ECLI:NL:RBGEL:2024:2968

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
17 mei 2024
Publicatiedatum
21 mei 2024
Zaaknummer
05-199281-23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor veertien strafbare feiten, waaronder diefstal en mishandeling van ambtenaren

Op 17 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan veertien strafbare feiten, waaronder diefstal, vernieling en mishandeling van ambtenaren. De verdachte, geboren in 2002, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan acht maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. De rechtbank legde ook bijzondere voorwaarden op, waaronder opname in een zorginstelling en een meldplicht bij de reclassering. De feiten vonden plaats in de periode van augustus 2023 tot en met februari 2024 en betroffen onder andere geweld tegen personen en belediging van ambtenaren tijdens de uitoefening van hun functie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, die onder invloed van alcohol handelde, veel overlast en schade heeft veroorzaakt en dat zijn gedrag niet acceptabel is. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn kwetsbaarheid en eerdere veroordelingen voor soortgelijke misdrijven. De officier van justitie had gevorderd dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf, en de rechtbank volgde dit advies, maar met inachtneming van de noodzaak voor behandeling en begeleiding van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummers: 05/199281-23; 05/204136-23; 05/207653-23; 08/058111-20 (tul); 05/006521-
24; 05/050946-23 (tul); 05/201327-23; 05/205949-23; 05/207187-23; 05/308468-23; 05/037339-24; 05/040617-24 (gev. ttz)
Datum uitspraak : 17 mei 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2002 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven [adres 1] .
raadsman: mr. H.O. den Otter, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 3 mei 2024.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van parketnummer 05-199281-23:
hij op of omstreeks 8 augustus 2023 te Arnhem opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere ruiten en/of een salontafel, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 1] en/of [naam 2] en/of [naam 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 05-204136-23:
hij op of omstreeks 15 augustus 2023 te Arnhem een broek, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 4] (gelegen aan [adres 2] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 15 augustus 2023 te Arnhem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een broek, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 4] (gelegen aan [adres 2] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
- de broek in de paskamer heeft aangetrokken,
- het prijskaartje en/of het label van de broek heeft verwijderd en/of
- de paskamer te verlaten en/of daarbij het prijskaartje en/of het label in de paskamer achter te laten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 05-207653-23:
hij op of omstreeks 19 augustus 2023 te Doetinchem, althans in Nederland, een of meer winkelgoed(eren), te weten blik(ken) bier, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de [naam 5] ), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [naam 6] en/of [naam 7] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- voornoemde [naam 6] (met kracht) in/op/tegen het gezicht en/of hoofd te slaan/stompen, en/of
- voornoemde [naam 6] te bedreigen met de woorden: "Ik neuk jouw hele kankerfamilie en als je dadelijk buiten komt, dan word jij helemaal in elkaar geslagen. Buiten word jij opgewacht en dan word je in elkaar geslagen.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en/of
- voornoemde [naam 6] in het gezicht te bespugen, en/of
- wild om zich heen te slaan/stompen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 augustus 2023 te Doetinchem, althans in Nederland, [naam 6] heeft mishandeld door voornoemde [naam 6] (met kracht)
- in/op/tegen het gezicht en/of hoofd te slaan/stompen, en/of
- [naam 6] in het gezicht te bespugen ten gevolge waarvan verdachte een hevige onlust veroorzakende gewaarwording in of aan het lichaam van die [naam 6] teweeg heeft gebracht.
Ten aanzien van parketnummer 05-201327-23:
hij op of omstreeks 12 augustus 2023 te Arnhem opzettelijk en wederrechtelijk een autorruit (Toyota Aygo, [kenteken] ) , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 8] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 05-205949-23:
hij op of omstreeks 16 augustus 2023 te Arnhem, opzettelijk een of meerdere ambtena(a)r(en), te weten [naam 9] , aspirant bij de Eenheid Oost-Nederland, en/of [naam 10] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland, gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hen de woorden toe te voegen: "Kanker wout" en/of "Kankermongool", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking;
Ten aanzien van parketnummer 05-207187-23:
hij op of omstreeks 17 augustus 2023 te Gaanderen, althans in Nederland, opzettelijk een of meer ambtena(a)r(en), te weten [naam 11] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland) en/of [naam 12] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar/hun bediening, in zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door hem/haar/hen de woorden toe te voegen: 'jullie zijn kankermongolen', 'kankerwouten' en/of 'ik neuk jullie moeder', althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking.
Ten aanzien van parketnummer 05-308468-23:
1.
hij op of omstreeks 20 november 2023 te Winterswijk, een ambtenaar, [naam 13] (brigadier Politie Eenheid Oost-Nederland), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door die [naam 13] een of meerdere malen
in/op/tegen het gezicht, althans het hoofd, te slaan en/of te stompen;
2.
hij op of omstreeks 20 november 2023 te Winterswijk opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 14] (buitengewoon opsporingsamtenaar Arriva), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die Gerritsen een of meerdere malen in/op/tegen het gezicht te spugen;
3.
hij op of omstreeks 20 november 2023 te Winterswijk opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 13] (brigadier Politie Eenheid Oost-Nederland), gedurende of ter zake van de rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in zijn/haar tegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die [naam 13] een of meerdere malen in/op/tegen het
gezicht te spugen;
4.
hij op of omstreeks 20 november 2023 te Winterswijk, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam 13] (brigadier Politie Eenheid Oost-Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter
aanhouding van verdachte door
- zich een of meerdere malen los te rukken en/of los te maken uit de greep van voornoemde ambtenaar, en/of
- zich een of meerdere malen in tegengestelde richting te bewegen dan voornoemde ambtenaar hem trachtte te bewegen.
Ten aanzien van parketnummer 05-006521-24:
1.
hij op of omstreeks 7 januari 2024 te Doetinchem [naam 15] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door tegen voornoemde [naam 15] dreigend te zeggen dat hij, verdachte, een mes in de hersenen van voornoemde [naam 15] zou steken en/of door hem de woorden toe te voegen "Ik steek je lek", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 7 januari 2024 te Doetinchem [naam 15] heeft mishandeld door voornoemde [naam 15] in/op/tegen de nek, althans op/tegen het lichaam, te slaan en/of te stompen.
Ten aanzien van parketnummer 05/037339-24:
hij op of omstreeks 31 januari 2024 te Duiven, een ambtenaar, [naam 16] (buitengewoon opsporingsambtenaar), gedurende en/of terzake van de rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door tegen het gezicht te slaan en/of aan de haren te trekken;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 31 januari 2024 te Duiven, zich met geweld en/of bedreiging met geweld, heeft verzet tegen een ambtenaar, te weten [naam 16] (buitengewoon opsporingsambtenaar), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van haar bediening, door tijdens zijn, verdachtes, aanhouding, door in het gezicht te slaan en/of te duwen en/of te trekken en/of aan het haar te trekken.
Ten aanzien van parketnummer 05/040617-24:
hij op of omstreeks 5 februari 2024 te Arnhem een blik bier, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam 17] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van parketnummer 05/204136-23 gevorderd dat verdachte wordt vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. Het subsidiair tenlastegelegde kan wettig en overtuigend bewezen worden. Ten aanzien van alle overige parketnummers heeft de officier van justitie gevorderd dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van parketnummer 05/204136-23 bepleit dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. Verder heeft de raadsman geen bewijsverweren gevoerd.
Ten aanzien van parketnummer 05-199281-23 [1]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 1] , p. 7;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 2] , p. 14-20;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, 37.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde vernielingen.
Ten aanzien van parketnummer 05-204136-23 [2] Het primair tenlastegelegde
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsman, van oordeel dat er geen wettig bewijs is voor de primair ten laste gelegde diefstal. De rechtbank zal verdachte daarom in zoverre vrij spreken.
Het subsidiair tenlastegelegde
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van aangifte namens [naam 4] p. 7-10;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 11;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 20-21;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de subsidiair ten laste gelegde poging tot diefstal.
Ten aanzien van parketnummer 05-207653-23 [3] Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 6] , p. 5-6;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 7] , p. 9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde diefstal, gevolgd met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren.
Ten aanzien van parketnummer 05-201327-23 [4] Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 8] , p. 8;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 40-42;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde vernieling.
Ten aanzien van parketnummer 05-205949-23 [5] Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aanhouding, p. 7-8;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 14-15;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde belediging van twee ambtenaren gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening.
Ten aanzien van parketnummer 05-207187-23 [6] Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 5-6;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 12;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde belediging van twee ambtenaren gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening.
Ten aanzien van parketnummer 05-308468-23 [7] Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 tot en met 4:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 13] , p. 6-7;
- het proces-verbaal van verhoor [naam 14] , p. 10;
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 14] , p. 15;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 33-34;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde mishandeling van een ambtenaar, gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, de ten laste gelegde beledigingen van [naam 14] en [naam 13] , gedurende de rechtmatige uitoefening van hun bediening en aan de ten laste gelegde wederspannigheid.
Ten aanzien van parketnummer 05-006521-24 [8] Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen ten aanzien van de feiten 1 en 2:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 15] , p. 5-6;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde bedreiging en mishandeling.
Ten aanzien van parketnummer 05/037339-24 [9] Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [naam 16] , p. 5-6;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 52-53;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de primair ten laste gelegde mishandeling van een ambtenaar, gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening.
Ten aanzien van parketnummer 05/040617-24 [10]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte namens [naam 17] , p. 6-9;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 mei 2024.
De rechtbank vindt op grond van bovenstaande bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
Ten aanzien van parketnummer 05-199281-23:
hij op
of omstreeks8 augustus 2023 te Arnhem opzettelijk en wederrechtelijk
een ofmeerdere ruiten en
/of een salontafel,
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [naam 1]
en/of [naam 2]
en/of [naam 3]
, in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 05-204136-23, subsidiair:
hij op
of omstreeks15 augustus 2023 te Arnhem ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om een broek,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [naam 4] (gelegen aan [adres 2] ),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)weg te nemen met het oogmerk om
deze broekzich wederrechtelijk toe te eigenen
- de broek in de paskamer heeft aangetrokken,
- het prijskaartje en
/ofhet label van de broek heeft verwijderd en
/of
- de paskamer te verlaten en
/ofdaarbij het prijskaartje en
/ofhet label in de paskamer achter te laten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Ten aanzien van parketnummer 05-207653-23, primair:
hij op
of omstreeks19 augustus 2023 te Doetinchem,
althans in Nederland, een ofmeer winkelgoed
(eren
), te weten blik
(ken
)bier,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan de [naam 5] ),
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n
)heeft weggenomen met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen, welke diefstal werd
voorafgegaan, vergezeld en/ofgevolgd van geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [naam 6]
en/of [naam 7], gepleegd met het oogmerk om
die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- voornoemde [naam 6]
(met kracht
) in/op/tegen het gezicht
en/of hoofdte slaan
/stompen, en
/of
- voornoemde [naam 6] te bedreigen met de woorden: “Ik neuk jouw hele kankerfamilie en als je dadelijk buiten komt, dan word jij helemaal in elkaar geslagen. Buiten word jij opgewacht en dan word je in elkaar geslagen.”
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, en
/of
- voornoemde [naam 6] in het gezicht te bespugen, en
/of
- wild om zich heen te slaan
/stompen.
Ten aanzien van parketnummer 05-201327-23:
hij op
of omstreeks12 augustus 2023 te Arnhem opzettelijk en wederrechtelijk een autoruit (Toyota Aygo, [kenteken] ) ,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [naam 8] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
Ten aanzien van parketnummer 05-205949-23:
hij op
of omstreeks16 augustus 2023 te Arnhem, opzettelijk
een ofmeerdere ambtena
(a)r
(en
), te weten [naam 9] , aspirant bij de Eenheid Oost-Nederland, en
/of[naam 10] , hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland, gedurende
of ter zake vande rechtmatige uitoefening van zijn/haar bediening, in
zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door
hem/haar/hen de woorden toe te voegen: “Kanker wout” en
/of“Kankermongool”
, althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking.
Ten aanzien van parketnummer 05-207187-23:
hij op
of omstreeks17 augustus 2023 te Gaanderen,
althans in Nederland,opzettelijk
een ofmeer ambtena
(a)r
(en
), te weten [naam 11] (hoofdagent bij de Eenheid Oost-Nederland) en
/of[naam 12] (brigadier bij de Eenheid Oost-Nederland), gedurende
of ter zake vande rechtmatige uitoefening van
zijn/haar/hun bediening, in
zijn/haar/hun tegenwoordigheid, mondeling heeft beledigd, door
hem/haar/hen de woorden toe te voegen: “jullie zijn kankermongolen”, “kankerwouten” en
/of“ik neuk jullie moeder”
, althans woorden van
gelijke beledigende aard en/of strekking.
Ten aanzien van parketnummer 05-308468-23:
1.
hij op
of omstreeks20 november 2023 te Winterswijk, een ambtenaar, [naam 13] (brigadier Politie Eenheid Oost-Nederland), gedurende
en/of terzake vande rechtmatige uitoefening van zijn bediening heeft mishandeld door die [naam 13]
een of meerdere malen
in/op/tegen het gezicht
, althans het hoofd,te slaan
en/of te stompen;
2.
hij op
of omstreeks20 november 2023 te Winterswijk opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 14] (buitengewoon opsporingsambtenaar Arriva), gedurende
of ter zake vande rechtmatige uitoefening van zijn
/haarbediening, in zijn
/haartegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die Gerritsen
een of meerdere malenin
/op/tegenhet gezicht te spugen;
3.
hij op
of omstreeks20 november 2023 te Winterswijk opzettelijk een ambtenaar, te weten [naam 13] (brigadier Politie Eenheid Oost-Nederland), gedurende
of ter zake vande rechtmatige uitoefening van zijn
/haarbediening, in zijn
/haartegenwoordigheid, door feitelijkheden, heeft beledigd, door die [naam 13]
een of meerdere malenin
/op/tegenhet gezicht te spugen;
4.
hij op
of omstreeks20 november 2023 te Winterswijk, zich met geweld
en/of bedreiging met geweld,heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam 13] (brigadier Politie Eenheid Oost-Nederland), werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter
aanhouding van verdachte door
- zich
een of meerdere malenlos te rukken en
/oflos te maken uit de greep van voornoemde ambtenaar, en
/of
- zich
een of meerdere malenin tegengestelde richting te bewegen dan voornoemde ambtenaar hem trachtte te bewegen.
Ten aanzien van parketnummer 05-006521-24:
1.
hij op
of omstreeks7 januari 2024 te Doetinchem [naam 15] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandeling, door tegen voornoemde [naam 15] dreigend te zeggen dat hij, verdachte, een mes in de hersenen van voornoemde [naam 15] zou steken en
/ofdoor hem de woorden toe te voegen “Ik steek je lek”
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
2.
hij op
of omstreeks7 januari 2024 te Doetinchem [naam 15] heeft mishandeld door voornoemde [naam 15]
in/op/tegen de nek
, althans op/tegen het lichaam,te slaan
en/of te stompen.
Ten aanzien van parketnummer 05/037339-24, primair:
hij op
of omstreeks31 januari 2024 te Duiven, een ambtenaar, [naam 16] (buitengewoon opsporingsambtenaar), gedurende
en/of terzake vande rechtmatige uitoefening van haar bediening heeft mishandeld door tegen het gezicht te slaan en
/ofaan de haren te trekken.
Ten aanzien van parketnummer 05/040617-24:
hij op
of omstreeks5 februari 2024 te Arnhem een blik bier,
in elk geval enig goed,dat
/die geheel of ten deleaan [naam 17] ,
in elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 05-199281-23:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van parketnummer 05-204136-23, subsidiair:
poging tot diefstal.
Ten aanzien van parketnummer 05-207653-23, primair:
diefstal, gevolgd van geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Ten aanzien van parketnummer 05-201327-23:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel aan een ander toebehoort, vernielen.
Ten aanzien van parketnummer 05-205949-23:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van parketnummer 05-207187-23:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van parketnummer 05-308468-23:
Feit 1:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Feit 2:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Feit 3:
eenvoudige belediging, terwijl de belediging wordt aangedaan aan een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van zijn bediening.
Feit 4:
wederspannigheid.
Ten aanzien van parketnummer 05-006521-24:
Feit 1:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
Feit 2:
mishandeling.
Ten aanzien van parketnummer 05/037339-24, primair:
mishandeling, terwijl het misdrijf wordt gepleegd tegen een ambtenaar gedurende de rechtmatige uitoefening van haar bediening.
Ten aanzien van parketnummer 05/040617-24:
diefstal.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 14 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, opname in een zorginstelling, ambulante behandeling bij Tactus of soortgelijke instelling, meewerken aan beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang, meewerken aan dagbesteding, meewerken aan schuldhulpverlening en meewerken aan middelencontrole. Bij de bijzondere voorwaarden dient ook opgenomen te worden dat vervoer vanuit detentie naar een zorginstelling gaat door middel van justitieel vervoer. De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd. Voorts vordert de officier van justitie de gevangenneming van verdachte bij vonnis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte zich kan vinden in de gestelde voorwaarden. Verdachte ontkomt niet aan een behandeling in een forensische kliniek, dat besef heeft hij. In de eis van de officier van justitie ziet de raadsman ruimte voor matiging. Verdachte is een kwetsbare jongen die last heeft van angstaanvallen en de ellende heeft weg willen drinken met alcohol. Het gaat nu de goede kant op met hem. Verzocht wordt daar rekening mee te houden bij het opleggen van de straf. De verdediging verzet zich tegen de vordering tot gevangenneming.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich, veelal onder invloed van (veel) alcohol, schuldig gemaakt aan in totaal veertien strafbare feiten in een periode van ongeveer zes maanden. Hij heeft daarmee veel overlast en schade veroorzaakt en heeft bijgedragen aan een gevoel van onveiligheid in de samenleving. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan verschillende vernielingen, diefstallen waarvan een gevolgd door geweld en aan een poging tot diefstal, waarmee hij ervan blijk heeft gegeven geen respect te hebben voor de eigendommen van anderen. Dergelijke feiten veroorzaken doorgaans niet alleen financiële schade, maar ook veel hinder en overlast voor de gedupeerden. Daarnaast heeft de verdachte meerdere personen, die bezig waren hun werk uit te oefenen, opzettelijk beledigd, bedreigd en mishandeld. Een aantal van hen heeft hij in het gezicht gespuugd en geslagen. Het optreden van verdachte getuigt van gebrek aan respect voor de betrokken personen. De rechtbank rekent dit verdachte zeer aan. Verdachte gedraagt zich onder invloed als een nogal irritant mannetje dat zich niets door anderen laat zeggen en bij het stellen van grenzen aan zijn gedrag, het geweld bepaald niet schuwt. Het wordt volgens de rechtbank hoog tijd dat dit gedrag stopt.
De persoon van verdachte
De rechtbank neemt bij de strafoplegging in aanmerking dat verdachte blijkens de justitiële documentatie van 18 april 2024 eerder onherroepelijk is veroordeeld voor soortgelijke misdrijven.
De reclassering heeft in het advies van 25 april 2024 het volgende opgenomen. Verdachte heeft een lange periode gekend met instabiliteit op het gebied van huisvesting, middelengebruik, een negatief sociaal netwerk, gebrek aan dagbesteding en inkomen. Door zijn sociale angst (en mogelijke trauma’s) gebruikt hij middelen waardoor zijn gedrag verandert en hij recidiveert in gewelds- en vernielingsdelicten. De laatste paar weken lijkt de situatie iets verbeterd, omdat betrokkene in de daklozenopvang van Iriszorg verblijft, afspraken nakomt en in contact is met zijn begeleider en voormalig pleegouders. Het is hem de afgelopen jaren niet gelukt langdurig verandering te brengen in zijn situatie, omdat hij dan toch weer van de radar verdwijnt, terugvalt in gebruik en beïnvloedbaar is. Er is vanuit toezicht bij de jeugdreclassering een opname bij Tactus geprobeerd, maar de opname werd binnen een paar dagen beëindigd. De mogelijkheden binnen de jeugdreclassering lijken uitgeput, ook al lijkt verdachte op sommige momenten inzicht te hebben in zijn eigen problematiek en heeft hij de wens tot verandering. De reclassering adviseert opname in een zorginstelling via het volwassenstrafrecht om verandering te brengen in de situatie van verdachte; hij moet de eerste tijd in een gesloten setting verkeren om te voorkomen dat hij weer wegloopt als de spanningen oplopen. Dit wordt ook door Tactus Verslavingszorg geadviseerd.
De reclassering adviseert het volwassenstrafrecht toe te passen. Bij het opleggen van een straf wordt geadviseerd tot het opleggen van de volgende bijzondere voorwaarden: meldplicht bij de reclassering, opname in de forensische verslavingskliniek Piet Roorda of een soortgelijke instelling voor de duur van een jaar, meewerken aan ambulante behandeling, verdachte verblijft in een instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan dagbesteding, schuldhulpverlening en middelencontrole. Het is de bedoeling dat verdiepingsdiagnostiek plaatsvindt in JJI de Hunnerberg in Nijmegen. Deze diagnostiek is noodzakelijk voor de indicatiestelling en plaatsing in de juiste kliniek. Door de vordering tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke jeugddetentie toe te wijzen voor de duur van vier maanden heeft de psycholoog voldoende tijd om dit uit te voeren.
Strafoplegging
Alles afwegend komt de rechtbank tot de volgende strafoplegging. Ten eerste heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan veertien strafbare feiten. Daarnaast vindt de rechtbank het van belang dat hij niet opnieuw de fout in gaat. Aan verdachte zijn eerder meerdere vrijheidsstraffen opgelegd. Ook een voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie heeft hem er niet van weerhouden om opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht. Gelet op het voorgaande en gelet op de afdoening in soortgelijke zaken acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden passend, waarvan acht voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, met aftrek van het voorarrest. Daaraan worden de bijzondere voorwaarden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering, namelijk een meldplicht bij de reclassering, opname in de forensische verslavingskliniek Piet Roorda of een soortgelijke instelling voor de duur van een jaar, aansluitend meewerken aan ambulante behandeling, verblijven in een instelling voor beschermd/begeleid wonen of maatschappelijke opvang en meewerken aan dagbesteding, schuldhulpverlening en middelencontrole. De rechtbank acht het van belang dat verdachte, na zijn detentie, met justitieel vervoer naar de forensische verslavingskliniek wordt gebracht en zal dat eveneens opnemen als bijzondere voorwaarde.
De officier van justitie heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden gevorderd. De rechtbank zal daartoe niet overgaan. Het is van belang dat bij betrokkene eerst verdiepingsdiagnostiek plaatsvindt voordat de opneming in een forensische verslavingskliniek plaatsvindt. Die spoedige voortgang van de verdiepingsdiagnostiek door GGZ Jan Arends is kennelijk mogelijk in JJI de Hunnerberg, binnen vier maanden. Het is maar zeer de vraag of dat in een andere PI net zo snel zou kunnen. Het is daarom van groot belang dat, zodra het vonnis onherroepelijk is, eerst de tenuitvoerlegging van vier maanden jeugddetentie zal plaatsvinden in JJI de Hunnerberg. Daarna kan de op te leggen gevangenisstraf worden tenuitvoergelegd, gevolgd door de klinische opname. Deze volgorde is volgens de rechtbank het meest gunstig voor een efficiënte, op voorkoming van recidive gerichte afstraffing en behandeling van verdachte. Artikel 1.4 Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen lijkt dit toe te staan, en zo nodig wordt de minister verzocht af te wijken van de gebruikelijke executievolgorde.
Dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden zou dit kunnen doorkruisen en zou ertoe kunnen leiden dat de bijzondere voorwaarden voor tenuitvoerlegging vatbaar worden, terwijl de verdiepingsdiagnostiek nog niet heeft plaatsgehad.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Gevangenneming
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 3 mei 2024 gevorderd dat de rechtbank de gevangenneming van verdachte zal bevelen. Het uitgangspunt is, en dat blijft het ook na de onderhavige veroordeling, dat een verdachte een eventueel hoger beroep in vrijheid mag afwachten. Verdachte verblijft al enkele maanden bij Iriszorg, is naar eigen zeggen sindsdien niet meer in aanraking gekomen met de politie (hetgeen de officier van justitie niet heeft betwist), is in contact met de begeleiders en is klaarblijkelijk serieus van plan de op te leggen straf te ondergaan, een wending te geven aan zijn leven en niet meer terug te keren naar het criminele pad. Dat zal hij nu dan ook moeten bewijzen. Onverwijlde vrijheidsbeneming is dan ook niet noodzakelijk. De rechtbank zal dus de vordering tot gevangenneming van verdachte afwijzen.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De raadsman heeft telkens verzocht bij de oplegging van een schadevergoedingsmaatregel af te zien van het opnemen van de gijzeling als dwangmiddel voor betaling van de schadevergoeding. Naar het oordeel van de rechter laat de wet die mogelijkheid echter niet open. Bij oplegging van de maatregel dient de rechter ook het daarbij passende maximale aantal dagen gijzeling te bepalen.
Ten aanzien van parketnummer 05/207653-23
De benadeelde partij [naam 6] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 650,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voor € 600,- kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige deel heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren.
De verdediging heeft verzocht het standpunt van de officier van justitie over te nemen.
Overweging van de rechtbank
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het slaan van benadeelde, de bedreiging en het in het gezicht spugen is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op een bedrag van € 400,- vaststellen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Verdachte is vanaf 19 augustus 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Ten aanzien van parketnummer 05/201327-23
De benadeelde partij [naam 8] heeft in verband met de vernieling van haar autoruit een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 834,37 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft verzocht het standpunt van de officier van justitie over te nemen.
Overweging van de rechtbank
Materiële schade
Uit het onderzoek ter terechtzitting is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van verdachte rechtstreeks schade heeft geleden. De schadeposten zijn (verder) voldoende onderbouwd en komen redelijk voor. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. Daarom is de rechtbank van oordeel dat de vordering wat betreft het herstellen van de achterruit van het voertuig tot een hoogte van
€ 834,37 kan worden toegewezen. Verdachte is vanaf 12 augustus 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Ten aanzien van parketnummer 05/308468-23
Vordering van [naam 14]
De benadeelde partij [naam 14] heeft in verband met feit 2 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 535,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij voor € 350,- kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige deel heeft de officier van justitie verzocht de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering te verklaren.
De verdediging heeft verzocht het standpunt van de officier van justitie over te nemen.
Overweging van de rechtbank
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het spugen in zijn gezicht is de benadeelde in de eer of goede naam aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op een bedrag van € 250,- vaststellen. De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Verdachte is vanaf 20 november 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Vordering van [naam 13]
De benadeelde partij [naam 13] heeft in verband met feit 1 en 3 een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 600,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft verzocht het standpunt van de officier van justitie over te nemen.
Overweging van de rechtbank
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het slaan en het spugen in zijn gezicht heeft de benadeelde immers lichamelijk letsel in de vorm van een beurs jukbeen en een pijnlijke onderlip opgelopen en is de benadeelde in de eer of goede naam aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op een bedrag van € 400,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Verdachte is vanaf 20 november 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Ten aanzien van parketnummer 05/037339-24
De benadeelde partij [naam 16] heeft een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 467,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft verzocht het standpunt van de officier van justitie over te nemen.
Overweging van de rechtbank
Immateriële schade
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door de mishandeling is de benadeelde partij op andere wijze in de persoon aangetast. Dit is aan verdachte toe te rekenen. De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit en de bedragen die Nederlandse rechters in vergelijkbare gevallen toewijzen. Naar maatstaven van billijkheid zal zij de immateriële schade op een bedrag van € 400,- vaststellen.
De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in de vordering.
Verdachte is vanaf 31 januari 2024 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
9. De vordering tot tenuitvoerlegging (parketnummer 08-058111-20 en 05-050946-23)
Parketnummer 05-050946-23
De rechtbank Gelderland heeft verdachte op 15 november 2023 veroordeeld tot een voorwaardelijke jeugddetentie voor de duur van 6 maanden. De officier van justitie vordert de tenuitvoerlegging van die straf. De raadsman heeft bepleit dat de vordering gedeeltelijk kan worden toegewezen, voor de duur van vier maanden. In die vier maanden kan de diagnostiek van verdachte plaatsvinden.
Oordeel van de rechtbank
Bewezen is dat verdachte zich binnen de proeftijd opnieuw schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. In het advies van de reclassering van 25 april 2024 wordt geadviseerd de tenuitvoerlegging gedeeltelijk toe te wijzen, zodat verdiepingsdiagnostiek kan plaatsvinden en de financieringsstromen vanuit de Jeugdwet en het volwassenenstrafrecht niet door elkaar lopen. De rechtbank neemt het advies over. De rechtbank ziet aanleiding te bevelen dat de straf gedeeltelijk ten uitvoer wordt gelegd, namelijk voor de duur van vier maanden, gelet op het plan van aanpak van de reclassering. De rechtbank is van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging voor het overige moet worden afgewezen.
Parketnummer 08/058111-20
De kinderrechter van de rechtbank Gelderland heeft verdachte op 20 juni 2022 veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren. De officier van justitie vordert dat de vordering tot tenuitvoerlegging van die straf wordt afgewezen. Verdachte is nu niet in staat om een taakstraf uit te voeren. De noodzaak voor toewijzing ontbreekt. De raadsman bepleit dat de vordering tot tenuitvoerlegging van deze straf wordt afgewezen.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de vordering tot tenuitvoerlegging moet worden afgewezen. Gelet op het plan van aanpak van de reclassering heeft de tenuitvoerlegging van de taakstraf geen toegevoegde waarde. De focus kan worden gelegd op de verdiepingsdiagnostiek en de behandeling van verdachte.

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57, 63, 180, 266, 267, 285, 300, 310, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder 05/204136-23 primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
  • stelt als bijzondere voorwaarden:
-
Meldplicht bij reclassering
Verdachte meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij de reclassering van het Leger des Heils op het adres: van Pallandtstraat 11 te Arnhem. Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
-
Opname in een zorginstelling
Verdachte laat zich opnemen bij forensische verslavingskliniek Piet Roorda (Tactus) te Zutphen of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte, zal na detentie met justitieel vervoer worden vervoerd naar de instelling waar de opname zal plaatsvinden.
Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid/beschermd wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt verdachte mee aan de indicatiestelling en plaatsing;
-
Ambulante behandeling
Verdachte werkt mee aan aansluitende ambulante behandeling bij Tactus of een soortgelijke instelling, zo lang als de reclassering noodzakelijk acht en volgt de instructies van zijn behandelaar;
-
Beschermd/Begeleid wonen of maatschappelijke opvang
Verdachte verblijft in een instelling als Zorgtrium, GGNET of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start direct na beëindiging van de opname in de zorginstelling. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld;
-
Dagbesteding
Verdachte spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk of onbetaald werk, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag;
-
Meewerken aan schuldhulpverlening
Verdachte werkt mee aan het aflossen van zijn/schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in zijn financiën en schulden;
-
Meewerken aan middelencontrole
Verdachte gebruikt in beginsel geen alcohol of drugs, tenzij de reclassering instemt met een gecontroleerd gebruik. Hij werkt mee aan controle van het gebruik van drugs en alcohol om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt gecontroleerd.
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 wijst af de vordering tot de dadelijke uitvoerbaarheid van de gestelde voorwaarden;
Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
Ten aanzien van 05/207653-23 [naam 6]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam 6] van € 400,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [naam 6] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [naam 6] , een bedrag te betalen van € 400,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 augustus 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 8 (acht) dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Ten aanzien van 05/201327-23 [naam 8]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam 8] van € 834,37 aan materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [naam 8] , een bedrag te betalen van € 834,37 aan materiële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 12 augustus 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 16 (zestien) dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Ten aanzien van 05/308468-23 [naam 14]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam 14] van € 250,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [naam 14] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [naam 14] , een bedrag te betalen van € 250,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 5 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Ten aanzien van 05/308468-23 [naam 13]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit onder nummer 1 en 3 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam 13] van € 400,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [naam 13] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [naam 13] , een bedrag te betalen van € 400,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 november 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 8 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Ten aanzien van 05/037339-24 [naam 16]
  • veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [naam 16] van € 400,- aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
 verklaart de benadeelde partij [naam 16] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot immateriële schade;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [naam 16] , een bedrag te betalen van € 400,- aan immateriële schade. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 31 januari 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 8 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Beslissing op de vorderingen tenuitvoerlegging
 beveelt de tenuitvoerlegging van een gedeelte van de op 15 november 2023 door de rechtbank Gelderland voorwaardelijk opgelegde straf, te weten
4 (vier) maanden jeugddetentie(parketnummer 05-050946-23);
 wijst de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de kinderrechter van 20 juni 2022 voorwaardelijk opgelegde werkstraf van 40 uren af (parketnummer 08-058111-20);
Beslissing op de vordering tot gevangenhouding
 wijst af de vordering tot gevangenneming.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J.H. Hovens, mr. M.E. Snijders en mr. J.H.B. Bemelmans, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S.A. Teger, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 17 mei 2024.
mr. J.H.B. Bemelmans is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 1] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023362280, gesloten op 9 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 2] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023372473, gesloten op 15 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
3.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023379320, gesloten op 21 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
4.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023367598, gesloten op 13 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
5.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 5] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023374962, gesloten op 21 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
6.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 6] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023376800, gesloten op 19 augustus 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
7.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 7] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2023537658, gesloten op 22 november 2023 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
8.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 8] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024011180, gesloten op 8 januari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
9.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 9] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024048758, gesloten op 4 februari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
10.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 10] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024056364, gesloten op 8 februari 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.