ECLI:NL:RBGEL:2024:2981
Rechtbank Gelderland
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoeker wegens niet-tijdige voldoening griffierecht in een verzoekschriftprocedure
Op 17 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.J. Snellenburg, een verzoek had ingediend op grond van artikel 843a Rv. Dit verzoekschrift was gedateerd op 12 maart 2024. De rechtbank heeft op 4 april 2024 bevestigd dat het verzoekschrift was ingeschreven. Echter, op 7 mei 2024 werd verzoeker geïnformeerd dat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was ontvangen, wat zou leiden tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek. Verzoeker heeft op 13 mei 2024 aangegeven dat er verwarring was over de betaling van het griffierecht en heeft dit alsnog voldaan, maar de rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De rechtbank benadrukte dat een advocaat op de hoogte moet zijn van de wettelijke termijnen en de gevolgen van overschrijding daarvan. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn verzoek, omdat het griffierecht niet binnen de voorgeschreven termijn was betaald. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 17 mei 2024.