Uitspraak
1.De procedure
- het tussenvonnis van 20 december 2023, waarin mondelinge behandeling is bepaald;
- het e-mailbericht van 15 april 2024 met productie van De Schutse;
- het e-mailbericht van 25 april 2024 met een (beter leesbare) kopie van productie 2 van [gedaagde] ; en
2.De feiten
[naam 1] ?”
3.Het geschil
4.De beoordeling
na ontvangstvan de aanmaning door [gedaagde] . Dit is wel vereist op grond van artikel 6:96 lid 6 BW (Hoge Raad 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2704). De gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten wordt daarom afgewezen.