ECLI:NL:RBGEL:2024:2977

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
05.304595.20
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling tot gevangenisstraf van 45 maanden voor medeplegen mensenhandel en (deels) toewijzen vordering benadeelde partij

Op 13 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland in Arnhem uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met twee medeverdachten, een jonge vrouw heeft geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting. De feiten vonden plaats tussen 25 april 2015 en 28 juni 2017 in verschillende plaatsen in Nederland, waaronder Ede, Almelo en Heerlen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de vrouw onder druk heeft gezet om in de prostitutie te werken, waarbij hij haar instructies gaf en het verdiende geld van haar afnam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van de kwetsbare positie van het slachtoffer, die onder andere door geweld en bedreigingen gedwongen werd om te werken. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 45 maanden en heeft een gedragsbeïnvloedende maatregel opgelegd. Daarnaast is de vordering van de benadeelde partij toegewezen, waarbij de verdachte verplicht is om een schadevergoeding van € 327.065,19 aan materiële schade en € 30.000,00 aan smartengeld te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-304595-20
Datum uitspraak : 13 mei 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan het [adres 1] , [postcode 1] in [woonplaats 1] ,
raadsmannen: mr. J.W. D . Roozemond, advocaat in Utrecht en mr. J.J.J. Zwaan, advocaat in Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij in of omstreeks de periode van 25 april 2015 tot en met 28 juni 2017 te Ede, Almelo, Heerlen
en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer] ,
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht
genoemde dwangmiddelen, te weten door dwang en/of geweld en/of een andere feitelijkheid
en/of dreiging met geweld of een andere feitelijkheid en/of door afpersing en/of door misleiding,
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en/of door misbruik
van een kwetsbare positie,
heeft geworven, vervoerd, overgebracht en/of gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1), en/of
heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273f lid 1sub 4), en/of
heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die [slachtoffer] met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en/of (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die [slachtoffer] (artikel
273f lid 1 sub 6),
waarbij voornoemde dwangmiddelen bestaan uit:
  • het aangaan van een liefdesrelatie met die [slachtoffer] en/of haar (al dan niet daardoor) in een positie van emotionele afhankelijkheid heeft gebracht en/of
  • het (meermalen) mishandelen van die [slachtoffer] door haar te slaan en/of te stompen en/of
  • het bedreigen van die [slachtoffer] en/of haar kinderen en/of
  • het (verbaal en/of door hun continue aanwezigheid) creëren van en van een aanhoudende sfeer van dreiging en/of intimidatie en/of controle,
en/of handelingen hebben verricht die bestaan of mede bestaan uit:
  • het aanmaken en/of onderhouden van seksadvertentie(s) van die [slachtoffer] en/of
  • het maken van afspraken met (prostitutie)klant(en) voor die [slachtoffer] en/of
  • het laten verblijven van die [slachtoffer] in zijn, verdachtes woning en/of de woning van zijn mededader(s) en/of het ter beschikking stellen van die woning(en) als werkplek voor prostitutiewerkzaamheden van die [slachtoffer] en/of
  • het geven van instructies aan die [slachtoffer] met betrekking tot de door die [slachtoffer] te verrichten prostitutiewerkzaamheden en/of
  • het boeken van hotelkamer(s) voor die [slachtoffer] en/of
  • het brengen en/of begeleiden van die [slachtoffer] bij/naar haar seksafspraken.
2 Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het feit heeft gepleegd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, omdat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte aangeefster heeft uitgebuit, dat verdachte dwangmiddelen heeft gebruikt en dat hij is bevoordeeld uit de opbrengsten van de prostitutiewerkzaamheden van aangeefster. Voorts heeft de verdediging aangevoerd dat geen sprake is geweest van nauwe en bewuste samenwerking.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van de bewijsverweren
Niet geregistreerde verhoren
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het in strijd met de richtlijnen niet auditief registreren van verhoren van getuigen een onherstelbaar vormverzuim oplevert in de zin van artikel 359a Sv en dat aan dit vormverzuim een rechtsgevolg, te weten bewijsuitsluiting, moet worden verbonden.
De rechtbank is met de verdediging, op grond van het bepaalde in de Aanwijzing auditief en audiovisueel registreren van verhoren van aangevers, getuigen en verdachten van het openbaar ministerie, van oordeel dat het ontbreken van een auditieve registratie van een aantal verhoren in dit geval een onherstelbaar vormverzuim oplevert in de zin van artikel 359a Sv. De vraag is of, en zo ja welk, rechtsgevolg aan dit verzuim moet worden verbonden, nu dit niet uit de wet volgt. Bij de beoordeling hiervan houdt de rechtbank rekening met het belang van het geschonden voorschrift, de ernst van het verzuim en het nadeel dat daardoor werd veroorzaakt.
De rechtbank stelt vast dat niet is gebleken dat door het vormverzuim een inbreuk is gemaakt op verdachtes recht op een eerlijk proces in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), noch is gebleken van enig ander rechtens relevant nadeel dat de verdachte hierdoor heeft ondervonden. Naar het oordeel van de rechtbank is de verdachte door het ontbreken van de audio-opname van genoemde verhoren niet in zijn verdediging geschaad, nu de verdediging nadien aangeefster en haar moeder bij de rechter-commissaris heeft kunnen bevragen én bovendien in de gelegenheid is gesteld om aangeefster ter terechtzitting te bevragen. Hiermee is het eventuele nadeel voldoende gecompenseerd. De rechtbank zal daarom volstaan met de enkele constatering dat sprake is van een onherstelbaar vormverzuim in het voorbereidend onderzoek. De bepleite bewijsuitsluiting is naar het oordeel van de rechtbank mede gelet op de aard en de relatief geringe ernst van het geconstateerde verzuim, en het ontbreken van enig gebleken nadeel in de zin van artikel 6 van het EVRM niet aan de orde.
Het verweer van de verdediging wordt daarom verworpen.
Sturende vragen politie
De verdediging heeft eveneens aangevoerd dat tijdens de verhoren door de verbalisanten steeds suggestieve vragen zijn gesteld, er is gestuurd op antwoorden van aangeefster en er door de verbalisanten vooroordelen in de vraagstellingen zijn gelegd die de antwoorden van aangeefster hebben beïnvloed. Dit raakt de betrouwbaarheid van de verklaringen, aldus de verdediging.
De rechtbank is van oordeel dat niet is gebleken dat op wezenlijke onderdelen sturende vragen zijn gesteld door de verbalisanten dan wel dat sprake is van denaturatie. De betreffende verbalisanten zijn werkzaam in het Team Mensenhandel. Het enkele feit dat vragen worden ingeleid of dat er uitleg is gegeven bij bepaalde vragen, hetgeen op zichzelf geen bevreemding wekt bij dergelijke verhoren, wil naar het oordeel van de rechtbank niet zeggen dat hiermee sprake is van sturing waardoor aangeefster in feite niet vrijelijk heeft kunnen verklaren.
Het verweer van de verdediging wordt daarom verworpen.
Betrouwbaarheid verklaringen [slachtoffer]
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de verklaringen van aangeefster [slachtoffer] betrouwbaar. Aangeefster heeft naar het oordeel van de rechtbank op verschillende momenten bij de politie authentieke en gedetailleerde verklaringen afgelegd over wat er in de periode van 25 april 2015 tot en met 28 juni 2017 heeft plaatsgevonden. Deze verklaringen zijn naar het oordeel van de rechtbank bovendien consistent op de wezenlijke onderdelen. Er is gedurende een lange periode veel gebeurd en aangeefster kan in detail vertellen hoe deze periode is verlopen en waar en met wie zij is geweest. Daarnaast worden de verklaringen van aangeefster op meerdere punten ondersteund door objectief verifieerbare gegevens en vinden deze steun in andere bewijsmiddelen, waaronder mede de inhoud van de in beslaggenomen en uitgelezen telefoons en uitgeluisterde tapgesprekken. De rechtbank zal de verklaringen van aangeefster dan ook voor het bewijs gebruiken.
Ten aanzien van het bewijs
Gedurende het onderzoek zijn de telefoons van [medeverdachte 1] (
hierna: [medeverdachte 1]) en [verdachte] (
hierna: [verdachte]) inbeslaggenomen en onderzocht. Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de verschillende telefoonnummers die bij [slachtoffer] in gebruik waren en zijn telefoongesprekken tussen verdachten onderling, aangeefster en de moeder van aangeefster getapt [2] .
Uit onderzoek is vastgesteld dat [slachtoffer] in de periode juni 2015 tot en met februari 2016 vermoedelijk de volgende telefoonnummers gebruikte:
- [telefoonnummer 1]
- [telefoonnummer 2]
- [telefoonnummer 3]
- [telefoonnummer 4]
- [telefoonnummer 5]
- [telefoonnummer 6]
- [telefoonnummer 7]
- [telefoonnummer 8] [3]
[slachtoffer] heeft contact gehad met haar moeder met telefoonnummer [telefoonnummer 9] . Dit telefoonnummer is in de telefoon van [slachtoffer] weggeschreven onder de naam ‘ [naam 1] ’ en in SMS berichten wordt de gebruiker van het telefoonnummer door haar [medeverdachte 1] genoemd. [4]
Het telefoonnummer [telefoonnummer 10] is vermeld bij de advertentie van [naam 3] op Kinky.nl en in SMS berichten wordt de gebruiker van het telefoonnummer door [slachtoffer] [medeverdachte 1] genoemd. [5]
Daarnaast volgt uit de overwegingen hierna dat de telefoonnummers [telefoonnummer 11] en [telefoonnummer 12] zijn te identificeren als werktelefoon van / voor [slachtoffer] , aangezien die te koppelen zijn aan advertenties op seks-sites die aan [slachtoffer] worden toegeschreven of op welke nummers zij bereikt wordt of die zij gebruikt bij het reserveren van hotelkamers.
Uit onderzoek is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer 13] is gekoppeld aan het [bedrijf 1] en dat [medeverdachte 1] eigenaar is van dit bedrijf. [6]
Voorts is van belang dat ter zake van aangeefster en de verdachten in verschillende periodes een aantal telefoons is uitgeluisterd. De diverse taplijnen zijn gecodeerd als TS001 t/m TS015 en TS017 t/m TS020. In deze periode werden meerdere gesprekken beluisterd waarin gesproken werd over prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] . Voor de herkenning van de stemmen zijn gesprekken geselecteerd die een duidelijke aanwijzing vormden voor de identiteit van de stem van de sprekende persoon [7] .
Sub 1
De rechtbank is van oordeel dat sprake is van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht door misbruik te maken van de kwetsbare positie van aangeefster. Deze kwetsbare positie vloeit voort uit de persoonlijke omstandigheden van aangeefster. Zij heeft een turbulente jeugd gehad, is beïnvloedbaar en lijkt al vanaf jonge leeftijd moeite te hebben met het aangaan en onderhouden van sociale contacten. [8]
Werven
Aangeefster heeft verklaard dat zij [medeverdachte 1] in maart 2015 heeft leren kennen via Badoo en dat hij een paar dagen na hun eerste ontmoeting naar haar identiteitskaart vroeg om te kijken hoe oud zij was. Hij heeft toen een foto van haar identiteitskaart gemaakt. [medeverdachte 1] kwam aangeefster telkens ophalen en haalde eten voor haar. Aangeefster heeft verklaard dat hij wist dat zij geen huis had, haar kinderen niet meer bij haar woonden en dat zij geen geld had. [medeverdachte 1] zei dat hij wel een manier wist om geld te verdienen. Hij nam aangeefster mee naar de [adres 4] in Ede waar hij foto’s van haar heeft gemaakt in lingerie. Hij zei dat het voor een site was. Aangeefster wilde dit niet, maar ging er uiteindelijk mee akkoord om dat voor [medeverdachte 1] te doen. De foto’s zijn enkele dagen [slachtoffer] door hem op Kinky.nl gezet bij een seksadvertentie. [verdachte] en [medeverdachte 2]
(hierna: [medeverdachte 2]) waren hiervan op de hoogte. Aangeefster heeft verklaard dat zij in de prostitutie is beland op het moment dat zij [medeverdachte 1] leerde kennen. Aangeefster heeft verklaard dat zij met [verdachte] en [medeverdachte 2] naar bed moest om te zien of zij goed genoeg was. In het eerste jaar moest zij wel vaker seks hebben met [verdachte] . Zij wilde dit eigenlijk niet, maar ze was verliefd op [medeverdachte 1] en kon moeilijk nee zeggen. En als zij nee zei dan gebeurde het toch. Zij wilde geen ruzie en problemen, dus liet zij het maar gebeuren. Zij was bang om te horen dat zij niks was en mislukt was. In eerste instantie was aangeefster samen met [verdachte] en [medeverdachte 1] en drie maanden nadat zij waren begonnen met de prostitutiewerkzaamheden kwam [medeverdachte 2] in beeld. [9]
Vervoeren/overbrengen
Aangeefster heeft verklaard dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] en [medeverdachte 2] haar naar klanten brachten. [10]
In de nacht van 25 op 26 april 2015 zijn [naam 4] en [verdachte] gecontroleerd op de [adres 2] te Ede. Beiden zijn aangehouden. In het voertuig is een leeg koffertje van een alarmpistool aangetroffen en tevens is er een portemonnee van [slachtoffer] aangetroffen. [11]
Op 17 juli 2015 is een Mercedes met [kenteken 1] waarin [medeverdachte 1] , [verdachte] en [slachtoffer] zijn aangetroffen staande gehouden naar aanleiding van een melding na een bezoek aan het Theaterhotel in Almelo. Tijdens het gesprek dat plaatsvond tussen de verbalisant en [slachtoffer] zei [verdachte] een aantal keren tegen [slachtoffer] dat zij niet met de verbalisant mocht praten. [12]
Op 13 augustus 2015 is in Heerlen een Audi A3 met [kenteken 2] gecontroleerd vanwege een vlotte rijstijl. De bestuurder bleek [medeverdachte 1] en de inzittenden [verdachte] , [medeverdachte 2] en [slachtoffer] . De inzittenden gaven een wazige reden op van hun bezoek in Heerlen. In de auto werd een sterke henneplucht geroken en daarnaast werd er hennep en 50 condooms aangetroffen. [13]
Op 27 oktober 2015, omstreeks 00.05 uur, controleerde de politie in Gouda de inzittenden van een grijze BMW personenauto. In het voertuig zaten vier personen, drie mannen en een meisje. Het betrof [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . De controlerende politieambtenaren zagen dat het meisje erg bang keek. Het leek alsof zij naar de jongens keek om toestemming te vragen. Buiten het voertuig werd haar gevraagd of zij een identiteitsbewijs bij zich had. Zij vertelde dat zij deze niet bij zich had. Naar haar naam gevraagd, gaf zij op [slachtoffer] te zijn. Op een bepaald moment deed [medeverdachte 1] zijn raampje open en riep dat ze weer het voertuig in moest. Het viel de controlerende politieambtenaren op dat [slachtoffer] tijdens het gesprek erg zenuwachtig was.
Omstreeks 03:03 uur kwamen de controlerende politieambtenaren aan bij het Campanile Hotel. Zij zagen dat het eerdergenoemde voertuig voor het hotel geparkeerd stond. Zij zagen dat de drie jongens in het voertuig zaten. Het meisje zat niet in het voertuig. Aan [medeverdachte 1] werd gevraagd waar [slachtoffer] was. Zij hoorden hem zeggen dat zij niet meer met hem was. Hem werd gevraagd of [slachtoffer] in het Campanile Hotel was. Zij hoorden hem zeggen dat dit niet het geval was. In het Campanile Hotel bleek geen van de gecontroleerde personen in het nachtregister te staan. Gevraagd naar het signalement van het meisje verklaarde de man achter de balie dat hij het meisje omstreeks 01:45 uur had binnengelaten. Het meisje vertelde dat zij kwam voor kamer 209. Bij het raadplegen van het nachtregister bleek dat een persoon genaamd de Vries omstreeks 23:30 uur kamer 209 toegewezen had gekregen. [14]
Op 28 oktober 2015 is in Gouda een BMW met [kenteken 3] gecontroleerd. De bestuurder bleek [medeverdachte 1] en de inzittenden [verdachte] , [medeverdachte 2] en [slachtoffer] . Op de vraag waar het legitimatiebewijs van [slachtoffer] was, gaven meerdere personen antwoord. [slachtoffer] heeft even [slachtoffer] verklaard dat haar legitimatiebewijs in het Best Western Hotel in Gouda lag. [15]
Op 17 november 2015 is in Barneveld bij het Argos tankstation aan de [adres 3] een Audi A3 met [kenteken 2] gecontroleerd. De bestuurder bleek [medeverdachte 1] te zijn en op de bijrijdersstoel zat [slachtoffer] . [medeverdachte 1] moest nog 30 dagen hechtenis uitzitten en werd aangehouden. [medeverdachte 1] mocht van de politie [slachtoffer] niet eerst naar een vriend in de buurt brengen. Hij wilde niet zeggen waar die vriend woonde en gaf vervolgens instructies aan [slachtoffer] hoe zij te voet naar die vriend moest. [slachtoffer] moest de weg uitlopen naar het kruispunt en oversteken en dan doorlopen richting de rotonde. Daar moest zij linksaf slaan. [medeverdachte 1] noemde geen straatnamen, maar bedoelde de [adres 3] en de kruising van die weg met de [adres 12] en de afrit van de rijksweg A30. Met de rotonde bedoelde hij de rotonde van de [adres 3] met de Nederwoudseweg. [16] [medeverdachte 2] woonde destijds aan de [adres 10] te [woonplaats 2] , een zijstraat van de [adres 11] . Hierdoor ontstond bij het vermoeden dat [medeverdachte 1] [slachtoffer] de weg naar [medeverdachte 2] wees [17] . De rechtbank acht het aannemelijk dat [medeverdachte 1] met “een vriend” [medeverdachte 2] bedoelde.
Op 8 januari 2016 is in Amersfoort een Audi A3 met [kenteken 2] staande gehouden. De bestuurder bleek [medeverdachte 1] te zijn en de bijrijder [slachtoffer] . Zij had geen identiteitskaart bij zich. In de auto en in de tas zijn meerdere condooms aangetroffen en in haar tas zat een string en een tandenborstel. [medeverdachte 1] had € 1.020,- contant geld bij zich. [18]
Op 30 januari 2016 is in Nijkerk een Audi A3 met [kenteken 2] gecontroleerd. De bestuurder bleek [medeverdachte 2] te zijn met als inzittenden [medeverdachte 1] en [slachtoffer] . [slachtoffer] kon geen identiteitsbewijs tonen. [medeverdachte 1] probeerde te voorkomen dat de verbalisanten alleen contact met [slachtoffer] hadden. Buurtbewoners hebben gezien dat de auto ongeveer een uur op een parkeerplaats heeft gestaan en beide mannen steeds in de auto zaten. Zij vertrokken toen [slachtoffer] terug naar de auto kwam lopen en instapte. [medeverdachte 1] bleek € 940,- contant geld bij zich te dragen. [19]
Op 4 februari 2016 is in Baarn een Audi A3 met [kenteken 2] staande gehouden. De bestuurder bleek [verdachte] te zijn en de bijrijder [medeverdachte 1] . In de auto lagen meerdere condooms, achter de passagiersstoel stond een dames handtas waarin een ABN-AMRO betaalpas op naam van [slachtoffer] zat. Daarnaast zat er ook een paslezer, meerdere condooms en glijmiddel in de tas. Op de achterbank lag een roodkleurig BH-bandje en in de kofferbak lag een paar dames schoenen en een kort wit spijkerbroekje in de maat 38. [20]
Huisvesten
Aangeefster heeft verklaard dat zij door [medeverdachte 1] naar een woning op de [adres 4] in Ede werd gebracht en dat daar het prostitutiewerk is begonnen. De bewoner van die woning vond dat prima, omdat [medeverdachte 1] daarvoor betaalde. Na zeven maanden moesten zij daar weg in verband met overlast. Toen zijn ze naar Brunssum vertrokken en verbleven ze in het huis van de vader van [medeverdachte 2] . Daar heeft aangeefster ongeveer vijf maanden in de prostitutie gewerkt en daarna zijn ze veel naar hotels gegaan. Daarna moest zij prostitutiewerk in een woning in Lelystad doen. [21]
De telefoon van verdachte [medeverdachte 1] (Samsung Galaxy Grand Prime) is op 10 februari 2016 bij hem in beslag genomen. De telefoon heeft het bijbehorend [telefoonnummer 14] . Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van voornoemd telefoonnummer. [22]
Uit het onderzoek naar deze telefoon is het vermoeden ontstaan dat de gebruiker daarvan afspraken maakt voor seksuele handelingen tegen betaling. Deze afspraken vinden plaats zowel in hotels als thuislocaties in verschillende delen van het land. [23]
[adres 4] in Ede – 12 juni 2015 tot en met 29 juli 2015
In de periode van 12 juni 2015 tot en met 29 juli 2015 zijn er in totaal 68 SMS berichten te vinden waarin de gebruiker van het [telefoonnummer 14] (vermoedelijk [medeverdachte 1] ) naar verschillende ontvangers stuurt: ‘ [adres 4] bel of sms als je er bent voor huisnummer xx’. Voorafgaand wordt er via de SMS een afspraak gemaakt voor seksuele handelingen tegen betaling. Meerdere keren wordt kort na dit bericht een sms verstuurd met daarin ‘ [huisnummer 1] ’ of ‘nummer [huisnummer 1] ’. [24]
[adres 5] in Brunssum – 30 juli 2015 tot en met 11 oktober 2015
In de periode 30 juli 2015 tot 11 oktober 2015 zijn er in totaal 127 berichten te vinden waarin de gebruiker van het [telefoonnummer 14] (vermoedelijk [medeverdachte 1] ) naar verschillende ontvangers stuurt: ‘ [adres 5] sms of bel als je er bent voor huisnummer xx [naam 3] ’. Voorafgaand werd er via de SMS een afspraak gemaakt voor seksuele handelingen tegen betaling. In het uitleesrapport is te lezen dat na deze sms berichten vaak een bericht volgt met daarin ‘nummer [huisnummer 2] ’ en meermalen volgt in deze sms een mededeling gelijkend op ‘bel of sms me als je er bent dan kom ik naar voren’. In een enkel geval is het bericht ‘ [adres 5] ’. [25]
[adres 6] in Lelystad – 1 juli 2016 tot en met 15 april 2017
Op 1 juli 2016 werd naar aanleiding van een melding via MMA een controle gedaan op het adres [adres 6] in Lelystad. In de woning bevonden zich [medeverdachte 1] en [slachtoffer] . Bij de doorzoeking werd op een slaapkamer op de tweede verdieping een blauwe verpakking met Durex condooms aangetroffen en een plastic tasje met daarin gebruikte condooms. Gezien de inrichting leek de kamer bestemd voor bedrijfsmatige prostitutie. Bij een buurtonderzoek in het kader van de Wet Regulering Prostitutie zijn door diverse buurtbewoners verklaringen afgelegd die kunnen duiden op prostitutie vanuit het genoemde pand. [26]
Op 1 september 2016 is de politie naar de [adres 6] in Lelystad gegaan naar aanleiding van een melding van het vermoeden van een hevige ruzie. Er zou om hulp geroepen zijn en de buurtbewoner verklaarde dat de bewoonster de afgelopen week in haar ondergoed de woning was uitgerend. [medeverdachte 1] en [slachtoffer] waren in de woning aanwezig. [slachtoffer] was aan het huilen en de verbalisant zag dat zij op haar rechterbeen een enorm blauwe plek had, vlak boven en onder de knie. Ook op haar linker bovenarm had zij een blauwe plek, maar zij wilde daar niet over praten. [slachtoffer] verklaarde onderweg naar het politiebureau dat [medeverdachte 1] boos was, omdat zij ongesteld was. De politie heeft in de woning waargenomen dat de kamer rechts op de tweede verdieping, nog steeds was ingericht als prostitutiekamer. Er stond een emmer met veel gebruikte condooms en op het bed lag een strip condooms en in de vensterbank lag een pakje condooms. Meerdere buurtbewoners hebben aangegeven zich zorgen te maken en dat er veel aanloop van onbekende personen was bij de woning.
Op 15 april 2017 kwam de verbalisant [slachtoffer] tegen op de Voorstraat in Lelystad. De verbalisant hoorde [slachtoffer] zeggen ‘jullie hadden gelijk hoor’ en ze zei dat ze door [medeverdachte 1] met een riem was geslagen en dat zij ‘eruit’ wou stappen. [27]
Tussenconclusie
Uit bovenstaande bewijsmiddelen volgt naar het oordeel van de rechtbank dat [medeverdachte 1] aangeefster heeft geworven door een liefdesrelatie met haar aan te gaan teneinde haar in de prostitutie te brengen. [verdachte] was daar vanaf het begin bij betrokken. [medeverdachte 2] kwam na drie maanden in beeld. Ook blijkt uit het voorgaande dat de drie verdachten aangeefster hebben vervoerd naar seksafspraken en haar hebben gehuisvest voor prostitutiewerkzaamheden.
Sub 4
Seksadvertenties aanmaken en plaatsen
Aangeefster heeft verklaard dat [medeverdachte 1] kort nadat zij elkaar leerden kennen foto’s van haar heeft gemaakt en daarmee vervolgens een seksadvertentie op Kinky.nl heeft aangemaakt. Zij heeft verklaard dat [medeverdachte 1] haar beloofde dat hij het door haar verdiende geld voor haar zou sparen, zodat zij daar een huis voor kon kopen waar zij haar kinderen kon ontvangen en haar schulden kon afbetalen. Aangeefster heeft verklaard dat [medeverdachte 1] en [verdachte] in het begin de advertentie bijhielden. [slachtoffer] deed aangeefster dat ook zelf als [medeverdachte 1] en [verdachte] aan haar vroegen of zij de advertentie omhoog wilde plaatsen. [28]
Op de telefoon van [medeverdachte 1] is een groot aantal foto’s aangetroffen met daarop aangeefster. Dit betreffen voor het merendeel foto’s waarop aangeefster gekleed is in verschillende lingerie, of deels gekleed is in lingerie dan wel naakt waarbij het opvallend is dat aangeefster op het gros van deze foto’s van achteren is gefotografeerd. Op enkele foto’s is een banner van Kinky.nl zichtbaar en van deze foto’s stonden er ook meerdere zonder banner op de telefoon. Bij de op Kinky.nl aangetroffen advertenties (allen met nummer [advertentienummer 1] ) werden foto’s weergegeven die overeenkomen dan wel sterk overeen komen met de op de telefoon van [medeverdachte 1] aangetroffen foto’s. Meerdere foto’s bevatten EXIF informatie waarin onder andere vermeld stond dat de gebruikte camera van het type [kenmerk] van fabrikant Samsung was. De uitgelezen telefoon van [medeverdachte 1] heeft dit type camera. [29]
De gebruiker van het [telefoonnummer 14] (vermoedelijk [medeverdachte 1] ) heeft in de periode van 12 juni 2015 tot en met 23 december 2015, 275 SMS berichten ontvangen van het telefoonnummer [telefoonnummer 18] . Dit nummer, [telefoonnummer 18] , blijkt van Kinky.nl te zijn. De inhoud van de 275 ontvangen SMS berichten zijn hetzelfde, namelijk: ‘Bedankt voor je bestelling. Je advertentie wordt omhoog geplaatst’. Uit onderzoek is gebleken dat [medeverdachte 1] de gebruiker is van voornoemd telefoonnummer. [30]
De iPhone 4 van [verdachte] ( [telefoonnummer 15] ) is op 19 november 2015 in beslag genomen en onderzocht. Op de telefoon zijn 80 berichten van Kinky.nl en 28 berichten van Sexjobs.nl aangetroffen die zien op het omhoog plaatsen van advertentienummer [advertentienummer 1] (Kinky.nl) en advertentienummers [advertentienummer 2] en [advertentienummer 3] (Sexjobs.nl). Dit betreft de periode van 4 augustus 2015 tot en met 6 september 2015. [31]
Uit onderzoek is vastgesteld dat [slachtoffer] zich adverteert op de sekssite Kinky.nl onder de naam ‘ [naam 5] ’, ‘ [naam 3] ’ of ‘ [naam 6] ’ met advertentienummer [advertentienummer 1] . Op 20 juli 2016 is een onderzoek ingesteld op internet naar de advertentie [advertentienummer 1] van [slachtoffer] op de website Kinky.nl. Er werd een advertentie aangetroffen met de titel ’21 & Geil – Geile slet wilt nu genomen worden’. Het profiel met voornoemd advertentienummer was voor het laatst gewijzigd op 15 april 2016. [32]
Op 7 juli 2016 heeft een verbalisant op het forum van Kinky.nl de reviews op de advertentie van [slachtoffer] op naam van ‘ [naam 5] (vh [naam 3] , [naam 6] ) – Soest (vh Amsterdam Brunssum)’ met nummer [advertentienummer 1] aangetroffen. Bij de resultaten bevonden zich ook reviews van website Hookers.nl. [33]
Op 2 augustus 2016 is de advertentie van ‘ [naam 7] ’ op seksjobs.nl met advertentienummer [advertentienummer 4] omhoog geplaatst met het telefoonnummer [telefoonnummer 16] ( [slachtoffer] ). De tekst en foto’s in deze advertentie vertoonden sterke gelijkenis met de eerder geplaatste advertentie van [slachtoffer] op Kinky.nl ( [naam 5] , advertentienummer [advertentienummer 1] ). Ook deze advertentie is op 2 augustus 2016 omhoog geplaatst, maar dan met telefoonnummer [telefoonnummer 11] . [34]
Op 23 oktober 2016 heeft [medeverdachte 1] vanuit de [verblijfplaats] telefonisch contact met [medeverdachte 2] op het vaste telefoonnummer van de [adres 6] in Lelystad.
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[medeverdachte 2] = [medeverdachte 2]
[medeverdachte 2] : ‘Hé weet je wat ik dacht? Ik dacht we moeten ff die site bewerken van die kinky’
[medeverdachte 1] : ‘Ja’
[medeverdachte 2] : ‘Ik denk dat daar wel iets mee te maken heb misschien’
[medeverdachte 1] : ‘Ja wat gaan dan?’
[medeverdachte 2] : ‘Dat beetje beetje beetje weinig NTV kom dan toch’
[medeverdachte 1] : ‘Ja’
[medeverdachte 2] : ‘Denk je niet?’
[medeverdachte 1] : ‘Ja kan wel’
[medeverdachte 2] : ‘Ja denk het wel’
[medeverdachte 1] : ‘Oh ja bewerk maar beetje’
(…)
[medeverdachte 2] : ‘Ik ben die achtwoord en zo wel kwijt man’
[medeverdachte 1] : ‘Die wachtwoord?’
[medeverdachte 2] : ‘Ja’
[medeverdachte 1] : ‘Van euh’
[medeverdachte 2] : ‘Ja, om in te loggen voor de site. Ik kijk in mijn sms-jes ik kan niet vinden man’
(…)
[medeverdachte 2] : ‘Even kijken, hoe kom ik op die site wachtwoord?’
[medeverdachte 1] : ‘Euh pff je kan die laptop pakken als je die laptop in gaat’
[medeverdachte 2] : ‘Ja’
[medeverdachte 1] : ‘Euh en dan je gaat op internet ik denk mijn gmail’
[medeverdachte 2] : ‘Hij is wel ingelogd he mail he’
[medeverdachte 1] : ‘Ja ik denk mijn gmail is ingelogd’
[medeverdachte 2] : ‘Denk ik ook he’
[medeverdachte 1] : ‘En als goed is moet je ‘m daarin vinden man’ [35]
Vervolgens werd op woensdag 26 oktober 2016 geconstateerd dat de advertentie [advertentienummer 5] was veranderd ten opzichte van de advertentie [advertentienummer 5] van 13 oktober 2016, welke data zijn gelegen na respectievelijk voor voormeld telefoongesprek. De advertentietekst was over het algemeen hetzelfde gebleven, behalve dat er een aantal plaatsen is verwijderd. De titel van de advertentie is veranderd en er is een aantal mogelijkheden en foto’s toegevoegd aan de advertentie. [36]
Op 27 oktober 2016 heeft een verbalisant op de internetsite eromarkt.nl een advertentie aangetroffen met een foto van [slachtoffer] welke ook bij haar advertentie van Kinky.nl staat afgebeeld. De advertentie bleek op 1 oktober 2016 aangemaakt op naam van ‘ [naam 7] ’ met telefoonnummer [telefoonnummer 11] en de plaats Lelystad. Uit onderzoek is komen vast te staan dat voornoemd telefoonnummer bij de werktelefoon van [slachtoffer] hoort. [37] Dit volgt uit vorenbedoelde getapte gesprekken alsook uit seksadvertenties die aan [slachtoffer] kunnen worden toegeschreven en waar gebruik wordt gemaakt van dit nummer als werktelefoon, zoals hierna nog zal blijken.
Eveneens op 27 oktober 2016 heeft een verbalisant op de internetsite seksangels.nl een advertentie aangetroffen op naam van ‘ [nickname] ’. De advertentie bleek op 1 oktober 2016 aangemaakt en bij de advertentie stond het telefoonnummer [telefoonnummer 11] , de geboortedatum [geboortedatum 2] 1994 en postcode [postcode 2] vermeld. Voornoemd telefoonnummer hoort bij de werktelefoon van [slachtoffer] , postcode [postcode 2] behoort bij de [adres 6] in Lelystad en [slachtoffer] is geboren op [geboortedatum 2] 1994. [38]
Op 8 november 2016 om 20:56 uur werd een gesprek opgenomen waarin [medeverdachte 2] werd gebeld door een man die gebruikt maakt van de getapte telefoon met nummer [telefoonnummer 11] , de werktelefoon van [slachtoffer] . De man zegt dat [medeverdachte 2] binnen een half uur moet komen om connies (
de rechtbank begrijpt: condooms) te regelen, want er komt nu een klant aan. [medeverdachte 2] zegt dat het goed is en dat hij wel wat regelt. [39]
Het boeken van hotelkamers voor prostitutiewerkzaamheden
Theaterhotel Almelo
Op 17 juli 2015 is door [naam 8] een hotelkamer geboekt in het Theaterhotel in Almelo. [40] Op diezelfde datum zaten er in de bar van het hotel twee mannen langere tijd aan de bar samen whiskey te drinken. De mannen hadden geen kamer in het hotel geboekt, maar zijn wel enkele keren in de richting van hotelkamer [kamernummer 1] gelopen, de kamer die door [naam 8] was geboekt. De nachtportier heeft vervolgens gezien dat de twee mannen samen met een dame in een grijze Mercedes met [kenteken 1] waren gestapt. Deze dame had de hele tijd bij [naam 8] op de kamer gezeten. Na een melding van rijden onder invloed is de grijze Mercedes staande gehouden. In het gecontroleerde voertuig bevonden zich [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 2] en [slachtoffer] . [41]
Getuige [naam 8] heeft verklaard dat hij een kamer voor één nacht had geboekt bij het Theaterhotel om een escortdame te ontvangen. Hij had de dame via Kinky.nl gevonden en heeft een afspraak met haar gemaakt. Hij herkende aangeefster [slachtoffer] als de dame met wie hij in het hotel een afspraak heeft gehad op 17 juli 2015. [42]
Tulip Inn Heerlen City Centre
Twee mannen en een vrouw hebben de kamers [kamernummer 2] en [kamernummer 3] geboekt van 12 oktober 2015 tot 13 oktober 2015. De kamers waren geboekt op naam van [slachtoffer] , [adres 5] te Brunssum, met telefoonnummer [telefoonnummer 12] . Voor beide kamers was een identiteitskaart op naam van [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1992, getoond. De manager van het hotel heeft op 12 oktober 2015 contact opgenomen met de politie, nadat zij door een medewerker van Rejo Recherche- en Adviesbureau was geïnformeerd. Hij had meerdere keren via Kinky.nl contact gezocht met een jonge vrouw. Op haar site had zij aangegeven uit Brunssum te komen en het telefoonnummer [telefoonnummer 12] te gebruiken. De medewerker had tot driemaal toe een afspraak met deze dame gemaakt waarbij telkens het adres van het Tulip Inn Hotel ( [adres 7] in Heerlen) werd genoemd. Tijdens het laatste telefoongesprek voor de afspraak had zij het kamernummer [kamernummer 3] doorgegeven. [43]
Van der Valk Hotel Eindhoven
Op 18 oktober 2015 had een jongedame zich omstreeks 20:30 uur ingecheckt, waarna zij mannen ontving op haar kamer. Bij het inchecken was zij in het bijzijn van twee mannen die een kamer schuin tegenover haar kamer hadden geboekt. De kamers waren geboekt op naam van [slachtoffer] , telefoonnummer [telefoonnummer 4] en [verdachte] , telefoonnummer [telefoonnummer 15] . [slachtoffer] bleek op kamer [kamernummer 4] te zitten en deed de deur open met alleen een handdoek om haar lichaam gewikkeld. Op deze kamer bevond zich ook [naam 9] . [slachtoffer] heeft verklaard dat zij met [naam 9] had afgesproken om elkaar beter te leren kennen en mogelijk dat er in een [slachtoffer] stadium dan betaalde afspraken konden volgen. Op de kamer tegenover kamer [kamernummer 4] bevonden zich [verdachte] en [medeverdachte 1] . Op de kamer van [verdachte] en [medeverdachte 1] lagen diverse spullen van [slachtoffer] . [44]
Hotel Campanile Gorinchem
Naar aanleiding van een prostitutiecontrole werd op zondag 25 oktober 2015 omstreeks 15:30 uur een afspraak gemaakt met ‘ [naam 3] ’ voor een ontmoeting in kamer [kamernummer 5] van Hotel Campanile in Gorinchem. Er kwam een taxibusje aanrijden bij het hotel met daarin drie personen, een jonge vrouw met rood haar en twee mannen. De vrouw betrad kamer [kamernummer 5] en de mannen gingen kamer [kamernummer 8] binnen. De vrouw bleek [slachtoffer] en de twee mannen bleken [medeverdachte 1] en [verdachte] . [medeverdachte 1] beschikte over de identiteitskaart van [slachtoffer] . Bij navraag bij de bedrijfsleider van het hotel bleek dat [slachtoffer] van 24 oktober 2015 tot 25 oktober 2015 twee kamers had gehuurd en deze contant had betaald. Op 25 oktober 2015 kwam zij aan de balie om de reservering een dag te verlengen. [medeverdachte 1] heeft toen bij de balie zijn paspoort getoond en contant betaald voor het gebruik van beide kamers. [45]
Best Western Hotel Gouda
Op 27 oktober 2015 had [medeverdachte 1] kamer [kamernummer 6] geboekt in het Best Western Hotel in Gouda. Hij was in het bijzijn van een meisje. De volgende dag weigerden zij uit te checken. Toen zij uiteindelijk toch hebben uitgecheckt, legden zij hun spullen bij andere jongens op kamer [kamernummer 7] . Deze kamer was geboekt op naam van [medeverdachte 2] uit Barneveld. [46]
Campanile Hotel Gouda
Op 28 oktober 2015 omstreeks 03:03 uur stond een voertuig op de parkeerplaats van Campanile Hotel Gouda geparkeerd met daarin [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] . [slachtoffer] had om 01:45 uur aangebeld bij het hek en zij vertelde dat zij kwam voor kamer 209. De man achter de balie heeft haar vervolgens binnen gelaten. Om 03:15 uur stond zij weer in de hal en is zij bij [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] in de auto gestapt. [47]
Hotel Mitland Utrecht
Op 9 november 2015 arriveerden [slachtoffer] en twee mannen in een taxibusje bij Hotel Mitland in Utrecht. [slachtoffer] heeft een kamer geboekt en heeft de kamer contant betaald. Bij de boeking is telefoonnummer [telefoonnummer 3] opgegeven. Zij vertelde dat er [slachtoffer] nog een tweede persoon zou komen. Even [slachtoffer] liepen de twee mannen in de richting van haar hotelkamer. Daarop is [slachtoffer] verzocht het hotel te verlaten vanwege het vermoeden dat de drie verkeerde intenties hadden. De mannen kwamen bij de receptie verhaal halen. Bij controle van de kamer bleek de mobiele telefoon van [slachtoffer] nog in de kamer te liggen. De telefoon ging over en een medewerker van het hotel heeft de telefoon opgenomen. Zij hoorde een mannenstem, die vroeg of hij zijn afspraak van 18:00 uur kon verplaatsen naar 19:00 uur. Toen de medewerker uitlegde dat zij van Hotel Mitland was werd de verbinding verbroken. Het hotel heeft het nummer gebeld dat bij de boeking is vermeld en hoorde de telefoon overgaan. Deze telefoon is in beslag genomen door de politie. [48]
Het geven van instructies
SMS berichten tussen [verdachte] ( [telefoonnummer 15] ) en aangeefster op 19 juni 2015:
[verdachte] = [verdachte]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[verdachte] : ‘Al binnen?’
[slachtoffer] : ‘2 Min klaar’
[slachtoffer] : ‘Klaar’
[verdachte] : ‘Als hij 2 uur blijft app die tjappie en zeg kom iets later ik ben dan nog niet thuis’
[slachtoffer] : ‘Oké [naam 1] hij blijft gwn uur xxxx’
[slachtoffer] : ‘Klasr’
[verdachte] : ‘Bel die van half 5’
[slachtoffer] : ‘Hij zegt op app ver 3 min is die er’
[slachtoffer] : ‘Hij is er’
[slachtoffer] : ‘Hij moest weg dus maar half uur’ [49]
SMS berichten tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 10] ) en aangeefster op 9 juli 2015:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Hij wil ma 2 uur xmis 3’
[slachtoffer] : ‘Omg wat doe ik hier’
[slachtoffer] : ‘Ik heb 300’
[slachtoffer] : ‘Zyn kids fam vriende ales pf’
[slachtoffer] : ‘Ik haat dit’
[slachtoffer] : ‘Alemal tatas’
[slachtoffer] : ‘Omg heb 10 bier nodig’
[slachtoffer] : ‘Help me wat kk musiek’
[slachtoffer] : ‘ [adres 8] ’
[slachtoffer] : ‘Je kan volgens mij niet hier komen’
SMS berichten tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 10] ) en aangeefster op 11 juli 2015:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[medeverdachte 1] : ‘Doe je ding’
[medeverdachte 1] : ‘Oke word btj nuchter’
[medeverdachte 1] : ‘Wij spac trx’
[medeverdachte 1] : ‘Ik bedoel laat hem nu spacen. Niet jij ok blijf nuchted kleed m en sms je yalla loveu2 : [medeverdachte 1] ’
[medeverdachte 1] : ‘400 of ik kom je nu halle’
[medeverdachte 1] : ‘Zeg tegen hem kan niet hij moet zijn afspraken nakomen’
[medeverdachte 1] : ‘Eet iets daar ofzo’
[medeverdachte 1] : ‘Lach gewoon voor pappa xo’
[medeverdachte 1] : ‘Doe je ding gewoon zorg dat die nog een x gaat pinnen haha x’
[medeverdachte 1] : ‘Ja trxx wij drinken samen 10 bier. Nu laat hem drinken en stel voor naar zn osso te gaan pirkies Poppe ofzo hij gaat nog 3u paye’
[medeverdachte 1] : ‘Doe je ding lkrding xo’ [50]
SMS berichten tussen [verdachte] ( [telefoonnummer 15] ) en aangeefster op 17 juli 2015:
[verdachte] = [verdachte]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[verdachte] : ‘Breng die geld’
[slachtoffer] : ‘Hoe ik zit in bubbelbad hier na kom ik gelijk dan peer ik hem ook nu heeft iega denk in me drinken gestopt ofzo voel me raar’
[verdachte] : ‘Zeg even paracetamol hale bij receptie ik ga nu na die bar’
[slachtoffer] : ‘Ik kleed me aan en ik kom’
[slachtoffer] : ‘5 Min ik kom eraan’
[verdachte] : ‘Oké’
[slachtoffer] : ‘Hij zegt ja als je gaat na benede wil ik die geld’
[slachtoffer] : ‘Wat ik doem’
[slachtoffer] : ‘Hij spant hem kijk hard’
[slachtoffer] : ‘Spact’
[verdachte] : ‘Laat m id. borg ofz’
[verdachte] : ‘Of tel’
[verdachte] : ‘Maar doe uit’
[slachtoffer] : ‘Nee ik kom met die 550 en we gaan oke ik voel me raar’
[verdachte] : ‘Nee ermee’
[verdachte] : ‘Waarom’
[verdachte] : ‘Chillem’
[slachtoffer] : ‘Oke ik laat helft doekoe hier helft kom ik na jou beneden brengen’
[slachtoffer] : ‘Dan ga ik weer na boven’
[verdachte] : ‘Oke’
[slachtoffer] : ‘5 Min maar k spce’
[verdachte] : ‘Oké yalla kben in de bar’ [51]
SMS berichten tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 9] ) en aangeefster op 28 oktober 2015:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Hy kan om 8 uur paz pinen’
[slachtoffer] : ‘Hij heeft hier laptop van 2,5 rug’
[slachtoffer] : ‘Wat moet ik doen’
[slachtoffer] : ‘Nog niks ben buite voor’
[slachtoffer] : ‘Zal ik w8te tot 8 uur of ze lapi meeneme of weg gaan’
[slachtoffer] : ‘Ja blykbaar ben nog niet binen’
[slachtoffer] : ‘Ik ga weg anders of w8te tot 8 uur’
[slachtoffer] : ‘Nee ik wacht wel tot 8 uur oke ?of zo ze tel en lapi meenemen’
[slachtoffer] : ‘Dan kan hy pinen zal ik ze tel enzo meeneme’
[slachtoffer] : ‘Zeg me wat ik moet doen’
[slachtoffer] : ‘Aub antwoord’
[slachtoffer] : ‘Hoe hij kan pas 8 uur pinnen’
[slachtoffer] : ‘Hij kan overmaken met ing maar heb geen ing’
[slachtoffer] : ‘Heb je ing ?laat hem gelyk overmake’
[slachtoffer] : ‘Lukt niet na onbekendei k neem ze lapi en tel mee’
[slachtoffer] : ‘Of moet wachten tot 8 uur’
[medeverdachte 1] : ‘Yalla klaar m snel habibti’
[slachtoffer] : ‘Politie’
[medeverdachte 1] : ‘Doe je ding x’
[medeverdachte 1] : ‘Hahah gekkie ik mis je’
[medeverdachte 1] : ‘Doe btj gezellig daar laat m niks denke’
[medeverdachte 1] : ‘Dat is blabla hoeveel heb je’
[medeverdachte 1] : ‘Wat zeg je nu nog’
[medeverdachte 1] : ‘Hij laat je kome zonder saaf’
[medeverdachte 1] : ‘Weg met lege hande?’
[medeverdachte 1] : ‘Ben je ziek’
[medeverdachte 1] : ‘Je bent al uur daar’
[medeverdachte 1] : ‘Om 8uur is niks hij liegt’
[medeverdachte 1] : ‘Fix die saaf en kom ga niet ouwehoere je bent. Er al een uur’
[medeverdachte 1] : ‘Dat is onzin kk’
[medeverdachte 1] : ‘Ben je dom’
[medeverdachte 1] : ‘Laat hem overmaken’
[medeverdachte 1] : ‘Oke geef je iban’
[medeverdachte 1] : ‘ [rekeningnummer] ’
[medeverdachte 1] : ‘Chek als die echt doet’
[medeverdachte 1] : ‘Hij probwert je te naaie dombo’
[medeverdachte 1] : ‘Hij moet nu gwon paye voor dese uur’ [52]
SMS berichten tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 9] ) en aangeefster op 23 december 2015:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Is vlugertje zie je zo
[medeverdachte 1] : ‘Oke doe je ding’
(…)
[medeverdachte 1] : ‘Doe je ding trek m leeg’
[slachtoffer] : ‘Ben kla’
[medeverdachte 1] : ‘Oke’ [53]
SMS berichten tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 13] ) en aangeefster op 14 oktober 2016:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[medeverdachte 1] : ‘Doe je ding’
[slachtoffer] : ‘Haha thmx [naam 1] is rustiger vandaag of komt nog x’
[medeverdachte 1] : ‘Zo iets wil ik niet horen’
[slachtoffer] : ‘Pf is egt stil maar ben er ook pas 2 uurtjes komt nog wel tog papa ? Ben je al klaar daar x’
[medeverdachte 1] : ‘Dropp
[slachtoffer] : ‘K doe me best zit echt niet voor me lol hier kk dag pas 1 kk klany geweest een niet gekomen 2 vanavond :(’
[medeverdachte 1] : ‘Maakjegrap’
[slachtoffer] : ‘Nee meen k ik beloof ga net zolang door tot ik 8 b heb’
[slachtoffer] : ‘Komt nu een’
[medeverdachte 1] : ‘Doe je ding’ [54]
Tussenconclusie
Uit voornoemde SMS berichten die zijn aangetroffen op de telefoon van aangeefster (Nokia 2300), de telefoon van [medeverdachte 1] (Samsung Galaxy Grand Prime) en de telefoon van [verdachte] (iPhone 4) stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] en [verdachte] meerdere seksadvertenties voor aangeefster hebben gemaakt en geplaatst en op verschillende momenten instructies gaven aan aangeefster met betrekking tot de door aangeefster uit te voeren prostitutiewerkzaamheden. Voorts stelt de rechtbank vast dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] op verschillende momenten hotels hebben geboekt waar vervolgens seksafspraken plaatsvonden en hebben [medeverdachte 1] en [verdachte] veelvuldig SMS berichten verstuurd waarmee de verschillende seksadvertenties omhoog werden geplaatst. Daarmee hebben verdachten naar het oordeel van de rechtbank handelingen verricht waarvan zij wisten dat aangeefster [slachtoffer] zich daardoor beschikbaar zou stellen voor prostitutiewerkzaamheden.
Dwangmiddelen
De inzet van dwangmiddelen dient ertoe te leiden dat iemand in een uitbuitingssituatie belandt of dat iemand wordt belet zich aan de uitbuitingssituatie te onttrekken. Naar het oordeel van de rechtbank hebben verdachten tegen [slachtoffer] dergelijke dwangmiddelen ingezet.
Mishandeling
Aangeefster heeft verklaard dat [medeverdachte 1] haar altijd sloeg als zij niet in de prostitutie wilde werken. Het gebeurde als zij ongesteld was of pijn had en zei dat ze niet wilde werken. Hij heeft haar ook in haar gezicht gespuugd en aan haar haren getrokken. Aangeefster heeft verklaard dat zij in hotels in Heerlen, Maastricht en Amersfoort is geslagen door [medeverdachte 1] . Zij was bang om weg te gaan bij [medeverdachte 1] omdat hij haar, haar moeder of haar kinderen dan wat aan zou doen. [medeverdachte 1] heeft een keer een vuurwapen tegen haar hoofd gehouden en gezegd ‘als jij weg gaat dan schiet ik je dood’. Hij heeft ook via de app een keer een foto van een vuurwapen naar aangeefster gestuurd. Deze foto was gemaakt in de slaapkamer van [medeverdachte 1] in de woning van zijn moeder in [woonplaats 1] . [55]
Op de [adres 4] in Ede kreeg aangeefster ruzie met [medeverdachte 1] . Hij heeft haar toen op haar milt geslagen, waardoor zij moeilijk kon ademen. Na een ruzie over het door aangeefster verdiende geld heeft [medeverdachte 1] aangeefster op haar oog geslagen waardoor zij een blauw oog kreeg. Dat laatste was in een klein hotel boven een café in Amsterdam. [56]
In de periode dat aangeefster in Lelystad verbleef is zij door [medeverdachte 1] tegen haar been geschopt, waardoor haar hele been blauw was. Hij heeft haar toen zo hard geschopt dat zij bijna niet kon lopen. Zij is toen naar het ziekenhuis in Lelystad geweest en zij zeiden dat aangeefster bloedingen in de aderen had, haar been was paars. [57]
Aangeefster heeft een keer een nacht in de garage moeten slapen. Toen ze daarna weer in haar eigen bed mocht slapen en aan [medeverdachte 1] vroeg waarom het zo moest, haalde hij uit met een riem en werd zij in haar gezicht geslagen. Haar wang was toen rood. [58]
Aangeefster heeft verklaard dat [verdachte] en [medeverdachte 2] ook hebben gezien dat [medeverdachte 1] haar sloeg en uitschold. [verdachte] was overal bij aanwezig, hij en [medeverdachte 1] waren onafscheidelijk. [59]
[getuige 1] had op 13 oktober 2015 met een meisje afgesproken in de Irish Pub bij het Tulip Inn Hotel in Heerlen. Er waren steeds twee dezelfde mannen die naar binnen en buiten liepen. Getuige heeft wat met het meisje gedronken. Het meisje liep steeds weg en zij liet haar telefoon liggen. Op een gegeven moment is getuige achter haar aan gelopen om te kijken waar zij steeds naartoe liep. Hij zag haar in de lift op de grond liggen terwijl zij aan het schreeuwen en huilen was. De twee mannen stonden bij haar en getuige zag dat een van de mannen haar in haar gezicht sloeg. [60]
Naar aanleiding van de melding van [getuige 2] , barman in de Irish Pub in Heerlen, dat er een meisje mishandeld zou zijn en tegen haar wil naar het naastgelegen hotel zou zijn meegenomen, is de politie ter plaatse gegaan en trof op kamer [kamernummer 3] van het Tulip Inn Hotel aangeefster [slachtoffer] aan. Zij huilde, was naakt en hield een handdoek voor haar lichaam. [slachtoffer] gaf aan dat zij alleen op de kamer verbleef. De verbalisant hoorde dat de douche aan stond. Op de badkamer trof de verbalisant [medeverdachte 1] aan onder de douche. [slachtoffer] verklaarde tegen de verbalisant dat zij inderdaad een klap had gekregen. [61]
Op 29 april 2016 werd een melding gedaan van een ruzie aan de [adres 9] in Soest. Aldaar opende [medeverdachte 1] met bebloede handen de deur. In de woonkamer stond veel drank, er was een tafelpoot afgebroken, er lagen scherven in de keuken en in de woonkamer stond een bed. Daarnaast lagen er meerdere prepaid telefoons, condooms, long-vloei en wietzakjes. [medeverdachte 1] was alleen in de woning. Even [slachtoffer] is door de verbalisant telefonisch contact gelegd met [slachtoffer] . Zij bevestigde dat zij ruzie had gehad met [medeverdachte 1] en dat hij haar had mishandeld. Zij verklaarde dat [medeverdachte 1] haar pooier was en dat hij haar niet goed behandelde. [62]
Op enkele foto’s van de seksadvertenties op Kinky.nl waren blauwe plekken en rode striemen op het lichaam van ‘ [naam 7] ’ zichtbaar. [63]
Op 24 augustus 2016 vindt er een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 17] ) en [slachtoffer] .
NN = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Ik heb jou fles vodka...’
NN: (NN schreeuwt hard) ‘Heeey! Hou je bek! ik ben nog niet uitgepraat! bitch. Luister of wil je dat ik zometeen thuis kom omdat je drama doet en dat ik helemaal flip. Dat ik je 2 klappen op je wangen geef en dat ik weer weg ga? Wat wil je?’
[slachtoffer] : ‘heb je al gedaan’ [64]
Uit het proces-verbaal stemvergelijking van [medeverdachte 1] volgt dat hij de gebruiker is van telefoonnummer [telefoonnummer 17] [65] .
Bedreigingen
SMS berichten die [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 10] ) naar aangeefster stuurt op 9 november 2015:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[medeverdachte 1] : ‘Geef mij tel’
[medeverdachte 1] : ‘Ga niet erger make ik wil nu die phone’
[medeverdachte 1] : ‘Ga je mij tel stelen?’
[medeverdachte 1] : ‘Neem op’
[medeverdachte 1] : ‘Geef mij telefoon’
[medeverdachte 1] : ‘Als je niet mijn tel geeft2day wollah ik kom halen kk dombo wil je mij teste oke’
[medeverdachte 1] : ‘Neem op kk vieze wijf 9maande [verdachte] nak je mij tel? Ik vind jou wel’
[medeverdachte 1] : ‘Dombo’
[medeverdachte 1] : ‘Je gaat spijt krijgen’
[medeverdachte 1] : ‘Ik vind jou als je denkt dat je van mij kan stelen en leer je af wollah ik was alles voor mij laat me jou niet zoeken’
[medeverdachte 1] : ‘Ik geef jou je oorbelle geef mij die tel morgen ik ga niet meer praten met je dan je hebt probleem’
[medeverdachte 1] : ‘Ik wil je niks doen roodkapje ga niet te ver geef mij tel terug’
[medeverdachte 1] : ‘Ok domme bitch test mij ik vind je kk moer je bent de lu L en die kk hoerekinderen ook viese kk bitch w8 maar tot ik je zie’
[medeverdachte 1] : ‘Je gaat spijt krijgen kk hoer’
[medeverdachte 1] : ‘Ik wou alleen mij kk telefoon nu ga je zien als ik m vandaag niet krijg’ [66]
Daarnaast is er op 9 november 2015 rondom het tijdstip van verzenden van bovenstaande berichten een foto via Whatsapp verstuurd vanaf de telefoon van [medeverdachte 1] waarop een vuurwapen en een kogel zichtbaar zijn. [67]
Op 29 augustus 2016 vindt er een telefoongesprek plaats tussen [slachtoffer] en haar moeder, [naam 10] :
M = moeder
[slachtoffer] = [slachtoffer]
M: ‘Waarvoor verscheurde hij die 50 euro voor je neus?’
[slachtoffer] : ‘Nou omdat ik tegen hem zei dat... het overige geld., zeg maar. we hadden het er over. Hij zeg ja, geld boeit me niet en toen wou hij het in de fik steken, terwijl ik het net .net .net.net 1 minuut naar beneden kwam dat ik ervoor gewerkt had..’
M: ‘Ja?’
[slachtoffer] : ‘En dan wou 'ie 'm in de fik steken, dus ik wou 'm pakken, trekt die eraan en nou is 'ie door de midden.’
M: ‘Oh.. maar dat ken je nog plakke’
[slachtoffer] : ‘Ja maar dat is.. dat doe je toch niet?’
M: ‘Nee vind ik ook, doe je niet’
[slachtoffer] : ‘Dat is toch wel wat waard. Ik zeg ook elke keer tegen hem weet je wel hoeveel mensen dat niet hebben, 50 euro. Weet je hoeveel dat is?’
M: ‘Zooo.. echt waar hij beseft niet, wat het is om zonder geld te zitten’
[slachtoffer] : ‘Ja..’
M: ‘Hé? Nee, dat begrijpt die echt niks’
[slachtoffer] : ‘Neu..’
M: ‘Nou moet je gewoon bij je houden, moet je gewoon een keer een plakbandje omheen doen’
[slachtoffer] : ‘Ja’
M: ‘Hé?’
[slachtoffer] : ‘Ja, en toen ging hij mijn telefoon pakken en ging 'ie hem gooien en nou is mijn hele telefoon stuk’
M: ‘Ohhhhh wat een (nvt) vent’
[slachtoffer] : ‘Ja. nee, ik heb mazzel dat 'ie 't nog doet, zo erg stuk is die’
M: ‘Tjongejonge jonge jonge..’ [68]
SMS berichten tussen [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 13] ) en aangeefster op 6 januari 2017:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Doei k ben kapot’
[medeverdachte 1] : ‘Je hebt die 15 ook niet eens gehaalt’
[slachtoffer] : ‘Ben k robot’
[slachtoffer] : ‘Ik gaf jou 13’
[slachtoffer] : ‘K ben gwn moe k ben geen lopende machine is logisch tog
[slachtoffer] : ‘K heb hier ook 1.5 b nu’
(…)
[slachtoffer] : ‘Nog 1 meer niet ben geen machine dan k gooi uit morgen weer een dag vind wel eve goed zo geki’ [69]
Op 24 oktober 2015 vindt het volgende gesprek plaats tussen aangeefster en een klant:
K = klant
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘1 uur 350’
[slachtoffer] : ‘Kom maar is een keer shane’
[slachtoffer] : ‘Is laat maar ok’
[slachtoffer] : ‘Goudsebloemvallei 21 bel me als je er bent voor kamernummer’
(…)
K: ‘Je doet het zeker voor die vieze kankermarokkanen ik zag ze wel deurtje dichtdoen toen ik wegwas enzo. Ik neuk hun kankermoeders binnenkort let maar op en jouw kankerkeel snij ik door’ [70]
Op 4 november 2015 vindt het volgende gesprek plaats tussen aangeefster en een klant:
K = klant
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Heey dat was een klant hy is al weg kom je kent me toch al is net als gister x’
[slachtoffer] : ‘Kom je? Ik wacht op je’
K: ‘Sorry maar ik twijfel toch. Ik ben et vrij zeker van dat ik je met iemand in de kamer zag en heb er geen Fijn gevoel bij. Niks persoonlijks. Groetjes [naam 11] ’ [71]
Conclusie ten aanzien van sub 1 en sub 4
Onder de onder sub 1 genoemde omstandigheden hebben verdachten handelingen ondernomen waarvan zij wisten dat aangeefster zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van sekswerk. [medeverdachte 1] is met aangeefster een liefdesrelatie aangegaan en heeft van meet af aan een continue sfeer van dreiging gecreëerd jegens aangeefster en haar gestraft door haar te mishandelen als zij – in zijn ogen – onvoldoende meewerkte. [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] hebben deze dreigende sfeer de gehele tenlastegelegde periode in stand gehouden. Uit de reeds hiervoor genoemde politiecontroles is gebleken dat aangeefster op meerdere momenten niet over haar eigen identiteitsbewijs beschikte en dat verdachten voor haar het woord deden terwijl zij angstig toekeek. Verdachten hebben aangeefster in een afhankelijkheidspositie gebracht, waardoor zij geen uitweg zag.
Sub 6 en 9
Aangeefster heeft verklaard dat zij het door haar met sekswerk verdiende geld moest afgeven aan [medeverdachte 1] . Zij had vaak ruzie met [medeverdachte 1] over het geld dat zij verdiende. Hij was niet tevreden als zij maar € 200,- of € 300,- verdiende. Aangeefster moest € 500,- per dag verdienen. Hij bepaalde de prijzen, de tijden wanneer zij moest werken en met wie zij het moest doen. Zij mocht zelf niks houden van het geld. De klanten rekenden bij aangeefster af en daarna moest zij het geld gelijk naar [medeverdachte 1] brengen. Toen [medeverdachte 1] in hechtenis zat moest zij al het verdiende geld aan [medeverdachte 2] geven, dat was in totaal ongeveer € 12.000,-. Aangeefster heeft geen geld gekregen voor haar werk in de prostitutie. [verdachte] was overal bij aanwezig en [verdachte] en [medeverdachte 2] profiteerden overal van mee. De drank, drugs en het eten en drinken van [verdachte] en [medeverdachte 2] werden betaald van het geld dat aangeefster in de prostitutie had verdiend. [72]
Tapgesprek van 2 november 2015 dat [medeverdachte 1] vanuit de [verblijfplaats] heeft gevoerd met het vaste telefoonnummer van de [adres 6] in Lelystad:
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[verdachte] = [verdachte]
[medeverdachte 1] : ‘Jij kan euh dinge naar bank gaan vandaag?’
[verdachte] : ‘Naar bank? Tuurlijk’
[medeverdachte 1] : ‘Moet je die pas van haar pakken want die ING is het snelst’
[verdachte] : ‘Ja voor wat dan voor jou toch?’
[medeverdachte 1] : ‘Ja maar, heb je pen en papier?’
(…)
[verdachte] : ‘Oke, komt goed. 2 Barkies genoeg?
[medeverdachte 1] : ‘1 Barkie is goed man’
[verdachte] : ‘Maar dan euh moet ik weer storten’ [73]
SMS berichten van aangeefster naar [medeverdachte 1] ( [telefoonnummer 1] ) op 16 augustus 2015:
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Want als jij pia bent ik denk dat als jij trg komt ben ik deady word al ziek bij dat idee je noemt je vieze ho alles voor wat ik doe gvd gistr nog onveilig voor jou om jou blij te maken en wouw lotje loopt met 10 eu op zak gedraag je x na mijn vriend en niet na die [medeverdachte 1] denk een x na’ [74]
Getapt SMS verkeer van 17 oktober 2016 tussen [medeverdachte 1] en aangeefster:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘K zit gwn voor jou deur pooier’
[medeverdachte 1] : ‘Waarom ga je voor deur zitten als een kanker zwerver laat je die kat met honger in ze maag ontsnappen kanker zielige acties’
[slachtoffer] : ‘Of moet k nu bang zijn om glas in me face te krijgenx’
[slachtoffer] : ‘Heb me niet eens verzoenlijk kunnen verzorgen egt fijn’
[medeverdachte 1] : ‘Ga naar je moeder’[slachtoffer] : ‘Waar moet k heen mijn mams is weg’
[slachtoffer] : ‘Jij hebt doekoe k heb niks’ [75]
Getapt telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en [verdachte] op 2 november 2016:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[verdachte] = [verdachte]
[medeverdachte 1] : ‘Jo, geef je de telefoon doorplaatsen oelah(FON)’
[verdachte] : ‘Ja man, ik ben euh hoe heet het tussenpersoon he voor haar haha’
[medeverdachte 1] : ‘Aaah jejie’
[verdachte] : ‘Jieee’
[medeverdachte 1] : ‘Jij mafia jij mafia’
[verdachte] : ‘Ik ga nu ook gelijk die dingen doen he’
[medeverdachte 1] : ‘Ja saaf (FON) is cool man’
[verdachte] : ‘Anders zit ik hier toch maar’ [76]
Getapt gesprek tussen [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [slachtoffer] op 23 oktober 2016:
[medeverdachte 1] = [medeverdachte 1]
[slachtoffer] = [slachtoffer]
[slachtoffer] : ‘Joh moppie’
[medeverdachte 1] : ‘Sexy’
[slachtoffer] : ‘Ik ga snel weer naar boven. Ik bracht alleen even weer geld naar [medeverdachte 2] ’
[medeverdachte 1] : ‘Oke is goed ik spreek je zo ja?’ [77]
Voorts blijkt uit een onder het kopje ‘het geven van instructies’ geciteerd app-gesprek dat aangeefster geld naar [verdachte] moest komen brengen terwijl zij in een hotelkamer in een bubbelbad zat met een klant in het Theaterhotel in Almelo. [78]
Uit onderzoek naar de bankrekening van [medeverdachte 1] in de periode van 16 oktober 2015 tot en met 8 augustus 2016 blijkt dat er geen inkomsten uit arbeid zijn, geen uitgaven voor huur/hypotheek, energie en telefoonkosten zijn gedaan en slechts € 13,42 aan kosten is besteed voor uitgaven levensonderhoud. Wel zijn er uitgaven gedaan voor benzine, parkeren en openbaar vervoer. [79]
Uit onderzoek naar de bankrekening van [verdachte] in de periode van 16 oktober 2015 tot en met 8 augustus 2016 blijkt dat er geen duidelijke inkomsten uit legale arbeid zijn, geen uitgaven voor huur/hypotheek, energie en telefoonkosten zijn gedaan en wel uitgaven werden gedaan voor levensonderhoud. [80]
Uit onderzoek naar het vermogen en inkomen van [medeverdachte 2] blijkt dat hij in 2015, 2016 en 2017 geen bekende looninkomsten had, er geen omzet gegevens bekend zijn van de onderneming [bedrijf 2] en hij geen uitkeringen ontving. [81]
Tussenconclusie
Gelet op het voorgaande concludeert de rechtbank dat zowel [medeverdachte 1] als [verdachte] en [medeverdachte 2] opzettelijk voordeel hebben getrokken uit het sekswerk van [slachtoffer] en dat zij samen [slachtoffer] hebben bewogen hen te bevoordelen uit de opbrengst van het sekswerk. Op de momenten dat [medeverdachte 1] het geld niet van aangeefster kon aannemen, dan deden [verdachte] of [medeverdachte 2] dat. Niet is gebleken dat [medeverdachte 1] , [verdachte] en [medeverdachte 2] een (andere en/of) legale bron van inkomsten hebben gehad in de jaren 2015 t/m 2017.
Oogmerk van uitbuiting
Om tot een bewezenverklaring te komen van sub 1, geldt dat verdachte het oogmerk moet hebben gehad van uitbuiting. Ten aanzien van sub 4, 6 en 9 geldt dat sprake moet zijn geweest van gedragingen begaan onder omstandigheden waarbij uitbuiting kan worden verondersteld. Het bestanddeel (oogmerk van) uitbuiting is in de wet niet gedefinieerd, anders dan door de opsomming van een aantal vormen van uitbuiting in lid 2, waaronder uitbuiting van een ander in de prostitutie. De vraag of – en zo ja, wanneer – sprake is van uitbuiting is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Dat de werkzaamheden van aangeefster later wellicht op basis van vrijwilligheid hebben plaatsgevonden doet hier niet aan af, nu in het geval van toepassing van dwangmiddelen eventuele vrijwilligheid of instemming niet in de weg kan staan aan een bewezenverklaring van uitbuiting. [82]
Mede gelet op de aard en duur en frequentie van de werkzaamheden, het (fysieke) geweld, de voortdurende aanwezigheid van verdachten en het innemen van haar identiteitsdocument en haar pinpas volgt dat het zelfbeschikkingsrecht van aangeefster door verdachten ernstig is ingeperkt.
De rechtbank is van oordeel dat bij verdachten sprake is geweest van een oogmerk van uitbuiting, gelet op de aard, de frequentie en de duur van de werkzaamheden die aangeefster van verdachten moest verrichten, de beperkingen die dit voor haar heeft gehad en het grote financiële voordeel dat verdachten hebben genoten, tegen de achtergrond dat zij in de tenlastegelegde periode niet over een legale inkomstenbron beschikten. Voorts kan uit de eerder genoemde bewijsmiddelen (onder kopje ‘
sub 6 en 9’) worden afgeleid dat verdachten het oogmerk hebben gehad om te profiteren van de prostitutie van aangeefster, zij haar daadwerkelijk hebben uitgebuit en daar ook voordeel uit hebben getrokken. Het handelen van verdachten was erop gericht dat aangeefster voor hen geld zou verdienen met prostitutiewerk.
Medeplegen
De kwalificatie medeplegen vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Dat vergt dat de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage aan het delict van de verdachte van voldoende gewicht is. De vraag of aan deze eis is voldaan, laat zich niet in algemene zin beantwoorden, maar vergt een beoordeling van het concrete geval.
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte [medeverdachte 1] aangeefster heeft geworven en hij vervolgens nauw betrokken was bij (onder andere) het maken van seksadvertenties en seksafspraken, het regelen van ontmoetingsplekken voor de seksafspraken, haar vervoerde van en naar de seksafspraken, haar instructies gaf met betrekking tot de sekswerkzaamheden en dat hij het door haar met prostitutiewerkzaamheden verdiende geld afpakte.
Verdachte [verdachte] was vanaf het begin betrokken bij de prostitutiewerkzaamheden van aangeefster, dat leidt de rechtbank onder meer af uit de verklaringen van aangeefster en het feit dat [verdachte] in de nacht van 25 op 26 april 2015 is aangehouden en hij op dat moment in het bezit was van de portemonnee van aangeefster. Daarnaast blijkt uit voornoemde bewijsmiddelen dat [verdachte] tijdens politiecontroles meerdere keren met aangeefster in de auto is aangetroffen, hij met zijn telefoonnummer seksadvertenties omhoog plaatste, hij haar instructies met betrekking tot sekswerkzaamheden gaf, hotelboekingen heeft gedaan waar de seksafspraken plaatsvonden en hij in deze hotels aanwezig was tijdens seksafspraken van aangeefster.
Verdachte [medeverdachte 2] is op 30 januari 2016 staande gehouden met aangeefster in zijn auto en aangeefster heeft verklaard dat [medeverdachte 2] haar wel eens naar seksafspraken bracht, wat wordt bevestigd door de politiecontroles waarbij [medeverdachte 2] samen met [medeverdachte 1] , [verdachte] en aangeefster aanwezig was in het voertuig. Daarnaast zijn er prostitutiewerkzaamheden verricht in de woning van de vader van [medeverdachte 2] aan de [adres 5] in Brunssum. [medeverdachte 2] is aangetroffen in de woning tijdens een doorzoeking en hij heeft met de vaste telefoonlijn van de [adres 6] in Lelystad contact gehad met [medeverdachte 1] vanuit de [verblijfplaats] over het bewerken van een seksadvertentie van aangeefster. Twee dagen na dit contact is de seksadvertentie van aangeefster bewerkt en in de detentieperiode van [medeverdachte 1] heeft hij € 12.000,- van aangeefster in ontvangst genomen, geld dat aangeefster had verdiend met prostitutiewerkzaamheden. Daarnaast heeft [medeverdachte 2] van [medeverdachte 1] instructies gehad om condooms te kopen omdat er een klant aan kwam.
De rechtbank leidt uit al het vorenstaande af dat bij alle verdachten sprake is van een significante bijdrage die van voldoende gewicht is om te kunnen spreken van medeplegen. De rechtbank acht daarmee voldoende wettig en overtuigend bewezen dat het feit in vereniging is gepleegd.
Voorwaardelijk verzoek
Tijdens de behandeling ter terechtzitting van 8 april 2024 heeft de verdediging het (voorwaardelijke) verzoek gedaan om verdachte [medeverdachte 1] als getuige te mogen ondervragen.
De officier van justitie heeft zich verzet tegen het horen van [medeverdachte 1] als getuige.
De rechtbank wijst het verzoek om [medeverdachte 1] als getuige te horen af en overweegt daartoe als volgt.
Op 30 januari 2023 is het verzoek om [medeverdachte 1] als getuige te horen toegewezen. De rechter-commissaris heeft daartoe handelingen verricht zoals blijkt uit zijn e-mail van 28 maart 2023. Het is de rechter-commissaris gebleken dat [medeverdachte 1] niet bereid is om naar Nederland te komen voor het getuigenverhoor, hij wenst geen adres, e-mail of telefoongegevens te delen (kennelijk om redenen van privacy), hij is slechts bereid schriftelijk te antwoorden op vragen die hem worden gesteld en Egypte geeft nog steeds geen verhoor aan rechtshulpverzoeken.
Zoals door de verdediging erkend ter terechtzitting is er in theorie geen enkel beletsel om [medeverdachte 1] te horen als getuige. Echter, niet is gebleken dat er verandering is gekomen in de houding van [medeverdachte 1] . Hier leidt de rechtbank uit af dat hij kennelijk niet wenst mee te werken om binnen aanvaardbare termijn als getuige te worden gehoord. Het schriftelijk horen als getuige ziet de rechtbank niet als reële mogelijkheid, nu in dat geval geen aanvullende vragen mogelijk zijn en de betrouwbaarheid niet kan worden getoetst. Vorenstaande betekent dat op dit moment de verwachting nog steeds is dat [medeverdachte 1] niet binnen aanvaardbare termijn als getuige kan worden gehoord, nu hij ondanks eerdere pogingen kennelijk niet wil meewerken aan een fysiek getuigenverhoor. Gelet daarop wordt het verzoek van de verdediging afgewezen.
Eindconclusie
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank voldoende wettig en overtuigend bewezen dat het ten laste gelegde feit in vereniging is gepleegd.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij in
of omstreeksde periode van 25 april 2015 tot en met 28 juni 2017 te Ede, Almelo, Heerlen
en
/ofelders in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ofmeer anderen
, althans alleen, een ander, genaamd [slachtoffer] ,
(telkens) met één of meer van de onder lid 1, sub 1° van artikel 273f Wetboek van Strafrecht
genoemde dwangmiddelen, te weten door dwang en
/ofgeweld en
/ofeen andere feitelijkheid
en
/ofdreiging met geweld of een andere feitelijkheid en
/ofdoor afpersing en
/ofdoor misleiding,
door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en
/ofdoor misbruik
van een kwetsbare positie,
heeft geworven, vervoerd, overgebracht en
/ofgehuisvest met het oogmerk van uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 1), en
/of
heeft gedwongen of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) dan wel enige handeling heeft ondernomen waarvan hij, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)wist
(en
) of redelijkerwijs moest(en) vermoedendat die
[slachtoffer]zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard) (artikel 273f lid 1sub 4), en
/of
heeft gedwongen of bewogen hem, verdachte, en
/ofzijn mededader
(s
)te bevoordelen uit de opbrengst van seksuele handelingen van die
[slachtoffer]met of voor een derde tegen betaling (artikel 273f lid 1 sub 9),
en
/of(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van die
[slachtoffer](artikel 273f lid 1 sub 6),
waarbij voornoemde dwangmiddelen bestaan uit:
  • het aangaan van een liefdesrelatie met die
  • het (meermalen) mishandelen van die
  • het bedreigen van die
  • het (verbaal en
en
/ofhandelingen hebben verricht die bestaan of mede bestaan uit:
  • het aanmaken en
  • het maken van afspraken met (prostitutie)klant
  • het laten verblijven van die
  • het geven van instructies aan die
  • het boeken van hotelkamer
  • het brengen en
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
mensenhandel, terwijl de in artikel 273f, eerste lid onder 1º, 4º, 6º, en 9º van het Wetboek van Strafrecht omschreven feiten worden gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de persoon ten aanzien van wie de in artikel 273f, eerste lid onder 1º, 4º, 6º, en 9º van het Wetboek van Strafrecht worden gepleegd, een persoon is bij wie misbruik van een kwetsbare positie wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot
een gevangenisstraf voor de duur van 45 maanden. Daarnaast heeft de officier van justitie de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel op grond van artikel 38z Sr gevraagd.
De officier van justitie heeft ook de gevangenneming van verdachte gevorderd.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de overschrijding van de redelijke termijn en de persoonlijke omstandigheden. Voorts vindt de verdediging een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelet op de rol van verdachte niet passend. De vordering tot gevangenneming moet worden afgewezen, nu daar geen gegronde redenen voor aanwezig zijn.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met twee anderen schuldig gemaakt aan mensenhandel. Hij heeft samen met de medeverdachten een jonge kwetsbare vrouw in verschillende plaatsen in Nederland gedwongen in de prostitutie te werken en geprofiteerd van het door haar hiermee verdiende geld, dat van haar werd afgenomen. Verdachte heeft misbruik gemaakt van haar kwetsbare positie en haar op verschillende manieren onder druk gezet om in de prostitutie te werken. Zij moest gedurende een lange periode zeven dagen per week en meerdere keren per dag seks hebben met verschillende mannen, waarbij verdachte haar naar afspraken bracht, instructies gaf en het geld aannam.
Mensenhandel, waarbij iemand in de prostitutie wordt gebracht en gehouden, is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijk en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiters. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke feiten doorgaans lange tijd psychische gevolgen hiervan ondervinden. Door deze wijze van handelen heeft de verdachte bovendien een ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank rekent dit verdachte zeer zwaar aan.
De rechtbank houdt er in strafverzwarende zin rekening mee dat verdachte niet alleen heeft gehandeld, het slachtoffer onder gevaarlijke omstandigheden (onder andere seks zonder condoom en zij moest handelingen verrichten die zij niet wilde verrichten, waaronder anale seks) het prostitutiewerk moest doen en zij het verdiende geld aan verdachten moest afdragen. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de lange duur, de frequentie (zeven dagen per week en meerdere klanten per dag) en de intensiteit van het werk dat het slachtoffer voor verdachte moest verrichten. Bovenal had het slachtoffer niet de beschikking over haar identiteitsbewijs, waardoor zij moeilijk uit de situatie weg kon. Verdachte heeft het slachtoffer hiermee geïsoleerd.
Daartegenover houdt de rechtbank bij de strafoplegging rekening met overschrijding van de redelijke termijn. Als uitgangspunt heeft te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van een zaak, de invloed van de verdachte en zijn raadsman op het procesverloop en de wijze waarop de zaak door de bevoegde autoriteiten is behandeld.
De rechtbank overweegt met betrekking tot de aanvang van de redelijke termijn het volgende. De eerste daad van vervolging heeft plaatsgevonden op 1 december 2020, waarmee de redelijke termijn is aangevangen. De redelijke termijn is daarmee in aanzienlijke mate, te weten met meer dan een jaar, overschreden. Hoewel deze overschrijding deels aan de invloed van verdachte en zijn raadsmannen op het procesverloop is te wijten, is de rechtbank van oordeel dat deze overschrijding matiging van de op te leggen straf tot gevolg moet hebben.
Gelet op de ernst van het feit, is enkel een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf aangewezen. De rechtbank acht – in overeenstemming met de eis van de officier van justitie en met in achtneming van de overschrijding van de redelijke termijn – een gevangenisstraf voor de duur van 45 maanden passend en geboden.
De rechtbank zal de vordering tot gevangenneming afwijzen, nu zij hiervoor geen concrete aanleiding ziet.
De rechtbank zal daarnaast ook aan verdachte de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z Sr opleggen. Naar het oordeel van de rechtbank is de oplegging van deze maatregel in het belang van de algemene veiligheid van personen en daarnaast de bescherming van [slachtoffer] in het bijzonder.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [slachtoffer] heeft in verband met het feit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 330.047,15 aan materiële schade, bestaande uit de volgende posten:
  • gederfde inkomsten : € 327.001,11
  • last onder dwangsom voor illegale prostitutie : € 2.500,00
  • reiskosten en parkeerkosten : € 64,08
  • toekomstige kosten : € 481,96
en € 30.000,00 aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 mei 2021. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voorts heeft de officier van justitie verzocht dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken.
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, gelet op de bepleite vrijspraak.
Subsidiair verzoekt de verdediging de vordering niet-ontvankelijk te verklaren, omdat
deze vordering een onevenredige belasting voor het strafgeding oplevert.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden.
De rechtbank overweegt dat de schadeposten ‘gederfde inkomsten’ en ‘reis- en parkeerkosten’ voldoende zijn onderbouwd. De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij is gedwongen door verdachte en de medeverdachten om zich op deze wijze te prostitueren en het door haar verdiende geld aan hen af te geven. Zij moest zeven dagen per week beschikbaar zijn en minimaal € 500,00 per dag verdienen. Het gevorderde bedrag is een raming waarin ook rekening is gehouden met kosten voor onder meer huisvesting. Het gevorderde bedrag kan naar het oordeel van de rechtbank in ieder geval als reële opbrengst worden aangemerkt. De rechtbank verwerpt het verweer dat deze post dient te worden afgewezen, nu het gelden betreft die in nauw verband staan tot illegale activiteiten. Hiertoe verwijst de rechtbank naar het arrest van het EHRM van 28 november 2023 inzake Krachunova vs. Bulgarije (Application no. 8269/18) [83] .
Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk.
De rechtbank is van oordeel dat de overige schadeposten (de last onder dwangsom voor illegale prostitutie en de toekomstige kosten) onvoldoende zijn onderbouwd, zodat de benadeelde partij niet-ontvankelijk moet worden verklaard in deze schadeposten.
Gelet op vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat de vordering voor wat betreft de gederfde inkomsten en de reis- en parkeerkosten (tot een hoogte van € 327.065,19) kan worden toegewezen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Smartengeld
Het recht op vergoeding van immateriële schade als gevolg van onrechtmatig handelen ontstaat, gelet op artikel 6:106 BW, onder meer in geval van aantasting in de persoon door het oplopen van lichamelijk letsel, door schade in zijn eer of goede naam of op andere wijze.
De rechtbank is van oordeel dat uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat met de door verdachte en zijn mededaders gepleegde mensenhandel een ernstige inbreuk is gemaakt op de lichamelijke integriteit van de benadeelde partij, waardoor zij op andere wijze in haar persoon is aangetast.
Voor de toewijsbaarheid van een vordering gebaseerd op de aantasting van de persoon is volgens de Hoge Raad het uitgangspunt dat de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen en dat dit letsel moet bestaan uit een aan de hand van objectieve maatstaven vast te stellen psychische beschadiging, daaronder begrepen een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. De Hoge Raad heeft echter ook bepaald dat op dit uitganspunt uitzonderingen kunnen worden aanvaard in verband met de bijzondere ernst van de normschending en de gevolgen daarvan voor het slachtoffer. Hierbij valt met name te denken aan zedenzaken, waarin het strafbare feit een dusdanig ernstige inbreuk vormt op het zelfbeschikkingsrecht en de lichamelijke integriteit, dat dit op zichzelf als een aantasting van de persoon dient te worden beschouwd.
Naar het oordeel van de rechtbank is in de onderhavige zaak sprake van zo’n geval.
De seksuele uitbuiting bij dit kwetsbare slachtoffer kan op zichzelf beschouwd worden als een ernstige inbreuk op haar zelfbeschikkingsrecht en haar lichamelijke integriteit. Reeds daarom kan smartengeld worden toegewezen. Het vaststellen van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld is dan voor de vergoeding van smartengeld niet nodig. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de lange periode waarover de feiten hebben plaatsgevonden. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 30.000,00 vaststellen.
Ten aanzien van de wettelijke rente sluit de rechtbank aan bij het ter terechtzitting gedane verzoek van de advocaat van de benadeelde partij in deze, zodat verdachte vanaf 25 mei 2021 wettelijke rente over het toegewezen bedrag is verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
De rechtbank overweegt dat verdachte en zijn medeverdachten ieder voor het hele schadebedrag (hoofdelijk) kunnen worden aangesproken. Verdachte hoeft niet meer te betalen indien en voor zover zijn medeverdachten de schade hebben vergoed.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en maatregel is gegrond op de artikelen 36f, 38z, 273f van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
  • veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot veroordeelt verdachte tot een
  • legt een
  • wijst af de vordering gevangenneming;
De vordering van de benadeelde partij
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 357.065,19 aan materiële schade en aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 25 mei 2021 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 365 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
 bepaalt dat als de medeverdachten (een deel van) het schadebedrag betalen dat bedrag op de betalingsverplichting van verdachte in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door m. F.E. Venema (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. Y. van Wezel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 mei 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel (ON), opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015204856, onderzoeksnummer ONRCC15025 JEKER, gesloten op 24 februari 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Overzicht van alle tapgesprekken, p. 76 t/m p 134.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 426.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 474; proces-verbaal van verhoor getuige, p. 263.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 474; proces-verbaal aantreffen advertentie [naam 6] 21, p. 345; proces-verbaal van bevindingen, p. 311.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 563.
7.Proces-verbaal stemvergelijking [slachtoffer] , p. 492, met bijlagen; proces-verbaal stemvergelijking F. van de Velden, p. 514, met bijlagen; proces-verbaal stemvergelijking [medeverdachte 1] , p. 563, met bijlagen; proces-verbaal stemvergelijking [medeverdachte 2] , p. 618, met bijlagen.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 612-617; proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 144.
9.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 144-146; proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 154-156; proces-verbaal van bevindingen, p. 633-641; proces-verbaal van verhoor aangeefster rechter-commissaris, d.d. 22 november 2022.
10.Proces-verbaal verhoor aangeefster, p. 161-163.
11.Mutatierapport d.d. 13 januari 2021, PL0600-2015204856-1 aanvullend procesdossier d.d. 25 januari 2023.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 497-499.
13.Mutatierapport d.d. 13 augustus 2015, PL2300-2015148447-1 aanvullend procesdossier d.d. 25 januari 2023
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 373.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 354-355.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 349.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 415.
18.Mutatierapport d.d. 13 januari 2016, PL0900-2016008456-1 aanvullend procesdossier d.d. 25 januari 2023.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 660-663.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 350-351.
21.Proces-verbaal van aangifte, p. 141-149.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 391-413.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 411.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 412.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 412.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 503-505 (met bijlagen, p. 506-509); proces-verbaal van bevindingen, p. 510-511.
27.Proces-verbaal van bevindingen, PL0900-2016270923-3 aanvullend procesdossier d.d. 25 januari 2023.
28.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 144; proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 154-157; proces-verbaal van bevindingen, p. 633-641.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 636-641.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 391-413.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 443-450
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 525-528.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 602-609.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 529-530.
35.Tapgesprek TS012, sessienummer 11, p. 110-113.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 574-575 (met bijlagen, p. 576-591).
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 592-595.
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 596-601.
39.Tapgesprek TS015, sessienummer 381, p. 125.
40.Proces-verbaal verstrekking gevorderde gegevens, p. 378 (met bijlage, p. 386).
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 497-499.
42.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 277-281.
43.Proces-verbaal van bevindingen, p. 322-323 (met bijlagen, p. 324-330); proces-verbaal van verhoor getuige, p. 283-289.
44.Proces-verbaal van bevindingen, p. 558-560.
45.Proces-verbaal van bevindingen, p. 356-359 (met bijlagen, p. 360-366).
46.Proces-verbaal van bevindingen, p. 352-353.
47.Proces-verbaal van bevindingen, p. 373-376.
48.Proces-verbaal van bevindingen, p. 369-372; proces-verbaal van verhoor getuige, p. 268-270; proces-verbaal van verhoor getuige, p. 265-267.
49.Proces-verbaal van bevindingen, p. 393.
50.Proces-verbaal van bevindingen, p. 476-477.
51.Proces-verbaal van bevindingen, p. 393-394.
52.Proces-verbaal van bevindingen, p. 483-485.
53.Proces-verbaal van bevindingen, p. 483-485.
54.Tapgesprek TS014, sessienummers 1731, 1864, 1866, 1955, 1969, 1972, 1974, 1976, 2266, 2269, p. 94-97.
55.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 160, proces-verbaal van bevindingen, p. 138, proces-verbaal van aangifte, p. 146.
56.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 140; proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 143.
57.Proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 143.
58.Proces-verbaal van aangifte, p. 143.
59.Proces-verbaal van aangifte, p. 149; proces-verbaal van verhoor aangeefster, p. 158-164.
60.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 271-275.
61.Proces-verbaal van bevindingen, p. 320-321.
62.Proces-verbaal van bevindingen, p. 471-472.
63.Proces-verbaal van bevindingen, p. 539 (met bijlagen, p. 540-552).
64.Tapgesprek TS005, sessienummer 495, p. 81.
65.Proces-verbaal stemvergelijking [medeverdachte 1] p. 563 (met bijlagen).
66.Proces-verbaal van bevindingen, p. 438.
67.Proces-verbaal van bevindingen, p. 634-635.
68.Tapgesprek TS005, sessienummer 1123, p. 86-87
69.Tapgesprek TS020, sessienummers 3423, 3425, 3424, 3428, 3438, 3444, 3459, p. 130-134.
70.Proces-verbaal van bevindingen, p. 488.
71.Proces-verbaal van bevindingen, p. 489.
72.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 138-140; proces-verbaal van aangifte, p. 141-149.
73.Tapgesprek TS012, sessienummer 175, p. 122-123.
74.Proces-verbaal van bevindingen, p. 399-400.
75.Tapgesprek TS006, sessienummers 8887, 8889, 8914, 8927, 8940, 8941, 8947, p. 103- 105 .
76.Tapgesprek TS012, sessienummer 175, p. 123.
77.Tapgesprek TS012, sessienummer 11, p. 113.
78.Proces-verbaal van bevindingen, p. 393-394.
79.Proces-verbaal van bevindingen, p. 654-655.
80.Proces-verbaal van bevindingen, p. 652-653.
81.Proces-verbaal van bevindingen, p. 698-699.
82.Hoge Raad van 27 oktober 2009, ECLI:NL:HR:2009:BI7099.
83.EHRM 28 november 2023, ECLI:CE:ECHR:2023:1128JUD001826918 (