ECLI:NL:RBGEL:2024:272

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
19 januari 2024
Publicatiedatum
19 januari 2024
Zaaknummer
05/168820-22
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor rijden onder invloed van Oxycodon en Alprazolam met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg

Op 19 januari 2024 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 februari 2022 in Winterswijk Miste een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte, die onder invloed was van de medicijnen Oxycodon en Alprazolam, raakte met zijn voertuig, een Volkswagen, in botsing met een Renault, bestuurd door het slachtoffer. Het slachtoffer liep hierbij zwaar lichamelijk letsel op, waaronder een gebroken bovenbeen en wervels, en onderging een operatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onoplettend en onvoorzichtig heeft gehandeld door te rijden onder invloed van deze medicijnen, waarvan hij wist dat ze zijn rijvaardigheid konden beïnvloeden. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 3 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. De rechtbank overwoog dat de ernst van de feiten en de gevolgen voor het slachtoffer zwaar wogen in de strafoplegging. De verdachte had geen strafblad en er was sprake van fors tijdsverloop sinds het feit, wat meegewogen werd in de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/168820-22
Datum uitspraak : 19 januari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1994 in [woonplaats] ,
wonende aan de [adres] [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. J.R. Mekkes, advocaat in Amsterdam.
De rechtbank heeft het, op de ter terechtzitting van 24 februari 2023, gesloten onderzoek bij vonnis van 10 maart 2023 heropend. Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 24 februari 2023 en 5 januari 2024.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1. hij op of omstreeks 17 februari 2022 te Winterswijk Miste, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, Misterweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, rijdend over voornoemde Misterweg en/of gekomen nabij [perceel nummer] , terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten Oxycodon en/of Alprazolam, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik de rijvaardigheid kon verminderen, een, vanuit zijn rijrichting gelegen, flauwe bocht naar rechts in te rijden en/of (daarbij) onvoldoende het verloop van de rijbaan te volgen en/of (daarbij) een dubbele witte streep aangebracht tussen de rijba(a)n(en) te overschrijden en/of (vervolgens) met de linker wielen van zijn motorrijtuig deels op de rijbaan bestemd voor het tegemoetkomend verkeer is gaan rijden, terwijl een hem tegemoetkomende medeweggebruiker zijn motorrijtuig al zeer dicht was genaderd en/of (vervolgens) frontaal op/tegen voornoemde medeweggebruiker is gebotst en/of gereden, waardoor een ander ( [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten gebroken bovenbeen en/of een gebroken borstwervel en/of een gebroken lende wervel, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij/zij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid van genoemde wet;
subsidiair althans,
hij op of omstreeks 17 februari 2022 te Winterswijk Miste, als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, Misterweg, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten Oxycodon en/of Alprazolam, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik de rijvaardigheid kon verminderen, een, vanuit zijn rijrichting gelegen, flauwe bocht naar rechts is ingereden en/of (daarbij) onvoldoende het verloop van de rijbaan heeft gevolgd en/of (daarbij) een dubbele witte streep aangebracht tussen de rijba(a)n(en) heeft overschreden en/of (vervolgens) met de linker wielen van zijn motorrijtuig deels op de rijbaan bestemd voor het tegemoetkomend verkeer is gaan rijden, terwijl een hem tegemoetkomende medeweggebruiker zijn motorrijtuig al zeer dicht was genaderd en/of (vervolgens) frontaal op/tegen voornoemde medeweggebruiker is gebotst en/of gereden, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
2 hij op of omstreeks 17 februari 2022 te Winterswijk Miste als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten Oxycodon en/of Alprazolam, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof – de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten 1 en 2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 primair en feit 2 ten laste gelegde feiten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van beide feiten vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Zij heeft daartoe naar voren gebracht dat:
  • verdachte niet aanmerkelijk onvoorzichtig is geweest door de hem voorgeschreven Oxycodon te slikken. Het onderzoek van het NFI gaat er abusievelijk vanuit dat verdachte Oxycodon en Alprazolam niet door een arts kreeg voorgeschreven.
  • verdachte ook niet aanmerkelijk onvoorzichtig is geweest omdat hij Alprazolam pas na het ongeval innam (en de laatste dosis van een week ervoor was) en dus niet op 17 februari 2022 onder invloed van dat middel een auto heeft bestuurd.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1 (veroorzaken verkeersongeval)
Op 17 februari 2022 vond op de Misterweg een verkeersongeval plaats waarbij de personenauto van verdachte (Volkswagen) in botsing kwam met de personenauto van [slachtoffer] (Renault). [2]
Verdachte reed als bestuurder van de Volkswagen. Hij reed vanuit Miste in de richting van Winterswijk over de Misterweg te Winterswijk in een bocht naar rechts ter hoogte van perceelnummer 214. De Renault reed toen op de andere rijbaan vanuit Winterswijk in de richting van Miste. Het betrof een weg waarbij de rijbanen werden gescheiden door middel van een dubbele doorgetrokken streep. De Volkswagen reed op dat moment deels met zijn linkerzijde op de rijstrook voor het tegemoetkomende verkeer. Hierdoor ontstond tussen beide voertuigen een aanrijding. Bij beide voertuigen ontstond forse schade aan de linker(voor)zijde van het voertuig. [3]
Ten gevolge van het ongeval heeft [slachtoffer] letsel opgelopen. [4] [slachtoffer] is op 17 februari 2022 onderzocht. Zijn letsel bestond uit een gebroken bovenbeen, een gebroken lendenwervel en een gebroken borstwervel. Hij is geopereerd aan de breuk in zijn bovenbeen en liep postoperatief een trombosebeen en longembolie op. [5]
Bij verdachte is na het ongeval bloed afgenomen. [6] Het NFI heeft onderzoek gedaan naar het afgenomen bloed. [7] Het NFI heeft vastgesteld dat er 0,30 milligram per liter Oxycodon en 0,03 milligram per liter Alprazolam in het onderzochte bloed van verdachte zat. [8]
Het NFI heeft daarnaast gerapporteerd dat Oxycodon bij therapeutisch gebruik waarschijnlijk een licht tot matig nadelige invloed op de rijvaardigheid heeft, dat gebruikelijke therapeutische concentraties liggen vanaf ongeveer 0,007 mg/l en dat in het bloed van verdachte een therapeutische tot hoge Oxycodonconcentratie gemeten is van 0,30 mg/l.
Verder heeft het NFI gerapporteerd dat Alprazolam bij therapeutisch gebruik waarschijnlijk een ernstig nadelige of potentieel gevaarlijke invloed op de rijvaardigheid heeft, dat gebruikelijke therapeutische concentraties liggen vanaf ongeveer 0,004 mg/l en dat in het bloed van verdachte een therapeutische alprazolamconcentratie gemeten is van ongeveer 0,03 mg/l. [9]
In een toxicologisch consult van 10 augustus 2023 heeft het NFI het volgende gerapporteerd:
  • De piek Oxycodonconcentratie in bloed na orale toediening van 50 mg Oxycodon per dag, verdeeld over drie innamemomenten, ligt waarschijnlijk beneden 0,2 mg/l.
  • De gebruikelijke therapeutische dosis Alprazolam bedraagt 0,5 tot 3 mg Alprazolam per dag verdeeld over meerdere giften.
  • Na inname van een enkele orale dosis Alprazolam van 1 mg bij zes volwassen mannelijke patiënten was de piek bloedconcentratie gemiddeld 0,019 mg/l.
  • Uit het toxicologisch onderzoek blijkt dat in het bloed van verdachte Oxycodon en Alprazolam zijn gemeten in concentraties van respectievelijk 0,30 mg/l en ongeveer 0,03 mg/l. De gemeten concentraties sluiten niet aan bij de maximale concentraties die worden verwacht op basis van de verklaring van verdachte.
  • De gemeten alprazolamconcentratie kan wel worden verklaard door langdurig dagelijks gebruik van driemaal daags een milligram alprazolam.
  • Een combinatie van stoffen die de hersenfuncties dempen (Oxycodon en Alprazolam) leidt tot een versterkt dempend effect op de hersenen en daarmee op aanvullende negatieve effecten op de rijvaardigheid.
Verdachte verklaarde dat hij Oxycodon had gebruikt voordat hij ging rijden. Hij gebruikte toen dagelijks in totaal 50 mg Oxycodon en heeft bij de huisarts, het internet en de verslavingsarts nagevraagd of hij met die medicatie mag rijden. Naar zijn zeggen kwam daaruit dat hij de eerste twee weken van gebruik niet mag rijden en daarna wel. Verdachte verklaarde daarnaast dat hij vlak na het ongeval Alprazolam heeft ingenomen. Hij slikt Alprazolam als hij angst- of paniekaanvallen krijgt en had daar vlak na het ongeval last van. [12]
Verdachte verklaarde verder ter zitting van 5 januari 2024 dat hij zowel vlak na het ongeval Alprazolam innam, en onderweg naar het ziekenhuis nogmaals innam, en dat zijn vriendin hem heeft verteld dat hij in het ziekenhuis nog iets heeft ingenomen. Hij verklaarde dat hij drie tabletten van 0,5 mg Alprazolam heeft geslikt en misschien nog meer. Hij verklaarde dat hij minimaal een week voor het ongeval voor het laatst Alprazolam had gebruikt. Verdachte heeft verklaard dat hij sinds 2017 medicatie slikt en goed weet wanneer hij wel of niet kan rijden. Hij verklaarde dat je niet mag rijden bij het gebruik van Oxycodon en Alprazolam in combinatie en dat hij uit eigen ervaring weet dat Alprazolam steviger werkt in combinatie met de Oxycodon die hij gebruikt. [13]
Verbalisant [verbalisant 1] heeft aanvullend geverbaliseerd niet heeft gezien of gehoord dat verdachte Alprazolam kreeg van een ambulancemedewerker of arts voor de bloedafname. [14]
De rechtbank stelt vast dat verdachte op het moment van de aanrijding onder invloed was van Oxycodon. Verdachte heeft dit zelf verklaard en het NFI heeft een concentratie van 0,30 mg/l Oxycodon in het bloed van verdachte gemeten.
De rechtbank concludeert verder dat verdachte ook onder invloed van Alprazolam heeft gereden. Het NFI heeft een concentratie van 0,03 mg/l Alprazolam in het bloed van verdachte gemeten. Het NFI constateert dat die concentratie niet past bij de verklaring van verdachte dat hij na het ongeval Alprazolam heeft ingenomen, terwijl het laatste gebruik van Alprazolam volgens verdachte dateerde van een week ervoor. Het NFI concludeert dat de bij verdachte gemeten bloedwaarde alleen past bij langdurige driemaal daagse inname van Alprazolam. De verklaring van verbalisant [verbalisant 1] biedt evenmin steun voor verdachtes verklaring dat hij Alprazolam pas na het ongeval heeft geslikt. Gelet op het bovenstaande concludeert de rechtbank dat verdachte Alprazolam langdurig en meermalen daags moet hebben gebruikt en ten tijde van het ongeval naast Oxycodon mede onder invloed was van Alprazolam. Verdachtes alternatieve lezing over het hier relevante tijdstip van gebruik van Alprazolam wordt gelet op het vorenstaande reeds niet aannemelijk geacht, daargelaten dat verdachte op de terechtzitting van 24 februari 2023 en 5 januari 2024 verschillend heeft verklaard over de hoeveelheid, het aantal keren en de plaatsen waar hij dan de Alprazolam zou hebben geslikt.
Verdachte heeft verder verklaard dat hij wist dat het gebruik van deze twee middelen in combinatie de rijvaardigheid kan verminderen.
De omstandigheid dat het NFI bij het rapport van 10 augustus 2023 wel beschikte over het medicatieoverzicht dat verdachte kort na het ongeval mailde aan de politie (en op welk overzicht geen Oxycodon en Alprazolam staan) maar niet over de recepthistorie die de raadsvrouw bij mail van 4 april 2023 heeft laten toevoegen aan het dossier, leidt niet tot een ander oordeel gelet op de overige bevindingen in dat rapport zoals hiervoor weergegeven.
Op basis van bovenstaande bewijsmiddelen, stelt de rechtbank vast dat verdachte, terwijl hij onder invloed was van Oxycodon en Alprazolam, in een flauwe bocht naar rechts onvoldoende rechts heeft gehouden, de dubbele streep heeft overschreden en op de rijbaan voor tegemoetkomend verkeer heeft gereden en daardoor in botsing is gekomen met het voertuig van [slachtoffer] . Er moet sprake zijn geweest van langer durende onoplettendheid. Door deze botsing heeft [slachtoffer] letsel opgelopen.
Schuld in de zin van artikel 6 WVW
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of het ongeval in juridische zin aan de schuld van verdachte is te wijten.
Om tot bewezenverklaring van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet te komen, is vereist dat het rijgedrag van verdachte zeer of aanmerkelijk onoplettend, onvoorzichtig of onachtzaam was. Daarvoor moet beoordeeld worden of sprake was van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Daarbij geldt dat in zijn algemeenheid niet valt aan te geven of één verkeersovertreding voldoende kan zijn voor bewezenverklaring van schuld zoals bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet. Gekeken moet worden naar het geheel van gedragingen van verdachte, naar de aard en de concrete ernst van de verkeersovertreding en voorts naar de omstandigheden waaronder die overtreding is begaan. Vaste rechtspraak is dat de ernst van de gevolgen van verkeersgedrag geen factor is bij de beantwoording van de vraag of sprake is van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet.
De rechtbank stelt vast dat verdachte, terwijl hij onder invloed verkeerde van een combinatie van medicijnen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden en verdachte bekend is en ervaring heeft met die invloed, een auto bestuurde en daarbij zonder enige aanleiding op de rijbaan voor het tegemoetkomende verkeer terechtkwam, en hij niet meer in staat was om een aanrijding met [slachtoffer] te voorkomen. Naar het oordeel van de rechtbank is dit samenstel van gedragingen aan te merken als aanmerkelijk onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam gedrag. Verdachte heeft daarom schuld aan het verkeersongeval als bedoeld in artikel 6 Wegenverkeerswet.
Zwaar lichamelijk letsel
Naar het oordeel van de rechtbank is sprake van zwaar lichamelijk letsel. [slachtoffer] heeft meerdere botbreuken opgelopen; hij is geopereerd waarna zich complicaties hebben voorgedaan. Volledig herstel zal niet plaatsvinden.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair ten laste gelegde feit heeft begaan. Op basis van hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, acht de rechtbank ook feit 2 wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1 primair en 2 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1
hij op
of omstreeks17 februari 2022 te Winterswijk Miste
, in elk geval in Nederland,als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, Misterweg, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door
zeer, althansaanmerkelijk
,onvoorzichtig en
/ofonoplettend, rijdend over voornoemde Misterweg en
/ofgekomen nabij [perceel nummer] , terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten Oxycodon en
/ofAlprazolam, waarvan hij wist
of redelijkerwijs moest weten,dat het gebruik de rijvaardigheid kon verminderen, een, vanuit zijn rijrichting gelegen, flauwe bocht naar rechts in te rijden en
/of (daarbij
)onvoldoende het verloop van de rijbaan te volgen en
/of (daarbij
)een dubbele witte streep aangebracht tussen de rijba
(a)n
(en
)te overschrijden en
/of (vervolgens)met de linker wielen van zijn motorrijtuig deels op de rijbaan bestemd voor het tegemoetkomend verkeer is gaan rijden, terwijl een hem tegemoetkomende medeweggebruiker zijn motorrijtuig al zeer dicht was genaderd en
/of (vervolgens
)frontaal
op/tegen voornoemde medeweggebruiker is gebotst
en/of gereden,waardoor een ander ( [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten gebroken bovenbeen en
/ofeen gebroken borstwervel en
/ofeen gebroken lende wervel
, of zodanig lichamelijk letselwerd toegebracht,
dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan,terwijl hij
/zij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste
, tweede, derde, vierde of vijfdelid van de Wegenverkeerswet 1994
, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid van genoemde wet.
2
hij op
of omstreeks17 februari 2022 te Winterswijk Miste als bestuurder van een voertuig, (personenauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof, te weten Oxycodon en
/ofAlprazolam, waarvan hij wist
of redelijkerwijs moest weten,dat het gebruik daarvan
- al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof –de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 primair:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van deze wet;
in eendaadse samenloop met:
feit 2:
overtreding van artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ter zitting van 5 januari 2023 de eerdere eis aangepast en gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 160 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De officier van justitie gaat uit van ernstige schuld gezien het gebruik van medicijnen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat aan verdachte geen taakstraf wordt opgelegd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft op 17 februari 2022 een ernstig verkeersongeval veroorzaakt. Verdachte is gaan rijden onder invloed van een combinatie van Oxycodon en Alprazolam terwijl hij wist dat die medicijnen in combinatie met elkaar de rijvaardigheid negatief kunnen beïnvloeden. Bij dit ongeval is de bestuurder van de andere auto zwaargewond geraakt. Ter terechtzitting is gebleken dat het slachtoffer nog steeds kampt met die gevolgen en dat volledig herstel niet zal plaatsvinden. Het leven van het slachtoffer en diens gezin is onomkeerbaar veranderd. De rechtbank rekent dat verdachte zwaar aan.
Nu er geen oriëntatiepunten bestaan voor het gebruik van medicijnen in het verkeer, heeft de rechtbank bij de strafoplegging aansluiting gezocht bij de oriëntatiepunten voor het veroorzaken van een verkeersongeval onder invloed van alcohol. Gelet op het feit dat de rechtbank uitgaat van ernstige schuld, zou een gevangenisstraf in beeld komen. De rechtbank acht een gevangenisstraf echter niet passend, nu verdachte geen relevant strafblad heeft en er sprake is van fors tijdsverloop.
De rechtbank zal aan verdachte daarom een taakstraf voor de duur van 160 uren opleggen en daarnaast een ontzegging van de rijbevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Het voorwaardelijke deel van de rijontzegging dient als stok achter de deur, om verdachte te doordringen van de noodzaak zich te houden aan de verkeersregels. Het onvoorwaardelijk deel van de rijontzegging is langer dan geëist, vanwege de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheid dat de rechtbank geen vrijheidsstraf oplegt.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d en 55 van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 8, 175, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 160 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 80 dagen;
 ontzegt verdachte ten aanzien van de bewezenverklaarde feiten de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 jaar;
 bepaalt dat een gedeelte van deze ontzegging van de rijbevoegdheid, te weten 1 jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten in het geval verdachte zich voor het einde van de proeftijd van twee jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Mei, voorzitter, mr. J.M.J.M. Doon en mr. G.L.C. van den Bosch, rechters, en mr. M. Aarts, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 19 januari 2024.
De oudste rechter, de jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer [nummer] , gesloten op 29 juni 2022 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Het proces-verbaal aanrijding misdrijf, p. 5.
3.Het proces-verbaal verkeersongevallenanalyse, p. 37.
4.Het proces-verbaal aanrijding misdrijf, p. 8.
5.Een schriftelijk bescheid, te weten een geneeskundige verklaring [Deskundige] van 6 juni 2022, p. 57.
6.Het proces-verbaal rijden onder invloed, p. 70.
7.Een schriftelijk bescheid, te weten een toxicologisch onderzoek van het NFI door drs. [naam] van 13 april 2022, p. 3 van het rapport.
8.Een schriftelijk bescheid, te weten een toxicologisch onderzoek van het NFI door drs. [naam] van 13 april 2022, p. 6 van het rapport.
9.Een schriftelijk bescheid, te weten een toxicologisch onderzoek van het NFI door drs. [naam] van 13 april 2022, p. 8 van het rapport.
10.Een schriftelijk bescheid, te weten een toxicologisch consult van het NFI door drs. [naam] van 10 augustus 2023, p. 4 van het rapport.
11.Een schriftelijk bescheid, te weten een toxicologisch consult van het NFI door drs. [naam] van 10 augustus 2023, p. 5 van het rapport.
12.Het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 76-77.
13.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 5 januari 2024.
14.Het proces-verbaal van bevindingen, opgesteld en gesloten door verbalisant [verbalisant 1] op 15 maart 2023, met registratienummer [nummer] .