Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding;
- het tegen gedaagde verleende verstek.
2.De beoordeling
1.929,00(1,0 punt × tarief € 1.929,00)
1.929,00(1,0 punt × tarief € 1.929,00)
Rechtbank Gelderland
Op 1 mei 2024 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een verstekvonnis gewezen in de zaak tussen eisers, [eiser sub 1] en [eiser sub 2], en gedaagde, die niet is verschenen. De eisers vorderden gedaagde te veroordelen tot betaling van beslagkosten, die bestonden uit explootkosten, griffierecht en salaris advocaat. De rechtbank oordeelde dat de vordering gedeeltelijk toewijsbaar was, omdat eisers niet alle benodigde beslagstukken hadden overgelegd. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of aan de wettelijke vereisten was voldaan. De rechtbank wees de vordering tot vergoeding van beslagkosten voor de derdenbeslagen af, maar kende wel een bedrag van € 2.659,31 toe voor de overige beslagkosten.
Daarnaast werden de gevorderde 'nog te maken beslag- en executiekosten' afgewezen, omdat de omvang daarvan nog niet vaststond. Gedaagde werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die door de rechtbank op € 4.371,72 werden begroot. De rechtbank kende ook wettelijke rente toe over de toegewezen bedragen, evenals buitengerechtelijke incassokosten en nakosten, onder bepaalde voorwaarden. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. G.F. van den Berg.