6.3.De rechtbank is verder van oordeel dat de snuffelcontroles onvoldoende representatief zijn geweest zodat deze evenmin de onderbouwing kunnen vormen voor de conclusie dat sprake is van een aanvaardbaar hinderniveau. In dat kader moet in eerste instantie worden onderzocht of ter plaatse van de woning van eisers sprake is van een onaanvaardbare geurhinder op het moment dat de houtkachels van de Bed&Breakfast worden gebruikt en sprake is van oostenwind. Als in die situatie sprake is van onaanvaardbare hinder, kan vervolgens worden onderzocht of dat ook bij andere windrichtingen het geval is en hoe vaak per jaar die hinder dan zal optreden. Op basis daarvan kan dan geconcludeerd worden of de geurhinder aanvaardbaar is en of, wanneer en in welke mate, maatregelen wenselijk zijn. De rechtbank kan zich dan ook vinden in de aanbeveling in het rapport van de Omgevingsdienst Regio Arnhem van 4 oktober 2023 om een snuffelcontrole uit te voeren benedenwinds, bij voorkeur bij oostenwind, van de Bed&Breakfast op het moment dat er hout wordt gestookt, zodat extra informatie wordt verkregen over de mate van hinder die kan optreden. De tot dusver verrichte controles bieden in dat kader in ieder geval onvoldoende duidelijkheid. Het gaat om controles van 25 november 2019 (15.00 uur), 26 november 2019 (8.30 uur), 27 november 2019 (11.10 uur), 28 november 2019 (13.30 uur), 28 november 2019 (15.00 uur), 29 november 2019 (9.15 uur), 2 december 2019 (9.30 uur), 2 december 2019 (18.00 uur), 4 december 2019 (11.00 uur), 5 december 2019 (10.00 uur), 5 december 2019 (16.00 uur) en 6 december 2019 (11.40 uur). Dat betekent dat er geen controle heeft plaatsgevonden in de avond (met uitzondering van één controle om 18.00 uur) of in een weekend, terwijl het aannemelijk is dat juist op die momenten de houtkachels van een Bed&Breakfast worden gebruikt. Deze controles zeggen dus niet veel over de vraag welke overlast optreedt als de kachels worden gebruikt. Ook hebben de meeste controles niet plaatsgevonden bij oostenwind, terwijl vast staat dat eisers dan de meeste overlast ervaren en ook is gebleken dat een houtgeur is geroken op het moment dat bij zuidoostenwind werd gecontroleerd. Verder blijkt uit in ieder geval een van de controles dat wel duidelijke houtrookhinder is waargenomen, maar deze hinder niet is meegenomen omdat de wind op dat moment anders stond en de overlast dus niet ter plaatse van de woning van eisers plaatsvond. Dit vormt echter wel een aanwijzing dat de houtstook tot overlast kán leiden en dus bij oostenwind tot overlast bij de woning van eisers.
Fijnstof en alternatieven
7. Nu de rechtbank heeft geoordeeld dat onvoldoende is onderzocht en onderbouwd dat geurhinder c.q. milieugevolgen konden worden voorkomen dan wel tot een aanvaardbaar niveau konden worden beperkt en de uitkomsten van een nieuw onderzoek nog niet bekend zijn, komt de rechtbank niet toe aan de andere beroepsgronden van eisers.
De beoordeling van de gronden over fijnstof en de alternatieve mogelijkheden die het college had (zoals het voorschrijven van een geuronderzoek of maatwerkvoorschriften), hangt namelijk af van de uitkomsten van het nieuwe onderzoek.
8. De stelling van eisers dat het onderzoek zich ten onrechte heeft beperkt tot geur en fijnstof, maar dat houtrook veel meer schadelijke stoffen bevat, volgt de rechtbank niet. Het college heeft in het bestreden besluit namelijk aangesloten bij het STAB-document en daaruit volgt dat geur een bruikbare indicator is voor blootstelling aan schadelijke stoffen. Dit neemt niet weg dat het aspect geur hier nog niet voldoende is onderzocht en onderbouwd, op basis waarvan het college een nieuw besluit zal moeten nemen.
9. Gelet op de uitkomst van deze procedure en de aard van de gebreken, gaat de rechtbank voorbij aan het verzoek van het college om de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening (STAB) in te schakelen. Verder gaat de rechtbank ook voorbij aan het verzoek van eiser om een dwangsom te verbinden aan het niet (tijdig) nakomen. Het college heeft nu een nieuwe termijn voor een besluit en als die termijn niet wordt gehaald, dan staat tegen het niet-tijdig beslissen beroep open.