ECLI:NL:RBGEL:2024:3114

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 maart 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
10552778
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot uitkering van prijs door bedrijf aan universiteit na deelname aan ondernemersprijs

In deze zaak vordert Pyropower Europe B.V. (hierna: Pyropower) betaling van een prijs van € 15.000,00 van Stichting Universiteitsfonds Wageningen (hierna: UFW) na deelname aan de AtlasInvest Entrepreneurship Grant (AIEG). Pyropower stelt dat zij de Impact Award heeft gewonnen, maar UFW betwist dit en stelt dat er geen (oud) studenten van Wageningen Universiteit meer betrokken waren bij Pyropower op het moment van toekenning. De procedure begon met een tussenvonnis op 12 juli 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 27 november 2023. UFW heeft in haar verweer aangevoerd dat de prijs alleen aan (oud) studenten kan worden toegekend en dat Pyropower niet voldeed aan de criteria van de AIEG. De kantonrechter oordeelt dat UFW voldoende duidelijk heeft gecommuniceerd dat enkel (oud) studenten in aanmerking komen voor de prijs. De kantonrechter concludeert dat de brief van 22 juni 2021, waarin de prijs werd aangekondigd, niet als een definitieve toekenning kan worden beschouwd, omdat de overeenkomst pas tot stand komt na aanvaarding door een (oud) student. Aangezien er geen studenten meer betrokken waren bij Pyropower, is de vordering van Pyropower afgewezen. Pyropower wordt veroordeeld in de proceskosten van UFW, begroot op € 1.015,00.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 10552778 \ CV EXPL 23-4002
Vonnis van 13 maart 2024
in de zaak van
PYROPOWER EUROPE B.V.,
te Ede,
eisende partij,
hierna te noemen: Pyropower,
gemachtigde: mr. M. Kalkwiek,
tegen
STICHTING UNIVERSITEITSFONDS WAGENINGEN,
te Wageningen,
gedaagde partij,
hierna te noemen: UFW,
vertegenwoordigd door mr. B.P.R. Milar

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 12 juli 2023
- de akte overlegging productie van UFW van 9 november 2023
- de akte overlegging productie van Pyropower van 9 november 2023
- de aanvullende productie van UFW van 14 november 2023.
1.2.
Op 27 november 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt. Tijdens de zitting hebben de gemachtigde van Pyropower en de gemachtigde van UFW het woord gevoerd aan de hand van spreekaantekeningen.
1.3.
Naar aanleiding van de mondelinge behandeling heeft UFW op 6 december 2023 een akte overlegging productie genomen. Daarop heeft Pyropower bij antwoordakte gereageerd. Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Begin 2021 heeft [naam 1] (hierna: [naam 1] ), een oud student van Wageningen Universiteit, een aanmelding gedaan voor de zogeheten AtlasInvest Entrepreneurschip Grant (hierna: AIEG).
De website van de WUR (Wageningen University & Research) vermeldt daarover onder meer:
“De AtlasInvest Entrepreneurship Grant (AIEG) ondersteunt student-ondernemers met impactvolle ideeën. Jaarlijks vallen er twee prijzen te verdienen onder de grant: de Impact Award voor ideeën met een maximale duurzame impact, en de Start-Up Award, voor commercieel veelbelovende ideeën.”
2.2.
Op de website stond in 2021 onder de tap ‘over de grant’ verder het volgende:

(…) Ben jij een student-ondernemer, studerend of net afgestudeerd aan WUR, en wil jij jouw duurzame onderneming naar het volgende niveau brengen? Kijk dan snel naar de richtlijnen en criteria voor de AtlasInvest Entrepreneurschip Grant! (…)
2.3.
De selectiecriteria voor de AIEG waren als volgt:

The AtlasInvest Entrepreneurship Grant has been established with the aim to stimulate students, recent alumni and PhD’s at WUR in developing their entrepreneurial skills while setting up their business.
Target groups are: BSc & MSc students, alumni (within 5 years of graduation) and PhD’s (Postdoc) of WUR.
Before, during and after awarding the grant, the team should at least have one member who matches one of the above mentioned target groups having a long term commitment and a substantive involvement in the development of the business. Not complying may lead to withdrawal of the appointed award.
(…)
2.4.
[naam 1] vermeldde bij de aanmelding Pyropower als het bedrijf waar hij deel van uitmaakte. Pyropower was destijds een vof, maar is op 23 september 2021 een B.V. geworden.
2.5.
Na de aanmelding zijn kandidaten geselecteerd voor onder andere de Impact Award aan de hand van de selectiecriteria. Onder meer UFW selecteerde de kandidaten.
2.6.
Na deze selectie heeft [naam 1] met een pitch deelgenomen aan de halve finale van AIEG (Impact Award). Vanaf februari 2021 is [naam 1] opgevolgd door [naam 2] (hierna: [naam 2] ), die de finalepitch heeft verzorgd. Zij was vanaf juni 2020 Chief Operational Officer bij Pyropower en ook student van Wageningen Universiteit.
2.7.
Op 7 juli 2021 ontving Pyropower het volgende bericht van UFW:

Pyropower
to: [naam 2]
(…) I would like to congratulate you with the Impact Award from the AtlasInvest Entrepreneurship Grant!
The aim of the AtlasInvest Student Entrepreneurship Fund is to stimulate student entrepreneurs with their next step in setting up a promising business in the domain of WUR. The Impact Award consists of a cash prize of € 15,000 that can be used for the further development of the winning business plan.
The following conditions apply:

The first installment involves € 12.500 and will be paid following the receipt of a signed scan of this letter, a budget and a brief description that shows what the Grant will be used for.

You will have the opportunity to meet the initiator of the Grant (…)

Before 1 July 2022 UFW will receive a narrative and financial report.
(…)
Het document was gedateerd op 22 juni 2021.
2.8.
Op 22 juli 2021 heeft [naam 3] (hierna: [naam 3] ) het document van 22 juni 2021 ondertekend teruggestuurd en een begrotingsoverzicht verstrekt. Dit waren twee van de voorwaarden die in de brief van 22 juni 2021 werden genoemd. [naam 2] was in elk geval op 22 juli 2022 niet meer werkzaam bij Pyropower.
2.9.
Op 23 juli 2021 heeft UFW aan [naam 3] bericht dat er, met het vertrek van [naam 2] en het al eerdere vertrek van [naam 1] , geen (oud) studenten van Wageningen Universiteit meer betrokken zijn bij het initiatief Pyropower, dat dus niet meer aan de criteria van AIEG wordt voldaan en dat de prijs daarom niet langer aan Pyropower kon worden toegekend.
2.10.
Omdat Pyropower het niet eens was met het standpunt van UFW en de prijs alsnog wilde krijgen, is er over en weer gecorrespondeerd. UFW heeft de prijs op enig moment toegekend en uitgekeerd aan degene die als tweede geëindigd was in de wedstrijd dat jaar.

3.Het geschil

3.1.
Pyropower vordert bij vonnis, zoveel als rechtens mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, UFW te veroordelen tot betaling aan Pyropower:
I. van € 15.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid;
II. tegen behoorlijk bewijs van kwijting van € 925,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
met veroordeling van Pyropower in de proceskosten en de nakosten.
3.2.
Aan haar vordering legt Pyropower ten grondslag dat UFW haar betalingsverplichting moet nakomen. Bij brief van 22 juni 2021 heeft UFW aan Pyropower bericht dat Pyropower, dat als bedrijf aan de wedstrijd had meegedaan, de Impact Award (hierna: de prijs) gewonnen had. Dat betekent dat de prijs ook aan haar moet worden uitgekeerd. De brief betreft een toekenning van subsidie (een eenzijdige rechtshandeling). Pyropower mocht ook vertrouwen op toekenning van de subsidie. De subsidie bedraagt € 15.000,00. De wettelijke rente is verschuldigd omdat UFW te laat betaalt en UFW moet de buitengerechtelijke incassokosten betalen omdat Pyropower haar heeft moeten aanmanen, aldus Pyropower.
3.3.
UFW voert verweer. UFW concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Pyropower, dan wel tot afwijzing van de vorderingen van Pyropower, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van Pyropower in de kosten van deze procedure.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Niet in geschil is dat, ten tijde van ondertekening van de brief van 22 juni 2021 op 22 juli 2021, geen student van Wageningen Universiteit betrokken was bij (het initiatief) Pyropower. De vraag die dus van belang is, is of als voorwaarde voor (deelname aan de wedstrijd en uiteindelijk ook) toekenning van de prijs gold en door UFW is gecommuniceerd dat enkel een (oud) student-ondernemer (en niet een onderneming-rechtspersoon) de prijs kon ontvangen en dat dit criterium de hele periode (van inschrijving tot uitkering van het geldbedrag) gold. Dat is namelijk de stelling van UFW. Volgens haar kon enkel een (oud) student zich inschrijven voor AIEG en werd dit (ook als de persoon die betrokken is bij de wedstrijd wisselt) steeds getoetst. De (oud) student moest een relevant ondernemingsinitiatief hebben. Daarvoor is de prijs bedoeld, aldus UFW.
4.2.
De kantonrechter is van oordeel dat UFW voldoende duidelijk, onder meer op de website, heeft gecommuniceerd dat enkel (oud) studenten mee kunnen doen aan de AIEG. Op de website worden student-ondernemers, studerenden of net afgestudeerden aangesproken. De selectiecriteria zoals die zijn gepubliceerd geven daarbij duidelijk aan dat enkel studenten, alumni en promovendi in aanmerking komen voor de prijs. Tevens volgt uit die criteria dat de betrokkenheid van - kort gezegd - (oud) studenten op diverse momenten wordt getoetst en wordt expliciet vermeld dat het niet voldoen aan dit criterium kan leiden tot het (alsnog) niet toekennen van de prijs.
De stelling van Pyropower dat (ook) ondernemingen deel kunnen nemen aan AIEG gaat dus niet op. Ze heeft deze stelling ook onvoldoende onderbouwd, gezien de gemotiveerde betwisting van UFW hiervan. Volgens Pyropower hebben eerder ondernemingen de prijs gewonnen. UFW heeft gelet op hetgeen hiervoor is overwogen echter voldoende gemotiveerd gesteld dat enkel een student-ondernemer de prijs kan ontvangen. UFW heeft daarbij genoegzaam toegelicht dat het gaat om de combinatie van een (oud) student en een ondernemingsinitiatief en dat het noemen van de naam van een onderneming, zoals in het geval van [naam 2] de naam van Pyropower, verband houdt met publicitaire doelstellingen en niet betekent dat een onderneming/rechtspersoon (niet natuurlijke persoon) de prijs wint. Overigens geldt, zo begrijpt de kantonrechter, dat ook een andere (oud) student van Wageningen Universiteit de prijs had kunnen winnen na het vertrek van [naam 2] , zolang die (oud) student maar beslissende betrokkenheid bij Pyropower had. Zo’n (oud) student was echter niet meer werkzaam bij Pyropower.
4.3.
Dan resteert de vraag wat de status van de brief van 22 juni 2021 was. Betekende die brief dat de prijs definitief aan [naam 2] , werkzaam voor Pyropower, was toegekend of waren daar nog verdere acties voor nodig? De kantonrechter is van oordeel dat dat laatste het geval was. Door UFW is onbetwist gesteld dat zij geen bestuursorgaan is en (dus) geen subsidies verstrekt. Er is dus geen sprake van een eenzijdige rechtshandeling, maar van een meerzijdige rechtshandeling (een overeenkomst). Die overeenkomst komt pas tot stand wanneer het aanbod van UFW (verwoord in de brief) door [naam 2] of een andere (oud) student was aanvaard. Omdat [naam 2] de brief nooit ondertekend heeft, is de overeenkomst niet tot stand gekomen. Daarom is er geen sprake van dat UFW haar verbintenis tot betaling niet nakomt. Die was er (nog) niet. Ten overvloede merkt de kantonrechter nog op dat als die verbintenis er toch zou zijn geweest, dat een voorwaardelijke verbintenis was. De brief vermeldt duidelijk dat het geldbedrag (pas) wordt overgemaakt als aan vervolgvoorwaarden wordt voldaan. Het inzetten van die vervolgacties heeft nooit plaatsgevonden (met uitzondering van het toesturen van het begrotingsoverzicht), omdat UFW erachter kwam dat er geen studenten meer betrokken waren bij Pyropower.
4.4.
De vorderingen van Pyropower worden afgewezen. Omdat Pyropower in het ongelijk wordt gesteld, moet zij de proceskosten betalen. De proceskosten van UFW worden begroot op € 1.015,00 (2,50 punten x € 406,00) aan salaris gemachtigde.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Pyropower af,
5.2.
veroordeelt Pyropower in de proceskosten van € 1.015,00,
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.J.P. Lambooij en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2024.
53331 \ 40141