ECLI:NL:RBGEL:2024:2983
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een veldschuur en de beoordeling van het vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Gelderland het beroep van eisers tegen het besluit van 7 juli 2022 tot intrekking van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een veldschuur. De rechtbank stelt vast dat het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harderwijk de vergunning heeft ingetrokken omdat eisers niet binnen de gestelde termijn van twee jaar met de bouwactiviteiten zijn begonnen. Eisers hebben op 4 januari 2023 beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar, maar de rechtbank oordeelt dat het college in redelijkheid tot intrekking van de vergunning heeft kunnen besluiten. De rechtbank wijst erop dat de bouwvergunning, die in 2001 was verleend, gelijkgesteld moet worden met een omgevingsvergunning onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De rechtbank concludeert dat er geen gebruik is gemaakt van de vergunning, omdat de bouwactiviteiten pas eind 2021 zijn gestart en bovendien op een andere locatie zijn uitgevoerd dan oorspronkelijk was goedgekeurd. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de vergunning niet onevenredig is en dat de belangen van de vergunninghouder niet zwaarder wegen dan het algemeen belang. De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond, waardoor de intrekking van de omgevingsvergunning in stand blijft.