Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.Feiten
2.Het verzoek
€ 715,-wegens:
Rechtbank Gelderland
Op 1 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland in Zutphen uitspraak gedaan in een verzoek om vergoeding van kosten in het kader van een strafzaak. Verzoeker, die in november 2022 werd aangehouden wegens vermoedelijk drugsgebruik, had een rijverbod van 24 uur opgelegd gekregen. Na een tegenonderzoek, waaruit bleek dat het THC-gehalte in zijn bloed onder de toegestane waarde lag, verzocht de advocaat van verzoeker om intrekking van de strafbeschikking en een vergoeding van kosten. De rechtbank oordeelde dat de kosten van het tegenonderzoek, ter hoogte van € 355,-, toewijsbaar waren, omdat deze kosten het belang van het onderzoek hadden gediend. Echter, het verzoek om vergoeding voor de periode dat verzoeker zijn rijbewijs niet kon gebruiken, werd afgewezen. De rechtbank stelde dat het rijverbod niet gelijkgesteld kan worden met een strafvorderlijke maatregel die recht geeft op schadevergoeding, aangezien het rijbewijs niet was ingevorderd of ingehouden. De rechtbank kende verzoeker uiteindelijk een totale vergoeding van € 695,- toe, bestaande uit de kosten van het tegenonderzoek en de kosten voor de raadsman voor het opstellen van het verzoekschrift. De beslissing werd openbaar uitgesproken door rechter L.J. Saarloos, in aanwezigheid van griffier F.G. Klein Tiessink.