ECLI:NL:RBGEL:2024:2835

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
289405
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor voorbereidingen hennepteelt, bezit van hennep en vuurwapens met diefstal van elektriciteit

Op 14 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man uit Nijmegen, die werd beschuldigd van het treffen van voorbereidingen voor hennepteelt, het bezit van hennep, en het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De man was eerder al in de problemen gekomen met de wet en had relevante veroordelingen op zijn strafblad. De rechtbank oordeelde dat de man zich schuldig had gemaakt aan het voorbereiden van hennepteelt door diverse materialen en apparatuur aan te schaffen die bestemd waren voor grootschalige hennepteelt. Daarnaast had hij ruim 2,5 kilogram hennep in zijn bezit en had hij elektriciteit gestolen door deze buiten de meter om af te tappen. De rechtbank sprak de man vrij van het telen van hennep op 13 maart 2023, omdat er onvoldoende bewijs was dat hij op dat moment daadwerkelijk hennep had geteeld. De rechtbank overwoog dat het ongecontroleerde bezit van vuurwapens een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van de samenleving met zich meebrengt. De opgelegde straf is in lijn met de oriëntatiepunten voor straftoemeting in de rechtspraak, waarbij de rechtbank rekening hield met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/289405-23; 05/095200-24 (gev. ttz.)
Datum uitspraak : 14 mei 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1986 in [geboorteplaats] ,
ter zitting opgegeven verblijfsadres: [adres 1] in [postcode] [plaats] ,
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats] .
Raadsman: mr. H.J.M. Nijenhuis, advocaat in [plaats] .
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

In de zaak met parketnummer 05/289405-23:
1
hij op of omstreeks 27 oktober 2023, te [plaats] , althans in Nederland, stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, te weten
- een of meer handschoen(en),
- een of meer kniptang(en),
- meerdere zakken potgrond,
- 13 assimilatielampen,
- 18 zakken potgrond,
- groeimiddel,
- een of meerdere koolstoffilter(s),
- een opticlimate,
- een afzuiginstallatie,
- een watervat,
- meerdere jerrycans met plantenvoeding,
- isolatiemateriaal,
- meerdere plantenpotten,
waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
2
hij op of omstreeks 27 oktober 2023, te [plaats] , althans in Nederland, een of meerdere (vuur)wapen(s) van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool van het merk Pietro Beretta, model Corto, kaliber 9 mm, zijnde een pistool, en/of een revolver van het merk Iver Johnson, model top break, kaliber .32 S&W, zijnde een revolver, en/of munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een of meer kogelpatronen, en/of hagelpatronen, voorhanden heeft gehad.
In de zaak met parketnummer 05/095200-24:
Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 13 maart 2023 te [plaats] , in de uitoefening van een beroep of bedrijf, opzettelijk heeft geteeld, bereid, bewerkt, verwerkt, verkocht, afgeleverd, verstrekt en/of vervoerd, en/of aanwezig heeft gehad (in een pand aan [adres 2] ) , een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 97, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet, zulks terwijl verdachte van het plegen van dit misdrijf als zijn beroep of als een bedrijf heeft uitgeoefend;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 13 maart 2023, te [plaats] , althans in Nederland, stoffen en/of voorwerpen heeft bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd of voorhanden gehad, te weten
- een waterbak met pomp
- computer aangestuurde temperatuurregeling
- topclimate
- CO2 generator
- 18 assimilatielampen
- 2 koolstoffilters
- bewateringssysteem
- één of meer snoeischaartje(s)
- één of meer handschoen(en)
- meerdere zakken potgrond
- een aan- en afzuiginstallatie
- meerdere plantenpotten,
waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
2
hij op of omstreeks 13 maart 2023 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2513 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2023 tot en met 13 maart 2023 te [plaats] een hoeveelheid elektriciteit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, door (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het
deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De rechtbank zal bij de beoordeling een chronologische volgorde aanhouden, waarbij eerst parketnummer 05/095200-24 (13 maart 2023) aan bod komt en daarna parketnummer 05/289405-23 (27 oktober 2023). De onderliggende feiten zullen vanwege de samenhang telkens gezamenlijk worden besproken.
In de zaak met parketnummer 05/095200-24
De feiten 1, 2 en 3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1 subsidiair, 2 en 3. Volgens de officier van justitie kan niet worden bewezen dat verdachte op 13 maart 2023hennep heeft geteeld, zodat verdachte van het onder 1 primair tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van alle feiten moet worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Op 13 maart 2023 trof de politie een hennepkwekerij aan in de schuur aan de achterzijde van de woning op het perceel aan [adres 2] in [plaats] . Het ging om een kwekerij waarbij de planten reeds waren geoogst. De volgende voorwerpen werden aangetroffen op diverse plekken op het perceel (in de kwekerij, schuur aan de voorzijde van de woning of in de woning):
  • waterbak met pomp
  • computer aangestuurde temperatuurregeling
  • topclimate
  • CO2 generator
  • 18 assimilatielampen
  • 2 koolstoffilters
  • bewateringssysteem
  • snoeischaartje
  • handschoen
  • meerdere zakken potgrond
  • aan- en afzuiginstallatie
- plantenpotten. [2]
Ook lag er 2513 gram aan gedroogde henneptoppen in de kweekruimte. [3] Er is geconstateerd dat rechtstreeks op de aansluitkabel een illegale elektriciteitsaansluiting is gemaakt. Hierbij is in de periode 1 januari 2023 tot en met 13 maart 2023 een hoeveelheid stroom van [slachtoffer] illegaal afgenomen. [4] Het perceel aan [adres 2] is eigendom van [verdachte] . [5] Verdachte was daar op 13 maart 2023 in de woning aanwezig. [6] Het contract met [waterbedrijf] staat (sinds 23 juni 2009) op naam van verdachte. [7]
Vrijspraak ten aanzien van feit 1 primair (telen van hennep)
De rechtbank is - met de officier van justitie en de verdediging - van oordeel dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte op 13 maart 2023 hennep heeft geteeld, zodat verdachte van dit feit zal worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 1 subsidiair (voorbereidingshandelingen hennepteelt), feit 2 (opzettelijk aanwezig hebben hennep) en feit 3 (diefstal van stroom)
Om tot een bewezenverklaring van voorbereidingshandelingen zoals ten laste gelegd onder feit 1 subsidiair te kunnen komen, dient de rechtbank eerst de vraag te beantwoorden of de aangetroffen voorwerpen zijn bestemd tot het plegen van het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf (artikel 11, derde lid van de Opiumwet), dan wel het telen van een grote hoeveelheid hennep (artikel 11, vijfde lid van de Opiumwet).
Gezien de aard en de hoeveelheid van de aangetroffen voorwerpen, in zijn geheel bezien, is de rechtbank van oordeel dat de aangetroffen voorwerpen redelijkerwijs niet anders kunnen worden aangemerkt dan als te zijn bestemd voor grootschalige en/of beroepsmatige hennepteelt.
Vervolgens is de vraag of verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de aangetroffen voorwerpen.
Verdachte heeft - samengevat - verklaard dat hij de woning aan [naam] verhuurde en niks afwist van hetgeen in de woning is aangetroffen.
De rechtbank overweegt met betrekking tot die verklaring het volgende. Hoewel verdachte bij de politie een huurovereenkomst heeft overgelegd met een kopie van het identiteitsbewijs van [naam] , heeft de rechtbank grote twijfels over de authenticiteit van deze overeenkomst. Niet alleen verklaart [naam] hiervan niets af te weten, maar kan [naam] ook niet op een andere manier in verband worden gebracht met de woning. Ook is op geen enkele andere wijze gebleken dat verdachte de woning daadwerkelijk verhuurde. Zo kon verdachte geen kwitanties van de contant betaalde huur overleggen en stond het contract bij [waterbedrijf] op naam van verdachte, terwijl dit niet strookt met zijn eigen verklaring (van 14 juni 2023) dat de huurder de contracten voor de nutsvoorzieningen op eigen naam zou zetten. Het voorgaande maakt dat de rechtbank verdachtes verklaring omtrent de verhuur als een schijnconstructie aanmerkt en dit scenario terzijde schuift.
Nu verdachte iedere betrokkenheid bij deze feiten ontkent, terwijl de hennep en voorwerpen onder voormelde omstandigheden zijn aangetroffen (namelijk in diverse ruimtes op het perceel waarvan verdachte eigenaar is en waar hij ten tijde van het aantreffen ook aanwezig was), mag van verdachte worden verwacht dat hij een aannemelijke verklaring geeft waaruit volgt dat hij niet degene is die hiervoor verantwoordelijk is. Uit het voorgaande volgt dat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven die zijn betrokkenheid ontzenuwt. De rechtbank is daarom van oordeel dat het onder de gegeven omstandigheden niet anders kan zijn dan dat verdachte verantwoordelijk is voor hetgeen is aangetroffen en zowel wetenschap van als beschikkingsmacht over de onder feit 1 subsidiair en feit 2 ten laste gelegde voorwerpen en hennep had, waarbij hij wist dat de ten laste gelegde voorwerpen bestemd waren voor grootschalige en/of beroepsmatige hennepteelt. De rechtbank acht het onder feit 1 subsidiair en feit 2 tenlastegelegde derhalve wettig en overtuigend bewezen.
Vast staat dat de hennepkwekerij buiten de meter om van elektriciteit werd voorzien. Het is, gelet op de hierboven en ten aanzien van feit 1 subsidiair beschreven omstandigheden, aan verdachte om een verklaring te geven die aannemelijk maakt dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor het illegaal afnemen van elektriciteit. Verdachte heeft die verklaring echter niet gegeven. De rechtbank acht in zoverre het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank kan op basis van het dossier echter niet vaststellen dat verdachte diegene is geweest die de stroomkabel heeft aangesloten op de hoofdstroomkabel en hierbij (ijk)zegels of een deksel van de elektriciteitsmeter heeft verbroken of verwijderd. Derhalve zal de rechtbank verdachte daarvan vrijspreken.
In de zaak met parketnummer 05/289405-23
De feiten 1 (voorbereidingshandelingen hennepteelt) en 2 (voorhanden hebben wapens en munitie)
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de feiten 1 en 2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte van beide feiten moet worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Beoordeling door de rechtbank
Op 27 oktober 2023 trof de politie een in aanbouw zijnde hennepkwekerij aan in de schuur aan de achterzijde van de woning op het perceel aan [adres 2] in [plaats] . De volgende voorwerpen werden aangetroffen op diverse plekken op het perceel (in de schuur aan de voor- en achterzijde van de woning en in de woning):
  • handschoenen
  • kniptangen
  • zakken potgrond
  • 13 assimilatielampen
  • 18 zakken potgrond
  • groeimiddel
  • koolstoffilters
  • opticlimate
  • afzuiginstallatie
  • watervat
  • jerrycans met plantenvoeding
  • isolatiemateriaal
  • plantenpotten.
In de schuur aan de voorzijde van de woning lagen wapens en munitie. [9] Het ging om een revolver merk Iver Johnson, model top break, kaliber .32 S&W, een pistool merk Pietro Beretta, model Corto, kaliber 9mm, en meerdere kogel- en hagelpatronen. Allemaal wapens en munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie. [10]
Het perceel aan [adres 2] is eigendom van [verdachte] . [11] De woning was met ingang van 22 mei 2023 voor één jaar op last van de burgemeester gesloten in verband met eerdere hennepkwekerijen. [12] Verdachte heeft de sleutels van de woning. [13]
De rechtbank overweegt het volgende.
Om tot een bewezenverklaring van voorbereidingshandelingen zoals ten laste gelegd onder feit 1 te kunnen komen, dient de rechtbank eerst de vraag te beantwoorden of de aangetroffen voorwerpen zijn bestemd tot het plegen van het telen van hennep in de uitoefening van een beroep of bedrijf (artikel 11, derde lid van de Opiumwet), dan wel het telen van een grote hoeveelheid hennep (artikel 11, vijfde lid van de Opiumwet).
Gezien de aard en de hoeveelheid van de aangetroffen voorwerpen, in zijn geheel bezien, is de rechtbank van oordeel dat de aangetroffen voorwerpen redelijkerwijs niet anders kunnen worden aangemerkt dan als te zijn bestemd voor grootschalige en/of beroepsmatige hennepteelt.
Vervolgens is de vraag of verdachte wetenschap had van de aanwezigheid van de aangetroffen voorwerpen.
Verdachte heeft verklaard dat hij niks te maken had met de in aanbouw zijnde hennepkwekerij en ook niks afwist van de wapens. De hennepgerelateerde voorwerpen zouden nog van de vorige huurder (
rechtbank: [naam]) zijn geweest. Verdachte kwam niet meer in de woning sinds de sluiting.
De rechtbank wijst in dit verband op hetgeen zij in de andere zaak heeft overwogen over het verhuurscenario. De rechtbank vindt daarnaast in het licht van de verklaring van verdachte de volgende onderzoeksbevindingen relevant.
 De aanleiding voor de politie om op 27 oktober 2023 (opnieuw) naar dit adres te gaan is een eerdere melding van een verdachte situatie op 23 oktober 2023, waarbij de politie ter plaatse kwam en een persoon uit de voortuin zag rennen. De stroomkabel naar de woning toe bleek te zijn blootgelegd. Hierdoor ontstond het vermoeden dat (wederom) een hennepkwekerij werd opgezet. Tegenover de woning stond op dat moment een Fiat Punto met [kenteken] geparkeerd. Dit voertuig staat op naam van de moeder van verdachte. Verdachte is eerder in deze auto bekeurden kwam vlak voor zijn aanhouding op 2 november 2023 uit deze auto. [14]
 Verdachte maakt gebruik van het [telefoonnummer] . [15] De politie heeft de historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer over de periode 2 juni 2023 tot en met 31 oktober 2023 bekeken. Daaruit volgt dat de cell-ID’s die zich bevinden aan [adres 3] in [plaats] regelmatig worden gebruikt door de telefoon. De woning aan [adres 2] in [plaats] ligt binnen zendbereik van deze zendmast. [16]
 De politie heeft de historische verkeersgegevens van dit telefoonnummer vergeleken met de ANPR-gegevens van het eerder genoemde voertuig. In de periode van 11 oktober 2023 tot 29 oktober 2023 komt de cell-ID van de zendmastlocaties die door de mobiele telefoon zijn aangestraald, 13 keer overeen met de ANPR-gegevens van het voertuig. [17]
 De revolver en het pistool zijn forensisch onderzocht op sporen wat heeft geleid tot de volgende resultaten:
- Op de trommel van de revolver is een dactyloscopisch spoor (
rechtbank: vingerafdruk) gevonden ( [SIN-nummer] ). [18] Door dactyloscopisch onderzoekers van de politie is dit spoor onderzocht. Het vergelijkend onderzoek in HAVANK heeft geleid tot individualisatie van het spoor op een persoon geregistreerd in HAVANK. Het spoor [spoor] vertoont een zeer grote mate van overeenkomst en geen verschillen van dactyloscopische aard met de afbeelding van de linker wijsvinger van [biometrienummer] (afkomstig van [verdachte] ). Drie dactyloscopisch onderzoekers zijn ervan overtuigd dat het spoor door deze donor is geplaatst. De kans om deze mate van overeenkomst aan te treffen bij een willekeurig ander persoon is verwaarloosbaar klein. [19]
- Op gehele trommel en vulopening van de revolver (AAQV3922NL#1) is celmateriaal aangetroffen dat heeft geleid tot een DNA-mengprofiel van minimaal twee personen, waarbij er een match is met het DNA-profiel van verdachte. Wat betreft de bewijskracht is overwogen dat het meer dan één miljard keer waarschijnlijker is dat de bemonstering DNA van verdachte en een willekeurig ander persoon is, dan van twee willekeurige onbekende personen. [20]
- Op de binnenzijde van de loop van het pistool (AAQV3931NL#01) is celmateriaal aangetroffen dat heeft geleid tot een DNA-mengprofiel van minimaal drie personen, waarbij er een match is met het DNA-profiel van verdachte. Wat betreft de bewijskracht is overwogen dat het meer dan één miljard keer waarschijnlijker is dat de bemonstering DNA van verdachte en twee willekeurige onbekende personen is, dan van drie willekeurige onbekende personen. [21]
- Op de ruwe delen en greepplaat van het pistool (AAQV3921NL#01) is celmateriaal aangetroffen dat heeft geleid tot een DNA-mengprofiel van minimaal drie personen, waarbij er een match is met het DNA-profiel van verdachte. Wat betreft de bewijskracht is overwogen dat het meer dan één miljard keer waarschijnlijker is dat de bemonstering DNA van verdachte en twee willekeurige onbekende personen is, dan van drie willekeurige onbekende personen. [22]
Op basis van deze onderzoeksresultaten concludeert de rechtbank dat het DNA van verdachte is aangetroffen op de revolver en het pistool, wat betreft de revolver in combinatie met een vingerafdruk van verdachte.
Nu verdachte iedere betrokkenheid bij deze feiten ontkent, terwijl de voorwerpen onder voormelde omstandigheden zijn aangetroffen (namelijk in diverse ruimtes op het perceel waarvan verdachte eigenaar is, niet is gebleken dat daar ten tijde van het aantreffen anderen verbleven – de woning was immers gesloten verklaard – en verdachte in de maanden voorafgaand aan het aantreffen regelmatig in de buurt van en bij de woning kan worden geplaatst en de huissleutels heeft), mag van verdachte worden verwacht dat hij een aannemelijke verklaring geeft waaruit volgt dat hij niet degene is die hiervoor verantwoordelijk is. Uit het voorgaande volgt dat verdachte geen aannemelijke verklaring heeft gegeven die zijn betrokkenheid ontzenuwt. De rechtbank is daarom van oordeel dat het onder de gegeven omstandigheden niet anders kan zijn dan dat verdachte verantwoordelijk is voor hetgeen is aangetroffen en zowel wetenschap van als beschikkingsmacht over de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen had, waarbij hij wist dat deze voorwerpen bestemd waren voor grootschalige en/of beroepsmatige hennepteelt. De rechtbank acht het onder feit 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Gelet op hetgeen de rechtbank hiervóór heeft overwogen, in combinatie met de DNA-sporen en vingerafdruk van verdachte op de vuurwapens, kan de rechtbank niet anders dan concluderen dat verdachte zowel wetenschap van als beschikkingsmacht over de wapens en munitie had. Dat betekent dat ook feit 2 naar het oordeel van de rechtbank wettig en overtuigend is bewezen.
Wat betreft de in de tenlastelegging genoemde hagelpatronen, dient partiële vrijspraak te volgen, aangezien in het procesdossier een proces-verbaal ter zake onderzoek en categorisering van deze munitie ontbreekt.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder
  • parketnummer 05/289405-23 feit 1 en feit 2 en
  • parketnummer 05/095200-24 feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3,
ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
In de zaak met parketnummer 05/289405-23:
1
hij op
of omstreeks27 oktober 2023, te [plaats] ,
althans in Nederland, stoffen en/ofvoorwerpen heeft
bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd ofvoorhanden gehad, te weten
-
een of meerhandschoen
(en
),
-
een of meerkniptang
(en
),
- meerdere zakken potgrond,
- 13 assimilatielampen,
- 18 zakken potgrond,
- groeimiddel,
-
een of meerderekoolstoffilter
(s
),
- een opticlimate,
- een afzuiginstallatie,
- een watervat,
- meerdere jerrycans met plantenvoeding,
- isolatiemateriaal,
- meerdere plantenpotten,
waarvan hij wist
of ernstige reden had te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
2
hij op
of omstreeks27 oktober 2023, te [plaats]
, althans in Nederland, een ofmeerdere
(vuur
)wapen
(s
)van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool van het merk Pietro Beretta, model Corto, kaliber 9 mm, zijnde een pistool, en
/ofeen revolver van het merk Iver Johnson, model top break, kaliber .32 S&W, zijnde een revolver, en
/ofmunitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten
een of meerkogelpatronen
, en/of hagelpatronen, voorhanden heeft gehad.
In de zaak met parketnummer 05/095200-24:
1
subsidiair
hij op
of omstreeks13 maart 2023, te [plaats] ,
althans in Nederland, stoffen en/ofvoorwerpen heeft
bereid, bewerkt, verwerkt, te koop aangeboden, verkocht, afgeleverd, verstrekt, vervoerd, vervaardigd ofvoorhanden gehad, te weten
- een waterbak met pomp
- computer aangestuurde temperatuurregeling
- topclimate
- CO2 generator
- 18 assimilatielampen
- 2 koolstoffilters
- bewateringssysteem
-
één of meersnoeischaartje
(s
)
-
één of meerhandschoen
(en
)
- meerdere zakken potgrond
- een aan- en afzuiginstallatie
- meerdere plantenpotten,
waarvan hij wist
of ernstige reden had te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van een van de in artikel 11, derde en/of vijfde lid van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
2
hij op
of omstreeks13 maart 2023 te [plaats] opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2513 gram,
in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gramhennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
3
hij in
of omstreeksde periode van 1 januari 2023 tot en met 13 maart 2023 te [plaats] een hoeveelheid elektriciteit,
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer] , in
elk geval aan een andertoebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming, door (door een of meer (ijk)zegel(s) en/of het
deksel van de elektriciteitsmeter te verbreken en/of verwijderen en/of (vervolgens) een elektriciteitsaansluiting aan de boven- en/of buitenzijde, in elk geval buiten de meter om, te maken).
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer 05/289405-23:
Ten aanzien van feit 1:
voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid en/of vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
In de zaak met parketnummer 05/095200-24:
Ten aanzien van feit 1 subsidiair:
voorwerpen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van een van de in artikel 11, derde lid en/of vijfde lid, van de Opiumwet strafbaar gestelde feiten.
Ten aanzien van feit 2:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van feit 3:
diefstal.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft in het kader van de strafmaat gewezen op de impact die de aanhouding op verdachte heeft gehad, alsmede de tijd die hij reeds in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het tot tweemaal toe treffen van voorbereidingen voor hennepteelt en daarnaast het opzettelijk aanwezig hebben van ruim 2,5 kilogram hennep. Hennep is een stof die - eenmaal in het verkeer gebracht - schadelijk kan zijn voor de gebruikers ervan. De verspreiding en handel van hennep gaan bovendien gepaard met vele andere vormen van criminaliteit. Ook is elektriciteit gestolen van [slachtoffer] , door de elektriciteit buiten de meter om af te tappen. Hiermee heeft verdachte [slachtoffer] schade berokkend alsook brandgevaar en gevaar voor elektrocutie veroorzaakt. Daarnaast heeft verdachte vuurwapens en munitie voorhanden gehad. Het ongecontroleerde bezit van wapens brengt een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en leidt tot gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Dat vuurwapens een gevaar vormen voor de samenleving blijkt wel uit het feit dat er regelmatig vuurwapenincidenten plaatsvinden, ook met dodelijke afloop of met zwaar letsel tot gevolg. Aan dergelijke vuurwapenincidenten ligt niet zelden een drugsconflict ten grondslag.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf de binnen de rechtspraak ontwikkelde oriëntatiepunten voor straftoemeting als uitgangspunt genomen. Voor het voorhanden hebben van een vuurwapen geldt als uitgangspunt een gevangenisstraf van vier maanden. In dit geval gaat het om twee vuurwapens en munitie. Voor het opzettelijk aanwezig hebben van ruim 2,5 kilogram hennep schrijven de oriëntatiepunten een taakstraf van 180 uur voor. Daar komen de voorbereidingshandelingen voor hennepteelt en diefstal van stroom nog bij. In het onderhavige geval acht de rechtbank een forse gevangenisstraf dan ook passend. De rechtbank neemt hierbij voorts in aanmerking dat verdachte relevante veroordelingen voor de Opiumwet en Wet Wapens en Munitie op zijn strafblad heeft staan, maar ook dat dit oude feiten zijn.
Alles afwegende zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van
15 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. De tijd die verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht zal worden verrekend en op deze straf in mindering worden gebracht.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 57, 310, van het Wetboek van Strafrecht;
- 3, 11 en 11a van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

9.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van hetgeen is ten laste gelegde onder parketnummer 05/095200-24 feit 1 primair;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 (vijftien) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten 6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.A.M. van Hoof (voorzitter), mr. L.C.P. Goossens en
mr. S.A. van den Toorn, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 14 mei 2024.
mr. L.C.P. Goossens is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ON52023002 / MUNCHEN, gesloten op 10 januari 2023 (
2.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, p. 340-343; proces-verbaal van bevindingen, p. 372-375.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 373-374; proces-verbaal van bevindingen, p. 365.
4.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer] , p. 458-463.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 125.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 372.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 395.
8.Proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij, p. 40-43; proces-verbaal van bevindingen, p. 32-34.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 32-34.
10.Proces-verbaal onderzoek wapen (revolver), p. 248; proces-verbaal onderzoek wapen en munitie (pistool en kogelpatronen), p. 254-255; proces-verbaal onderzoek wapen en munitie (pistool en kogelpatronen), p. 254-255.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 125.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 22.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 421.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 22-30; proces-verbaal van bevindingen, p. 112-113.
15.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 554.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 182-190.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 119-120.
18.Proces-verbaal meervoudige procedure dactyloscopisch spoor, p. 23 (aanvullend, 16 februari 2024).
19.Rapport dactyloscopische sporen, p. 25-28 (aanvullend, 16 februari 2024).
20.Rapport aanvullend DNA-onderzoek, p. 29-33 (aanvullend, 16 februari 2024).
21.Rapport aanvullend DNA-onderzoek, p. 29-33 (aanvullend, 16 februari 2024).
22.Rapport aanvullend DNA-onderzoek, p. 29-33 (aanvullend, 16 februari 2024).