ECLI:NL:RBGEL:2024:2944

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
17 mei 2024
Zaaknummer
C/05/435966 / KG RK 24-416
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek van een rechter wegens mogelijke partijdigheid

Op 16 mei 2024 heeft de meervoudige verschoningskamer van de Rechtbank Gelderland in Arnhem een beslissing genomen op het verschoningsverzoek van mr. W.E. van Spanje, rechter in opleiding. De rechter diende het verzoek in op 15 mei 2024, omdat zij eerder werkzaam was bij het kantoor van mr. M.M. Sevinga, de advocaat die namens een partij het woord zou voeren tijdens de zitting. De rechter wilde voorkomen dat de schijn van partijdigheid zou ontstaan, gezien haar eerdere relatie met de advocaat.

De verschoningskamer heeft de procedure en de gronden voor het verzoek beoordeeld. Het uitgangspunt is dat rechters vermoed worden onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. De verschoningskamer concludeerde dat de rechter niet heeft aangegeven dat zij niet onpartijdig zou kunnen zijn, maar erkende dat de schijn van partijdigheid kan ontstaan door haar eerdere rol als patroon van de advocaat.

Daarom heeft de verschoningskamer besloten het verzoek tot verschoning toe te wijzen. Dit betekent dat er een andere rechter zal worden aangewezen voor de behandeling van de zaak. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De beslissing is openbaar uitgesproken en ondertekend door de voorzitter en de leden van de verschoningskamer.

Uitspraak

beslissing
RECHTBANK GELDERLAND, locatie Arnhem
Verschoningskamer
Zaaknummer: C/05/435966 / KG RK 24-416
Beslissing van 16 mei 2024
van de meervoudige verschoningskamer van de rechtbank op het verzoek van
mr. W.E. van Spanje,
rechter in deze rechtbank
hierna te noemen: de rechter
in haar hoedanigheid van rechter in opleiding in de (verzet)zaak met zaaknummer C/05/426120 / HZ ZA 23-315 tussen [belanghebbende 1] en Achmea Schadeverzekeringen N.V.

1.De procedure

De rechter heeft op 15 mei 2024 een verschoningsverzoek ingediend. Een afschrift van het verzoek zal tegelijk met het afschrift van deze beslissing aan de partijen worden verzonden.

2.Het verschoningsverzoek

De rechter heeft aan haar verschoningsverzoek het volgende ten grondslag gelegd. De rechtbank is namens [belanghebbende 1] geïnformeerd dat zijn advocaat (mr. S. Aarsman) op de mondelinge behandeling vergezeld zal worden door mr. M.M. Sevinga en dat mr. Sevinga het woord zal voeren. Omdat de rechter tot 1 juni 2023 werkzaam was bij het kantoor van mr. Sevinga (Van Doorne) en patroon was van mr. Sevinga, wil de rechter voorkomen dat de vrees wordt gewekt dat sprake is van partijdigheid en verzoekt de rechter om verschoning.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, kan elk van de rechters die een zaak behandelen verzoeken zich te mogen verschonen.
3.2.
Bij de beoordeling van een verschoningsverzoek dient uitgangspunt te zijn dat de rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet, die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een partij bij een geding een vooringenomenheid koestert (de subjectieve toets). Daarnaast kan er onder omstandigheden reden zijn voor verschoning, te weten als de bij een partij bestaande vrees voor onpartijdigheid van die rechter objectief gerechtvaardigd is, waarbij rekening moet worden gehouden met uiterlijke schijn. Het subjectieve oordeel van een partij is niet doorslaggevend. (de objectieve toets).
3.3.
De verschoningskamer stelt voorop dat de rechter niet heeft aangevoerd dat zij van oordeel is dat zij door de voor verschoning aangevoerde grond de zaak niet meer onpartijdig zou kunnen behandelen. De verschoningskamer ziet daar ook geen aanwijzingen voor.
3.4.
Het door de rechter aangevoerde feit dat zij patroon is geweest van de advocaat die namens een partij tijdens de zitting het woord zal voeren, kan de schijn van partijdigheid van de rechter in het leven roepen. De verschoningskamer ziet hierin, rekening houdend met de eerder genoemde uiterlijke schijn, een grond voor verschoning. Het verschoningsverzoek zal daarom worden toegewezen.

4.De beslissing

De verschoningskamer van de rechtbank wijst het verzoek tot verschoning van mr. W.E. van Spanje toe, en verstaat dat in de zaak een andere rechter zal worden aangewezen.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.J. Peerdeman, voorzitter, mr. G. Edelenbos en mr. M.J.P. Heijmans, leden, in tegenwoordigheid van de griffier [griffier] en in openbaar uitgesproken op 16 mei 2024.
de griffier de voorzitter
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.