ECLI:NL:RBGEL:2024:2976

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
13 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
05.304595.20.ontneming
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel in een mensenhandelzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 13 mei 2024 uitspraak gedaan in een ontbindingsprocedure met betrekking tot wederrechtelijk verkregen voordeel. De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel, zoals bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, wordt geschat. Dit voordeel werd door de officier van justitie geschat op € 232.001,00, gebaseerd op een rapport van 2 februari 2021. Dit rapport stelde vast dat de veroordeelde en medeveroordeelden gezamenlijk dit bedrag hadden verkregen uit de prostitutieverdiensten van een slachtoffer over de periode van 31 mei 2015 tot en met 17 april 2017.

De rechtbank heeft de zaak op een openbare terechtzitting behandeld, waarbij de raadsmannen van de veroordeelde aanwezig waren. De officier van justitie heeft ter zitting volhard bij de vordering en verzocht om hoofdelijkheid in de aansprakelijkheid voor het wederrechtelijk verkregen voordeel. De verdediging heeft betoogd dat de vordering volledig afgewezen moet worden, verwijzend naar de vrijspraak in de hoofdzaak.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen en heeft de berekeningen uit het rapport van de politie overgenomen. De rechtbank kwam tot de conclusie dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 232.001,00 bedraagt, en legde de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat. Tevens werd bepaald dat de veroordeelde kan worden gegijzeld gedurende maximaal 1080 dagen indien hij zijn betalingsverplichting niet nakomt. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Tegenspraak
Parketnummer : 05-304595-20 (ontneming)
Datum uitspraak : 13 mei 2024
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[veroordeelde],
geboren op [geboortedatum] 1992 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres 1] , [postcode] in [woonplaats] .
Raadsmannen: mr. J.W.D. Roozemond, advocaat in Utrecht en mr. J.J.J. Zwaan, advocaat in Utrecht.

1.De inhoud van de vordering

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, welk voordeel door de officier van justitie is geschat op € 232.001,00. Daarbij heeft de officier van justitie zich gebaseerd op het rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel van 2 februari 2021.
Uit voornoemd rapport volgt dat het bedrag van € 232.001,00 het geschatte voordeel is dat veroordeelde en medeveroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] volgens berekening door de politie gezamenlijk in totaal hebben verkregen uit de prostitutieverdiensten van [slachtoffer] over de periode van 31 mei 2015 tot en met 17 april 2017.

2.De procedure

De zaak is op een openbare terechtzitting onderzocht en inhoudelijk behandeld in aanwezigheid van de raadsmannen van veroordeelde.
De officier van justitie heeft ter zitting gepersisteerd bij de vordering en verzocht om veroordeelde en medeveroordeelden [medeveroordeelde 1] en [medeveroordeelde 2] hoofdelijk aansprakelijk te stellen voor het wederrechtelijk verkregen voordeel van € 232.001,00.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering volledig moet worden afgewezen onder verwijzing naar de bepleite vrijspraak in de hoofdzaak.

3.De beoordeling van de vordering

De rechtbank heeft kennisgenomen van het op 13 mei 2024 tegen veroordeelde gewezen vonnis waarbij veroordeelde ter zake van het medeplegen van mensenhandel is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 56 maanden.
Op basis van artikel 36e, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) kan een geldbedrag worden ontnomen van een persoon die voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van het strafbaar feit waarvoor hij veroordeeld is of andere strafbare feiten, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de veroordeelde zijn begaan.
Op basis van de in het vonnis van 13 mei 2024 opgenomen bewijsmiddelen [1] en de behandeling van de vordering ter terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat aannemelijk is dat veroordeelde uit het bewezenverklaarde handelen wederrechtelijk voordeel heeft verkregen.
Bij de beoordeling van de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel neemt de rechtbank als uitgangspunt de berekeningen in het rapport van de politie Eenheid Oost-Nederland, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel (ON) van 2 februari 2021. [2]
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
Periode
In het vonnis heeft de rechtbank vastgesteld dat [slachtoffer] in de periode van 25 april 2015 tot en met 28 juni 2017 prostitutiewerkzaamheden heeft verricht voor veroordeelde. Bij de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel zal de rechtbank uitgaan van een kortere periode waarin veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen uit de prostitutiewerkzaamheden van [slachtoffer] , te weten de periode van 31 mei 2015 tot en met 17 april 2027 zoals gebruikt bij de berekeningen in het eerdergenoemde rapport van 2 februari 2021.
Verder is bij deze berekeningen uitgegaan van 491 gewerkte dagen en een 5-daagse werkweek.
De rechtbank neemt dit over uit het rapport.
Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel
[slachtoffer] heeft verklaard dat zij minimaal € 500,00 per dag moest verdienen, wat wordt bevestigd door informatie uit de tapgesprekken.
De rechtbank stelt de verdiensten uit prostitutie van [slachtoffer] over de periode van 31 mei 2015 tot en met 17 april 2017 aldus vast op: 491 x € 500,00 = € 245.500,00. [slachtoffer] heeft verklaard dat zij al het door haar verdiende geld moest afstaan aan veroordeelden. Dit betekent dat veroordeelden over bovengenoemde periode gezamenlijk een bedrag van
€ 245.500,00 hebben verkregen uit de prostitutieverdiensten van [slachtoffer] .
Daarnaast komt uit het dossier naar voren dat veroordeelden in bovenstaande periode in diverse hotels zijn geweest. Van enkele hotels zijn facturen aanwezig. Van hotels waar geen factuur van aanwezig is uitgegaan van een kamerhuur van 75 euro per dag. Dit is een reële prijs voor de huur van een hotelkamer exclusief ontbijt. De vervoersbewegingen naar de hotels en tussen de hotels onderling zijn ook in aftrek genomen (0,18 eurocent per km). Ook heeft [slachtoffer] verklaard dat zij tijdens haar ongesteldheid moest doorwerken en daarvoor babydoekjes moest gebruiken. Die kosten en de kosten voor condooms zijn ook afgetrokken. Omdat niet duidelijk is hoeveel klanten ze met condoom heeft gehad (en er wel wordt geadverteerd dat zij ook zonder condoom seksuele diensten heeft verleend) is er uitgegaan van de helft met en de helft zonder. [slachtoffer] heeft verklaard dat ze 20 euro beltegoed per dag kreeg. Aangenomen wordt dat die 20 euro per dag is gebruikt voor omhoog plaatsen van advertenties en contact met klanten. Het totale beltegoed is derhalve in aftrek genomen.
Het voorgaande leidt tot de volgende berekening:
Kosten hotels
12- 10-2015
Golden Tulip Heerlen
€ 75,00
13- 10-2015
Golden Tulip Heerlen
€ 75,00
14- 10-2015
Hotel NH Maastricht
€ 75,00
15- 10-2015
Hotel Amrath Maastricht
€ 75,00
16- 10-2015
Hotel Maastricht
€ 75,00
17- 10-2015
Hotel Maastricht
€ 75,00
18- 10-2015
Van der Valk Eindhoven
€ 75,00
19- 10-2015
City Hotel Tilburg
€ 75,00
20- 10-2015
Hotel Het Wapen Spoorlaan Tilburg
€ 75,00
21- 10-2015
Kerkstraat 56 Eurohotel Den Bosch
€ 75,00
22- 10-2015
Campanile Goudsbloemvallei Den Bosch
€ 75,00
23- 10-2015
Campanile in Den Bosch
€ 75,00
24- 10-2015
Campanile Goudsbloemvallei Den Bosch
€ 75,00
25- 10-2015
Hotel Campanile Gorinchem
€ 75,00
26- 10-2015
Best Western Hotel Gouda
€ 92,50
27- 10-2015
Best Western Hotel Gouda
€ 99,50
28- 10-2015
Best Western Hotel Gouda
€ 209,50
29- 10-2015
Hotel Campanile A’dam ZO
€ 75,00
30- 10-2015
Hotel Geshwinlaan Hotel Plaza A'dam ZO
€ 75,00
31- 10-2015
Hotel Kooystraat 30 Bastion A'dam
€ 75,00
01- 11-2015
Hotel Gaasperplas Weesp
€ 75,00
02- 11-2015
Hotel Wibautstraat Volkshotel A'dam
€ 75,00
03- 11-2015
Hotel Amrath Hilversum
€ 75,00
04- 11-2015
Hotel Ravel Hilversum
€ 75,00
05- 11-2015
Bastionhotel Bussum
€ 75,00
06- 11-2015
Hotel Van der Valk Houten
€ 75,00
07- 11-2015
Van der Valk Vianen
€ 75,00
08- 11-2015
Van der Valk Vianen
€ 75,00
09- 11-2015
Hotel Midland Utrecht
€ 75,00
Totaal € 2.351,50
Kosten vervoer
17- 07-2015
Ede/Theaterhotel Almelo
€ 36,36
29-07-2015
[adres 2] Ede/ [adres 3] Brunssum
€ 31,86
11-10-2015
[adres 3] Brunssum/Golden Tulip Heerlen
€ 2,358
13- 10-2015
Golden Tulip Heerlen/Hotel NH Maastricht
€ 5,4
14- 10-2015
Hotel NH Maastricht/Hotel Amrath
€ 0,486
15- 10-2015
Hotel Amrath/Hotel Maastricht
€ 0,63
18- 10-2015
Hotel Maastricht/Van der Valk Eindhoven
€ 14,832
19- 10-2015
Van der Valk Eindhoven/City Hotel Tilburg
€ 7,2
20- 10-2015
City Hotel Tilburg/Het Wapen Tilburg
€ 0,108
21- 10-2015
Het Wapen Tilburg/Eurohotel Den Bosch
€ 7,164
22- 10-2015
Eurohotel Den Bosch/Campanile Den Bosch
€ 0,792
25- 10-2015
Campanile Den Bosch/Campanile Gorinchem
€ 25,38
26- 10-2015
Campanile Gorinchem/Best Western Gouda
€ 10,71
29- 10-2015
Best Western Gouda/Campanile A'dam
€ 11,754
30- 10-2015
Campanile A'dam/Hotel Plaza A'dam
€ 2,628
31 -10-2015
Hotel Plaza A'dam/Bastion A'dam
€ 1,188
01- 11-2015
Bastion A'dam/Gaasperplas Weesp
€ 1,278
02- 11-2015
Gaasperplas Weesp/Volkshotel A'dam
€ 1,494
03- 11-2015
Volkshotel A'dam/Amrath Hilversum
€ 6,804
04- 11-2015
Amrath Hilversum/Ravel Hilversum
€ 0,09
05- 11-2015
Ravel Hilversum/Bastionhotel Bussum
€ 1,278
06- 11 -2015
Bastionhotel Bussum/Van der Valk Houten
€ 6,444
07- 11 -2015
Van der Valk Houten/Van der Valk Vianen
€ 1,62
09-11-2015
Van der Valk Vianen/Hotel Midland Utrecht
€ 3,222
Totaal € 177,858
Kosten condooms (€ 0,89 euro per stuk)
Klanten (ca. 5 à € 100,00 per dag) = 2.455 stuks
Schatting helft met condoom = 1227 stuks
€ 0,89 x 1227 = € 1092,03
Totaal € 1.092,03
Kosten babydoekjes in week ongesteldheid = 1 pak doekjes per maand.
23 maanden x € 2,50 per pak = € 57,50
Totaal € 57,5
Kosten advertentie
€ 20,00 euro beltegoed per dag = € 9.820,00
Totaal kosten € 9.820,00
Totalen
Totaal inkomsten € 245.500,00
Totaal kosten € 13.498,89
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 232.001,11
Het wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt op basis van het vorenstaande:
Opbrengst € 245.500,00
Kosten € 13.498,89 (af)
Wederrechtelijk verkregen voordeel € 232.001,00 (afgerond op hele euro’s)
Op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen tot een bedrag van € 232.001,00 en zal hem veroordelen tot betaling van dit bedrag aan de Staat.
De rechtbank zal bepalen dat veroordeelde kan worden gegijzeld gedurende een periode van maximaal 1080 dagen indien hij zijn betalingsverplichting niet nakomt.
Hoofdelijkheid
Gelet op de in het hiervoor genoemde vonnis opgenomen rolverdeling tussen veroordeelde en de medeveroordeelden, zal de rechtbank het bedrag hoofdelijk opleggen.

4.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

5.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 232.001,00;
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van dit bedrag;
- bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering op 1080 dagen.
Aldus gegeven door m. F.E. Venema (voorzitter), mr. Y.H.M. Marijs en mr. Y. van Wezel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.F. Brouwer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 13 mei 2024.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, Team Migratiecriminaliteit en Mensenhandel (ON), opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2015204856, onderzoeksnummer ONRCC15025 JEKER, gesloten op 24 februari 2021 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Rapport berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per delict d.d. 2 februari 2021, p. 1 t/m 14 (met bijlagen).