ECLI:NL:RBGEL:2024:3191

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
22 mei 2024
Publicatiedatum
27 mei 2024
Zaaknummer
425608
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vaststelling van overeenkomst en schadevergoeding na afgebroken onderhandelingen tussen Fortina B.V. en EuroParcs B.V.

In deze zaak vordert Fortina B.V. (hierna: Fortina) een verklaring voor recht dat er een overeenkomst tot stand is gekomen met EuroParcs B.V. (hierna: EuroParcs) en dat EuroParcs aansprakelijk is voor schade die Fortina heeft geleden door afgebroken onderhandelingen. De rechtbank Gelderland heeft op 22 mei 2024 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin Fortina stelt dat er een vaststellingsovereenkomst (VSO) is tot stand gekomen, terwijl EuroParcs dit betwist. Fortina voert aan dat EuroParcs de onderhandelingen onterecht heeft afgebroken en dat zij recht heeft op betaling van achterstallige facturen en schadevergoeding. EuroParcs stelt dat Fortina geen partij is bij de overeenkomst van juni 2018 en dat de offerte 2021-2026 nooit is geaccepteerd. De rechtbank oordeelt dat Fortina geen partij is bij de overeenkomst van juni 2018 en dat er geen nieuwe overeenkomst tot stand is gekomen op basis van de offerte 2021-2026. De rechtbank wijst de vorderingen van Fortina af en veroordeelt haar in de proceskosten. De proceskosten van EuroParcs worden begroot op € 12.919,00.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Zutphen
Zaaknummer: C/05/425608 / HZ ZA 23-302
Vonnis van 22 mei 2024
in de zaak van
FORTINA B.V.,
gevestigd te Nunspeet,
eiseres in conventie,
verweerster in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: Fortina,
advocaat: mr. M.F.H. van Delft te Leusden,
tegen
EUROPARCS B.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
gedaagde in conventie,
eiseres in voorwaardelijke reconventie,
hierna te noemen: EuroParcs,
advocaat: mr. P.J.A. Plattel te Arnhem.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 maart 2024
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 16 april 2024.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Fortina is een onderneming die zich onder meer bezighoudt met het beheren en beleggen van vermogen en het deelnemen in andere ondernemingen (productie 1 van Fortina). Bestuurder en enig aandeelhouder van Fortina is de heer [naam 1] (hierna: [naam 1] ). Fortina handelt volgens informatie van de Kamer van Koophandel mede onder de namen Sophia’s Italian, Brasserie de Meesters, Crazy Fries, Brasserie Julia, Zum Stübchen, Season food & drinks festival. Fortina is sinds 31 maart 2020 enig aandeelhouder van Life & Food Balance Holding B.V., waarvan zij sinds 15 juli 2013 bestuurder is (productie 1 van EuroParcs).
2.2.
EuroParcs is een onderneming die zich bezighoudt met de handel, bemiddeling en verhuur van onroerend goed en de exploitatie van recreatiegoederen (productie 2 van Fortina). Sinds 2019 is EuroParcs Holding B.V. enig aandeelhouder en bestuurder van EuroParcs. EuroParcs handelt mede onder de naam Droomparken.nl.
2.3.
Droomparken Holding B.V. is op 2 juni 2020 opgericht en is een holding- en financieringsmaatschappij, waarvan EuroTop Holding B.V. enig aandeelhouder is. EuroTop Holding B.V. en de heer [naam 2] (hierna: [naam 2] ) zijn bestuurders van Droomparken Holding B.V. (productie 2 van EuroParcs). Droomparken Holding B.V. is bestuurder en enig aandeelhouder van B.V.’s die recreatieparken exploiteren (productie 3 van EuroParcs).
2.4.
Op 17 juni 2018 heeft [naam 1] als Creative Director van Life & Foodbalance aan “Droomparken T.a.v. de heer [naam 3] ” afspraken bevestigd over de opdracht tot ontwikkeling van horecaconcepten voor Droomparken (productie 3 van Fortina). In de bijgevoegde “Offerte Concepten droomparken 2018” is opgenomen dat de opgedragen werkzaamheden onder meer bestaan uit conceptontwikkeling, inkoop, marketing, advisering en begeleiding, dat alle concepten het geestelijk eigendom blijven van Life & Foodbalance, dat de conceptontwikkeling en afkoopconceptvergoeding voor 48 maanden is en dat de kosten per maand per park € 833.33 exclusief btw zijn en met ingang van 1 juni 2018 worden gefactureerd. Daarbij is onder meer het volgende bepaald:
“(…) De houdbaarheid van een formule is tenminste 48 maanden op een park (…). Wij houden dan ook deze termijn aan, na 48 maanden kunnen wij onze samenwerking het liefst verlengen.
(…)”
2.5.
Op 16 februari 2021 heeft [naam 1] als Creative Director van Life & Foodbalance aan [naam 2] en [naam 3] bericht dat er in het voorafgaande jaar veel is gebeurd. [naam 1] heeft een voorstel gedaan voor de komende vijf jaar, waarin hij exclusief voor Droomparken wil werken, waarna hij “alle rechten van zijn gedachtegoed” overdraagt (productie 4 van Fortina). Bijgesloten is een “Offerte Concepten Europarcs / Droomparken Definitieve versie 2021-2026” (hierna te noemen: de offerte 2021-2026). In die offerte is opgenomen dat de kosten per maand € 16.000,00 bedragen ongeacht het aantal uren en per park per maand nog eens € 1.000,00 en € 50,00 voor reiskosten, te starten in het najaar van 2021.
2.6.
Bij e-mailbericht van 25 mei 2022 (productie 6 van Fortina) heeft de heer [naam 4] van EuroParcs naar aanleiding van telefonisch contact die dag aan [naam 1] bericht dat de overeenkomst van 17 juni 2018 tussen Food & Health Balance en EuroParcs per 1 juni 2022 van rechtswege eindigt, dat is gesproken over mogelijke voortzetting van de samenwerking maar dat die niet is geformaliseerd. [naam 4] heeft daarbij vermeld dat EuroParcs zal gaan werven voor een Horeca & Retail ontwikkelaar op haar payroll en voorgesteld om de huidige manier van samenwerken en factureren nog tot 1 september door te zetten om de ruimte te hebben om afspraken te maken.
2.7.
[naam 1] heeft bij e-mailbericht (op naam van [naam 5] ) van 30 mei 2022 aan [naam 4] gereageerd dat het correct is dat
“de Droomparken deal afloopt op 17 juni.”(productie 6 van Fortina). [naam 1] heeft daaraan toegevoegd:
“Daarnaast loopt de offerte van 21 februari 2021, welke alleen nog niet was geactiveerd, uit coulance, deze afspraken zouden gerespecteerd worden en dat is ook toegezegd. We handelen al een jaar volgens de nieuwe offerte van 21 februari, daar bijna alle parken een formule hebben.
Ik wil het gesprek uiteraard aangaan met de gemaakte deal in mijn achterhoofd en dat is ook logisch omdat ik toen mensen heb aangenomen om dit te kunnen doen. (…)”
2.8.
Op 16 juli 2022 heeft [naam 1] aan [naam 4] (EuroParcs) gemaild (productie 7 van Fortina) dat hij niet heeft ingestemd met de beëindiging van de overeenkomst tussen Food & Health Balance en EuroParcs van 17 juni 2018 per 1 juni 2022, dat de looptijd van 48 maanden een minimale looptijd was en dat hij in de veronderstelling verkeerde dat sprake was van een overeenkomst voor onbepaalde tijd met een prijsafspraak voor 48 maanden. [naam 1] heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat de offerte 2021-2026 is geaccepteerd, althans dat hij daarvan mocht uitgaan, omdat er vanaf het voorjaar van 2021 conform die offerte is gehandeld.
2.9.
[naam 1] en [naam 4] hebben vervolgens contact gehad over hoe de samenwerking zou kunnen worden voortgezet ofwel beëindigd (onder meer productie 8 van Fortina).
2.10.
Bij e-mailberichten van 28 september en 2 oktober 2022 (productie 9 van Fortina) heeft [naam 4] aan [naam 1] over een bepaalde factuur, gericht aan “EP” gevraagd waar die factuur betrekking op heeft en waarvoor EuroParcs betaalt.
[naam 1] heeft op 28 september 2022 gereageerd dat het een
“factuur concept vergoeding”is die vroeger aan [naam 6] werd gefactureerd en al jaren wordt betaald. Bij e-mailbericht van 2 oktober 2022 heeft [naam 1] daar nog aan toegevoegd:
“(…)
Dit gaat al 4 -5 jaar zo, dat is nog uit de Droomparken tijd. Wij factureren al jaren zo volgens afgesproken afspraken met [naam 2]( [naam 2] , rb)
en [naam 3]( [naam 3] , rb)
.
Dit is voor de concept begeleiding, volgens de eerste offerte.
Het wordt tijd dat we knopen doorhakken zodat dingen anders ingericht kunnen worden.
(…)”.
2.11.
In februari en maart 2023 heeft een mailwisseling plaatsgevonden tussen [naam 1] en de heer [naam 7] van EuroParcs over een gesprek dat zij hebben gevoerd over afspraken die kunnen worden gemaakt ter voorkoming van een rechtszaak (productie 10 van Fortina).
2.12.
Op 7 april 2023 (productie 12 van Fortina) heeft [naam 1] aan [naam 2] van EuroParcs een bevestiging gemaild van wat hij met [naam 2] heeft besproken met het verzoek een en ander te bevestigen zodat een te ondertekenen overeenkomst kan worden opgesteld.
2.13.
Op 11 april 2023 heeft [naam 1] (wederom van het mailadres van [naam 5] ) aan EuroParcs gemaild dat hij de vrijdag ervoor met [naam 2] overeenstemming heeft bereikt en zo snel mogelijk een overeenkomst wil laten opstellen (productie 13 van Fortina).
2.14.
Op 5 mei 2023 heeft [naam 1] een “vaststellingsovereenkomst ex artikel 7:900 BW” (hierna: de VSO) aan EuroParcs gemaild (productie 16 van Fortina) tussen Fortina als opdrachtnemer en EuroParcs als opdrachtgever met het verzoek deze te checken. In de VSO is over de beschikbaarheid en de vergoeding onder meer het volgende opgenomen:
“(…)
Artikel 2 Inzetbaarheid opdrachtnemer
2.2.
Voor de periode tot 31 december 2023 is Fortina volledig beschikbaar. Een werkweek bestaat dan uit een fulltime werkweek, in die zin dat een werkweek loopt van maandag t/m vrijdag, waarbij woensdag de vrije dag is. In de maand januari 2024 is Fortina nog maar twee (i.p.v. conform bijlage 1) inzetbaar c.q. beschikbaar, te weten op maanden en dinsdag t.b.v. de overdracht en i.v.m. vakantie van twee weken die maanden worden de resterende 4 dagen later gecompenseerd. Fortina is volledig vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden c.q. het verlenen van diensten mi.v. februari 2024.
2.3.
In de maanden februari t/m april 2024 is Fortina uitsluitend voor vragen t.b.v. de overdracht telefonisch bereikbaar op maandag, woensdag en vrijdag.
Artikel 3 Vergoeding
3.1.
Er is sprake van een openstaand saldo van facturen per 25 april 2023 ad € 90.652,01 incl. BTW. Dit bedrag wordt voldaan uiterlijk 5 mei 2023, althans wordt dit bedrag terstond bij ondertekening van deze overeenkomst voldaan.
3.2.
Vanaf 1 april 2023 factureert Fortina maandelijks in 13 gelijke termijnen een bedrag van € 22.500,-- te vermeerderen met de verschuldigde BTW (…)”
Verder is in de VSO bepaald dat voor de vergoeding voor de overdracht van IE-rechten een separate overeenkomst zal worden opgesteld en dat de vergoeding voor de horeca-exploitatie-concepten € 25.000,00 exclusief btw bedraagt en in twee termijnen van € 12.500,00 op uiterlijk op 1 mei 2023 en september 2023 moet zijn voldaan.
2.15.
Op 26 mei 2023 heeft [naam 1] aan EuroParcs gemaild (productie 15 van Fortina) dat hij nog steeds geen inhoudelijke reactie heeft ontvangen op de VSO, dat hij voornemens is zijn werkzaamheden op te schorten als hij niet uiterlijk 31 mei 2023 een reactie van EuroParcs heeft gekregen en dan de oude afspraken gelden en hij een narekening zal sturen. [naam 1] heeft nakoming van de VSO geëist of afkoop van de overeenkomst die tot 2026 loopt en voldoening van de openstaande facturen voor 1 juni 2023.
2.16.
De heer [naam 7] , CEO van EuroParcs, heeft met zijn bericht van 26 mei 2023 aan [naam 1] gereageerd dat het erop lijkt dat sprake is van een miscommunicatie, dat hij nog steeds wacht op het uitonderhandelen van de VSO door [naam 1] en [naam 2] en dat hij tot die tijd geen betwiste facturen betaalt (productie 15 van Fortina).
2.17.
Op 13 juni 2023 (productie 17 van Fortina) heeft de advocaat van EuroParcs aan [naam 1] gemaild dat de overeenkomst wat EuroParcs betreft kan worden getekend als daarin opgenomen wordt dat [naam 1] voor de vergoeding dagelijks indien nodig beschikbaar is voor advies, ondersteuning en werkzaamheden. Daarnaast is voorgesteld om de openstaande nota’s gespreid in 3 maanden te voldoen. Ten slotte is bericht dat EuroParcs na ondertekening de betalingen zal hervatten en een gespreide betaling wenst voor de dan openstaande nota’s, op te lossen in drie maanden.
2.18.
Vervolgens hebben de advocaten van partijen gecorrespondeerd over aanpassing van de VSO op het punt van de beschikbaarheid van [naam 1] en de daarvoor te betalen vergoeding (o.a. producties 18 van Fortina). De advocaat van EuroParcs heeft zich in zijn e-mailbericht van 21 juni 2023 (productie 10 van EuroParcs) op het standpunt gesteld dat bij de onderhandelingen altijd is gezegd dat [naam 1] beschikbaar moet zijn als dat nodig is en dat hij daarvoor een meer dan fatsoenlijke vergoeding per maand ontvangt. De advocaat van Fortina heeft daarop gereageerd bij e-mailbericht van 21 juni 2023 (productie 19 van Fortina) waarin is gesteld dat de beschikbaarheid in de VSO is vastgelegd zoals is overeengekomen. Hij heeft voorgesteld om in artikel 2.4 van de VSO op te nemen dat Fortina in geval van overmacht beschikbaar is tot 31 december 2023 als extra inzet is vereist tegen een aanvullende vergoeding van € 750,00 exclusief btw per dag.
2.19.
Op 10 augustus 2023 (productie 21 van Fortina) heeft de advocaat van Fortina de advocaat van EuroParcs gemaild dat er ondanks een bespreking op 19 juli 2023 in aanwezigheid van partijen nog steeds geen resultaat is geboekt. EuroParcs is gesommeerd om de openstaande facturen (in totaal € 169.760,94) binnen 15 dagen te betalen. Ten slotte is medegedeeld dat de onderhandelingen
“– voor zover daarvan nog sprake kan zijn –”worden opgeschort, totdat integrale betaling van de facturen heeft plaatsgehad.
2.20.
Bij e-mailbericht van 10 augustus 2023 (productie 11 van EuroParcs) heeft de advocaat van EuroParcs aan de advocaat van Fortina bericht dat hij en EuroParcs steeds de intentie hadden om er in goed overleg uit te komen. Daarnaast heeft hij als volgt bericht:
“(…)
Afgesproken was dat duidelijkheid zou worden gezocht over de rechtvaardigheid van de gezonden nota’s (…) Dat heeft echter wel vanuit jullie verduidelijking nodig, omdat de nota’s dezerzijds (…) volledig worden betwist en wij geschrokken zijn van hetgeen is aangetroffen na bestudering. We waren het er volgens mij over eens dat er 1 overeenkomst is, (…) de overeenkomst uit 2018. (…) De gezonden nota’s wijken, voor zover ik dat heb begrepen, af van de overeenkomst tussen partijen en de opdracht. In september vorig jaar is een wijziging in facturatie kennelijk tot stand gebracht en in maart van dit jaar ook. (…)”
Namens EuroParcs is geconcludeerd dat teveel is gefactureerd en uitbetaald en dat sprake is van onverschuldigde betaling, zodat EuroParcs waarschijnlijk een aanzienlijke vordering op [naam 1] heeft in plaats van dat [naam 1] een vordering op EuroParcs heeft en dat overigens geen beëindigingsvergoeding is afgesproken.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
Fortina vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad: primair voor recht te verklaren dat de wilsovereenstemming tussen partijen is conform de (uitgewerkte) VSO, althans dat er sprake is van een raam- c.q. rompovereenkomst tenminste voor zover het betreft de inhoud van de (uitgewerkte) VSO voor de periode t/m december 2023, subsidiair voor recht te verklaren dat EuroParcs aansprakelijk is voor de schade die Fortina lijdt ten gevolge van de door toedoen van EuroParcs afgebroken onderhandelingen en daarbij in alle gevallen EuroParcs te veroordelen om aan Fortina tegen kwijting te betalen:
a. een bedrag van € 226.226.85 inzake achterstallige betalingen facturen;
b. te vermeerderen met de wettelijke handelsrente berekend vanaf de vervaldata van de facturen tot aan de dag der algehele voldoening;
c. een bedrag van € 388.800,00 inzake de VSO;
d. het onder c genoemde bedrag te vermeerderen met de wettelijke handelsrente vanaf datum van de uiterste datum ondertekening VSO, te weten 1 mei 2023 c.q. berekend van de datum van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
e. de buitengerechtelijke kosten berekend over € 615.026,85 (het totaal van de hoofdsommen onder a en c) tot een beloop van € 6.675,00;
f. tot betaling van de kosten in het geding, (waaronder beslagkosten en kosten van voorlopig getuigenverhoor en voorlopig deskundigenbericht), te vermeerderen met de nakosten, een en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis, en, voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt, met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf de bedoelde termijn voor voldoening.
3.2.
Fortina legt samengevat aan haar vorderingen ten grondslag dat sprake is van een VSO of tenminste van een romp- of raamovereenkomst waarbij partijen de beëindiging van hun samenwerking regelen. Fortina stelt primair dat EuroParcs die overeenkomst moet nakomen, subsidiair dat EuroParcs een schadevergoeding aan haar verschuldigd is op grond van onrechtmatige daad, ongerechtvaardigde verrijking of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid omdat het EuroParcs niet vrijstond de onderhandelingen af te breken zonder Fortina schadeloos te stellen. Daarnaast dient EuroParcs de onbetwiste facturen voor verrichte werkzaamheden en gemaakte kosten te voldoen, aldus Fortina.
3.3.
EuroParcs voert ten verwere primair aan dat noch Fortina, noch EuroParcs partij is bij de overeenkomst van juni 2018. Subsidiair stelt EuroParcs dat de overeenkomst van juni 2018 duurde tot 17 juni 2022, daarna is verlengd tot 1 september 2022 en vervolgens is geëindigd. De offerte 2021-2026 is nimmer geaccepteerd en dat mocht [naam 1] ook niet verwachten gelet op de door hem gevraagde vergoedingen. Verder is er onderhandeld over de VSO, maar die is niet tot stand gekomen omdat [naam 1] niet verder wilde onderhandelen zolang zijn (onterechte) facturen niet werden betaald. EuroParcs concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Fortina, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Fortina, met veroordeling van Fortina in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.
in voorwaardelijke reconventie
3.5.
EuroParcs vordert, onder voorwaarde dat de rechtbank oordeelt dat én Fortina én EuroParcs partij zijn bij de overeenkomst, Fortina bij vonnis te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan EuroParcs te betalen:
a. een bedrag van € 320.604,96;
b. een bedrag van € 64.477,88;
c. een bedrag van € 43.357,76;
derhalve in totaal een bedrag van € 428.440,60, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf de dag van de conclusie van eis in reconventie tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander met veroordeling van Fortina in de proceskosten.
3.6.
Fortina voert verweer.
3.7.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie
4.1.
De vorderingen van Fortina zijn gericht op voldoening van achterstallige betalingen door EuroParcs, op vaststelling van de totstandkoming van de VSO (of een romp- of raamovereenkomst) en op de nakoming daarvan. Gelet op deze vorderingen is van belang te beoordelen wat voor rechtsverhouding er precies tussen partijen bestaat en welke rechten en verplichtingen zij op grond daarvan hebben. In dat kader zal de rechtbank eerst beoordelen (1) of de overeenkomst van juni 2018 tussen partijen tot stand is gekomen, (2) of de offerte 2021-2026 heeft geleid tot een overeenkomst tussen partijen en daarna (3) of de VSO tot stand is gekomen. Voor zover geoordeeld wordt dat de VSO niet tot stand is gekomen, zal worden beoordeeld (4) of de onderhandelingen door toedoen van EuroParcs zijn afgebroken en of EuroParcs de als gevolg daarvan door Fortina geleden schade moet vergoeden.
De rechtbank stelt daarbij voorop dat op grond van artikel 150 Rv geldt dat de partij die zich op rechtsgevolgen van door haar gestelde feiten of rechten beroept, in beginsel de bewijslast van die feiten of rechten draagt. Dat betekent dat Fortina, die zich (primair) beroept op contractuele verplichtingen van EuroParcs, moet stellen en – zo nodig – bewijzen dat die contractuele verplichtingen bestaan.
- 1. de overeenkomst van juni 2018
4.2.
Tussen partijen is niet in geschil dat in 2018 een overeenkomst tot stand is gekomen op grond waarvan [naam 1] werkzaamheden op de parken van Droomparken heeft verricht tegen de voorwaarden, zoals omschreven in de als productie 3 door Fortina overgelegde “Offerte Concepten droomparken 2018”. Partijen zijn echter verdeeld over de vraag wie precies partij zijn bij die overeenkomst. Fortina stelt dat zij op 31 maart 2020 enig aandeelhouder is geworden van Life & Foodbalance en dat de overeenkomst en de facturering op dat moment is “verschoven”. [naam 1] , die de werkzaamheden feitelijk verrichtte, is dat vanaf dat moment vanuit Fortina gaan doen, aldus Fortina. EuroParcs betwist dat Fortina partij bij de overeenkomst van juni 2018 is. Zij stelt dat [naam 1] privé heeft gecontracteerd. EuroParcs stelt op grond daarvan dat Fortina niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, althans dat de vorderingen van Fortina moeten worden afgewezen.
4.3.
De rechtbank overweegt dat uit de correspondentie en de stellingen van partijen blijkt dat [naam 1] feitelijk de gesprekspartner was en de werkzaamheden verrichtte. Uit de offerte en de begeleidende e-mail blijkt echter niet duidelijk wie de (rechts)persoon is die de overeenkomst heeft gesloten. De naam Fortina – of één van de handelsnamen van Fortina – komt daarin niet voor. De begeleidende brief heeft [naam 1] als “Creative Director van Life & Foodbalance” geschreven en in de overeenkomst staat de naam Life & Foodbalance op het voorblad en is bepaald dat de te ontwikkelen concepten geestelijk eigendom blijven van Life & Foodbalance. Gelet op deze vermeldingen van de naam Life & Foodbalance gaat de rechtbank ervan uit dat Life & Foodbalance Holding B.V. de contractspartij is bij deze overeenkomst. Niet gebleken is dat Fortina gebruik maakt van de naam Life & Foodbalance. Fortina heeft zich op het standpunt gesteld dat de overeenkomst en de facturering is “verschoven” toen zij op 31 maart 2020 enig aandeelhouder werd van Life & Foodbalance. De rechtbank volgt Fortina niet in dit standpunt. Een aandeelhouder is immers niet te vereenzelvigen met de rechtspersoon waarvan hij de aandelen bezit en overname van de aandelen betekent dan ook niet dat de nieuwe aandeelhouder het contract van de over te nemen rechtspersoon overneemt. Dat Fortina facturen in verband met werkzaamheden stuurde en EuroParcs die heeft betaald (zoals Fortina onderbouwd heeft gesteld), kan evenmin leiden tot het oordeel dat Fortina contractspartij bij de overeenkomst is geworden.
4.4.
Omdat Fortina gelet op het voorgaande geen partij is geweest bij de overeenkomst van juni 2018, heeft Fortina op grond daarvan geen rechten of plichten jegens EuroParcs. Daargelaten nog de vraag of EuroParcs als partij bij de overeenkomst is aan te merken, zijn de vorderingen van Fortina daarom niet toewijsbaar voor zover die zien op nakoming van de overeenkomst van juni 2018.
- 2. de offerte 2021-2026
4.5.
Fortina stelt dat [naam 2] en [naam 3] van Droomparken de inhoud van de offerte 2021-2026 hebben aanvaard, althans dat de offerte stilzwijgend is aanvaard doordat er vanaf 2021 is gehandeld en gefactureerd conform die offerte. Daardoor is er volgens Fortina een nieuwe overeenkomst met EuroParcs tot stand gekomen.
EuroParcs betwist dat een overeenkomst op basis van de offerte 2021-2026 tot stand is gekomen. Het voorstel is nooit geaccepteerd omdat de overeenkomst van 2018 nog doorliep en de offerte 2021-2026 (vooral wat de kosten betreft) onduidelijk was, aldus EuroParcs.
4.6.
De vraag is of sprake is van een overeenkomst tussen partijen op basis van de offerte 2021-2026. Voor de beoordeling van die vraag geldt als uitgangspunt dat een overeenkomst tot stand komt door een aanbod en de aanvaarding daarvan (artikel 6:217 lid 1 BW). De rechtbank overweegt daarover het volgende.
4.7.
Ten eerste is van belang dat uit de overeenkomst van juni 2018 blijkt dat deze in beginsel tot juni 2022 liep. In de geaccepteerde offerte van 2018 staat immers dat een termijn van 48 maanden wordt aangehouden, waarna de samenwerking kan worden verlengd. [naam 1] heeft in zijn e-mailbericht van 30 mei 2022 ook erkend dat de overeenkomst op 17 juni 2022 afloopt. [naam 1] heeft daaraan toegevoegd dat de offerte 2021-2026 “daarnaast loopt”. Ten eerste blijkt nergens uit dat die offerte betrekking heeft op een overeenkomst tussen Fortina en EuroParcs. De naam Fortina komt in de offerte of aanbiedingsbrief niet voor en [naam 1] handelde in die tijd nog steeds als Creative Director van Life & Foodbalance terwijl hij gebruik maakte van een mailadres van “ [naam 5] ”. Bovendien blijkt nergens uit dat EuroParcs de offerte heeft geaccepteerd. Na betwisting daarvan door EuroParcs heeft Fortina dat niet onderbouwd. Uit de overgelegde stukken blijkt wél dat [naam 1] en EuroParcs met elkaar in gesprek zijn gegaan over verdere samenwerking. Zo is in het e-mailbericht van 25 mei 2022 namens EuroParcs meegedeeld dat de overeenkomst van 2018 in juni 2022 eindigt en voorgesteld om de huidige manier van samenwerken en factureren tot 1 september door te zetten, zodat er ruimte is om nieuwe afspraken te maken. Uit de overgelegde stukken (onder meer producties 8 en 9 van Fortina) blijkt dat [naam 1] en [naam 4] (namens EuroParcs) vervolgens in gesprek zijn gebleven om afspraken over de samenwerking te maken, terwijl [naam 1] bleef factureren op basis van oude afspraken. Uit het feit dat partijen kennelijk probeerden om tot nieuwe afspraken over de samenwerking vanaf 2022 te komen leidt de rechtbank af dat er nog geen sprake van een nieuwe geaccepteerde offerte. Omdat niet is gebleken van aanvaarding van het aanbod (de offerte 2021-2026) is op basis daarvan geen overeenkomst tot stand gekomen, en al helemaal geen overeenkomst waarbij Fortina partij was. Vorderingen van Fortina zijn daarom niet toewijsbaar voor zover die daarop gegrond zijn.
- 3. de VSO
4.8.
Fortina stelt primair dat de door haar als productie 16 overgelegde VSO mondeling tussen haar en EuroParcs tot stand is gekomen, althans dat sprake is van een raam- of rompovereenkomst, en dat die moet worden nagekomen. Volgens Fortina is niet gesteld of gebleken dat de inhoud van die (op schrift gestelde) VSO onjuist is en heeft EuroParcs een voorstel tot een aanvulling daarop gedaan die niet was overeengekomen. Daarna heeft EuroParcs gesteld dat de regeling te duur was en zijn de (onverplicht verder gevoerde) onderhandelingen vervolgens op niets uitgelopen, aldus Fortina.
EuroParcs betwist niet dat is onderhandeld over een vaststellingsovereenkomst maar wél dat zij heeft ingestemd met de VSO. Zij wilde uitdrukkelijk dat [naam 1] beschikbaar zou blijven en dat dat opgenomen zou worden. Doordat zij die aanvulling opgenomen wilde hebben, is geen sprake van aanvaarding van het aanbod en daarna heeft [naam 1] de onderhandelingen afgebroken. Er is dus geen VSO tot stand gekomen, en ook geen rompovereenkomst, omdat er geen overeenstemming was over de essentialia, aldus EuroParcs.
4.9.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat [naam 1] vanaf februari 2023 in gesprek is geweest met ( [naam 7] en [naam 2] van) EuroParcs om te komen tot een vaststellingsovereenkomst. Wat precies is besproken is niet duidelijk nu partijen daarover van standpunt verschillen en zij de inhoud van die besprekingen niet hebben onderbouwd. Duidelijk is dat Fortina ( [naam 1] ) op 5 mei 2023 de VSO aan EuroParcs heeft gestuurd om te “checken”. Fortina stelt dat in die VSO één op één staat wat mondeling al was overeengekomen. EuroParcs betwist dat en stelt onder meer dat – anders dan in de VSO staat – steeds is gezegd dat [naam 1] zonder aanvullende betaling beschikbaar moest zijn indien nodig, zoals op 21 juni 2023 ook zo is verwoord aan de advocaat van Fortina (productie 10 van EuroParcs). Uit daaropvolgende correspondentie tussen partijen blijkt ook niet van overeenstemming over de te maken afspraken (productie 11 van EuroParcs) en dat partijen verder onderhandelden (producties 19 en 21 van Fortina). Dat partijen overeenstemming hebben bereikt conform het bepaalde in de VSO, is dan ook niet gebleken. Evenmin is gebleken van een raam- of rompovereenkomst voor zover het de inhoud van de VSO betreft. Uit de hiervoor genoemde correspondentie blijkt juist dat partijen het nog niet eens waren over essentiële onderdelen van de overeenkomst (de inzetbaarheid van [naam 1] en bedragen die EuroParcs aan Fortina verschuldigd zou worden). De primaire vordering van Fortina om voor recht te verklaren dat die overeenstemming er was, is daarom niet toewijsbaar. Dat betekent dat de vorderingen (onder c en d) tot nakoming van de (inhoud van de) VSO evenmin toewijsbaar zijn.
- 4. schadevergoeding op grond van afgebroken onderhandelingen?
4.10.
Omdat de primaire vordering van Fortina niet toewijsbaar is, komt de rechtbank toe aan beoordeling van de subsidiaire vordering van Fortina, inhoudende een verklaring voor recht dat EuroParcs aansprakelijk is voor schade die Fortina heeft geleden als gevolg van de afgebroken onderhandelingen. Fortina stelt dat de onderhandelingen door toedoen van EuroParcs zijn afgebroken, terwijl het haar niet meer vrij stond zich terug te trekken uit de onderhandelingen vanwege het ver gevorderde stadium daarvan. Fortina stelt dat EuroParcs jegens haar aansprakelijk is voor die schade op grond van onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking, althans naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid.
EuroParcs betwist dat zij aansprakelijk is omdat niet zij, maar [naam 1] de onderhandelingen heeft afgebroken.
4.11.
Op grond van jurisprudentie geldt een strenge en tot terughoudendheid nopende maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken onderhandelingen. Dat betekent dat ieder van de onderhandelende partijen vrij is om de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij moet rekening worden gehouden met de mate waarin en de wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan, terwijl, in het geval onderhandelingen ondanks gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet, wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daarover ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen.
4.12.
Gebleken is dat [naam 1] en ( [naam 7] en/of [naam 2] van) EuroParcs vanaf februari 2023 met elkaar hebben gesproken over een te sluiten vaststellingsovereenkomst. Op 10 augustus 2023 (productie 21 van Fortina) heeft de advocaat van Fortina de advocaat van EuroParcs gemaild dat er, ondanks een bespreking op 19 juli 2023 in aanwezigheid van partijen, nog steeds geen resultaat is geboekt en heeft hij EuroParcs gesommeerd om de openstaande facturen (in totaal € 169.760,94) te betalen. Daarbij is meegedeeld dat de onderhandelingen
“voor zover daarvan nog sprake kan zijn ”worden opgeschort, totdat de facturen integraal zijn betaald. Hieruit blijkt dat Fortina / [naam 1] de onderhandelingen heeft opgeschort omdat EuroParcs de facturen niet betaalde. Uit de overgelegde stukken blijkt echter dat het er eind september/ begin oktober 2022 onduidelijkheid bij EuroParcs bestond over de facturen en dat zij [naam 1] op 26 mei 2023 had gemaild (productie 15 van Fortina) dat geen betwiste facturen zouden worden betaald zolang over een vaststellingsovereenkomst wordt onderhandeld. Bij e-mailbericht van 10 augustus 2023 (productie 11 van EuroParcs) is namens EuroParcs bericht dat Fortina / [naam 1] nog geen opheldering heeft gegeven en dat inmiddels uit de stukken is geconcludeerd dat EuroParcs teveel heeft betaald.
4.13.
De rechtbank is van oordeel dat uit bovenstaande correspondentie blijkt dat de onderhandelingen niet door toedoen van EuroParcs zijn afgebroken. Kennelijk bestaat tussen partijen discussie over de gefactureerde bedragen voor werkzaamheden van [naam 1] over de afgelopen jaren. Volgens EuroParcs zijn die facturen niet conform hetgeen is overeengekomen, ervan uitgaande dat er maar één overeenkomst is op grond waarvan de werkzaamheden van [naam 1] gefactureerd kon worden, namelijk de overeenkomst van 2018. Aangezien een belangrijk onderdeel van een te sluiten vaststellingsovereenkomst nu juist een regeling is om te komen tot voldoening van eventuele (achterstallige) vergoedingen voor de werkzaamheden van [naam 1] , is het logisch dat EuroParcs duidelijkheid wilde hebben over die facturen alvorens een vaststellingsovereenkomst te sluiten. Nu partijen nog in onderhandeling waren, is het onbegrijpelijk dat Fortina die onderhandelingen bij e-mailbericht van 10 augustus 2023 heeft opgeschort in afwachting van integrale betaling van de (betwiste) facturen en vervolgens op 20 september 2023 deze procedure aanhangig heeft gemaakt. Naar het oordeel van de rechtbank heeft deze handelwijze van Fortina ertoe geleid dat de onderhandelingen zijn afgebroken en niet meer zijn voortgezet. Fortina wordt daarom niet gevolgd in haar standpunt dat de onderhandelingen door toedoen van EuroParcs zijn afgebroken. Omdat het afbreken van de onderhandelingen EuroParcs niet valt te verwijten, is er geen grond is voor toewijzing van een schadevergoeding op grond van onrechtmatig handelen door EuroParcs of voor het oordeel dat het afbreken van de onderhandelingen door EuroParcs naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.
Het beroep dat Fortina op ongerechtvaardigde verrijking doet, kan evenmin slagen. Na betwisting van de inzet van [naam 1] en de gemaakte kosten door EuroParcs heeft Fortina niet onderbouwd waaruit ongerechtvaardigde verrijking precies bestaat. De subsidiaire vordering van Fortina, tot verklaring voor recht dat EuroParcs aansprakelijk is voor door haar geleden schade ten gevolg van het afbreken van de onderhandelingen, is gelet op het voorgaande evenmin toewijsbaar.
Slotsom
4.14.
Het voorgaande brengt met zich dat de door Fortina gevorderde verklaringen voor recht niet toewijsbaar zijn. Dat zelfde geldt voor de vordering tot betaling van achterstallige facturen, nu er voor de werkzaamheden van [naam 1] maar één overeenkomst is gesloten maar Fortina daarbij geen partij is geweest. Omdat niet is gebleken dat tussen partijen een overeenkomst (een overeenkomst op grond van de offerte 2021-2026, de VSO of een raam/ rompovereenkomst) tot stand is gekomen, is de daarop gebaseerde vordering evenmin toewijsbaar. Dat betekent dat geen van de vorderingen van Fortina toewijsbaar is.
4.15.
Fortina is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van EuroParcs worden begroot op:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
7.004,00
(2,00 punten × € 3.502,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
12.919,00
in voorwaardelijke reconventie
4.16.
EuroParcs heeft haar eis in reconventie voorwaardelijk ingesteld, namelijk alleen voor zover de rechtbank oordeelt dat én Fortina én EuroParcs partij zijn bij de overeenkomst op grond waarvan de werkzaamheden van [naam 1] zijn gefactureerd. Gelet op hetgeen in conventie is overwogen is Fortina niet als partij bij de overeenkomst van juni 2018 aan te merken. Aan de voorwaarde die is verbonden aan de eis in reconventie is daarom niet voldaan. De rechtbank komt daarom niet toe aan de beoordeling in reconventie.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
wijst de vorderingen van Fortina af,
5.2.
veroordeelt Fortina in de proceskosten van € 12.919,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Fortina niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2024.
JO/PB