Op 14 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland een man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man werd schuldig bevonden aan het treffen van voorbereidingen voor hennepteelt op twee data in 2023 en het bezit van meer dan 2 kilogram hennep. Daarnaast had hij twee vuurwapens en munitie in zijn bezit en stal hij elektriciteit door deze buiten de meter om af te tappen. De rechtbank sprak de man vrij van het telen van hennep op 13 maart 2023, omdat dit niet bewezen kon worden. Tevens werd de man veroordeeld tot betaling van ruim 17.500 euro aan wederrechtelijk verkregen voordeel.
De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat wordt, en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat. De verdediging vorderde vrijspraak en stelde dat de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel onvoldoende onderbouwd was. De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de veroordeelde voordeel had verkregen uit eerdere hennepplantages.
De rechtbank baseerde de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op een rapport van het Functioneel Parket Afpakken en concludeerde dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel had verkregen tot een bedrag van 17.814,87 euro. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank legde de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat van dit bedrag. De rechtbank bepaalde ook de duur van de gijzeling die door de officier van justitie kan worden gevorderd op maximaal 124 dagen.