren met behulp van de hallenvuller (een soort lopende band). De rechtbank gaat aan die verder niet onderbouwde stelling van Loonbedrijf Groesbeek voorbij. Uit het rapport van Delphy volgt immers dat zij heeft onderkend dat interne/onderhuidse beschadigingen ook kunnen ontstaan bij het transport en het inschuren van de aardappelen, maar Delphy vermeldt ook dat de meeste beschadigingen ontstaan bij het rooien en in minder mate bij het transport en inschuren. Zij vermeldt in haar rapport verder dat ook bij het inschuren op de valhoogte moet worden gelet, die niet groter mag zijn dan 30 cm. Nu Delphy op de videoband van het inschuren geen onvolkomenheden heeft geconstateerd, gaat de rechtbank er daarom vanuit dat daaruit niet is gebleken dat er bij het inschuren een valhoogte bestond van meer dan 30 cm. Daar komt bij dat zowel Lengkeek als Loonbedrijf Groesbeek bij hun stellingen over alternatieve oorzaken geen onderscheid maken in onderhuidse beschadigingen en stootblauw, terwijl Delphy dat wel doet en concludeert dat mogelijk bij het transport en inschuren wel iets van stootblauw is ontstaan. Indien er slechts sprake was geweest van stootblauw en niet ook van rooischade, zouden de aardappelen niet zijn afgekeurd voor de verwerking tot frites. Door de combinatie van beschadigingen, waaronder 21 punten voor rooischade, kwam de uitslag van de monsterkist in het risicogebied van 50 punten. Overigens heeft Loonbedrijf Groesbeek niet, althans onvoldoende betwist dat de aanwezigheid van rooischade de reden was voor het afkeuren van de aardappelen voor de verwerking door frites.
4.13.
De opmerking van Loonbedrijf Groesbeek dat er ook sprake was van vreterij (12 van de 50 punten uit de rapportage van LWM) aan de aardappelen en Delphy hieraan geen aandacht heeft besteed, terwijl het voor de hand ligt dat dat de schade aan de aardappelen heeft veroorzaakt, maakt dit niet anders. Kennelijk kunnen beschadigingen wegens vreterij, rooischade en (stoot)blauw van elkaar worden onderscheiden, zoals volgt uit het rapport van LWM. Delphy is in haar rapport uitgegaan van de beschadigingen aan de aardappelen, zoals die blijken uit de foto’s die gemaakt zijn door de afnemer ( [naam 1] ) en die bij haar rapport zijn gevoegd. Delphy constateert dat het in dit geval met name interne/onderhuidse beschadigingen en stootblauw betreft en dat het bij de interne/onderhuidse beschadigingen gaat om rooierslag, een beschadiging die optreedt bij de oogst. Daaruit kan worden afgeleid dat de door Delphy geconstateerde beschadigingen geen vreterij betreffen.
4.14.
De rechtbank is dan ook van oordeel dat op grond van het rapport van Delphy voldoende is komen vast te staan dat de rooischade aan de aardappelen is ontstaan doordat Loonbedrijf Groesbeek de axiaalrollen van de rooimachine niet steeds op juiste wijze heeft afgesteld. Dat betekent dat Loonbedrijf Groesbeek (toerekenbaar) is tekortgeschoten jegens [eiser] en dat het causaal verband met de door [eiser] gestelde schade vaststaat.
Eigen schuld
4.15.
Loonbedrijf Groesbeek beroept zich op eigen schuld van [eiser] omdat:
  • i) de axiaalrollen op verzoek van [eiser] zijn gebruikt, Loonbedrijf Groesbeek deze instructie heeft opgevolgd en geen aanleiding had om te veronderstellen dat dit tot problemen zou kunnen leiden,
  • ii) de aardappelen zijn afgekeurd vanwege een veelvoud van redenen, waarvan de rooischade slechts één reden was, waarvoor door LWM 21 punten werden toegekend, en de overige beschadigingen, die in de risicosfeer van [eiser] liggen, in totaal 29 punten opleveren, zodat de beschadiging waarvoor Loonbedrijf Groesbeek verantwoordelijk is niet tot afkeuring van de aardappelen heeft geleid en
  • iii) [eiser] haar schadebeperkingsplicht heeft geschonden doordat zij al na 24 uur had kunnen weten dat de aardappelen niet goed waren en zij nog drie weken heeft gewacht met het melden aan Loonbedrijf Groesbeek, terwijl in de tussentijd de schade aan de aardappelen erger heeft kunnen worden, en zij pas na vier maanden de aardappelen heeft verkocht en aannemelijk is dat de kwaliteit van de aardappelen daardoor nog meer is verslechterd.
[eiser] heeft dat weersproken.
4.16.
De rechtbank verwerpt het beroep op eigen schuld. Zoals hiervoor in 4.10. is overwogen diende de machinist van de rooimachine zorg te dragen voor de juiste afstelling van de axiaalrollen van de rooimachine. Bovendien is niet komen vast te staan dat de machinist op instructie van [eiser] als opdrachtgeefster heeft gehandeld. [eiser] heeft dat immers gemotiveerd weersproken en Loonbedrijf Groesbeek heeft dat niet nader onderbouwd. Daar komt bij dat niet is gebleken dat de machinist heeft gewaarschuwd voor risico’s bij het inzetten van de axiaalrollen en dat [eiser] deze risico’s voor lief heeft genomen. Indien de axiaalrollen wel juist waren afgesteld, dan zou de rooischade zich niet hebben voorgedaan. Onvoldoende is toegelicht dat de aardappelen dan toch zouden zijn afgekeurd voor de verwerking tot frites. De aardappelen zijn door [naam 1] immers kennelijk vooral afgekeurd vanwege interne/onderhuidse beschadigingen en stootblauw, zoals blijkt uit de foto’s afkomstig van [naam 1] , waarop Delphy haar bevindingen heeft gebaseerd. Niet gebleken is dat de beschadigingen aan de aardappelen zijn verergerd dan wel dat de kwaliteit van de aardappelen is verslechterd door het tijdsverloop tussen het rooien en het melden van de beschadigingen en/of de verkoop van de aardappelen. Uit het rapport van Delphy blijkt immers dat een deel van de aardappelen (6 vrachten) pas rond 14 maart 2023 is geleverd aan derden voor de verwerking van frites en dat die aardappelen niet zijn afgekeurd.
4.17.
De conclusie is dan dat de door [eiser] geleden schade geheel voor rekening van Loonbedrijf Groesbeek blijft.
Schade en nevenvorderingen
4.18.
Tussen partijen is niet in geschil dat de als gevolg daarvan door [eiser] geleden schade € 33.683,00 bedraagt, wegens de mindere opbrengst van de aan [naam 1] geleverde aardappelen. Loonbedrijf Groesbeek heeft de verschuldigdheid van de kosten van de deskundige en de buitengerechtelijke kosten niet afzonderlijk betwist. De vorderingen van [eiser] zullen dan ook worden toegewezen. De schade ter zake van de mindere opbrengst van de aan [naam 1] geleverde aardappelen, is door [eiser] geleden op het moment van levering aan [naam 1] en niet op het moment van het rooien van de aardappelen. De rechtbank zal daarom de wettelijke rente over die schade toewijzen met ingang van 22 maart 2023, zoals subsidiair is gevorderd en niet is betwist. De wettelijke rente over de deskundigenkosten zal, zoals is gevorderd en niet is betwist, worden toegewezen met ingang vanaf de datum van dagvaarding (27 oktober 2023). De wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal, zoals is gevorderd en niet is betwist, worden toegewezen met ingang van 12 mei 2023.
4.19.
Loonbedrijf Groesbeek is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [eiser] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
106,73
- griffierecht
2.837,00
- salaris advocaat
1.572,00
(2,00 punten × € 786,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.693,73

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt Loonbedrijf Groesbeek tot betaling aan [eiser] van een schadevergoeding van € 33.683,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 22 maart 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.2.
veroordeelt Loonbedrijf Groesbeek tot betaling aan [eiser] van de deskundigenkosten van € 2.280,85, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 27 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt Loonbedrijf Groesbeek tot betaling aan [eiser] van buitengerechtelijke kosten van € 1.345,31, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van 12 mei 2023 tot de dag van volledige betaling,
5.4.
veroordeelt Loonbedrijf Groesbeek in de proceskosten van € 4.693,73, te betalen binnen veertien dagen na heden, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Loonbedrijf Groesbeek niet aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.5.
veroordeelt Loonbedrijf Groesbeek tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na heden zijn betaald,
5.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.J. Peerdeman en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2024.
592