Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
[handelsnaam gedaagde]
1.De procedure
- de dagvaarding;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
1.214,00(1,0 punt × tarief € 1.214,00)
Rechtbank Gelderland
Op 15 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een verstekvonnis gewezen in de civiele zaak met zaaknummer C/05/434675 / HA ZA 24-209. In deze procedure was eiser, vertegenwoordigd door advocaten mr. E.T. van den Hout en mr. H.J. Steinvoort, in conflict met gedaagde, die niet verschenen was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gevorderde door eiser niet onrechtmatig of ongegrond is, met uitzondering van enkele punten die verder zijn toegelicht in de beoordeling.
De rechtbank heeft de gevorderde wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen vanaf de datum van dagvaarding, maar afgewezen voor eerdere data. De gevorderde wettelijke handelsrente voor een specifieke periode is niet toegewezen, omdat er geen bewijs was van een handelsovereenkomst. De rechtbank heeft ook de proceskosten aan de zijde van eiser begroot op € 2.676,38, inclusief dagvaarding en griffierecht.
In de beslissing heeft de rechtbank de overeenkomst ontbonden voor het gedeelte dat niet is geleverd of niet deugdelijk is uitgevoerd. Gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 86.716,60 aan eiser, vermeerderd met wettelijke rente, en € 1.987,02 aan buitengerechtelijke incassokosten. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten en de nakosten, met specifieke voorwaarden voor de betaling. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.