Op 6 oktober 2023 heeft [verweerster] [verzoekster] op staande voet ontslagen. Dit is mondeling gebeurd en diezelfde dag schriftelijk bevestigd. In de brief staat, nadat de omstandigheden van de start van de nieuwe collega op 5 juni 2023, het gesprek op 30 juni 2023 en het innemen van de telefoon van de andere intercedent beschreven zijn:
“
(…) Ik heb je kort gezegd tijdens dit gesprek dat jij per 6 oktober 2023 op staande voet bent ontslagen. (…) Je was op het moment dat ik het app verkeer ontdekte niet op kantoor. Je had deze week namelijk vakantie. Wel stond er al een afspraak gepland voor vandaag 6-10-2023. (…) Op het moment dat ik je met de appjes confronteerde en je vertelde dat dit echt onacceptabel was erkende je gedragingen en gaf je aan dat je mijn reactie begreep. Je gaf aan dat je ondanks ons indringende gesprek van 30 juni 2023 weer volledig was teruggevallen in het gedrag waarvoor ik je toen juist had gewaarschuwd.
(…)
Ik heb je gemeld dat alles overziend de situatie voor [verweerster] dermate ernstig is dat ik niet anders kan dan jou op staande voet ontslaan.
Er staat naar mijn mening voldoende vast dat jij je zeer ernstig hebt misdragen t.o.v. je werkgever, je collega’s en klanten. (…)
Door je gedragingen heb je de op jouw rustende verplichtingen die de arbeidsovereenkomst jou oplegt op grovelijke wijze veronachtzaamd. Jouw gedragingen staan ook haaks op de kernwaarden van ons bedrijf en de manier waarop wij binnen de organisatie met elkaar om willen gaan.
Jouw gedrag is dermate ernstig van aard dat van [verweerster] in alle redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst met jou nog langer te laten voorduren. (…)
Met betrekking tot de eerdere gedragingen doel ik uiteraard o.a. op de mondelinge waarschuwing d.d. 30 juni 2023. Je was helaas geen werknemer van onbesproken gedrag en het feit dat je mijn indringende waarschuwing in de wind hebt geslagen heeft meegewogen.
Alles overwegend is [verweerster] tot het oordeel gekomen dat jouw gedrag zo grensoverschrijdend is dat er per direct (op 6 oktober 2023) een einde aan de arbeidsovereenkomst dient te komen.
Door dit ontslag ben je overigens schadeplichtig in de zin van art. 7:677 lid 3 BW. (…)
Er zal een eindafrekening worden opgemaakt waarin o.a. de genoemde schadeloosstelling, het eventueel aan jou nog toekomende salaris, eventuele vergoedingen wegens niet-genoten vakantiedagen, eventueel nog verschuldigd vakantiegeld zullen worden betrokken. (…)”