ECLI:NL:RBGEL:2024:2837

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
95200
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor voorbereidingen hennepteelt en bezit van vuurwapens

Op 14 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland een man uit Nijmegen veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man werd schuldig bevonden aan het treffen van voorbereidingen voor hennepteelt op twee data in 2023 en het bezit van meer dan 2 kilogram hennep. Daarnaast had hij twee vuurwapens en munitie in zijn bezit en stal hij elektriciteit door deze buiten de meter om af te tappen. De rechtbank sprak de man vrij van het telen van hennep op 13 maart 2023, omdat dit niet bewezen kon worden. Tevens werd de man veroordeeld tot betaling van ruim 17.500 euro aan wederrechtelijk verkregen voordeel.

De officier van justitie vorderde dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat wordt, en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat. De verdediging vorderde vrijspraak en stelde dat de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel onvoldoende onderbouwd was. De rechtbank oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren dat de veroordeelde voordeel had verkregen uit eerdere hennepplantages.

De rechtbank baseerde de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op een rapport van het Functioneel Parket Afpakken en concludeerde dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel had verkregen tot een bedrag van 17.814,87 euro. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank legde de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de Staat van dit bedrag. De rechtbank bepaalde ook de duur van de gijzeling die door de officier van justitie kan worden gevorderd op maximaal 124 dagen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Tegenspraak
Parketnummer: 05/095200-24 (ontneming)
Datum uitspraak : 14 mei 2024
uitspraak van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboortedatum] ,
ter zitting opgegeven verblijfsadres: [adres 1] in [postcode] [plaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. H.J.M. Neijenhuis, advocaat in Arnhem.

1.De inhoud van de vordering

De officier van justitie vordert dat de rechtbank het bedrag vaststelt waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel als bedoeld in artikel 36e, vijfde lid, van het Wetboek van Strafrecht wordt geschat en de veroordeelde de verplichting oplegt tot betaling aan de Staat van het geschatte voordeel, welk voordeel door de officier van justitie is geschat op € 17.814,89.

2.De procedure

De zaak is op een openbare terechtzitting onderzocht.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij de vordering.
De verdediging heeft vrijspraak in de hoofdzaak gevorderd en zich op het standpunt gesteld dat de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel door de politie onvoldoende is onderbouwd.

3.De beoordeling van de vordering

De veroordeelde is bij vonnis van 14 mei 2024 veroordeeld tot een gevangenisstraf van
15 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar voor (onder meer) het plegen van voorbereidingshandelingen voor het telen van hennep op 13 maart 2023.
De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is dat veroordeelde voordeel heeft verkregen uit andere strafbare feiten, als bedoeld in lid 2 van artikel 36e Sr. Het dossier bevat namelijk voldoende aanwijzingen dat veroordeelde voorafgaand aan de bewezenverklaarde datum voordeel heeft gehad uit (eerdere oogsten van) een hennepkwekerij aan [adres 2] in [plaats] .
Bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt uitgegaan van de situatie zoals die uit het onderzoek gebleken is en wordt uitgegaan van de gegevens uit het rapport 'Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht' van het Functioneel Parket Afpakken, van 1 juni 2016 (hierna: het rapport Functioneel Parket Afpakken) met daarin standaardberekeningen en normen met betrekking tot het wederrechtelijk verkregen voordeel van hennepkwekerijen. Dit is slechts anders indien de veroordeelde een aannemelijke verklaring aflegt op basis waarvan van een andere situatie en/of van andere gegevens moet worden uitgegaan.
Een zodanige verklaring heeft veroordeelde in het onderhavige geval niet gegeven.
De rechtbank baseert zich voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op de volgende bewijsmiddelen. [1]
Het aantal planten
Op de vloer van de kweekruimte lag een grondzeil met in totaal 96 afdrukken van potten. [2] Bij het onderzoek in de hennepkwekerij zijn twee lege jerrycans Plagron Terra Bloom (voedingsmiddel) aangetroffen met elk een inhoud van 5 liter. Aan de hand hiervan heeft de politie berekend hoeveel planten hiermee zijn gevoed. Daarbij gaan zij uit van de volgende berekening. Het voedingsmiddel wordt 8 weken in de bloeiperiode gebruikt. Per 80 liter water is het totale verbruik 330 milliliter Plagron Terra Bloom. Het gemiddelde verbruik per liter water is (330 : 80) 4,125 milliliter Plagron Terra Bloom. Voor 10 liter Plagron Terra Bloom is dus 2424,24 liter water nodig. Eén hennepplant verbruikt in een volledige kweekperiode 16,35 liter water. Het bloeimiddel wordt echter maar 8 weken gebruikt, waardoor het waterverbruik per plant 13,08 liter is. Dat betekent dat er in totaal voor 185 planten water is gebruikt (2424,24 : 13,08 = 185.33). Nu er tevens een CO2 generator is gebruikt waarmee de kweekperiode met twee weken wordt verkort, is het zeer aannemelijk dat er iets meer dan 185 planten zijn gevoed. Dit komt overeen met twee oogsten van 96 planten. De politie komt uit op in totaal 192 planten. [3]
Opbrengsten per oogst
In het rapport Functioneel Parket Afpakken is een tabel opgenomen met daarin de opbrengst per hennepplant. Deze opbrengst is afhankelijk van de hoeveelheid hennepplanten op een m2.
In de kweekruimte stonden minimaal 96 hennepplanten. De ruimte was 14,8 m2 en per vierkante meter stonden er 7 hennepplanten. De opbrengst aan hennep per plant is volgens de tabel minimaal 31,8 gram.
De totale bruto opbrengst aan hennep per oogst bedraagt: 96 planten x 31,8 gram = 3,0528 kilogram + 0,6042 kilogram (20% meeropbrengst in verband met toepassing CO2) = 3,657 kilogram.
Gelet op de verkoopprijs van minimaal € 4.070,00 per kilogram hennep, bedraagt de bruto opbrengst per oogst 3,657 kilogram x € 4.070,00 =
€ 14.909,63.
Kosten per oogst
Afschrijvingskosten
€ 150,00
(Tabel pag. 3 rapport van FPA 1-11-2010)
Hennepstekken
€ 365,76
(EUR 3,81 per stek/plant)
Variabele kosten
€ 372,48
(EUR 3,88 per stek/plant)
Elektriciteitskosten
€ 0,00
(Bedrag per oogst/ruimte)
Kosten knippers
€ 0,00
(EUR 0,00 per stek/plant)
Huisvestingskosten
Totaal aan kosten
€ 0,00
€ 888,24
(Bedrag per oogst/ruimte)
Er zijn geen aanwijzingen dat veroordeelde kosten heeft gemaakt ten behoeve van de elektriciteit, huisvesting en het (door derden) knippen van hennep, zodat daarmee geen rekening zal worden gehouden.
Eerdere oogsten
Bij het onderzoek in de hennepkwekerij zijn meerdere aanwijzingen gevonden die duiden op twee eerdere oogsten. De politie leidt dit af uit de diverse PH middelen en groeistoffen die zijn aangetroffen, waaronder de twee voormelde lege jerrycans Plagron Terra Bloom (voedingsmiddel). Daar komen nog andere indicatoren bij, zoals de in de kweekruimte aangetroffen 97 potten met potgrond, met daarin wortelresten van hennepplanten, de hoeveelheid stof op de koolstoffilters, de op kalk gelijkende afzetting op het zeil en aan de onderkant van de potten en de aangetroffen knipscharen met daarop hennepresten. Naar aanleiding van deze bevindingen wordt bij de berekening van het verkregen voordeel uitgegaan van de periode tussen 11 november 2022 en 3 maart 2023. Deze periode beslaat
16 weken (twee perioden van acht weken doordat is gewerkt met een CO2 generator). Omdat er gedroogde henneptoppen (vermoedelijk van een eerdere oogst) zijn aangetroffen is
10 dagen vóór het aantreffen gehanteerd als einddatum. [4]
Uitgaande van twee eerdere oogsten, dient het wederrechtelijk verkregen voordeel als volgt te worden berekend:
Opbrengst € 29.819,26 (2x €14.909,63) - kosten € 1.776,48 (2x € 888,24) = € 28.042,78.
Op dit bedrag wordt € 10.227,91 in mindering gebracht vanwege de gedroogde henneptoppen die zijn aangetroffen.
Al het voorgaande brengt de rechtbank tot de slotsom dat het totaal aan wederrechtelijk verkregen voordeel bedraagt:
€ 17.814,87.
Op grond van de aangehaalde bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen tot dat bedrag en zal hem veroordelen tot betaling van dit bedrag aan de Staat.

4.De toegepaste wettelijke bepalingen

De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht.

5.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op een bedrag van € 17.814,87;
- legt de veroordeelde de verplichting op tot betaling aan de staat ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van dit bedrag;
- bepaalt de duur van de gijzeling die ten hoogste door de officier van justitie kan worden gevorderd met toepassing van artikel 6:6:25 van het Wetboek van Strafvordering op 124 dagen.
Aldus gegeven door mr. K.A.M. van Hoof (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en mr. S.A. van den Toorn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen, griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 mei 2024.
mr. L.C.P. Goossens is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2021304790, gesloten op 10 januari 2024, en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 373.
3.Het proces-verbaal van bevindingen, p. 480.
4.Het rapport wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij, p. 475 en 477.