Uitspraak
[eiser]’,
Stip-Connected’,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 31 januari 2024;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de akte van [eiser] met producties 10 en 11;
- de akte van Stip-Connected met producties 16 en 17;
- de mondelinge behandeling van 22 april 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De geschillen tussen partijen
- € 2.280,43 (loon)
- € 1.705,60 (vakantiebijslag)
- € 1.675,79 (verlofsaldo)
- € 1.140,22 (wettelijke verhoging)+
- € 272,25 (cursus)
- € 3.600,00 (misgelopen inkomsten detachering)
- € 3.689,59 (inhuur derde)+
€ 7.561,84 (totaal)
3.De beoordeling
“Daar komen dan je extra gewerkte uren bij. Die staan in je vakantieoverzicht als een minnetje op de vrijdagen erin gezet.”. Verder blijkt uit het door Stip-Connected zelf overgelegde verlofoverzicht van 2021 dat vijf verlofsoorten worden geregistreerd, waaronder
“extra werk”.
- € 272,25 (cursus);
- € 3.600,00 (misgelopen inkomsten detachering);
- € 3.689,59 (inhuur derde).
Besluit’). De vordering van € 715,10 als vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief van € 577,20 bij € 4.521,98 in hoofdsom. De kantonrechter wijst daarom € 577,20 toe.
gelet op de functie van[eiser] noodzakelijk maken dat een concurrentiebeding wordt overeengekomen. Ter zitting is door Stip-Connected aangegeven dat de functie van Servicemedewerker speciaal is gecreëerd voor [eiser] , terwijl tegelijkertijd door Stip-Connected is bevestigd dat de arbeidsovereenkomst die is gesloten een model was dat niet is aangepast voor de functie van [eiser] . Zoals in het voorgaande randnummer is overwogen, had de motivering van het concurrentiebeding – gelet op het tijdelijke karakter van de arbeidsovereenkomst – moeten worden toegesneden op de specifieke functie en/of werkzaamheden van [eiser] . Naar het oordeel van de kantonrechter is dat niet het geval. Gelet daarop is sprake van een nietig concurrentiebeding en kan de vordering van Stip-Connected niet worden toegewezen.